Zoekresultaten 3601-3650 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:216 Raad van Discipline Amsterdam 23-625/A/A
- Datum publicatie: 28-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:216
Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak grotendeels gegrond. Verweerder heeft in zijn afwegingen bij de uitvoering van de opdracht van zijn cliënten zich teveel laten leiden door de wensen van zijn cliënten en onvoldoende oog gehad voor het belang van zo min mogelijk escalatie in de familiesituatie. Verweerder heeft ter zitting geen goede reden kunnen geven voor het starten van een procedure in deze familierechtelijke kwestie. Verweerder heeft daarnaast verwijtbaar gehandeld door de rechtbank in strijd met de waarheid te informeren dat sprake was van een eenstemmig verzoek tot uitstel en zich in strijd met gedragsregel 20 lid 2 tot de rechtbank te wenden zonder de advocaat van klager hiervan op de hoogte te stellen. Aangezien verweerder deze fout direct de volgende dag heeft rechtgezet en zijn excuses hiervoor heeft aangeboden rekent de raad verweerder dat laatste minder zwaar aan. De raad komt tot de slotsom dat oplegging van een waarschuwing passend is in deze situatie, waarbij de raad betrekt het feit dat verweerder opnieuw ter zitting oprecht spijt heeft betuigd voor zijn gedragingen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-337/DB/LI
- Datum publicatie: 28-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:137
Raadsbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een machtiging.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:217 Raad van Discipline Amsterdam 23-319/A/A
- Datum publicatie: 28-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:217
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:254 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5444
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:254
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. De echtgenoot van klaagster (de patiënt) is overleden in het ziekenhuis. Klaagster verwijt de internist onder andere dat hij zonder haar medeweten en toestemming palliatieve sedatie heeft gegeven aan de patiënt. Het college overweegt het volgende; dat de opname in het ziekenhuis vanwege de toestand van de patiënt alleen nog maar een palliatieve insteek kon hebben, heeft de internist besproken met de patiënt en klaagster, zoals voldoende blijkt uit de brief aan de huisarts. Het college acht het, mede gelet op de beschrijving in het dossier, aannemelijk dat de internist de tijd heeft genomen voor dit gesprek en dat hij heeft uitgelegd dat de behandeling volledig zou worden gericht op het welbevinden van de patiënt.Verder oordeelt het college dat de internist de patiënt, die in de terminale fase verkeerde, goede pijnstilling in de juiste dosering heeft gegeven. Het college ziet geen aanwijzingen dat sprake is geweest van palliatieve sedatie. Aangezien de patiënt ten tijde van de opname en ook op momenten daarna nog aanspreekbaar was, heeft de internist klaagster niet hoeven vragen om haar toestemming voor palliatieve pijnbestrijding. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5440
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:18
Voorzittersbeslissing in een klacht tegen een psychiater naar aanleiding van een Pro Justitia rapport. Klager verwijt de psychiater dat hij heeft geweigerd inzage te geven in zijn rapport en dat hij klagers leven kapot heeft gemaakt met zijn advies. Vaststaat dat klager heeft kennisgenomen van de inhoud van het rapport. Niet blijkt dat hij nadien nog verzocht heeft om inzage of een afschrift. De voorzitter is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel feitelijke grondslag mist. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:294 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-409/AL/MN
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:294
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Verweerder behartigt uitsluitend de belangen van zijn cliënte en hij mocht daarbij afgaan op de juistheid van de informatie die hij van zijn cliënte had gekregen. Verder heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een kort geding aan te zeggen. Het stond verweerder vrij om daartoe in het belang van zijn cliënte over te gaan. Daarbij is het niet gebleken dat de belangen van klager onevenredig zijn geschaad. De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-460/AL/MN
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:295
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht tegen een voormalig eigen advocaat deels niet-ontvankelijk (wegens gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-734/DB/LI
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:133
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij een in de visie van klager onjuiste berekening heeft gemaakt om de door klager aan verweerders cliënte verschuldigde bruto-alimentatie te bepalen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5174
