Zoekresultaten 51-100 van de 44698 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:83 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-122/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over gedragingen in andere hoedanigheid kennelijk ongegrond. Geen sprake van handelen en/of nalaten waarvoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Dat verweerster in de tuchtprocedure onjuiste informatie heeft verstrekt, is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7189

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft bij klaagster een totale knieprothese (TKP) geplaatst. Nadien is geconstateerd dat er een beschadiging was van de dijbeenzenuw. Klaagster stelt dat dit door de operatie is ontstaan, mogelijk door het gebruik van de bloedleegteband. Het college overweegt dat ook als wordt aangenomen dat het gebruik van de bloedleegteband de oorzaak is van de zenuwschade de orthopedisch chirurg geen verwijt kan worden gemaakt. Op het moment van de operatie waren er geen richtlijnen van toepassing die het gebruik van bloedleegte tijdens een TKP-operatie afraadden en er is een druk gebruikt die valt binnen de normale normen. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-766/DH/DH

    Verweerster heeft opgetreden voor de ex-man van klaagster in een echtscheidingszaak. Klaagster verwijt verweerster dat zij een kort geding heeft ingesteld, zonder dat zij de advocaat van klaagster daarvan in kennis heeft gesteld. Naar het oordeel van de raad is er geen rechtsregel die voorschrijft dat verweerster dat had moeten doen. De raad stelt verder vast dat verweerster ook overigens zorgvuldig heeft gehandeld rondom het instellen van het kort geding. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:71 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-017/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk wegens verstrijken van de driejaarstermijn. Eerder ingediende klacht herleeft niet na het vele jaren later verzoeken om een klachtdossier te heropenen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7475

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat hij tijdens een consult onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan en heeft gezegd dat een operatie aan klagers voet niet meer mogelijk was. Het college overweegt dat op het moment van onderzoek er geen operatie-indicatie was, zodat het besluit van de orthopedisch chirurg om geen CT-scan te maken en te volstaan met een hernieuwde röntgenfoto terecht is. Het college kan het advies om niet te opereren en door te gaan met de pijnbestrijding en proberen met steunzolen de situatie te optimaliseren goed volgen. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7474

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij bij een knieoperatie zijn rechterbeen heeft rechtgezet zonder onderzoek te hebben gedaan naar de stand van zijn rechtervoet. Het college overweegt dat er geen sprake van is dat het been is rechtgezet. De klachten aan klagers rechtervoet zijn niet te verklaren door de stand van het been na de knieoperatie. De orthopedisch chirurg heeft derhalve niet verwijtbaar gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-521/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:72 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-062/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-228/DH/RO

    Verzoek art. 60b Advocatenwet niet-ontvankelijk. Verweerder is (na indiening van het verzoek) overleden. Anders dan de deken oordeelt de raad dat artikel 60b Advocatenwet alleen van toepassing is en kan zijn, wanneer de advocaat nog in leven is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7417

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Bij klager is door de orthopedisch chirurg een knieprothese geplaatst. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij nalatig heeft gereageerd op zijn aanhoudende pijnklachten en een hautaine houding heeft aangenomen jegens klager. Het college stelt vast dat de orthopedisch chirurg heeft gehandeld conform de voor hem geldende professionele standaard toen klager zich met aanhoudende klachten bij hem meldde. Over de ervaren hautaine houding overweegt het college dit niet te kunnen vaststellen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-702/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de aan klager geleverde bijstand. Klager klaagt over de verkeerde advocaat: niet verweerder, maar zijn kantoorgenoot heeft klager bijgestaan. Daarmee ontbreekt de feitelijke grondslag voor klagers verwijten. Klacht daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over toegevoegde advocaat bij een vordering tot tenuitvoerlegging kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-156/DH/NH/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking. Geen grond voor gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-119/DH/DH

    Klager heeft verweerder gevraagd om bijstand. Klager verwijt verweerder tevergeefs dat hij niet voldoende voortvarend heeft gereageerd op zijn verzoek. Naar het oordeel van de voorzitter is verweerder niet te traag geweest met zijn reactie naar klager. In zijn algemeenheid kan niet van een advocaat worden gevergd dat hij op zeer korte termijn reageert op berichten van personen die geen cliënt zijn. Klager heeft enige tijd op de reactie van verweerder moeten wachten, omdat verweerders prioriteiten lagen bij lopende zaken. De voorzitter neemt in aanmerking dat de kwestie waarvoor klager bijstand vroeg niet spoedeisend van aard was. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-099/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het mededeling doen over schikkingsonderhandelingen kennelijk ongegrond. De door verweerster gedane mededeling ziet niet op de inhoud van de schikkingsonderhandelingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:73 Raad van Discipline Amsterdam 25-251/A/A

