Zoekresultaten 51-100 van de 45068 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7746
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:159
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is in oktober 2014 naar de SEH doorverwezen vanwege aanhoudende koorts. Zij is opgenomen, waarna een forse longontsteking is vastgesteld. Hierna kreeg klaagster beginnende uitvalsverschijnselen, waarbij eerst werd gedacht aan migraine met aura. Na een CT-scan werd uitgegaan van hersenabcessen. Uiteindelijk bleek dat klaagster meerdere herseninfarcten had doorgemaakt. De arts was als arts-assistent van de afdeling Interne betrokken bij de behandeling van klaagster. Klaagster maakt de arts verschillende verwijten. Het college is van oordeel dat de arts adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7659
- Datum publicatie: 24-06-2025
- Datum uitspraak: 24-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:153
Ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenote van klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis, waar zij is behandeld voor een longontsteking als gevolg van aspiratie en ondervoeding. Klager is onder andere ontevreden over de informatievoorziening bij het ontslag uit het ziekenhuis. Het college stelt vast dat de internist geen bemoeienis heeft gehad bij het ontslaggesprek en evenmin bij het voorschrijven van de medicatie en de informatie daarover aan de thuiszorg en de huisarts. De klacht is dan ook (in alle onderdelen) ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 240377
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:110
Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft in een incassozaak niets voor zijn cliënte gedaan, is toezeggingen niet nagekomen en heeft de cliënte ten onrechte in de waan gelaten dat er een procedure zou lopen. Dit is niet de eerste keer en het hof heeft verweerder eerder nog een kans gegeven orde op zaken te stellen. Bekrachtiging beslissing raad. Schrapping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-695/DB/OB
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:101
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 240372
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:111
SamenvattingKlaagster verwijt de advocaat van de wederpartij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen en onterechte beschuldigingen te hebben gedaan. De raad heeft klaagster ten onrechte op grond van het ne bis in idem-beginsel en de eis dat de klachten geconcentreerd hadden moeten worden ingediend deels niet-ontvankelijk verklaard. De beginselen van een goede procesorde staan in de onderhavige situatie niet aan een inhoudelijke beoordeling van de (tweede) klacht in de weg. Wel is sprake van niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding voor het betreffende deel van de klacht. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad (deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond).
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:102 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-206/DB/OB
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:102
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van een juridisch medewerker in alle onderdelen ongegrond. Als niet weersproken staat vast dat de juridisch medewerker klaagsters dossier onder verweerders verantwoordelijkheid in behandeling heeft gehad en dat verweerder voor het optreden van de juridisch medewerker ook in tuchtrechtelijke zin verantwoordelijkheid draagt. Klaagster verwijt verweerder dat de juridisch medewerker heeft verzuimd om het contact met de werkgever en het reïntegratiebedrijf van klaagsters echtgenoot over te nemen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in haar advisering aan klaagster op het verdedigbare standpunt gesteld dat inmenging van een jurist mogelijk zou leiden tot een verharding van de verhouding tussen klaagster en haar werkgever, hetgeen gezien klaagsters wens tot mediation, niet in klaagsters belang was. Klaagster verwijt verweerder verder dat de juridisch medewerker geen voortvarende actie heeft ondernomen, niet is overgegaan tot dagvaarden en dat zij heeft verzuimd om ervoor te zorgen dat de re-integratieverplichtingen door het UWV zouden worden overgenomen. Naar het oordeel van de raad heeft de juridisch medewerker zich in het korte tijdsbestek dat zij klaagsters dossier in behandeling heeft gehad in voldoende mate voor klaagster ingezet. Nu aan haar werkzaamheden vanwege de ontstane vertrouwensbreuk voortijdig een einde is gekomen, bestaat voor het maken van een tuchtrechtelijk verwijt dat de juridisch medewerker te weinig voor klaagster heeft gedaan of bereikt geen aanleiding. De klacht dat de juridisch medewerker heeft nagelaten een deugdelijk advies te geven voor wat betreft het (aannemen en/of aanhouden van een) vakantiebaantje is onvoldoende onderbouwd. Klaagster verwijt verweerder tot slot dat de juridisch medewerker niet heeft onderkend dat de weigerachtige houding van de wederpartij ter zake de re-integratieverplichtingen werd ingegeven door een bepaalde tactiek. De raad is van oordeel dat de juridisch medewerker zich in voldoende mate voor klaagster heeft ingezet. Dat de wederpartij een bepaalde tactiek hanteerde is uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet gebleken, zodat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel ontbreekt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:50 Accountantskamer Zwolle 24/3907 Wtra AK
