ECLI:NL:TADRARL:2025:9 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-235/AL/GLD

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2025:9
Datum uitspraak: 13-01-2025
Datum publicatie: 15-01-2025
Zaaknummer(s): 24-235/AL/GLD
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 13 januari 2025
in de zaak 24-235/AL/GLD

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 10 juni 2024 op de klacht van:

klager

over

verweerder
gemachtigde: mr. M. Timpert-de Vries

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 17 juli 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Op 27 maart 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K 23/103 van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 10 juni 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Op 2 juli 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 4 november 2024. Daarbij waren klager en verweerder, vergezeld door zijn gemachtigde, aanwezig.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 VERZET

2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in. De voorzitter heeft in de beslissing ten onrechte als peildatum 27 januari 2020 aangehouden. Op dat moment wist klager namelijk nog niet wie het zogenaamde stopgesprek in gang had gezet: de HAN, studenten of anderen. Pas op 23 juni 2021 werd duidelijk dat verweerder als gemachtigde van de HAN het stopgesprek in gang heeft gezet. Klager had eerder wel een vermoeden dat verweerder dan wel de HAN hier achter zat, maar vermoedens zijn niet genoeg om een klacht op te baseren. De klacht is dus niet te laat ingediend.

2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT

3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. A.E. Mulder en G.W. Roest, leden, bijgestaan door mr. W.E. Markus-Burger als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2025.

Griffier Voorzitter

Verzonden op : 13 januari 2025.