ECLI:NL:TADRAMS:2025:2 Raad van Discipline Amsterdam 24-750/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2025:2
Datum uitspraak: 06-01-2025
Datum publicatie: 10-01-2025
Zaaknummer(s): 24-750/A/A
Onderwerp: Maatregelen
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Verzoek art. 8e Advocatenwet toegewezen. Verweerder oefent al meer dan een jaar niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. De raad schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 6 januari 2025
in de zaak 24-750/A/A
naar aanleiding van het verzoek ex artikel 8e Advocatenwet van:

verzoeker

over:

verweerder


1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 17 oktober 2024 heeft verzoeker, als voorzitter van de raad van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam, bij de raad een verzoek ex artikel 8e Advocatenwet met kenmerk 2268886/JS/MvV ingediend strekkende tot schrapping van verweerder van het tableau.
1.2 Het verzoek is behandeld op de zitting van de raad van 25 november 2024. Daarbij waren verzoeker en stafmedewerker mr. Van V aanwezig. Verweerder is - hoewel behoorlijk opgeroepen - niet verschenen.
1.3 De raad heeft kennisgenomen van het hiervoor onder 1.1. genoemde verzoek en van de daarbij behorende bijlagen 1 tot en met 15.

2 FEITEN
Voor de beoordeling van het verzoek gaat de raad, gelet op de overgelegde stukken en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
Langdurige onbereikbaarheid verweerder
2.1 Verweerder staat sinds 2 juni 1999 ingeschreven op het tableau. Met ingang van 1 juli 2023 heeft verweerder zich aangesloten bij VdM Advocaten (hierna: het kantoor). Het kantoor is een samenwerkingsverband van advocaten die voor eigen rekening en risico hun praktijk voeren.
2.2 Op 18 september 2023 heeft verzoeker signalen over verweerder ontvangen. Volgens die signalen zou verweerder onbereikbaar zijn en dossiers niet naar behoren opvolgen. Verzoeker heeft diezelfde dag geprobeerd contact op te nemen met verweerder, maar kon hem niet bereiken. Hierop heeft verzoeker verweerder bij e-mail van eveneens 18 september 2023 verzocht zo spoedig mogelijk contact met haar op te nemen om de situatie te bespreken.
2.3 Op 19 september 2023 heeft de toenmalige partner van verweerder, mevrouw S, namens verweerder telefonisch contact opgenomen met verzoeker. Mevrouw S liet weten dat verweerder niet in staat was om zelf contact op te nemen omdat hij recent mentaal is ingestort en volledig arbeidsongeschikt is. Mevrouw S lichtte toe dat er verdrietige persoonlijke omstandigheden spelen die daaraan ten grondslag liggen. Mevrouw S liet weten dat verweerder zijn medewerking zou verlenen aan de overdracht van dossiers en daartoe de nodige (inlog)gegevens zou verstrekken.
2.4 In de daarop volgende periode heeft verzoeker verweerder en het kantoor geholpen bij het overdragen van de lopende dossiers en het onderbrengen van zijn cliënten bij andere advocaten.
2.5 Bij brief van 26 september 2023 heeft verzoeker verweerder uitgenodigd voor een gesprek op het ordebureau. Dit gesprek heeft op 29 september 2023 plaatsgevonden. Daarbij waren verweerder en mevrouw S aanwezig. In dat gesprek zijn er afspraken met verweerder gemaakt, die bij e-mail van 29 september 2023 namens verzoeker aan verweerder als volgt zijn bevestigd:
“(..)
- De komende tijd richt u zich op uw herstel. U heeft geen inhoudelijke bemoeienis met zaken, verricht geen werkzaamheden in zaken en neemt geen nieuwe zaken in behandeling;
- Een aantal van uw zaken is overgedragen althans zal worden overgedragen aan andere advocaten. U heeft aangegeven beschikbaar te zijn voor overleg in het kader van de overdracht van die dossiers. Na het weekend stuur ik u een overzicht van welke zaken tot op heden zijn overgedragen en aan wie;
- Voor de overgedragen dossiers geldt dat er afspraken moeten worden gemaakt over het declareren en het verrekenen van eventuele toevoegingen. U heeft aangegeven hiervoor beschikbaar te zijn;
- Klachten die de deken ontvangt, zullen voor een reactie worden doorgestuurd naar uw kantoor e-mailadres. U ontvangt hiervan een aankondiging op uw privé e-mailadres. Wij hebben u in overweging gegeven om een advocaat in te schakelen die in klachtzaken namens u verweer voert.
