Zoekresultaten 701-750 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7117

    Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De psychiater was als regiebehandelaar betrokken bij de zorg voor klager. Klager maakt de psychiater meerdere verwijten over haar betrokkenheid in het kader van de aanvraag en verlenging van een zorgmachtiging. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7426

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Tijdens een consult deed klager een persoonlijke ontboezeming, waarvan hij achteraf niet wilde dat deze in zijn medisch dossier werd opgenomen. Het vernietigingsverzoek werd afgewezen en klager wenste inzage in zijn medisch dossier. Klager verwijt de huisarts dat hij hem ten onrechte niet uitnodigde voor een kennismakingsgesprek na overname van de praktijk, zijn praktijkvoering niet op orde heeft, niet meewerkte aan onmiddellijke inzage en afschrift van het medisch dossier, hem onheus bejegende en onterecht een declaratie bij de zorgverzekeraar indiende. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 753680 / DW RK 24/253 MK/SM

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarders bij het uitvoeren van het derdenbeslag gebruik hebben gemaakt van het rekeningnummer van de vader van klaagster in plaats van het rekeningnummer van klaagster. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens dat het een vergissing betrof. Het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 754944 / DW RK 24/276 MK/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de vordering doorzet ondanks bezwaren van klager. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:7 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-781/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft klaagster bijgestaan in een aantal sociale verzekeringszaken. Dat verweerster daarin op een aantal punten is tekortgeschoten, is door klaagster onvoldoende concreet onderbouwd. Deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7171

    Klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts onder meer dat hij zonder overleg met klager een andere kies heeft getrokken dan klager wenste, in zijn e-mailwisseling met klager heeft gelogen over de gevolgde werkwijze en heeft geweigerd de factuur voor de extractie in te trekken.Het college komt tot het oordeel dat de klacht deels gegrond is en legt de tandarts de maatregel op van waarschuwing. Dat de tandarts de standaardprocedure heeft gevolgd, inclusief een bespreking met klager, kan niet worden aangenomen. In het patiëntendossier is niets opgenomen over de gevolgde procedure en de uitkomst daarvan

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-348/DH/RO

    Klacht tegen advocaat die beide partners heeft bijgestaan in een echtscheiding. Verweerder heeft bij die bijstand niet voldaan aan de zware zorgplicht die op hem als gemeenschappelijk echtscheidingsadvocaat rust. Hij heeft niet/nauwelijks met klaagster gecommuniceerd, de (enige) inhoudelijke bespreking niet schriftelijk bevestigd en geen onderliggende stukken opgevraagd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:8 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-870/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft klager bijgestaan in een aantal strafzaken. Dat verweerder heeft gelogen dat hij ruim voor de zitting een afspraak met klager zou maken, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Evenmin is voor de voorzitter komen vast te staan dat verweerder niet zou hebben meegewerkt aan completering van het dossier met medische stukken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-417/DH/RO

    Verweerder komt een eerder met klager gemaakte afspraak niet na en reageert niet meer. Ook bij de deken heeft verweerder niet gereageerd en hij is niet ter zitting verschenen. Dit klemt te meer, nu verweerder klager op toevoegingsbasis bijstond en zowel de eigen bijdrage als de (advies)vergoeding heeft geïncasseerd, terwijl niet is gebleken dat hij daarvoor werkzaamheden heeft verricht. Strijd met kernwaarde financiële integriteit. Verweerder laat zijn cliënt in de steek en wenst kennelijk op geen enkele wijze verantwoording af te leggen. De raad is daarom van oordeel dat er geen plaats is voor verweerder op het tableau. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:9 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-235/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:10 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-473/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over gestelde belangenverstrengeling. De raad verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-800/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over door verweerder ter zitting gedane uitlatingen kennelijk ongegrond, omdat de klacht feitelijke grondslag mist. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de gestelde uitlating heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:4 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-812/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat die heeft opgetreden als gemachtigde in een tuchtprocedure bij de deken. Van schending van gedragsregels 7 en 8 is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:5 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-828/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:5 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-813/DH/DH