    Toewijzing verzoek 60ab.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-862/AL/MN

    De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-178/AL/LI/W

    Wrakingsbeslissing. De wrakingskamer verklaart het verzoek ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29

    1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7284

    Klacht tegen psychiater deels gegrond. De psychiater is betrokken geweest bij de behandeling van klagers’ zoon (hierna: patiënt) als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling. Gedurende deze behandeling heeft patiënt een suïcidepoging gedaan, aan de gevolgen waarvan hij uiteindelijk is overleden. Klagers maken de psychiater verschillende verwijten over de behandeling van patiënt en over de nazorg aan hen als nabestaanden na het overlijden van patiënt. De klacht over de nazorg aan klagers is deels gegrond. In een nagesprek met klagers is de psychiater tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheden in zowel de voorbereiding op het gesprek als bij de opvolging daarvan. Het college legt hiervoor aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-859/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad verklaart de klacht van klager in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2290

    Klacht tegen een chirurg. Klaagster heeft in 2009 een auto-ongeval gehad. Vanwege aanhoudende schouderklachten rechts en na diverse onderzoeken is zij op 16 november 2012 door de chirurg geopereerd. Klaagster meent dat de chirurg niet de juiste operatie heeft uitgevoerd en maakt hem hierover diverse verwijten. Ook verwijt zij hem dat hij onjuiste declaraties heeft gedaan en dat een eerder geplande operatie niet door is gegaan. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/8049

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Klacht over optreden van verweerder als bestuurder die in die hoedanigheid een officiële waarschuwing aan verweerder heeft gestuurd. Handelen valt niet onder de tweede tuchtnorm, omdat het geen schade kan opleveren in het kader van de individuele gezondheidszorg en ook het vertrouwen in de beroepsuitoefening niet schaadt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2645

    Klacht tegen neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in een ziekenhuis en enkele dagen later overleden. Klager verwijt de neuroloog a) dat de zorg aan zijn echtgenote niet goed en ondeskundig is geweest, en b) dat is nagelaten om hem te bellen toen zijn echtgenote achteruitging, waardoor klager niet bij zijn echtgenote was toen zij overleed. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klager heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2479

    Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog is werkzaam bij een specialistisch centrum op het gebied van kindermishandeling/seksueel misbruik. De dochter van klager is door de huisarts naar het specialistisch centrum verwezen in verband met mogelijk misbruik door klager. De gz-psycholoog heeft de dochter van klager onderzocht en een onderzoeksverslag opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht over onder meer het onderzoek, het onderzoeksverslag en de dossiervoering ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-729/AL/OV

    De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-739/AL/OV

    Verweerder heeft in procedures opgetreden als advocaat van de wederpartij van klaagster. Naar het oordeel van de raad is klaagster deels niet-ontvankelijk omdat een deel van haar verwijten te laat zijn ingediend of omdat zij daarbij geen eigen belang heeft. De verdere verwijten zijn naar het oordeel van de raad ongegrond. Klaagster heeft veel stukken overlegd zonder duidelijk te maken welk stuk dient voor welke stelling. Verweerder mocht afgaan op de van zijn cliënt(en) verkregen informatie zonder nader onderzoek. Als partijdig advocaat kon hij ook de standpunten innemen en wijzigen door voortschrijdend inzicht zoals door hem namens zijn cliënt(en) gedaan. Klaagster heeft in die procedures tegen de door verweerder aangevoerde feiten en stellingen ook verweer kunnen voeren. Verweerder mocht namens zijn cliënten het wrakingsmiddel inzetten zoals hij dat heeft gedaan. Niet is gebleken dat verweerder op enigerlei wijze de belangen van klaagster heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2516

    Ongegronde klacht tegen een radioloog. Klager verwijt de radioloog dat een door de radioloog uitgevoerd echo-onderzoek erg pijnlijk was en dat hij sindsdien een groot aantal blijvende lichamelijke klachten heeft ontwikkeld. Volgens klager is het echo-onderzoek de oorzaak van zijn klachten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-771/AL/MN