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:50
Betrokkene heeft samen met de aangifte IB voor zijn dochter ook aangifte gedaan voor zijn inmiddels ex-schoonzoon. Voor beiden had hij in het verleden de aangifte IB verzorgd, maar betrokkene mocht niet meer aannemen dat zijn ex-schoonzoon nog steeds wilde dat betrokkene ook zijn aangifte IB verzorgde. Zijn handelen was daarom onzorgvuldig. De Accountantskamer legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:98 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-774/DB/OB
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:98
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-316/AL/MN
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:159
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft in verschillende procedures opgetreden voor verschillende wederpartijen van klager. Naar het oordeel van de voorzitter is klager kennelijk niet-ontvankelijk in een aantal klachten wegens ontbreken van een eigen belang om daarover te klagen. Dat verweerder feitelijk onjuiste informatie heeft verstrekt is door klager onvoldoende concreet onderbouwd. Dat verwijt is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:99 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-773/DB/OB
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:99
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 250122
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:109
De deken heeft het verzoek om aanwijzing van een advocaat afgewezen omdat rechtsbijstand door een advocaat voor een zitting bij de huurcommissie niet verplicht is. Nu geen sprake is van een procedure waarin vertegenwoordiging of bijstand van een advocaat verplicht is gesteld, is niet voldaan aan het gestelde in artikel 13 van de Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-920/AL/OV
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:160
Raadsbeslissing. De raad heeft een klacht over de advocaat van de wederpartij (gedeeltelijk) gegrond verklaard. De raad is van oordeel dat verweerder hiermee ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met de omstandigheden dat verweerder geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond en bovendien al eerder door de raad tot een maatregel is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing van twee weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:100 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-772/DB/OB
- Datum publicatie: 23-06-2025
- Datum uitspraak: 23-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:100
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Daarmee hoeft in redelijkheid niet te worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:105 Raad van Discipline Amsterdam 25-291/A/NH
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:105
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Op verweerster rustte geen verplichting om op e-mails van klager over praktische zaken te reageren. Niet is gebleken dat verweerster niet reageerde op e-mails die over de zaak zelf gingen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758743 / DW RK 24/377 MK/SM
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:60
Beslissing op verzet. Verzet gegrond. Klacht niet-ontvankelijk vanwege indiening klacht (ruimschoots) buiten de termijn van drie jaren.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758437 DW RK 24/369 MK/SM
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:56
Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich erover geen vooraankondiging van het gelegde beslag te hebben gekregen met betrekking tot een vonnis van vier jaar eerder. Klager is echter tot twee keer toe – in het jaar voorafgaand aan het gelegde beslag – schriftelijk gewezen op de openstaande vordering.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7722
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:151
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is tekort geschoten in de zorg aan patiënte, moeder van klagers, door niet beter te kijken naar de mobiliteit van het been en de mogelijke oorzaak van het feit dat zij niet meer kon lopen. De huisarts heeft zich ook niet voldoende vergewist van de zorgvraag en had hier extra navraag naar kunnen doen. De huisarts had klagers niet hoeven informeren over zijn aanstaande vakantie, nu hij een waarnemer had geregeld, maar hij had patiënte wel warm moeten overdragen aan de waarnemer. Grotendeels gegronde klacht. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de huisarts wordt in plaats van een berisping een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:57 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755612 DW RK 24/300 MK/SM
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:57
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: Berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft, als professional, nagelaten haar client (c.q. klager) helder te informeren over gemaakte afspraken met de wederpartij, dan wel nagelaten te verifiëren of klager, als leek, heeft begrepen waar de gemaakte afspraken toe zouden leiden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:102 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:102
Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een langslepend huurgeschil gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding en gedeeltelijk kennelijk ongegrond; verweerder heeft de zaak behandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/16