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:184
Klagers hebben de klacht ingediend namens hun minderjarige dochter. Zij is opgenomen geweest met ernstige problematiek in een instelling waar verweerster werkzaam was. Verweerster was destijds regiebehandelaar en gedurende een korte periode ook behandelaar van de dochter van klagers. Klagers verwijten verweerster, samengevat, dat zij als (regie)behandelaar ernstig heeft gefaald waardoor hun dochter met complexe problematiek niet de juiste hulp en zorg heeft gekregen. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt aan verweerster de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-481/AL/GLD
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:296
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Klaagster laat na haar klacht te concretiseren.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-735/DB/LI
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:134
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Omdat niet is gebleken dat verweerster de belangen van klaagster onnodig of onevenredig heeft geschaad door op 24 maart 2023 geen vervanging te regelen is dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond. Omdat verweerster is afgegaan en ook mocht afgaan op de van haar cliënt verkregen informatie over de hoogte van de rente kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van haar onjuiste mededeling over de hoogte van het te betalen rentebedrag. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-476/AL/MN
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:297
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Geen aanknopingspunten dat verweerster klager onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de lopende artikel 12-procedure of tekort is geschoten in de belangenbehartiging ter zitting. Niet vast te stellen dat verweerster geen of slechts een incompleet dossier aan klager heeft verstrekt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:213 Hof van Discipline 's Gravenhage 230111
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:213
Schending zorgplicht jegens cliënte. Omvang HB: de beroepsgrond uit verweerders beroepschrift blijft beperkt tot de hoogte van de door de raad opgelegde maatregel, nu de beroepsgronden tegen de gegrondverklaring door de raad ontbreken. Het hof gaat daarom uit van de onherroepelijkheid van die gegrondverklaring. Verweerder heeft geen inhoudelijke gronden tegen de hoogte van de maatregel aangevoerd. Hof bepaalt ambtshalve welke maatregel passend en geboden is. Klachtonderdelen klaagster gegrond. Verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting klaagster. Verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de belangen van klaagster en haar niet op deskundige en voortvarende wijze bijgestaan. Er lijkt sprake van meer dan incidenteel tekortschieten in de beroepsuitoefening door verweerder. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken en veroordeling in de proceskosten.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-173/DB/OB
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:135
Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4628
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:15
Klager is vader van twee kinderen. In het kader van de echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing is verweerster via het NIFP verzocht om een civiel forensisch diagnostisch onderzoek te verrichten naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager stelt, samengevat, dat verweerster een ondeugdelijke rapportage heeft opgesteld. Verweerster voert gemotiveerd verweer. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-462/AL/NN
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:298
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4629
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:16
Klager is vader van twee kinderen. In het kader van de echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing is verweerster via het NIFP verzocht om een civiel forensisch diagnostisch onderzoek te verrichten naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager stelt, samengevat, dat verweerster een ondeugdelijke rapportage heeft opgesteld. Verweerster voert gemotiveerd verweer. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-461/AL/MN
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 25-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:299
Voorzittersbeslissing. Klacht over het door verweerder verstrekken van feitelijke onjuiste informatie bij het Hof van Discipline kennelijk ongegrond. Verweerder heeft een toelichting gegeven op het door hem, in de civielrechtelijke procedure, namens zijn cliënt ingenomen standpunt. Dat stond hem vrij. De voorzitter is van oordeel dat klager misbruik maakt van het klachtrecht, omdat dit klagers vijfde (ongegronde) tuchtklacht tegen verweerder is en klager ook meermaals onterecht heeft gewraakt.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:236 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-091/DH/RO
