Zoekresultaten 101-150 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-457/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:94
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft opgetreden tegen klagers, zijn oud-cliënten. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met gedragsregel 15. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:21 Accountantskamer Zwolle 24/3430 Wtra AK 25/205 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:21
Klager is van mening dat betrokkene bij de controle van de financiële rechtmatigheids-verantwoording van een overheidsinstantie gebruik heeft gemaakt van een vervalst document, waarin misbruik is gemaakt van zijn persoonsgegevens. Ook zou betrokkene de werkverdeling tussen klager en zijn collega hebben geschonden en op klager een ongeoorloofde druk hebben uitgeoefend, wat heeft geleid tot gezondheidsproblemen en problemen met zijn dienstverband bij de overheidsinstantie. Toen betrokkene bekend raakte met deze gevolgen en het arbeidsconflict, heeft betrokkene volgens klager niet adequaat gereageerd. De klachten zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-601/AL/MN
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:95
De raad verklaart een klacht over de eigen advocaat ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:22 Accountantskamer Zwolle 24/3513 Wtra AK
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:22
Betrokkene heeft een herstructurering geadviseerd aan zijn klant en deze ook geïmplementeerd. Die herstructurering is in een civiele procedure onrechtmatig bevonden. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet eerlijk en oprecht heeft opgetreden en enkel het belang van zijn klant heeft gediend. Betrokkene heeft ten behoeve van de civiele procedure een partijdeskundigenrapport opgesteld, dat naar het oordeel van de Accountantskamer in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid tot stand is gekomen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling op voor de duur van drie maanden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6662
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:44
Gegronde klacht tegen apotheker. Maatregel: waarschuwing. Klaagster gebruikte halfjaarlijks Prolia® Denosumab vanwege osteoporose. Begin 2019 is klaagster gestopt met het gebruik van Prolia, omdat zij last kreeg van bijwerkingen. In het laatste kwartaal van 2019 is telefonisch contact opgenomen met klaagster over de medicatieontrouw naar aanleiding van een melding uit het systeem. Klaagster verwijt de apotheker onder andere onvoldoende informatie over de risico’s bij het stoppen met Prolia te hebben gegeven. Het college is van oordeel dat het op de weg van de apotheker lag om klaagster actief te informeren over de risico’s, waaronder het rebound effect.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7098
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:45
Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog gegrond. Het college legt de maatregel van een waarschuwing op. De gz-psycholoog heeft in civielrechtelijk kader een forensisch onderzoek gedaan, wat geleid heeft tot (onder andere) een deelrapport over klager. Klager is het, samengevat, niet eens met de inhoud en totstandkoming van dit rapport. Het college is van oordeel dat het rapport niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7424
- Datum publicatie: 10-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:46
Klacht tegen apotheker kennelijk ongegrond. Klager was patiënt bij de apotheek van verweerder. Klager ging naar de apotheek om door de huisarts diezelfde dag voorgeschreven medicatie op te halen. Voor de ingang van de apotheek zakte klager in elkaar. Klager verwijt de apotheker onder andere dat hij hem in een hulpeloze toestand heeft gebracht/gelaten en omstanders heeft weerhouden om hulp te verlenen. Het college kan de feiten niet vaststellen omdat de lezingen van partijen hierover uiteen lopen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-806/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:90
Raadsbeslissing. De raad kan gelet op hetgeen wordt gesteld en is weersproken, het feit dat er geen schriftelijke opdrachtbevestiging is verzonden en uit de declaraties die aan klaagster zijn gezonden niet vaststellen dat tussen verweerder en klaagster een bepaald uurtarief is afgesproken, zodat de raad het ervoor houdt dat verweerder met klaagster niet zijn uurtarief heeft besproken. Dit klachtonderdeel is daarom gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-819/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:91
Raadsbeslissing. Uit het klachtdossier komt naar voren dat verweerster zich uitermate toegewijd en zelfs in weekenden heeft ingezet om de belangen van haar cliënte te behartigen. Dat zij daarbij steken zou hebben laten vallen is de raad niet gebleken. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Verweerster heeft zelfs nog meer gedaan dan binnen haar opdracht viel. Verweerster treft geen enkel tuchtrechtelijk verwijt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-505/AL/MN
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:85
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-959/AL/GLD/D
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:92