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 20-06-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:5
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749509 DW RK 24/162 MK/SM
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:58
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voortvarend opgetreden bij de intrekking van een procedure bij de rechtbank. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder op enig moment niet meer gereageerd op correspondentie van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:103 Raad van Discipline Amsterdam 25-294/A/A
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:103
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond. De standpunten van verweerder betreffen de inhoud van het familierechtelijk geschil dat klager en de cliënte van verweerder verdeeld houdt. Het is niet aan de tuchtrechter daarover te oordelen, tenzij verweerder evident onjuist standpunten zou hebben ingenomen waarmee hij klagers belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze zou hebben geschaad. Onvoldoende is gebleken dat dit laatste het geval is.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/759117 / DW RK 24/388 MK/SM
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:59
Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager klaagt over (ambts)handelingen (en de gebeurtenissen die daarmee samenhangen) van langer dan drie jaar geleden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:104 Raad van Discipline Amsterdam 25-243/A/A
- Datum publicatie: 20-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:104
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is ten aanzien van klachtonderdeel c) kennelijk niet-ontvankelijk nu klager niet rechtstreeks in zijn belang is geraakt door de vraag of verweerder ter zitting al dan niet voldoende was voorbereid op het voeren van schikkingsonderhandelingen. De overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter mocht verweerder de uitlatingen over klager doen en hij heeft hiermee geen tuchtrechtelijke norm overtreden. Verweerder diende het belang van zijn cliënte en hij had van haar de informatie verkregen dat de door klager ingebrachte berichten vals waren, als ook dat klager enige tijd in detentie had verbleven. Dat er voor verweerder aanleiding bestond om hieraan te twijfelen, is de voorzitter niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7384
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:68
Ongegronde klacht tegen huisarts. Klager had vanaf maart 2023 meerdere keren contact met de huisarts wegens pijn aan zijn ribben en later (ook) aan zijn rug. Na diverse onderzoeken bleek in juni 2024 dat klager longkanker met uitzaaiingen had. Klager verwijt de huisarts, samengevat, dat zij zijn klachten heeft geminimaliseerd en onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Het college oordeelt op grond van hetgeen door partijen naar voren is gebracht en de aantekeningen in het dossier dat de huisarts de klachten niet heeft geminimaliseerd en voldoende onderzoek heeft gedaan respectievelijk heeft aangevraagd. De huisarts treft geen verwijt.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7522
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:64
Klacht tegen anesthesioloog kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest en uiteindelijk geopereerd. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de anesthesioloog.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7523
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:65
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7524
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:66
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest, waar hij door de chirurg is geopereerd. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7750
- Datum publicatie: 19-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:67
Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Klager, die al sinds lange tijd bekend is met een partiële dwarslaesie, heeft na een val in huis zijn onderbeen gebroken. In verband hiermee is hij in het ziekenhuis opgenomen geweest. Over de opname vanwege zijn beenbreuk heeft klager klachten ingediend tegen verschillende artsen die bij zijn behandeling waren betrokken, onder wie de chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7543
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:73
Klacht tegen orthopedisch chirurg ongegrond. Klaagster, de patiënt, verwijt de orthopedisch chirurg dat hij een onzorgvuldige operatie heeft uitgevoerd en onvoldoende zorg heeft verleend tijdens een consult door zich te beperken tot pijnbestrijding. Het college oordeelt dat de operatie zorgvuldig is uitgevoerd. Dat de dog bone is uitgebroken en de pijnklachten aanhielden, betekent niet dat de orthopedisch chirurg onzorgvuldig en medisch onjuist heeft gehandeld. Daarna heeft de orthopedisch chirurg kunnen besluiten tot een conservatief beleid. Zijn argumenten daarvoor zijn navolgbaar en goed onderbouwd. De orthopedisch chirurg heeft tijdens het consult ook adequaat gereageerd op de (pijn)klachten van klaagster.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750208 / DW RK 24/182 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:53