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:236
Verzet ongegrond. In een beslissing is het niet noodzakelijk dat alle naar voren gebrachte feiten volledig worden weergegeven; een zakelijke opgave van de voor de beslissing meest relevante feiten volstaat. Het staat de voorzitter daarom vrij om uit de gepresenteerde producties die feiten te putten die voor de beoordeling van belang zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4930
- Datum publicatie: 27-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:17
Klacht tegen psychiater. Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. De psychiater is voorzitter van de raad van bestuur van deze zorginstelling. Klaagster maakt hem meerdere verwijten. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk omdat de klachten niet zien op concreet handelen van de psychiater tegen klaagster. De psychiater is ook niet betrokken geweest bij klaagsters behandeling. Zijn enige betrokkenheid is dat hij klaagster een brief heeft gestuurd in het kader van een aansprakelijkstelling door klaagster van de instelling. Verwijten die hierop zien, kan de voorzitter echter niet uit het (aanvullend) klaagschrift halen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-662/DB/LI
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 10-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:132
Voorzittersbeslissing. Klaagster verwijt verweerder dat hij eind 2013 met een vervalste en geantedateerde arbeidsovereenkomst het faillissement van HCIN aangevraagd. Vast staat dat klaagster reeds in 2014 kennis heeft genomen van het handelen van verweerder waarover zij zich thans beklaagt. Klaagster heeft zich op 11 december 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerder tot de deken gewend. Omdat de termijn is verstreken zal de voorzitter de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar zou zijn is naar het oordeel van de voorzitter niet gebleken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 220344
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:211
In hoger beroep is slechts het klachtonderdeel dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten nog aan de orde. De raad heeft dit klachtonderdeel gegrond verklaard. Het hof verklaart het klachtonderdeel ongegrond; klager heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd. Als gevolg daarvan kan niet worden vastgesteld wat zich heeft voorgedaan.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 230248
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:212
Beklag art. 13 Advw. Op verzoek van klager is door de deken een advocaat toegewezen aan klager. Dat de advocaat vervolgens een voor klager negatief procesadvies heeft afgegeven, betekent niet dat klager ex art. 13 Advw het recht heeft op aanwijzing van een andere advocaat. Immers, voor de vraag of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 13 Advw is niet beslissend of de rechtzoekende een advocaat kan vinden die bereid is te doen wat de rechtzoekende van zijn advocaat verlangt. Klager slaagt er voorts niet in aan te tonen dat de procedure die klager wenst te voeren wel een redelijke kans van slagen heeft. Gelet hierop heeft de deken het tweede verzoek tot aanwijzing van een advocaat op goede gronden afgewezen. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:45 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425380 / KL RK 23-101
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 08-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:45
Het verzoek tot wraking is afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-209/DB/ZWB
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:128
Klacht tegen de advocaat die heeft opgetreden als voorzitter van een hoorcommissie in bezwaar. Omdat geen sprake is van een onafhankelijke bezwaaradviescommissie uit artikel 7:13 Awb, is niet vereist dat verweerster onafhankelijk is. De kernwaarde partijdigheid weerhoudt verweerster in dit geval niet om de hoorcommissie te leiden. Er wordt gehandeld volgens de ruimte die de Awb biedt, voor zover de tuchtrechter daarover kan oordelen. Verder heeft verweerster niet onprofessioneel of vooringenomen gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2023:46 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422727/ KL RK 23-71 C/05/422731/KL RK 23-72 C/05/422733/KL RK 23-73 C/05/422735/KL RK 23-74 C/05/422737/KL RK 23-75
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 09-11-2023
- ECLI:NL:TNORARL:2023:46
Het verzoek tot wraking is niet-ontvankelijk verklaard door de wrakingskamer, omdat deze is ingediend nadat er een einduitspraak is gedaan. Dat betekent dat het met wraking beoogde doel, vervanging van de (tucht)rechters, niet meer kan worden bereikt. Immers, met de totstandkoming van de einduitspraak is de behandeling van de tuchtzaak geëindigd en is geen sprake meer van een ‘rechter die de zaak behandelt’ in de zin van artikel 512 Sv.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:129 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-293/DB/OB
