ECLI:NL:TADRSHE:2023:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-337/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2023:137
Datum uitspraak: 20-11-2023
Datum publicatie: 28-11-2023
Zaaknummer(s): 23-337/DB/LI
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Overige gronden
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Raadsbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een machtiging.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s‑Hertogenbosch

van 20 november 2023

in de zaak 23-337/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

gemachtigde: mr. R. Tuinstra

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 25 januari 2023 heeft mr. J.H. Weermeijer namens klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Op 17 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk K23-009 van de deken ontvangen.

1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 25 september 2023. Klager is – zonder bericht – niet verschenen. Namens klager is wel verschenen mr. J.H. Weermeijer. Verweerster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.

1.4 De raad heeft, gelet op het niet verschijnen van klager zelf, mr. Weermeijer gevraagd om een machtiging om namens klager op te treden. Mr. Weermeijer heeft aangegeven dat er zich een machtiging in het dossier bevindt.

1.5 De voorzitter heeft het onderzoek ter zitting geschorst zodat de griffier kon nagaan of de machtiging aanwezig is in het dossier. Na constateren dat dit niet het geval was, is besloten mr. Weermeijer in de gelegenheid te stellen om binnen twee weken na de zitting een machtiging te overleggen. De voorzitter heeft het onderzoek ter zitting hervat.

1.6 Na mededeling dat er geen machtiging in het dossier was aangetroffen, heeft mr. Weermeijer een wrakingsverzoek ingediend, zeggend: ‘Ik ga uw raad nu opnieuw wraken. Als ik nu van u hoor dat u geen volmacht hebt, dan is er een vooropgezet idee tegen mij. Ik krijg constant te horen dat het niet goed is. Ik loop al 40 jaar mee. Ik heb veel tuchtklachten gedaan.’

1.7 Daarop overhandigde hij desgevraagd twee machtigingen van klager aan de voorzitter. De voorzitter heeft vastgesteld dat de twee machtigingen zich richten op belastingrechtelijke procedures en een tuchtprocedure tegen de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg. De voorzitter heeft daarop vastgesteld dat de twee overgelegde machtigingen niet zien op de onderhavige tuchtprocedure tegen verweerster.

1.8 Na mededeling van het voorgenomen besluit om mr. Weermeijer in de gelegenheid te stellen om na de zitting een machtiging te overleggen, heeft mr. Weermeijer zich op het standpunt gesteld dat de twee overgelegde machtigingen voldoende zijn en heeft volhard in dat standpunt. Hij wenste van de geboden gelegenheid geen gebruik te maken.

1.9 Omdat mr. Weermeijer niet beschikt over een machtiging om namens klager op te treden in deze procedure, dus ook niet om namens hen een wrakingsverzoek in te dienen, is het door mr. Weermeijer ingediende wrakingsverzoek niet in behandeling genomen. De voorzitter heeft het onderzoek ter zitting geschorst zodat een kopie van de machtigingen kon worden gemaakt voor het dossier. Het onderzoek ter zitting is daarna hervat met verweerster en haar gemachtigde.

1.10 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 12.

2 BEOORDELING

2.1 De onderhavige klacht is door mr. Weermeijer namens klager ingediend. Niet gebleken is dat mr. Weermeijer gemachtigd is om de klacht in te dienen of om in de onderhavige procedure namens klager op te treden. Uit het dossier blijkt niet dat klager op enige wijze bij deze tuchtrechtelijke procedure is betrokken. Mr. Weermeijer is niet bereid alsnog een machtiging te verstrekken omdat volgens hem de verstrekte machtigingen toereikend zijn. Vanwege het ontbreken van een machtiging, verklaart de raad de door mr. Weermeijer namens klager ingediende klacht niet-ontvankelijk.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. E. Loesberg, voorzitter, mrs. U.T. Hoekstra en A.J.C. Perdaems, leden, bijgestaan door mr. M.A.A. Traousis als griffier en uitgesproken in het openbaar op 20 november 2023.

Griffier                                                                            Voorzitter

Verzonden op: 20 november 2023