De klachten over de hoogte van de beslagvrije voet en het verzoek van de gerechtsdeurwaarder voor het doen van een acceptabel betalingsvoorstel zijn ongegrond. De gerechtsdeurwaarder kan wel worden verweten dat het UWV het gelegde beslag niet gelijk kon opheffen, na het verzoek hiertoe. De gerechtsdeurwaarder heeft zijn fouten erkend en heeft het dusdanig computersysteem aangepast dat dergelijke fouten niet meer voorkomen. Klacht gedeeltelijk gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-856/AL/MN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:156
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-04 (2025.V3-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:4
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De kapitein kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de chief officer, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maassluis en de Botlek, verliet de kapitein de stuurhut om naar het toilet te gaan. De chief officer had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de kapitein intussen weer in de stuurhut was. De betrokkene heeft voor deze reis het voyage plan opgesteld.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/751047 / DW RK 24/203 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:54
De gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat op de verzoeken van klager gereageerd, met name niet voor zover het betreft opheldering van de in rekening gebrachte “overige kosten” te krijgen. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder niet (tijdig) ope-mailberichten van klager gereageerd. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-855/AL/MN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:157
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klager ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/766049 / DW RK 25/78 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:55
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich over de hoogte van de beslagvrije voet, het bedrag waarvoor beslag is gelegd en de door de gerechtsdeurwaarders gedane ontruiming. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-280/AL/NN
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:158
Voorzittersbeslissing. Verweerster staat de ex-partner van de zoon van klager bij in een echtscheidingsprocedure. In dat kader heeft verweerster uitlatingen over klager gedaan. Klager is ontvankelijk in zijn klacht. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de grenzen van de haar toekomende vrijheid niet overtreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-02 (2025.V1-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:2
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De betrokkene kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de chief officer, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maasluis en de Botlek, verliet betrokkene de stuurhut om naar het toilet te gaan. De chief officer had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de betrokkene intussen weer in de stuurhut was.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7354
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:72
Ongegronde klacht tegen neuroloog. Klaagster, patiënte, verwijt verweerster dat verweerster heeft geweigerd om klaagster te behandelen. Klaagster is bekend met epilepsie en is onder behandeling van verweerster. Het college stelt vast dat verweerster zich heeft ingespannen, weigering door verweerster is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/750139 / DW RK 24/180 HE/WdJ
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:52
Klager beklaagt zich over het laat reageren op het betalingsvoorstel van klager, de in rekening gebrachte incassokosten en de termijn die hem is gegeven voor het indienen van een nieuw betalingsvoorstel. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2025:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2025-03 (2025.V2-EEMS WARRIOR)
- Datum publicatie: 18-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TSCTS:2025:3
Op 18 december 2024 was de sleepboot Eems Warrior als losse boot op weg van Eemshaven naar ’s-Gravendeel. Daar zou zij een ponton ophalen. De betrokkene had de zeewacht tijdens het aanlopen van de Maasmond. De kapitein kwam vóór het passeren van de pieren bij Hoek van Holland in de stuurhut en nam de wacht over van de betrokkene, die in de stuurhut bleef. De vaart was 9 knopen. Er was geen loods aan boord, het was als losse boot en vanwege de lengte van de Eems Warrior niet verplicht om een loods aan boord te hebben. Voordat de Eems Warrior uit VTS-sector Maassluis voer, tussen Maassluis en de Botlek, verliet de kapitein de stuurhut om naar het toilet te gaan. De betrokkene had nu de wacht en hij draaide een paar minuten later van het Scheur de Oude Maas op. Al snel passeerde hij daar de gesloten Botlekbrug waarbij de mast van de Eems Warrior de onderkant van die brug raakte. Een paar minuten later gebeurde hetzelfde, nu bij de gesloten Spijkenisserbrug, terwijl de kapitein intussen weer in de stuurhut was.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7821
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:149
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts in opleiding. De bedrijfsarts i.o heeft klager in zijn ziekteverzuimperiode begeleid. Klager verwijt de bedrijfsarts i.o dat zij hem, kort samengevat, niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de supervisor van de bedrijfsarts (zaaknummer A20247823), worden ongegrond verklaard. Dat het traject met de werkgever niet succesvol is geweest is betreurenswaardig, maar daarvan kan de bedrijfsarts i.o. geen verwijt worden gemaakt
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-264/DB/NN/W