Ten slotte verzoek ik u mij op de hoogte te houden van het verloop van uw arbeidsongeschiktheid en uw herstel. Ik wens u daarbij nogmaals heel veel sterkte.”
2.6 Bij e-mail van 9 oktober 2023 heeft verzoeker aan verweerder een overzicht gestuurd van de dossiers die waren overgedragen of op korte termijn moesten worden overgedragen. Daarnaast is verweerder ten aanzien van een drietal dossiers gevraagd een korte toelichting te geven en ten aanzien van één zaak is verweerder gevraagd een voorstel te doen voor verrekening van de toevoeging.
2.7 Bij e-mails van 16 oktober 2023 heeft verweerder op dit verzoek gereageerd en daarbij over zijn arbeidsongeschiktheid het volgende geschreven:
“Conform uw verzoek zal ik u allereerst informeren over het verloop van mijn arbeidsongeschiktheid. Ik heb vorige week een bezoek gebracht aan de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft aangegeven dat ik voorlopig nog volledig arbeidsongeschikt zal zijn. Wel is het mij toegestaan om enkele uren per week werkzaamheden te verrichten. Deze tijd zal ik besteden aan een zo goed mogelijke overdracht van mijn dossiers. De bedrijfsarts wil mij over acht weken weer zien.”
2.8 Bij e-mail van 31 oktober 2023 heeft verzoeker aan verweerder het volgende geschreven:
“Graag breng ik onderstaande zaken nogmaals onder uw aandacht.
- Op 9 oktober jl. stuurde ik u een overzicht van de overgedragen dossiers. Het dossier B(…) / Gemeente Amsterdam is overgedragen aan mr. S(…). Ik verzoek u mr. S(…) zo spoedig mogelijk een voorstel voor verrekening van de toevoeging te doen. Wilt u mij in de cc opnemen?
- Op 9 oktober jl. verzocht ik u om een toelichting op dossier H(…) / Verkeerschool Van B(…) B.V. Bij emailbericht van 16 oktober jl. zegde u toe mij hierover zo spoedig mogelijk nader te informeren. Tot op heden heb ik geen reactie ontvangen. Mag ik alsnog van u vernemen?
- Op 13 oktober jl. stuurde ik u het verrekeningsvoorstel van mr. Van A(…) door. Van mr. Van A(…) begreep ik dat zij nog niet van u heeft vernomen. Ik ontvang graag alsnog spoedig - ook in het belang van de diverse betrokken cliënten - uw reactie hierop.
Tot slot maak ik u erop attent dat mr. O(…) enkele e-mailberichten naar uw zakelijke e-mailadres (…) heeft gestuurd. Per abuis is ook een e-mailbericht naar [het e-mailadres van verweerders voormalig kantoor] gestuurd. Deze stuur ik hierbij mee (bijlage). Ik verzoek u hiervan kennis te nemen en waar nodig hierop te reageren.”
2.9 Bij e-mail van eveneens 31 oktober 2023 heeft verzoeker verweerder ook verzocht over een ander dossier nog een toelichting te sturen.
2.10 Verweerder heeft niet op deze verzoeken gereageerd. Vervolgens is vanuit het ordebureau meerdere malen getracht om telefonisch contact te krijgen met verweerder en mevrouw S. Op 13 februari 2024 is het gelukt om telefonisch contact te krijgen met mevrouw S. Zij liet weten het contact met verweerder te hebben verbroken en hem al anderhalve maand niet te hebben gesproken. Verder liet mevrouw S weten dat het heel slecht ging met verweerder en hij met de hulpverlening was gestopt.
2.11 In de daaropvolgende periode heeft verzoeker opnieuw meerdere malen tevergeefs geprobeerd telefonisch contact op te nemen met verweerder. Daarbij zijn meerdere voicemailberichten met terugbelverzoeken achtergelaten.
2.12 Bij e-mail van 23 april 2024 heeft verzoeker verweerder uitgenodigd voor een gesprek op 7 mei 2024 om 14:00 uur om zijn gezondheidstoestand en inschrijving op het tableau te bespreken. Verweerder is zonder bericht, niet op het gesprek verschenen. Evenmin was verweerder telefonisch bereikbaar.
2.13 Bij brief van 13 mei 2024 heeft verzoeker verweerder verzocht zijn verhinderdata te geven voor het plannen van een nieuwe datum. Verzoeker schrijft in dat verband:
“Per e-mail van 23 april jl. heb ik u uitgenodigd voor een gesprek om uw gezondheidstoestand en uw inschrijving op het tableau te bespreken. Ondanks mijn herinneringen per e-mail van 30 april jl. en voicemailbericht van 6 mei jl., bent u zonder bericht niet verschenen. Evenmin bent u telefonisch te bereiken. Door niet te verschijnen en niet bereikbaar te zijn, verleent u niet de noodzakelijke medewerking die redelijkerwijs nodig is om mijn taak als toezichthouder te kunnen uitoefenen. Voor zover uw persoonlijke omstandigheden een bespreking in de weg staan, ligt het op uw weg om dit te constateren en de in dat kader noodzakelijk te nemen maatregelen te treffen. Ik verzoek u mij uiterlijk maandag 20 mei a.s. uw verhinderdata voor de komende twee maanden toe te sturen zodat een nieuwe datum voor een gesprek kan worden gepland. Als u het op prijs stelt indien dat gesprek op uw kantooradres of thuisadres plaatsvindt, dan verzoek ik u mij dat eveneens te laten weten.”
Uw reactie zie ik graag zo spoedig mogelijk tegemoet.”
2.14 Op 15 mei 2024 heeft (een medewerker van) het kantoor verzoeker bericht dat er sinds september 2023 geen contact meer is geweest met verweerder en het kantoor de brieven van verzoeker ongeopend heeft doorgestuurd naar zijn huisadres. Verder heeft het kantoor de samenwerkingsovereenkomst met verweerder en de huurovereenkomst met ingang van 1 augustus 2024 opgezegd.
2.15 Nadat een reactie van verweerder opnieuw uitbleef en verweerder niet te bereiken bleef, heeft verzoeker verweerder op 1 augustus 2024 nogmaals aangeschreven en verzocht zijn verhinderdata door te geven. Verzoeker heeft daarbij aangekondigd dat zij bij het uitblijven van een reactie, voornemens was namens de raad van de orde een verzoek tot schrapping in te dienen. Zij schrijft in dat verband:
“Per e-mail van 23 april jl. heb ik u uitgenodigd voor een gesprek om uw gezondheidstoestand en uw inschrijving op het tableau te bespreken. Ondanks mijn herinneringen per e-mail van 30 april jl. en voicemailbericht van 6 mei jl. bent u zonder bericht niet verschenen.
Per brief van 13 mei jl. heb ik u verzocht uw verhinderdata toe te sturen zodat een nieuwe datum voor een gesprek kon worden gepland. Ik heb u daarbij aangegeven dat het gesprek ook op uw kantooradres of thuisadres kan plaatsvinden indien u dat op prijsstelt. Nadat ik wederom niets van u had vernemen, heb ik op 30 mei jl. uw voicemail ingesproken met het verzoek om contact met mij op te nemen. Tot op heden heb ik hierop geen reactie van u ontvangen.
Door niet te verschijnen, niet te reageren op mijn berichten en niet bereikbaar te zijn, verleent u niet de noodzakelijke medewerking die redelijkerwijs nodig is om mijn taak als toezichthouder te kunnen uitoefenen. Voor zover uw persoonlijke omstandigheden een bespreking in de weg staan, ligt het op uw weg om dit te constateren en de in dat kader noodzakelijk te nemen maatregelen te treffen.
Ik verzoek u mij uiterlijk 22 augustus a.s. uw verhinderdata voor de komende twee maanden toe te sturen zodat een nieuwe datum voor een gesprek kan worden gepland.
Mocht ik onverhoopt wederom geen reactie van u ontvangen, dan ben ik voornemens om namens de raad van de orde op grond van artikel 8e Advocatenwet de raad van discipline te verzoeken om u van het tableau te schrappen.
Uw reactie zie ik graag zo spoedig mogelijk tegemoet.”
2.16 Verweerder heeft ook op deze brief niet gereageerd.
Klachtprocedures over verweerder
2.17 Tegen verweerder liepen twee klachtprocedures (bij de raad geregistreerd onder kenmerken 24-288/A/A en 24-289/A/A). Op verzoeken van de deken om tegen de klachten verweer te voeren heeft verweerder niet gereageerd. Verzoeker heeft beide klachten zonder reactie aan de raad doorgestuurd. In de procedure met kenmerk 24-289/A/A heeft de raad verweerder een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één week opgelegd. Uit de feiten die ten grondslag liggen aan die klachtzaak, blijkt dat verweerder sinds 7 september 2023 niets meer aan klager heeft laten weten en klager zonder enige vorm van bijstand en in onwetendheid had achtergelaten.
Financiële verplichtingen
2.18 Op 29 augustus 2024 heeft het ordebureau verweerder aangemaand om zijn financiële bijdrage 2024 te voldoen. Verweerder heeft niet aan deze verplichting voldaan.