    Tweede klacht over advocaat. De verwijten in deze tweede klacht zijn in de kern dezelfde verwijten als in de eerder door klaagster ingediende klacht. Klaagster heeft de mogelijkheid gehad die eerste klacht voor te leggen aan de raad van discipline, maar heeft daar op dat moment vanaf gezien. Geen sprake van ne bis in idem, omdat de eerste klacht niet heeft geleid tot een uitspraak van de tuchtrechter. Voorzitter beschouwt deze tweede klacht als misbruik van procesrecht, omdat het verder laten rusten van een klacht een verweerder de indruk geeft dat de zaak is afgedaan. Klacht daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:6 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-737/AL/MN

    De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:5 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-887/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster frauduleus heeft gehandeld, omdat zij een oud-kantoorgenoot is van mr. K, zijnde de advocaat van de vrouw, noch dat zij na het neerleggen van de zaak heeft verzuimd om dossierstukken aan klager toe te sturen en evenmin dat zij klagers belangen niet goed heeft behartigd, omdat zij voorafgaand aan de zitting van 14 oktober 2021 geen bewijsstukken in het geding zou hebben gebracht. In alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-200/DB/OB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:295 Hof van Discipline 's Gravenhage 240116

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft aan de hand van een medische verklaring uitstel gevraagd voor een zitting bij het gerechtshof, terwijl klager dat niet wilde. Ook duurde het lang voordat verweerster de stukken van klager aan hem teruggaf, waarbij zij onzorgvuldig met die stukken is omgegaan door ze niet aangetekend per post te versturen. De raad heeft verweerster hiervoor een voorwaardelijke schorsing van twee weken opgelegd. Het hoger beroep ziet op de hoogte van de maatregel. Het hof stelt vast dat verweerster tegen de wens in van haar cliënt een aanhoudingsverzoek heeft gedaan en bovendien daarvoor een oneigenlijke reden heeft gebruikt. Hierdoor heeft zij de (voor de advocatuur essentiële) kernwaarde integriteit geschonden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-403/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de deken over de klachtbehandeling. De deken heeft erkend dat er te snel is gehandeld door de stafjurist, die onder haar verantwoordelijkheid werkt. Daarvoor heeft de deken haar excuses aangeboden en heeft klager vervolgens ook voldoende willen begeleiden. Hoewel de deken een klacht terstond moet doorgezonden aan de voorzitter van het Hof van Discipline, acht de raad het niet verwijtbaar dat de deken eerst in een persoonlijk gesprek uitleg heeft willen geven over wat er was gebeurd. Daarmee had de lucht geklaard kunnen worden. De deken heeft daarbij echter wel duidelijk gemaakt waar de klacht wel ingediend kon worden. Het vertrouwen in de advocatuur is daarmee niet geschaad. Dat het webformulier daarnaast gebruiksvriendelijker kan zijn, leidt evenmin tot een schending van het vertrouwen in de advocatuur. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7250

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog verzorgde de inleiding van de algehele anesthesie bij de operatie van klager. Na de inleiding vertrok zij uit de operatiekamer. Ongeveer twee uur later, ruim een uur na de operatie, bezocht zij klager weer. Klager was op dat moment nog niet wakker uit de algehele anesthesie en was niet goed wekbaar. Toen klager wakker werd, had hij afasie en een rechter hemiparese. Na 40 minuten werd er een ambulance opgeroepen. Klager verwijt de anesthesioloog a) dat zij niet eerder betrokken is geweest na de operatie, b) dat de dossiervoering gebrekkig is en c) dat de anesthesioloog niet snel genoeg heeft gehandeld toen bleek dat er sprake was sterk afwijkend neurologisch beeld. De klachtonderdelen a en b zijn ongegrond. Het college overweegt dat er geen richtlijnen zijn waaruit blijkt dat een anesthesioloog de patiënt binnen een bepaalde tijd na de OK weer dient op te zoeken. Het had in de rede gelegen dat de anesthesioloog klager eerder was gaan zien, maar daar staat tegenover dat zij mocht vertrouwen op signalen en mededelingen van de verkoeververpleegkundige. De verschrijving in het dossier is niet zodanig dat dit een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Klachtonderdeel c is wel gegrond. Gezien de situatie had de anesthesioloog meteen een ambulance moeten waarschuwen in plaats van eerst met een collega-anesthesioloog te overleggen. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:3 Hof van Discipline 's Gravenhage 240055 240058D

