ECLI:NL:TGZRAMS:2024:250 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6923
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:250 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-11-2024 |
Datum publicatie: | 26-11-2024 |
Zaaknummer(s): | A2024/6923 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Ongegronde klacht tegen een psychiater. De partner van klager (patiënte) was onder behandeling bij de psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis zonder klager vooraf te horen of te informeren. Het college is van oordeel dat voldoende blijkt dat de psychiater het stappenplan uit de meldcodes (van het ziekenhuis en de KNMG) heeft gevolgd en een zorgvuldige afweging heeft gemaakt. |
A2024/6923
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing van 26 november 2024 op de klacht van:
A,
wonende te B, klager,
tegen
C,
psychiater, werkzaam te B,
verweerster, hierna ook: de psychiater,
gemachtigde: mr. S.J. Muntinga, werkzaam te Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 Verweerster is sinds augustus 2022 de psychiater van de voormalig vriendin
van klager, hierna
te noemen: patiënte. Uit de gesprekken van verweerster met patiënte is een beeld
ontstaan dat er
sprake zou kunnen zijn van een onveilige thuissituatie voor patiënte en voor de
9-jarige dochter
van klager en patiënte waarna verweerster op 27 juli 2023 een melding heeft gedaan
bij Veilig
Thuis.
1.2 Klager verwijt verweerster dat zij deze melding heeft gedaan zonder hem vooraf
te horen of te
informeren.
1.3 Het college komt tot het oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft
gehandeld. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna
licht het college
zijn beslissing toe.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift, binnengekomen op 14 februari 2024, met de bijlagen;
- het verweerschrift, binnengekomen op 24 april 2023, met de bijlage(n);
- het proces-verbaal van het op 1 juli 2024 gehouden mondelinge vooronderzoek;
- de brieven van de gemachtigde van verweerster van 23 april 2024, binnengekomen
op 24 april 2024,
de brief van 21 mei 2024, binnengekomen op 22 mei 2024 en de brief van 23
september 2024, binnengekomen op 25 september 2024, steeds met een bijlage, waarop
steeds het bepaalde in artikel 67 lid 3 Wet BIG van toepassing is verklaard.
2.2 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 15 oktober 2024. De partijen
zijn verschenen.
Verweerster werd bijgestaan door haar gemachtigde. De partijen en de gemachtigde
van verweerster
hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigde van verweerster heeft
pleitnotities
voorgelezen en aan het college en de andere partij overhandigd.
3. Wat is er gebeurd?
3.1 Verweerster is als psychiater werkzaam voor het D te B. De voormalig partner
van klager
(hierna: patiënte) is sinds augustus 2022 onder behandeling van verweerster. Op
31 mei 2023
schetste patiënte aan verweerster een beeld van de thuissituatie welke verweerster
zorgen baarde.
3.2 Verweerster heeft aan patiënte het voorstel gedaan om samen met klager met verweerster
te
komen praten. Uiteindelijk is daarvoor een afspraak gepland op 27 juli 2023 om (op
speciaal verzoek
van klager) 08.30 uur (een tijdstip waarop de polikliniek psychiatrie eigenlijk
nog niet geopend
is). Klager is op die afspraak niet verschenen. Patiënte was er wel.
3.3 Verweerster heeft op 27 juli 2023 een melding gedaan bij Veilig Thuis.
3.4 Bij brief van 13 november 2023 heeft Veilig Thuis aan klager bericht dat een
melding is
ontvangen van verweerster en hem verzocht om contact op te nemen.
3.5 Bij brief van 4 december 2023 heeft Veilig Thuis aan klager bericht dat na onderzoek
de door
verweerster gemelde zorg wordt overgedragen aan E en dat het dossier bij Veilig
Thuis wordt
gesloten.
4. De klacht en de reactie van de psychiater
4.1 Klager verwijt de psychiater samengevat dat zij onprofessioneel heeft gehandeld
omdat zij een
melding bij Veilig Thuis heeft gedaan zonder klager vooraf te horen of te informeren.
4.2 De psychiater heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de psychiater de zorg heeft verleend die van haar verwacht
mocht worden. De
norm daarvoor is een redelijk bekwaam en redelijk handelend psychiater. Bij de beoordeling
wordt
rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele
standaarden.
5.2 Wat betreft voor de toetsing van de klacht relevante professionele standaarden
verwijst het
college naar de meldcode van het D, die door verweerster is overgelegd, en die is
gebaseerd op (de
destijds geldende versie van) het ‘Afwegingskader Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
(voor pedagogen, psychologen, (psycho)therapeuten, sociaal werkers en jeugd- en
gezinsprofessionals; KNMG, Utrecht juni 2018)’.
Inhoudelijke beoordeling klacht
5.3 Volgens klager heeft verweerster een onzorgvuldige melding bij Veilig Thuis
gedaan.