    De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2515

    Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft samen met een GZ-psycholoog een pro Justitia rapport over klager opgesteld. Dit gebeurde op verzoek van het gerechtshof in het kader van een strafrechtelijke procedure tegen klager. Klager maakt de psychiater verwijten die verband houden met het rapportageproces en de inhoud van het rapport. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart en aan de psychiater een berisping opgelegd. De psychiater heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de psychiater in het rapport op onvoldoende inzichtelijke en consistente wijze uiteen heeft gezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Het rapport voldoet daarmee niet aan de eisen die het Centraal Tuchtcollege volgens vaste rechtspraak aan een rapport stelt. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-817/AL/MN

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet van klaagster slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2514

    Klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft samen met een psychiater een pro Justitia rapport over klager opgesteld. Dit gebeurde op verzoek van het gerechtshof in het kader van een strafrechtelijke procedure tegen klager. Klager maakt de GZ-psycholoog verwijten die verband houden met het rapportageproces en de inhoud van het rapport. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart en aan de GZ-psycholoog een berisping opgelegd. De GZ-psycholoog heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de GZ-psycholoog in het rapport op onvoldoende inzichtelijke en consistente wijze uiteen heeft gezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Het rapport voldoet daarmee niet aan de eisen die het Centraal Tuchtcollege volgens vaste rechtspraak aan een rapport stelt. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7642

    Gegronde klacht van de IGJ tegen verpleegkundige bij wie kinderpornografisch materiaal op zijn telefoon is aangetroffen. Het downloaden, het bezit en het bekijken van het materiaal wordt vastgesteld. Beklaagde heeft geen aanleiding gezien zijn drijfveren te onderzoeken voor deze in zijn ogen “eenmalige actie ingegeven door misplaatste nieuwsgierigheid”. Het college ziet mede hierom aanleiding beklaagde door te halen en met onmiddellijke ingang te schorsen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-639/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7719

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in opdracht van de Officier van Justitie een psychiatrisch onderzoek verricht naar de persoon van klaagster. Klaagster is van mening dat het door de psychiater opgestelde rapport geen juist beeld van haar geeft, omdat er onjuistheden zijn vermeld en positieve informatie achterwege is gelaten. Naar het oordeel van het college heeft de psychiater een zorgvuldig, degelijk rapport opgesteld dat aan de daarvoor geldende eisen voldoet. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439684 / KL RK 24-104

    De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door het voeren van een onzorgvuldige organisatie, niet reageren contactverzoeken van klagers en het niet onverwijld rechtzetten van administratieve slordigheden. Deze klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Het al dan niet tonen van weinig tekenen van zelfreflectie valt niet onder de reikwijdte van het notarieel tuchtrecht. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Het verwijt dat sprake zou zijn van loyaal declaratiegedrag door de notaris is niet onderbouwd. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd wegens het niet betrachten van de nodige zorgvuldigheid die van een notaris wordt verwacht, noch het voldoen aan zijn zorgplicht jegens klagers.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7721

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij medicatie (paliperidon en lorazepam) niet op de juiste wijze heeft afgebouwd. Het college oordeelt dat de psychiater de dosis papiperidon op zorgvuldige en adequate wijze heeft afgebouwd. Zij heeft oog gehad voor de wens van klager om te minderen, maar heeft ook acht geslagen op de bloedspiegel en het goed functioneren van klager bij een bepaalde dosis. De psychiater heeft steeds in overleg met klager de dosering lorazepam aangepast zodra zij ervan op de hoogte raakte dat klager zonder overleg te veel gebruikte of juist zonder enige afbouw stopte met zijn medicatie. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440644 / KL RK 24-128

    Klagers verwijten de notaris dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de relatie van erflater en erfgenaam voordat de verklaring van erfrecht is afgegeven. De klacht is ongegrond. De notaris ging zorgvuldig met de situatie om en deed voldoende onderzoek. De notaris heeft het oordeel van de voorzieningenrechter, over wie erfgenaam is, afgewacht. De notaris was gebonden aan de uitspraak van de voorzieningenrechter.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7301

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een psychiater. Klager is aangehouden voor rijden onder invloed. De psychiater, die in opdracht van het CBR onderzoek heeft gedaan, heeft de diagnose alcoholmisbruik gesteld. Klager maakt de psychiater verwijten over de wijze waarop het onderzoek is verricht en over de gestelde diagnose. Naar het oordeel van het college is de door de psychiater opgestelde beschouwing niet goed te volgen. Bij het gebruik van een voorgeschreven format en bouwstenen is het van belang om oplettend te zijn. Dit is hier niet goed gegaan. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/442291 / KL RK 24-147

    Klacht is ongegrond, omdat de notaris enkel de verplichting had de eerste koopovereenkomst in te schrijven in de openbare registers. Verder dan dat strekte haar ministerieplicht niet. Klager verwijt de notaris veel meer dan dat, derhalve ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7557

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij met klager niet het gesprek is aangegaan over de dosis Lorazepam. Uit het dossier blijkt van herhaaldelijke pogingen om hierover met klager in gesprek te blijven. Vanwege verslavende werking en bijwerkingen kon de door klager gewenste dosering niet zonder meer worden voorgeschreven.