    In deze zaken gaat het om de klacht van klager en het dekenbezwaar van de deken, die er in de kern op neerkomen dat verweerder voortdurend nalaat adequaat te reageren op e-mails en verzoeken die hij als advocaat ontving. Net als de raad acht het hof zowel de klacht als het dekenbezwaar gegrond. Door de raad is aan verweerder de maatregel van schrapping opgelegd. Verweerder richt zijn hoger beroep met name tegen deze opgelegde maatregel. Gelet op de feiten en omstandigheden zoals die in hoger beroep zijn komen vast te staan, oordeelt het hof dat met een langdurige schorsing kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7450

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, onder meer vanwege het te lang wachten met het waarschuwen van de anesthesioloog inzake het niet kunnen wekken van klager. Het college komt tot de conclusie dat de verpleegkundige niet direct bij de zorg betrokken is geweest en dat de klacht om die reden ongegrond is. Het formuleren van nieuwe klachtonderdelen tijdens de zitting is in strijd met de goede procesorde. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:4 Hof van Discipline 's Gravenhage 240233

    Artikel 13-beklag. Klager wil een advocaat om een herzieningsverzoek in te dienen tegen de beslissing waarin hij strafrechtelijk veroordeeld is. Evenals de deken acht het hof dat die procedure geen redelijke kans van slagen heeft omdat de door klager aangevoerde nova geen nova zijn. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6693

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een anesthesioloog. Klager heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor het kweken van medicinale cannabis. De anesthesioloog heeft een medisch advies uitgebracht. Het college oordeelt dat de anesthesioloog niet buiten zijn deskundigheid is getreden. De anesthesioloog had er wel beter aan gedaan om op een schriftelijke vraagstelling aan te dringen, zodat duidelijk werd op welke vraag de rapportage precies antwoord geeft. Klacht gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel opgelegd, onder meer omdat de vastgestelde omissie van onvoldoende gewicht is.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:5 Hof van Discipline 's Gravenhage 240110

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft te vroeg gedeclareerd en beslag onder zijn voormalig client geprobeerd te leggen omdat de toevoeging nog niet definitief was ingetrokken en bovendien de rechter niet volledig en naar waarheid geinformeerd. Ook heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door onnodig grievend over zijn eigen client uit te laten tegenover de wederpartij. Deel bekrachtiging deels vernietiging beslissing raad. Schorsing voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2496

    Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft samen met een gz-psycholoog een Pro Justitia-rapportage over klager opgesteld in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Klager wilde niet meewerken. Daardoor konden allerlei onderzoeksvragen niet worden beantwoord. Wel achtte de psychiater een persoonlijkheidsstoornis aanwezig bij klager. Volgens klager kon de psychiater niet komen tot deze vaststelling, omdat deze niet steunt op een gedegen onderzoek. Klager verwijt de psychiater dat hij toch een diagnose heeft opgenomen in de rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:294 Hof van Discipline 's Gravenhage 240063

    Klacht over advocaat als onderzoeker. Het hof oordeelt niet over de vraag of verweerster voldoende duidelijk is geweest over haar hoedanigheid, omdat dat oorspronkelijk niet voorlag als klacht. Het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat verweerster in haar optreden onzorgvuldig heeft gehandeld en niet is gebleken dat verweerster klagers werkelijk op het verkeerde been heeft gezet. Wat betreft het verwijt dat onvoldoende deskundig zou zijn geweest geldt dat verweerster terecht andere strafrechtadvocaten heeft ingeschakeld voor zover zij op dat onderwerp over onvoldoende expertise beschikte. Beroep faalt, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:4 Accountantskamer Zwolle 24/2277 Wtra AK