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:97
Wraking kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7823
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 17-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:150
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts was de supervisor van de arts in opleiding tot specialist bedrijfsgeneeskunde (hierna: bedrijfsarts i.o., zaaknummer A2024/7821), die klager in zijn ziekteverzuimperiode heeft begeleid. Klager stelt dat de bedrijfsarts heeft toegelaten dat de bedrijfsarts i.o. hem niet goed heeft begeleid door foutieve inschatting van de klachten en het niet of verkeerd inzetten van interventies waardoor de klachten verergerd zouden zijn. Meer in het bijzonder verwijt klager de bedrijfsarts dat hij als supervisor zijn verantwoordelijkheden niet heeft genomen. Het college is van oordeel dat de werkwijze rondom taakdelegatie en supervisie niet in strijd is met de voor de bedrijfsarts geldende beroepsnorm en dat de mogelijkheid van toezicht daarmee in beginsel voldoende is gewaarborgd. Alle onderdelen van de klacht, gelijkluidend met de verwijten tegen de bedrijfsarts i.o., worden ongegrond verklaard. Daarmee strandt ook het verwijt aan de supervisor dat hij niet heeft ingegrepen of bijgestuurd bij deze werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 250202
- Datum publicatie: 17-06-2025
- Datum uitspraak: 12-06-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:108
Een klacht tegen een deken is geen middel om de inhoud van een dekenvisie over de klacht tegen een andere advocaat ter discussie te stellen. Het klachtrecht is daarvoor niet bedoeld. Een klager kan de klacht tegen de andere advocaat, na betaling van het griffierecht, voorleggen aan de Raad van Discipline en laten beoordelen door de tuchtrechter. Klager heeft van die mogelijkheid ook gebruik gemaakt bij zijn klacht tegen mr. B. Binnen de kaders van die procedure kan klager naar voren brengen op welke punten de visie van de deken volgens hem niet deugt en dat de tuchtrechter tot een andere conclusie zou moeten komen dan verweerder. Nu klager het klachtrecht tegen verweerder gebruikt voor een ander doel dan waarvoor is het bedoeld zal de voorzitter de klacht tegen de deken wegens misbruik van klachtrecht niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2586
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:102
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2585
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 05-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:103
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-beroepsgenoot. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat een lid-beroepsgenoot in loondienst werkzaam is bij een instelling waar ook een commercieel label onder valt of die verbonden is met een andere commerciële instelling, en het daardoor enkel oproepen van de mogelijke vrees voor de schijn van partijdigheid door een financieel belang bij een bepaalde tuchtrechtelijke uitspraak, brengt niet met zich dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid jegens een partij kan worden afgeleid. Het verzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/8142
- Datum publicatie: 16-06-2025
- Datum uitspraak: 16-06-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:71
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen medisch adviseur in verband met advies aan zorgverzekeraar over de vergoeding van de behandeling van klager in het buitenland. Geen weerslag op de individuele gezondheidszorg. Financieel (declaratie)geschil. Klager kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7551
- Datum publicatie: 13-06-2025
- Datum uitspraak: 13-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:148
Kennelijk ongegronde klacht tegen een KNO-arts. Klager verwijt de KNO-arts dat hij op 28 augustus 2020 verwijtbaar heeft gehandeld, omdat hij bij het uitvoeren van het oortoilet bij het linkeroor van klager dit linkeroor heeft `stukgezogen’. De KNO-arts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat de KNO-arts het oortoilet heeft mogen uitvoeren en dat dit in het geval van klager juist goed was. Het college ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de KNO-arts hierbij een fout heeft gemaakt. Het uitvoeren van een oortoilet is binnen de keel- neus- en oorheelkunde een routinemaatregel die meerdere keren per dag wordt uitgevoerd en die ook steeds op dezelfde manier wordt uitgevoerd. De KNO-arts is hierin gespecialiseerd. Klagers stelling dat in zijn geval geen oortoilet uitgevoerd had mogen worden omdat hij dunne, slappe trommelvliezen heeft met perforaties is onjuist. Het zijn juist de patiënten met die problematiek die bij de KNO-arts onder behandeling staan en in die zin was de situatie van klager niet dermate bijzonder. Ook bij deze patiënten is het gebruikelijk en juist om het oortoilet op deze manier uit te voeren. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747317 / DW RK 24 99 HE/RH
- Datum publicatie: 12-06-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:47
Op grond van artikel 50 Rv mag de gerechtsdeurwaarder betekenen aan het woonadres van een bestuurder van een BV. Dat klaagsters woonadres bekend is geworden aan familie van de onder bewindgestelde had klaagster kunnen voorkomen door haar adres als geheim te laten registreren in de BRP. Deze bekendwording komt daarom voor haar eigen risico en kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten.