ECLI:NL:TADRARL:2025:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV
ECLI: | ECLI:NL:TADRARL:2025:112 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-04-2025 |
Datum publicatie: | 23-04-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-672/AL/OV |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 22 april 2025
in de zaak 24-672/AL/OV
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 9 december 2024 op de klacht van:
klaagster
vertegenwoordiger: [naam]
over
verweerster
gemachtigde: mr. L.S.F. ten Feld
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 10 januari 2024 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 10 september 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2295418 van de deken ontvangen.
1.3 In een beslissing van 9 december 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 3 januari 2025 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 31 maart 2025. Daarbij waren de vertegenwoordiger van klaagster, verweerster en de gemachtigde van verweerster aanwezig.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De grond van het verzet zijn in het verzetschrift uiteengezet en nader toegelicht op de zitting van de raad.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is.
4.3 De vertegenwoordiger van klaagster heeft op de zitting van de raad betoogd dat verweerster hem ten onrechte heeft geadviseerd om een vaststellingsovereenkomst met zijn verhuurder te tekenen. Voor zover ook dit verwijt deel uitmaakt van de klacht, volgt de raad klaagster niet in haar standpunt. Verweerster heeft hierover op de zitting aangevoerd dat het tekenen van deze overeenkomst in het belang van klaagster was en dat het tekenen van de overeenkomst bovendien buiten haar om is gegaan. De raad is van oordeel dat gelet op deze verklaring van verweerster en de inhoud van het klachtdossier niet is gebleken dat verweerster op dit punt tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
4.4 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mrs. P.Th. Mantel, N.C. Milani,
J.J. Molenaar en A.W. Siebenga, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier
en uitgesproken in het openbaar op 22 april 2025.
Griffier Voorzitter
Verzonden op : 22 april 2025