  • notaris hoefde zijn ministerie niet te weigeren, was enkel aangesteld als veilingnotaris. Onderzoeksplicht gaat niet dusdanig ver dat de notaris het gehele voortraject van de deurwaarder moet controleren. Ongegrond.Ten aanzien van de andere notarissen geldt dat de klacht niet voldoende is onderbouwd middels een feitelijke grondslag. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:109 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-396/AL/NN

    De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439697 / KL RK 24-106 C/05/439698 / KL RK 24-107

    Klaagster verwijt de notarissen dat zij hun informatieplicht, wilscontroleplicht en waarschuwingsplicht hebben geschonden bij het opstellen en passeren van de notariële akte van uitgifte van aandelen. De klacht tegen de notaris is ongegrond. De klacht tegen de kandidaat-notaris is gegrond, zonder dat er een maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:110 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-623/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435140 / KL RK 24-52

    Klaagster verwijt de notaris dat hij in zijn hoedanigheid als executeur-testamentair de nalatenschap niet voortvarend en correct heeft afgewikkeld. De Kamer is het daarmee niet eens. De notaris is druk geweest met het achterhalen van gegevens en uiteindelijk heeft een juridische procedure ertoe geleid dat een minnelijke regeling tot stand kwam. Het heeft er ook de schijn van dat het juist klaagster is geweest die veel discussie heeft opgeworpen. Dat staat haar uiteraard vrij, maar dan kan vervolgens niet de notaris verweten worden dat hij onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:67 Raad van Discipline Amsterdam 25-139/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder zich in rechte heeft beroepen op een overeenkomst waarvan hij moest weten dat deze vals is. Verweerder mocht de belangen van zijn cliënt behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem had verschaft. Hoewel nader onderzoek niet verplicht was, heeft verweerder de authenticiteit van de overeenkomst laten onderzoeken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:68 Raad van Discipline Amsterdam 24-850/A/A

    Raadsbeslissing. Klaagster is advocaat van een huurder, verweerder van een verhuurder. De huur wordt beëindigd omdat het gehuurde wordt verkocht. Huurder en verhuurder spreken af dat de huurder het pand zal verlaten en dat de verhuurder een vergoeding zal betalen, na ontvangst van de koopsom. Klaagster komt met verweerder overeen dat een bedrag ter waarde van de vergoeding door de notaris zal worden bijgeschreven op de derdenrekening van verweerder. Daar komt het niet van; verweerder en de verhuurder stellen dat de huurder niet heeft voldaan aan zijn plicht het gehuurde tijdig, schoon en schadevrij op te leveren. De huurder betwist dat.Met de beslissing om de vergoeding niet op de derdenrekening te (laten) storten heeft verweerder zichzelf en zijn cliënt bij uitsluiting zeggenschap gegeven over de vraag of de huurder de afspraak stipt en volledig is nagekomen en of de kwestie was afgewikkeld. Naar het oordeel van de raad heeft hij daarmee de essentie van de afspraak met klaagster over het veiligstellen van het bedrag bij het afwikkelen van de kwestie uitgehold. Het getuigt naar het oordeel van de raad van onwelwillendheid in relatie tot klaagster (en haar cliënt).Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid, door aan de mededeling van de verhuurder dat de huurder was te kort geschoten, zonder meer de gevolgtrekking te verbinden dat de overeengekomen vergoeding niet meer veiliggesteld hoefde te worden. Verweerder heeft verzuimd een eigen weloverwogen afweging te maken tussen het belang van de verhuurder tegenover het belang van de huurder. De raad neemt daarbij in aanmerking dat verweerder wist dat de verhuurder het pand had verkocht in verband met financiële problemen en mogelijk geen verhaal zou bieden als vast zou komen te staan dat de huurder wel degelijk aan zijn verplichtingen had voldaan. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:69 Raad van Discipline Amsterdam 24-622/A/A

    Ongegrond verzet