ECLI:NL:TADRAMS:2023:217 Raad van Discipline Amsterdam 23-319/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:217
Datum uitspraak: 20-11-2023
Datum publicatie: 28-11-2023
Zaaknummer(s): 23-319/A/A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 20 november 2023
in de zaak 23-319/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 17 juli 2023 op de klacht van:

klager  

over: 

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 3 februari 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 10 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 202171/JS/MvV van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 17 juli 2023 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht met toepassing van artikel 46j Advocatenwet in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 16 augustus 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 9 oktober 2023. Klager nam telefonisch deel aan de zitting en verweerder was op de zitting aanwezig. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. 

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    De voorzitter heeft een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) toegepast en de beslissing gebaseerd op onjuiste feiten. Uit het telefoongesprek met verweerder had klager begrepen dat de zaak was afgedaan. Hij verwachtte geen dagvaarding meer. Vervolgens is klager rauwelijks gedagvaard voor een andere kwestie met een andere rechtsgrond dan opgenomen in de brief van 20 juli 2022. Anders dan in de voorzittersbeslissing staat, is klager wel benadeeld, want klager heeft een advocaat moeten inschakelen om hem bij te staan, omdat de procedure voor klager te moeilijk was om zelf te behandelen.
2.3    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager, afgezien van hetgeen onder 2.2 is vermeld over de inhoud van het telefoongesprek, in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Voor zover klager in verzet heeft aangevoerd dat de zaak volgens hem was afgesloten en de vordering op een andere kwestie zag, is dit ter zitting door verweerder voldoende weerlegd. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C. Kraak, voorzitter, mrs. I.J. de Laat en P.F.P. Nabben, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 november 2023.


Griffier    Voorzitter


Verzonden op: 20 november 2023