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:129
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:55 Accountantskamer Zwolle 23/902 Wtra AK 23/903 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:55
Betrokkenen zijn in een civiele procedure veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan klagers vanwege het uitbrengen van een ondeugdelijk accountantsrapport. Voor betrokkenen was geen adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten, die voor deze schade dekking zou kunnen bieden, terwijl die wel verplicht is. Daarvoor zijn betrokkenen in dit geval, gezien hun (gelijkwaardige) rol als beleidsbepalers van het accountantskantoor, tuchtrechtelijk verantwoordelijk. De Accountantskamer legt aan betrokkenen de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:252 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5456
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:252
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut dat zij er verantwoordelijk voor is dat klaagster al een jaar lang haar kind niet mag zien. Ook is klaagster van mening dat de psychotherapeut haar treitert door haar te verplichten elke dag haar medicatie op te halen. Het college is van oordeel dat niet is gebleken dat de psychotherapeut voorwaarden gesteld zou hebben aan het bezoek van klaagster aan haar kind. Het college is verder van oordeel dat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om over deze bezoeken te beslissen ook helemaal niet bij de psychotherapeut liggen. Het college is het verder met de psychotherapeut eens dat het medicatiebeleid wettelijk niet haar verantwoordelijkheid kan en mag zijn. Ook anderszins blijkt volgens het college niet dat de psychotherapeut verantwoordelijk was voor de medicatieverstrekking aan klaagster. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:130 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-571/DB/OB
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 23-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:130
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft de rechtbank niet onjuist geïnformeerd over de aansprakelijkstelling. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:253 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5516
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:253
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft klaagster als begeleidend psycholoog behandeld in een traject tot geslachtsverandering. Klaagster verwijt de gz-psycholoog onder meer dat hij onjuiste diagnoses in haar medisch dossier heeft opgenomen en dit dossier heeft gedeeld met derden. Het college is van oordeel dat uit de stukken niet blijkt dat door de gz-psycholoog een andere diagnose is gesteld dan die van een genderidentiteitsstoornis. Ook blijkt niet dat hij verklaringen over een andere (vermeende) stoornis van klaagster in haar dossier heeft opgenomen, of dat hij anderszins op onzorgvuldige wijze dossier heeft gevoerd. Verder oordeelt het college dat de gz-psycholoog zich in de tuchtprocedure mag verdedigen met relevante informatie uit het medisch/psychologisch dossier van klaagster. Hiervoor was geen toestemming van klaagster vereist. Het college is van oordeel dat uit de stukken niet blijkt dat de gz-psycholoog zonder toestemming van klaagster (delen uit) haar medisch/psychologisch dossier heeft gedeeld met derden, anders dan in deze tuchtprocedure. Uit de stukken blijkt overigens nog wel dat klaagster toestemming aan de gz-psycholoog heeft gegeven om contact op te nemen met haar behandelend psychiater. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-311/DB/OB
- Datum publicatie: 24-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:131
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:182 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5035
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:182
Klacht tegen SEH-verpleegkundige ingediend door een nabestaande. Gemiste diagnose. Patiënte is ‘s nachts in het weekend naar de SEH gegaan wegens een pijnlijk en gezwollen bovenbeen. De verpleegkundige was tijdens die nachtdienst betrokken bij de zorg voor patiënte. Na onderling overleg zijn de artsen en SEH-verpleegkundigen, waaronder verweerster, tot de conclusie gekomen dat er hoogstwaarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. Trombose en een arterieel vaatprobleem werden uitgesloten. Patiënte is doorverwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak na het weekend. Vervolgens is zij naar huis gegaan. Een aantal uren hierna (in de ochtend) is patiënte onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een embolie bij een diep veneuze trombose (DVT). Klager verwijt de verpleegkundige dat zij niet adequaat heeft gehandeld door het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de consultvoering en informatieverwerking. Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. De verpleegkundige is niet verantwoordelijk voor het stellen van diagnoses en andere medische afwegingen die door de arts behoren te worden gemaakt. Het zou beter zou geweest als de verpleegkundige uitgebreider uitgevraagd en genoteerd zou hebben wat de medische voorgeschiedenis van patiënte was en welke medicatie zij slikte, zodat duidelijk was dat de standaard anamnese wel werd afgenomen. Dat zij dit niet heeft genoteerd is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het college wijst nog op de bijzondere rol en invloed die de ervaren SEH-verpleegkundige had ten opzichte van de arts-assistent.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:211 Raad van Discipline Amsterdam 23-272/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:211
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:210 Hof van Discipline 's Gravenhage 230064S
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:210
Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Dekenbezwaar gegrond. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit doordat zij bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst met mr. J niet de Beleidsregel Stage en Patronaat heeft gevolgd en daarover onjuiste informatie heeft verstrekt aan de raad van de orde Limburg. Verweerster heeft met haar handelen het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Schorsing van vier weken, waarvan twee voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5034
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:183
Klacht tegen chirurg ingediend door een nabestaande. Gemiste diagnose. Patiënte is ‘s nachts in het weekend naar de SEH gegaan wegens een pijnlijk en gezwollen bovenbeen. De chirurg trad op als supervisor van de arts-assistent die tijdens die nachtdienst werkzaam was op de SEH. De chirurg is na telefonisch overleg met de arts-assistent meegegaan in de conclusie dat er hoogstwaarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie bij patiënte. Trombose en een vaatprobleem werden uitgesloten. Patiënte is doorverwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak na het weekend. Vervolgens is zij naar huis gegaan. Een aantal uren hierna (in de ochtend) is patiënte onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een embolie bij een diep veneuze trombose (DVT). Klager verwijt de chirurg onder andere dat hij als supervisor niet adequaat heeft gehandeld door het stellen van een onjuiste diagnose. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De chirurg is zich onvoldoende bewust geweest van de belangrijke rol die hij als supervisor van een onervaren arts-assistent had. Ook is de chirurg in de invulling van de supervisie tekortgeschoten. De belangrijke bevindingen bleven buiten zijn zicht en hij is zonder dat te toetsen meegegaan in de aangedragen diagnose. Het college acht dit verwijtbaar en legt aan de chirurg een berisping op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:212 Raad van Discipline Amsterdam 23-346/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:212
Raadsbeslissing; Klacht over advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Klachtonderdelen a) en b) zijn niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang voor klagers. Klagers hebben hoogstens een afgeleid belang als voormalig (indirect) aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap, maar dit is onvoldoende om hun klacht over verweerder ontvankelijk te verklaren. Klachtonderdelen c) en d) zijn ongegrond. Klagers hebben niet inzichtelijk gemaakt waarom verweerder, aan wie een grote vrijheid toekomt bij de manier waarop hij de belangen van zijn cliënt behartigt, zich van de door hem gevoerde processtrategie had moeten onthouden. Klagers hebben niet uitgelegd waarom aangenomen moet worden dat de belangen van klagers hierdoor onevenredig zouden worden geschaad of waarom aangenomen moet worden dat hen door verweerder onevenredig nadeel is toegebracht. Klachtonderdelen e) en g) zijn ongegrond vanwege het ontbreken van iedere feitelijke grondslag. Klachtonderdeel f) is ongegrond, nu dit klachtonderdeel niet nader door klagers is onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4095
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 23-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:13
Huisarts (in PI). Klachten: a) niets gedaan terwijl klager hernia heeft en regelgeving PI boven lichamelijke toestand klager gesteld, b) toezeggingen niet nagekomen, c) geen contact opgenomen met eigen huisarts klager.College: ongegrond. Huisarts had voldoende informatie en kon ondanks hernia advies één uur per dag aangepast werk binnen PI geven. Huisarts had beter kunnen volgen wat met advies werd gedaan, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Huisarts gaat niet over regime van vrijheden en beperkingen binnen PI.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:213 Raad van Discipline Amsterdam 23-631/A/NH 23-632/A/NH 23-633/A/NH