CCV-opgave, Kengetallen & Kantooropgave, verzoek om inlichtingen 2023.
2.19 Ondanks vanuit het ordebureau verzonden herinneringen heeft verweerder zowel de CCV-opgave over 2023, als de Kengetallen & Kantooropgave en verzoek om inlichtingen 2023, niet ingediend.

3 VERZOEK
3.1 Het verzoek houdt in verweerder op grond van artikel 8e Advocatenwet van het tableau te schrappen, omdat hij niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uitoefent. Aan het verzoek is het volgende ten grondslag gelegd.
3.2 De raad van de orde heeft op 4 februari 2022 indicatoren vastgesteld die ertoe kunnen leiden dat een verzoek ex artikel 8e Advocatenwet wordt ingediend. Daaruit volgt dat de raad van de orde de raad kan verzoeken om een advocaat van het tableau te schrappen indien sprake is van één van de volgende indicatoren:
- een langer dan kortdurende schorsing op basis van artikel 60b Advocatenwet;
- een langer dan kortdurende ziekte;
- een langer dan kortdurende onbereikbaarheid;
- het langer dan kortdurend niet hebben van een feitelijk kantoor;
- het langer dan kortdurend voeren van de praktijk gedurende een zeer gering aantal uren per week.

3.3 De raad van de orde stelt zich op het standpunt dat voldaan is aan de in artikel 8e Advocatenwet en de toelichting daarop gestelde voorwaarden tot schrapping. Verweerder oefent al meer dan een jaar, in ieder geval sinds 18 september 2023, niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. Verweerder is tenminste sinds 16 oktober 2023 onbereikbaar en heeft sinds tenminste 1 augustus 2024 feitelijk geen kantoor meer.
3.4 Omdat het niet mogelijk is gebleken om contact te krijgen met verweerder, heeft verweerder geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat hij redelijkerwijs wel in staat is om aan zijn werkzaamheden als advocaat op voldoende niveau invulling te geven of dat zijn situatie in de nabije toekomst zal veranderen. Voorafgaand aan de indiening van onderhavig verzoek is verweerder in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. Ook hieraan heeft verweerder niet voldaan.

4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft ten aanzien van het verzoek geen verweer gevoerd. Ook anderszins is bij de raad geen reactie van verweerder binnengekomen.

5 BEOORDELING
Toetsingskader
5.1 Artikel 8e lid 1 van de Advocatenwet luidt als volgt: De raad van orde in een arrondissement kan de raad van discipline verzoeken te beslissen dat de advocaat die niet duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uitoefent, van het tableau wordt geschrapt.
5.2 Uit de Memorie van Toelichting op dit artikel blijkt het volgende: “Wanneer een persoon die als advocaat is ingeschreven het beroep van advocaat feitelijk niet meer uitoefent, vervalt de legitimatie van zijn positie. Het strookt niet met het algemeen belang dat degenen die niet of niet langer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uitoefenen, toch de titel <advocaat> mogen voeren en beschikken over de bijzondere positie die daarbij behoort. Het hebben van zo’n positie binnen de rechtsorde is dan ook alleen gelegitimeerd wanneer de advocaat daadwerkelijk als zodanig optreedt. (…) Het gaat erom dat de advocaat voldoende voeling houdt met het eigene van het beroep door eigen praktijkuitoefening. Overigens betekent dit niet dat de advocaat die gedurende enige tijd zijn vak niet meer uitoefent wegens het tijdelijk verrichten van andere werkzaamheden of het genieten van een sabbatical van het tableau wordt geschrapt. Het gaat erom dat deze periode niet zo lang duurt dat betrokkene redelijkerwijs niet meer in staat geacht kan worden om aan werkzaamheden als advocaat op voldoende niveau invulling te geven. Op grond van het nieuwe artikel 8a (…) kan de raad van toezicht [NB. thans raad van de orde] in het arrondissement waar de betrokken advocaat kantoor houdt, de raad van discipline verzoeken te beslissen dat een advocaat die niet duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uitoefent van het tableau wordt geschrapt. (…)”
Beoordeling verzoek
5.3 De raad is van oordeel dat voldaan is aan de in voormeld wetsartikel en de toelichting daarop gestelde voorwaarden tot schrapping. Zoals door verzoeker is toegelicht en uit de weergegeven feiten volgt, oefent verweerder al meer dan een jaar, in ieder geval sinds 18 september 2023, niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. Verweerder is tenminste sinds 16 oktober 2023 onbereikbaar en heeft sinds tenminste 1 augustus 2024 feitelijk geen kantoor meer. Ook voor de raad is verweerder onbereikbaar gebleken; verweerder heeft niet op berichten van de raad gereageerd en is zonder voorafgaand bericht niet op zitting verschenen. Gelet op deze omstandigheden wordt het verzoek toegewezen.


BESLISSING
De raad van discipline:
- schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet, welke schrapping ingaat op de tweede werkdag na het onherroepelijk worden van deze beslissing.

Aldus beslist door mr. W. Aardenburg, voorzitter, mrs. M. Bootsma en N.M.K. Damen, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 6 januari 2025.


Griffier Voorzitter


Verzonden op: 6 januari 2025