Verweerster heeft op basis van één gesprek en twee telefoongesprekken met patiënte
besloten om
klager als mishandelende partner en vader te melden bij Veilig Thuis. Deze melding
heeft
plaatsgevonden zonder iemand te betrekken in de tussen psychiater en patiënte gevoerde
gesprekken
en zonder hoor en wederhoor met klager te plegen. De klacht is door klager toegespitst
op stap 3
van de meldcodes: “het gesprek met betrokkenen”.
5.4 Verweerster is van mening dat zij heeft gehandeld zoals van een zorgvuldig handelend
beroepsgenoot mag worden verwacht en conform de op haar rustende zorgplicht. Zij
stelt dat zij alle
stappen van de meldcodes heeft doorlopen. Patiënte heeft tijdens het gesprek van
31 mei 2023
verteld over de thuissituatie en daarbij schetste zij een zorgwekkend beeld. Verweerster
heeft toen
aan patiënte voorgesteld om samen met klager te komen praten. Op 22 juni 2023 liet
patiënte weten
dat klager geen gesprek wilde. Verweerster heeft de casus vervolgens voorgelegd
aan de
aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld van het D, advies gevraagd bij Veilig Thuis
en kennisgenomen
van het dossier van haar voorganger met betrekking tot eerdere consulten van patiënte.
Gezien de
aard, de duur en frequentie van het vermeende huiselijk geweld vond verweerster
het van belang,
voor alle betrokken en in het bijzonder voor hun 9-jarige dochter, dat er werd onderzocht
of er
hulpverlening moest komen binnen het gezin. Verweerster kreeg het advies van Veilig
Thuis om te
melden. Zij heeft dit met patiënte besproken en die liet op dezelfde dag weten dat
klager (nu wel)
instemde met een gesprek. Dit gesprek is in overleg met patiënte gepland op 27 juli
2023 om 08.30
uur. Patiënte deelde mee dat dit vroege tijdstip een verzoek van klager betrof,
waaruit verweerster
heeft opgemaakt dat klager op de hoogte was. Klager verscheen op 27 juli 2023 niet
op de afspraak.
Patiënte was er wel. Verweerster heeft nogmaals de thuissituatie met patiënte besproken.
Patiënte
drong erop aan dat verweerster geen contact met klager zou opnemen uit angst voor
escalatie.
Patiënte zou klager zelf op de hoogte stellen van de melding. Verweerster heeft
vervolgens de
melding gedaan. Aldus verweerster.
5.5 Uit het voorgaande blijkt afdoende dat verweerster heeft geprobeerd om ook klager
te spreken
alvorens de melding te doen (stap 3 uit het Stappenplan van de meldcodes “het gesprek met
betrokkenen”). Verweerster heeft redelijkerwijs mogen aannemen dat haar voorstel voor een gesprek
met patiënte én klager, klager ook had bereikt. Immers, de afspraak van 27 juli
2023 werd op
verzoek van klager om 08.30 gepland. Klager is op die afspraak niet verschenen.
5.6 Patiënte heeft verweerster vervolgens verzocht om de thuissituatie en de op
handen zijnde
melding bij Veilig Thuis niet met klager te bespreken uit angst voor de reactie
van klager. Aan dit
verzoek heeft verweerster gehoor gegeven. De meldcode (KNMG) biedt hiertoe ook de
mogelijkheid als
er sprake is van één van de (bij stap 3) genoemde uitzonderingssituaties. Een arts
kan van een
gesprek met betrokkenen afzien indien het gesprek een risico oplevert voor de veiligheid
of de
gezondheid van patiënt of van andere personen uit de huiselijke kring van patiënt
of wanneer de
arts vreest dat de patiënt na dit gesprek de arts zal gaan mijden. Verweerster meende
na een
belangafweging dat in deze situatie sprake was van één van de uitzonderingssituaties
zoals
hierboven omschreven.
5.7 Voor het college is het invoelbaar hoe ingrijpend de Veilig Thuis-melding voor
klager moet
zijn geweest, en wellicht nog steeds is. Voor het vaststellen of sprake is van een
al dan niet
tuchtrechtelijk verwijt in deze is van belang of verweerster het Stappenplan uit
de meldcodes heeft
gevolgd. Het college is van oordeel dat uit de stukken en hetgeen ter zitting door
verweerster is
aangevoerd voldoende blijkt dat zij dit Stappenplan heeft gevolgd en een zorgvuldige
afweging heeft
gemaakt. De klacht is daarom ongegrond.
Slotsom
5.8 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht ongegrond is.
Publicatie
5.9 In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen
belang is erin
gelegen dat andere zorgverleners mogelijk iets van deze zaak kunnen leren. De publicatie
zal
plaatsvinden zonder vermelding van namen of andere tot personen of instanties herleidbare
gegevens.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht ongegrond;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding
van namen
of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt
en ter
publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
Deze beslissing is gegeven door W.A.H. Melissen, voorzitter, L.W.M. Creemers, lid-jurist,
F.M.J. Bruggeman, S. Kuijl en H.J. Kolthof, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door
T.C. Brand, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2024.