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:213
Voorzittersbeslissing; klacht over advocaat wederpartij in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerders hebben in het belang van hun cliënt verweer gevoerd en uit niets blijkt dat zij hiermee de grenzen van het betamelijke hebben overschreden. Naar het oordeel van de voorzitter blijkt evenmin dat verweerders klagers bewust foutief zouden hebben geïnformeerd of dat zij opzettelijk informatie zouden hebben achtergehouden.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2023:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5131
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 23-11-2023
- ECLI:NL:TGZRSHE:2023:14
Huisarts. Klachten: a) schenden beroepsgeheim door melden ziekte klager bij GGD, b) gelogen door informatie niet vertrouwelijk te houden, c) zonder vermoeden kindermishandeling en zonder toestemming melding bij Veilig Thuis gedaan, d) en nalatigheid bij behandeling homoseksuele patiënten.College: a) ongegrond: apenpokken meldingsplichtige ziekte, b) en d) ongegrond: niet vastgesteld, c) gegrond: KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld niet gevolgd. Afgegaan op informatie die collega van de huisarts had gekregen van de ex-partner van klager. Informatie niet onderzocht, informatie niet besproken met betrokkenen en klager niet vooraf geïnformeerd over melding. Geen rechtvaardigingsgrond niet volgen stappenplan meldcode.Maatregel: melding bij Veilig Thuis ingrijpend middel. Ernstig verwijt dat huisarts zonder aanvaardbare reden duidelijke en in beroepsgroep algemeen aanvaarde norm heeft geschonden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:214 Raad van Discipline Amsterdam 23-723/A/DH/W
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:214
Raadsbeslissing; wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:291 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-551/AL/MN
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:291
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij deels kennelijk niet ontvankelijk vanwege gebrek aan belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, omdat van schending van de gedragsregels of anderszins klachtwaardig handelen niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:209 Raad van Discipline Amsterdam 23-339/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:209
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over advocaat van de wederpartij. Ten aanzien van de klachtonderdelen a), b), c), g) , h, l) en n) overweegt de raad dat verweerder het partijdige belang van zijn cliënt, de VVE, dient. Uit niets blijkt dat verweerder zich in zijn rol als advocaat van de VVE onnodig grievend zou hebben uitgelaten in de richting van klager, onjuiste feiten zou hebben geponeerd, dan wel de belangen van klager op enig moment onnodig of onevenredig zou hebben geschaad waardoor de aan hem als advocaat toekomende vrijheid moest worden ingeperkt. In klachtonderdeel d) heeft verweerder toereikend aangevoerd dat hij klager rechtstreeks een afschrift had gestuurd op het moment dat klager geen advocaat. Ook heeft verweerder klager éénmaal telefonisch gesproken, nadat hij hiertoe toestemming had verkregen van de advocaat van klager. Dit is onvoldoende om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken, klachtonderdeel d) is daarom ongegrond. De klachtonderdelen e), f), k), m), o) en o) missen feitelijke grondslag en zijn daarom eveneens ongegrond. Klachtonderdeel i) ziet op een civielrechtelijke kwestie en is dan ook voorbehouden aan de civiele rechter en niet aan de tuchtrechter. Dit klachtonderdeel is daarom ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:292 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-441/AL/OV
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:292
Voorzittersbeslissing. De klachten van klager zijn grotendeels te laat, want buiten de wettelijke termijn, ingediend en daarom is klager daarin niet-ontvankelijk. De enige ontvankelijke klacht is kennelijk ongegrond. Niet is betwist dat verweerder in 2022 werkzaamheden voor klager heeft gedaan terwijl van beëindiging van de opdracht door klager niet is gebleken. Dat verwijt is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5036
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 17-11-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:181