Dekenbezwaar. Uit de transcripties van getapte telefoongesprekken van personen uit de kring van de cliënt van verweerder, kan de raad geen andere conclusie trekken dan dat verweerder tijdens de periode dat zijn cliënt als verdachte in beperkingen zat contact heeft opgenomen met derden en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met deze derden. Tijdens de beperkingen mag er geen zaakinhoudelijke informatie worden gedeeld met derden en naar het oordeel van de raad kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verweerder tijdens de beperkingen contact heeft opgenomen en zaakinhoudelijke informatie heeft gedeeld met derden. Dekenbezwaar gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van dertien weken, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-518/AL/A
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:86
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:87
Verzetsbeslissing. De onderhavige klacht ziet op hetgeen verweerder op de zitting bij de raad in 2023 heeft gezegd over een eerdere klacht. In een tegen een advocaat ingediende klacht mag deze zich in de betreffende klachtzaak verweren. Als vervolgens weer een nieuwe klacht zou kunnen worden ingediend ten aanzien van dat verweer van de advocaat, opent dat de weg naar een eindeloze reeks van klachten die doet denken aan het zogenoemde ‘Droste-effect’. Dat is niet de bedoeling van het klachtrecht. Als een klager het niet eens is met de beslissing van de raad staat daartegen de mogelijkheid van hoger beroep bij het Hof van Discipline open. Daarmee is het recht op een eerlijk proces - waar klager zich onder meer op beroept - gewaarborgd. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:88
Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-653/AL/GLD
- Datum publicatie: 09-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:89
Verzetsbeslissing. In de toelichting op zijn verzetgrond herhaalt klager feitelijk zijn klacht, zonder dat hij de vaststaande feiten uit de beslissing van de voorzitter bestrijdt. In de kern komt het verzet erop neer dat klager het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgrond(en) niet slaagt/slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De beslissing is bovendien helder gemotiveerd. Aan de juistheid van de beslissing twijfelt de raad geenszins. De voorzitter heeft de klacht naar het oordeel van de raad dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-109/AL/MN
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:84
Voorzittersbeslissing. Verweerder wordt in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van mevrouw R beklaagd. Klaagster heeft een financieel belang daarbij. Naar het oordeel van de voorzitter is niet gebleken dat verweerder door zijn optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klaagster klaagt deels over hetzelfde als waarover de rechtbank al gemotiveerd heeft beslist. De voorzitter maakt de overwegingen van de rechtbank tot de hare. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster als 1e hypotheekhouder heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7413
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:83
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts is supervisor van een arbo-arts. Het is niet gebleken dat de re-integratie onnodig is vertraagd of dat een consult is geweigerd. De bedrijfsarts heeft gehandeld volgens de supervisievereisten. Ook van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7264
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:84
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is gedurende acht maanden onder begeleiding geweest van de bedrijfsarts. Zij heeft tijdens deze begeleiding zichzelf laten onderzoeken, waarbij zij ook is gediagnosticeerd. Het college stelt vast dat de bedrijfsarts klaagster ten onrechte (meteen) naar een instelling heeft doorverwezen, gelet juist op het eerdere onderzoek ingezet door klaagster en zonder dat de bedrijfsarts zich op de hoogte heeft gebracht van het rapport van dit onderzoek. Ook wordt de manier waarop de bedrijfsarts met klaagster heeft gesproken over een second opinion tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Daarnaast is tekort geschoten in de dossiervoering. Klacht grotendeels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2567
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:65
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in opdracht van het CBR onderzoek gedaan naar de rijgeschiktheid van klager. De psychiater heeft een rapport opgemaakt en daarin onder andere geconcludeerd dat sprake was van een “stoornis in drugsgebruik licht” volgens de DSM-5. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig en onjuist heeft gehandeld omdat zij heeft gelogen om tot die diagnose te kunnen komen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de psychiater op basis van haar onderzoek in redelijkheid een stoornis in het drugsgebruik heeft kunnen classificeren. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2590 en C2024/2591
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:66
