ECLI:NL:TGZRSHE:2023:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5440

ECLI: ECLI:NL:TGZRSHE:2023:18
Datum uitspraak: 24-11-2023
Datum publicatie: 27-11-2023
Zaaknummer(s): H2023/5440
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing in een klacht tegen een psychiater naar aanleiding van een Pro Justitia rapport. Klager verwijt de psychiater dat hij heeft geweigerd inzage te geven in zijn rapport en dat hij klagers leven kapot heeft gemaakt met zijn advies. Vaststaat dat klager heeft kennisgenomen van de inhoud van het rapport. Niet blijkt dat hij nadien nog verzocht heeft om inzage of een afschrift. De voorzitter is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel feitelijke grondslag mist. De klacht is kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

’s-HERTOGENBOSCH

Voorzittersbeslissing

Beslissing d.d. 24 november 2023 naar aanleiding van de op 21 februari 2023 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam ingekomen klacht, behandeld door het Regionaal Tuchtcollege te ‘s-Hertogenbosch van

A,

wonende te B,

klager

tegen

B, psychiater,

werkzaam te C,
verweerder,

bijgestaan door mr. V.C.A.A.V. Daniels, verbonden aan VVAA Rechtsbijstand te D,

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

  • het klaagschrift, ontvangen op 21 februari 2023;
  • een aanvulling op het klaagschrift, ontvangen op 28 februari 2023;
  • de brief van de secretaris van 21 april 2023;
  • het aanvullende klaagschrift, ontvangen op 28 maart 2023;
  • het verweerschrift met bijlagen, ontvangen op 23 juni 2023.

De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt. De voorzitter heeft de klacht op basis van de stukken beoordeeld.

2. DE KLACHT

2.1      Aan klager is bij arrest van het Gerechtshof E van 18 januari 2019 de maatregel

van tbs met dwangverpleging opgelegd. In verband hiermee verblijft klager in een tbs-instelling. Verweerder is werkzaam als pro Justitia rapporteur. In het kader van een multidisciplinair onderzoek, in opdracht van de Minister voor Rechtsbescherming en namens deze de Divisiedirecteur Individuele Zaken, naar de wenselijkheid van de verlenging van klagers tbs heeft verweerder psychiatrisch onderzoek verricht. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een pro Justitia rapport van 31 augustus 2021. Om tot een goede beantwoording van de vraagstelling te kunnen komen, heeft verweerder observatie in het F geadviseerd.

2.2     Klager verwijt verweerder:

  1. weigering van inzage in het pro Justitia rapport;
  2. het kapot maken van zijn leven, door het advies voor opname in het F.

3. HET VERWEER

3.1      Volgens verweerder heeft hij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Hij heeft

tijdens het gesprek met klager op 30 augustus 2021 het conceptrapport zijn bevindingen, conclusies en adviezen besproken met klager. Dit is ook terug te lezen in het rapport. Het definitieve rapport is door verweerder toegezonden aan zijn opdrachtgever. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor verspreiding onder de procespartijen ten behoeve van de verlengingszitting bij de rechtbank. Klager had de mogelijkheid om het rapport via zijn advocaat te ontvangen. Verweerder benoemt dat dit aan klager uitgelegd is tijdens het eerste gesprek.

3.2     Het verwijt dat verweerder klagers leven kapot zou hebben gemaakt, mist volgens verweerder feitelijke grondslag. Zijn rapportage bevat een advies en het is uiteindelijk de rechtbank die – mede op grond van de opgestelde rapportages – een beslissing neemt over het verdere beloop van klagers tbs.

4. DE OVERWEGINGEN

Klachtonderdeel a) weigering van inzage in het rapport

4.1     Verweerders uitleg, dat het rapport uitgebreid mondeling met klager is

besproken, wordt ondersteund door het rapport zelf en het feit dat klagers opmerkingen daarop in de voetnoten zijn verwerkt. Klager heeft dus wel degelijk kennisgenomen van de inhoud van het rapport. Niet blijkt dat klager nadien nog verzocht heeft om inzage of een afschrift. Dat verweerder dit geweigerd zou hebben, kan dan ook niet worden vastgesteld.

De voorzitter acht dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond.

Klachtonderdeel b) kapot maken van klagers leven door advies voor opname F

4.2     Met verweerder is de voorzitter van oordeel dat dit verwijt feitelijke grondslag mist. Verweerder heeft geadviseerd klager te laten observeren in het F, om zo tot een goede beantwoording van de vraagstelling te kunnen komen. De voorzitter acht dit – gelet ook op de bevindingen van verweerders onderzoek – zorgvuldig. Klager heeft geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd waarom de rapportage niet klopt. Dat verweerder op dit punt tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, kan het college niet vaststellen.

De voorzitter acht ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond.

5. DE BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gedaan op 24 november 2023 door P.A.H. Lemaire, voorzitter, in tegenwoordigheid van M.D. Moeke, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris                                                                                                                  

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op de klachtonderdelen waarop die beslissing betrekking heeft.

b. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ‘s-Hertogenbosch. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.