    Klager, die ondernemer is en een eenmanszaak heeft, beklaagt zich over door betrokkene verrichte werkzaamheden in het kader van administratieve dienstverlening. Klager meent dat betrokkene in meerdere opzichten is tekortgeschoten. De klacht is ongegrond. Klager heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene daadwerkelijk is tekortgeschoten en de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) heeft geschonden.De klacht is ongegrond. Klager heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene daadwerkelijk is tekortgeschoten en de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) heeft geschonden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2526

    Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2527

    Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:1 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-471/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij, terwijl hij wist dat mevrouw L door klager werd bijgestaan, op 27 juni 2023 zonder klagers tussenkomst of toestemming met mevrouw L heeft gesproken over een regeling en op 3 juli 2023 zonder klagers tussenkomst of toestemming met mevrouw L een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten. Verweerder heeft aldus in strijd gehandeld met gedragsregel 25. Rekening houdend met tuchtrechtelijk verleden: schorsing van twee weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2221

    Gedeeltelijk gegronde klacht van patiënte tegen een huisarts. Waarschuwing. Klaagster verwijt de huisarts onder andere dat hij niet adequaat heeft gereageerd op haar oogklachten en de voortekenen van acuut glaucoom heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de huisarts in de door klaagster gepresenteerde klachten zoals hoofdpijn, wisselend wazig zien, pupilverschillen en sterke ongerustheid, aanleiding had moeten zien om uitgebreider onderzoek in te zetten dan hij heeft gedaan. De klacht is in zoverre gegrond. De huisarts kan niet worden verweten dat hij de voortekenen van het zeldzaam voorkomende acuut glaucoom heeft gemist.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-648/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerster de rechtbank opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt door bij brief van 27 maart 2024 het concept ouderschapsplan van 14 november 2023, in plaats van het definitief ouderschapsplan, aan de rechtbank toe te sturen. Van een definitief ouderschapsplan was nog geen sprake. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2421

    Klacht tegen psychiater. Bij klager is eind 2012 de diagnose ASS (PDD-NOS) gesteld. De psychiater heeft klager in 2014 in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de diagnose ASS bevestigd en dat in een adviesgesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager twijfelt aan de diagnose en kan zich er niet in vinden dat de psychiater autisme als een stoornis bestempelt. Voor klager heeft de diagnose een negatieve invloed op zijn zelfbeeld, studie en privéleven. Hij vond de psychiater agressief en defensief op zijn gesprek. Klager verwijt de psychiater dat zij: a. ten tijde van de behandeling niet BIG-geregistreerd was, b. een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en hem schade heeft berokkend en c. hem onheus heeft bejegend door grievende uitspraken te doen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:3 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-326/DB/OB

    Verzet. De raad is op grond van het verzetschrift van oordeel dat de verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2461

    Gedeeltelijk gegronde klacht van nabestaande tegen een arts. Waarschuwing. Klager klaagt namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie gegrond verklaard. De klacht ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:292 Hof van Discipline 's Gravenhage 240159

    Klacht over advocaat wederpartij. Het hof stelt vast dat de raad een beslissing heeft gewezen terwijl zij geen acht hebben geslagen op stukken uit het procesdossier van de deken. Het hof verwijst de zaak terug naar de raad voor een inhoudelijke beoordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:4 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-870/DB/LI

    Raadbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 27 september 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Dat klager niet eerder heeft kunnen klagen is niet gebleken. Klager heeft zich immers (onder meer) bij brief van 27 december 2017 bij verweersters kantoor beklaagd, zodat vast staat dat klager in ieder geval reeds op die datum bekend was met hetgeen waarover hij in de onderhavige klachtzaak klaagt. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is kortom geen sprake. De raad verklaart de klacht op grond van het voorgaande niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2474

    Klacht tegen een chirurg die als medisch adviseur is verbonden aan een rechtsbijstandverzekeraar. Klager heeft op een aanvraagformulier voor een rechtsbijstandsverzekering één vraag in strijd met de waarheid beantwoord. De rechtsbijstandverzekeraar wilde klager hierop weigeren. Klager heeft zich beroepen op zijn fysieke en psychologische toestand, waardoor er bij hem geen opzet was. De rechtsbijstandverzekeraar heeft hierop klager aangeboden de chirurg als medisch adviseur te laten onderzoeken of klager de vragen van het aanvraagformulier goed kon begrijpen. Klager verwijt de chirurg dat a) er geen inzage-, correctie- en blokkeringsrecht is gegeven over het uitgebrachte advies en b) het advies niet voldoet aan de eisen die het tuchtcollege stelt aan rapportages. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a) gegrond, legt de chirurg geen maatregel op en verklaart klachtonderdeel b) ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager in het beroep niet-ontvankelijk voor zover dit gaat over klachtonderdeel a) en het niet opleggen van een maatregel, en verwerpt het beroep voor zover dit gaat over klachtonderdeel b.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:293 Hof van Discipline 's Gravenhage 240136

    klacht over eigen advocaat. Klaagster klaagt dat verweerder een factuur heeft gestuurd, terwijl zij hem geen opdracht heeft gegeven voor rechtsbijstand. Het verweer dat verweerder verder werkte onder de opdrachtbevestiging van zijn kantoorgenoot slaagt niet. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:3 Accountantskamer Zwolle 24/2414 Wtra AK

    Betrokkene was samenstellend accountant van een onderneming over het boekjaar 2022. In die hoedanigheid heeft hij foutherstel toegepast ten aanzien van de verwerking onderhandenprojecten in de vergelijkende cijfers van 2021. Klager, die zijn aandelen in deze onderneming had verkocht en die een garantieverklaring had afgegeven aan de koper, meent dat ten onrechte foutherstel is toegepast, onder meer omdat daarvoor onvoldoende onderbouwing aanwezig was. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft onvoldoende onderbouwd dat hij kritisch heeft gekeken naar de informatie die hij van het management had ontvangen. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid had hij extra werkzaamheden moeten verrichten alvorens tot foutherstel over te gaan.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7568

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij hem onder dwang aripiprazol toedient waarvan hij ernstige bijwerkingen, met name aan zijn gebit, ondervindt. Het college ziet geen aanleiding om te concluderen dat de verpleegkundige verwijtbaar heeft gehandeld. Het college kan de verpleegkundige volgen in haar motivering waarom zij, ondanks de bezwaren van klager, van mening is dat de medicatie – die op basis van een zorgmachtiging aan klager wordt verstrekt - aan klager moet blijven worden verstrekt. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7169

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht bestaat uit twee onderdelen; het verwijt dat de verpleegkundige tweemaal seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld tijdens zijn werkzaamheden bij een abortuskliniek en dat hij tijdens zijn werkzaamheden in de ambulancezorg en als burgerhulpverlener niet professioneel en onzorgvuldig heeft gehandeld. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. Het college is van oordeel dat aannemelijk is dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de verpleegkundige jegens twee patiënten. Het handelen van verweerder is onverenigbaar met het werk van de verpleegkundige, in het bijzonder ten opzichte van de kwetsbare patiënten die aan zijn zorg waren toevertrouwd. Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel constateert het college dat er sprake is van een patroon in het handelen van de verpleegkundige waarin hij herhaaldelijk de grenzen van het toelaatbare opzoekt en daar overheen gaat. De verpleegkundige ging niet alleen voorbij aan de protocollen, richtlijnen en kwaliteitskaders van de diverse organisaties waarvoor hij werkzaam is geweest, maar ook in meer algemene zin aan de veiligheid van patiënten en/of burgers door zijn eigenstandige werkwijze en zijn omgang met medische hulpmiddelen. Het college heeft zorgen over het gebrek aan reflecterend en lerend vermogen van de verpleegkundige en heeft niet de indruk dat de verpleegkundige zich voldoende realiseert welke impact zijn handelen heeft gehad dan wel had kunnen hebben op patiënten en burgers. Vanwege de aard van het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen en de wijze waarop de verpleegkundige dit handelen lijkt goed te praten, ook nog ter zitting is het college van oordeel dat met de maatregel van het verbod tot wederinschrijving (de verpleegkundige heeft zichzelf laten uitschrijven uit het BIG-register) het risico op herhaling onvoldoende is weggenomen. Het college legt daarom naast een verbod op wederinschrijving ook een algeheel beroepsverbod op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:1 Raad van Discipline Amsterdam 24-642/A/A

    Raadsbeslissing; ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:2 Hof van Discipline 's Gravenhage 240115D

    Verweerder is opgetreden als advocaat van een aangehouden verdachte in wiens woning een groot contant geldbedrag werd aangetroffen. Aan deze verdachte zijn bij diens inverzekeringstelling beperkingen opgelegd. Uit zogeheten Encrochat-berichten is gebleken dat derden, terwijl deze beperkingen nog golden, op de hoogte waren van de proceshouding van de verdachte tijdens diens verhoor en, bij benadering, van de hoogte van het inbeslaggenomen contante geldbedrag. Het oordeel van het hof in deze zaak gaat over de vraag of verweerder tijdens de opgelegde beperkingen die beperkingen geschonden heeft door derden informatie te verschaffen over diens proceshouding tijdens diens verhoor en de hoogte van het inbeslaggenomen geldbedrag.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:2 Raad van Discipline Amsterdam 24-750/A/A

    Verzoek art. 8e Advocatenwet toegewezen. Verweerder oefent al meer dan een jaar niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. De raad schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:3 Raad van Discipline Amsterdam 24-699/A/A

    Raadsbeslissing; gegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak. Verweerder heeft zonder hier voldoende onderzoek naar te hebben gedaan op stellige wijze beschuldigingen geuit over klager die niet alleen naar objectieve maatstaven als kwetsend kunnen worden ervaren, maar bovendien berusten op vermoedens en niet op actuele feiten. Verweerder heeft hiermee onvoldoende acht geslagen op gedragsregels 7 en 8 en daarnaast onvoldoende gewaakt voor onnodige polarisatie tussen klager en zijn ex-vrouw. Verweerder heeft daardoor de belangen van klager onnodig geschaad. Een waarschuwing is op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:1 Accountantskamer Zwolle 24/2448 Wtra AK

    Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene is de kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing en een aanvullende hertoetsing uitgevoerd. Zowel bij de hertoetsing als bij de aanvullende hertoetsing is een aantal dossiers onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Accountantskamer kamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. In dit geval volstaat een berisping omdat de tekortkomingen zijn geconstateerd in twee vrijwillige controleopdrachten en het accountantskantoor naar aanleiding van de hertoetsing heeft besloten om deze opdrachten niet meer uit te voeren. Het kwaliteitssysteem ten aanzien van de beoordelings- en samenstellingsopdrachten is uiteindelijk bij de hertoetsingen wel voldoende bevonden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:4 Raad van Discipline Amsterdam 24-670/A/A

    Raadsbeslissing; klacht gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft in een privégeschil, waarin hij naar eigen zeggen niet als advocaat optrad, gebruik gemaakt van het briefpapier van zijn kantoor. Hiermee heeft verweerder onduidelijkheid gecreëerd over de hoedanigheid waarin hij acteerde en door zijn statuur als advocaat te gebruiken bewust het risico genomen dat klaagster dat als intimiderend zou ervaren. Een waarschuwing met kostenveroordeling is passend en geboden.