Klacht tegen arts-assistent ingediend door een nabestaande. Gemiste diagnose. Patiënte is ‘s nachts in het weekend naar de SEH gegaan wegens een pijnlijk en gezwollen bovenbeen. De arts-assistent – bijgestaan door zijn supervisor– was tijdens die nachtdienst verantwoordelijk voor de SEH. De arts-assistent heeft de superviserend chirurg telefonisch geraadpleegd, die na anamnese, lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek met de SEH-verpleegkundige tot de conclusie was gekomen dat er hoogstwaarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie bij patiënte. De chirurg onderschreef dit. Trombose en een vaatprobleem werden uitgesloten. Patiënte is doorverwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak na het weekend. Vervolgens is zij naar huis gegaan. Een aantal uren hierna (in de ochtend) is patiënte onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een embolie bij een diep veneuze trombose (DVT). Klager verwijt de arts-assistent onder andere dat hij niet adequaat heeft gehandeld door het stellen van een onjuiste diagnose, het tekortschieten in de consultvoering en de informatieverstrekking. Naar het oordeel van het college zijn de klachten gegrond. De arts-assistent is tekort geschoten in zijn zorgverlening, door te volstaan met een summiere anamnese, door onvoldoende (lichamelijk) onderzoek te (laten) doen, te weinig in het dossier te noteren en onvoldoende overleg met zijn supervisor te voeren, waardoor hij de medische situatie van de patiënte niet juist heeft ingeschat en de patiënte niet de behandeling heeft gekregen die zij had moeten krijgen. Het college legt de arts-assistent een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:210 Raad van Discipline Amsterdam 23-352/A/NH
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 13-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:210
Raadsbeslissing; Verweerder heeft doelbewust in strijd met de tussen partijen overeengekomen afspraken over het betrachten van geheimhouding en het doen van uitlatingen gehandeld zonder zich er rekenschap van te geven dat daarbij onevenredig nadeel werd toegebracht aan klager. Hiermee heeft hij naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:293 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-401/AL/MN
- Datum publicatie: 23-11-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:293
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerster feiten heeft gesteld waarvan zij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Verweerster behartigt uitsluitend de belangen van haar cliënte en zij mocht daarbij afgaan op de juistheid van de informatie die zij van haar cliënte had gekregen. Van liegen of van het adviseren van haar cliënte om te liegen, zoals klager in zijn klacht heeft gesteld, is de voorzitter niet gebleken en het klachtdossier biedt daarvoor ook geen aanknopingspunten. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-336/DB/LI
- Datum publicatie: 22-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:127
Raadsbeslissing. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder gehandeld in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit door als advocaat van een bij een aandeelhoudersovereenkomst betrokken partijen die aandeelhoudersovereenkomst op te stellen, terwijl hij zelf, althans een aan hem gelieerde vennootschap, partij is bij die aandeelhoudersovereenkomst en derhalve (financiële) belangen heeft bij de inhoud en strekking van (de bepalingen van) die aandeelhoudersovereenkomst. De raad overweegt dat het in de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen beding in feite inhoudt dat verweerder maandelijks een bedrag van € 3.000,-- mag declareren, ongeacht de verrichte werkzaamheden. De raad is van oordeel dat verweerder door het opnemen van dit beding niet heeft gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit en met gedragsregel 2. De raad acht in dezen een schorsing voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, passend en geboden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:206 Hof van Discipline 's Gravenhage 230256
- Datum publicatie: 22-11-2023
- Datum uitspraak: 20-11-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:206
Beklag op grond van artikel 13 Advw ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:18 Kamer voor het notariaat Amsterdam 622989 / NT 17-7, 623620 / NT 17-12, 623997 / NT 17-13, 623998 / NT 17-14 en 624999 / NT 17-22
- Datum publicatie: 22-11-2023
- Datum uitspraak: 04-05-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:18
De notaris heeft de juridische fusies van de respectieve banken - genoemd in de feiten h. t/m k. van onderhavige beslissing - aan klager uiteengezet in de bespreking van 13 december 2016. De notaris heeft daarin aan klager uiteengezet dat op grond van deze fusies alle hypotheekrechten die oorspronkelijk eigendom van Fortis ASR waren, uiteindelijk terecht zijn gekomen bij AAHG, en nu er sprake is van opeenvolgende juridische fusies het hypotheekrecht van AAHG eerste in rang is gebleven. De kamer oordeelt dat de notaris heeft mogen afgaan op de gegevens zoals deze zijn vermeld in het kadaster. De notaris heeft de fusie-akten bekeken waaruit de respectieve fusies blijken en deze nogmaals bij de bank bevraagd. Nu de hypotheekrechten van Fortis ASR onder algemene titel zijn overgegaan op AAHG, en er geen enkele aanleiding voor de notaris was om nader onderzoek te verrichten naar een mogelijke verkrijging onder bijzondere titel behoefde de notaris dit niet verder na te gaan.