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is werkzaam bij het FACT-team van een ggz-instelling die gespecialiseerd is in verslavingszorg. Klager is zowel klinisch als ambulant in behandeling geweest bij deze instelling. De FACT-team behandelaar van klager in een brief antwoorden gegeven op vragen van het Bureau Rijbewijskeuringen in verband met een onderzoek naar klagers rijgeschiktheid. De brief is geschreven onder verantwoordelijkheid van de psychiater. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege twee klachten ingediend tegen de psychiater. In de eerste klacht verwijt klager de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en een onjuistheid heeft vermeld. In de tweede klacht verwijt klager de psychiater dat zij in haar verweerschrift naar aanleiding van de eerste klacht heeft gelogen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart beide klachten in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:61
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:62
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7411
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam als arbo-arts en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Geen sprake van bewust vertragen of ontzeggen van de aanvraag om een second opinion door klaagster. De arbo-arts heeft gehandeld overeenkomstig de supervisievereisten. Klaagster is wel (te) laat geïnformeerd over de supervisieconstructie, dit wordt door de arbo-arts erkend en gezien als verbeterpunt. Dit handelen had beter gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:57
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761173 / DW RK 24/432 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:28
Beslissing op verzet. Geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2571
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:63
Klacht tegen een internist. Klager is vanaf april 2018 behandeld in verband met een primaire cerebrale angiitis (ook wel vasculitis). De internist heeft klager aanvankelijk Prednison en Endoxan voorgeschreven. In november 2018 heeft de internist in plaats van Endoxan, azathioprine voorgeschreven. Vanaf april 2020 is de internist begonnen de toen nog resterende medicatie azathioprine en prednison af te bouwen. Klager meent dat verweerder de medicatie ten onrechte heeft afgebouwd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2469
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:57
Klacht tegen een internist werkzaam om de afdeling klinische geriatrie van een ziekenhuis. De vader van klaagster werd in maart 2019 naar de spoedeisende hulp (SEH) gebracht met een delier bij een longontsteking. De volgende dag werd hij opgenomen op de afdeling klinische geriatrie. Verweerder was de hoofdbehandelaar van de vader van klaagster. Bijna twee maanden later is de vader in het ziekenhuis overleden. De moeder van klaagster is in december 2021 overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar vader geen goede medische zorg heeft verleend, onzorgvuldig is geweest in zijn communicatie naar de vader en naar klaagster toe, dat er onterecht een wilsbekwaamheidsbeoordeling heeft plaatsgehad en dat hij klaagster onterecht niet als eerste contactpersoon heeft aangemerkt en/of benaderd. Voorts verwijt klaagster verweerder dat hij onterecht een beroep heeft gedaan op het medisch beroepsgeheim en niet zijn verantwoordelijkheid heeft genomen als beheerder van het medisch dossier van de vader. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in vijf van de zes klachtonderdelen omdat het Regionaal Tuchtcollege van oordeel is dat klaagster niet de wil van (wijlen) haar vader vertegenwoordigt. Het klachtonderdeel over de communicatie met klaagster verklaart het Regionaal Tuchtcollege ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-788/DB/OB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:58
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerder nodeloos omvangrijke processtukken heeft ingediend. Evenmin is gebleken dat verweerder onterechte beschuldigingen aan het adres van klaagster heeft geuit, met modder heeft gegooid of klaagster heeft zwart gemaakt. Verweerder is met de inhoud van de door hem ingediende processtukken gebleven binnen de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid. Voor zover klaagster het met de in de processtukken opgenomen of ter zitting geponeerde stellingen niet eens was, is zij in de gerechtelijke procedure in de gelegenheid geweest om die stellingen te betwisten. Voor het ernstige verwijt, dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan smaad, heeft de raad in de overgelegde stukken tot slot geen enkel aanknopingspunt gevonden. Gedragsregel 5 behelst geen absolute verplichting tot het treffen van een minnelijke regeling; het gaat erom dat een advocaat zich voldoende inzet om tussen partijen tot een oplossing te komen. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder zich op dit punt onvoldoende heeft ingezet. Op basis van de overgelegde stukken heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder structureel de rechter heeft aangeschreven en daarbij zijn beklag over klaagster heeft gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:29 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745136 / DW RK 24/35 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:29
Klacht met betrekking tot het niet reageren op een e-mail gegrond. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:64 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2410
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:64
Klacht tegen een mdl-arts. Klager is in de periode september 2017-voorjaar 2019 in behandeling geweest bij een AIOS vanwege een chronische huidaandoening met ontstekingen in de perianale regio. Klager was niet tevreden over deze behandeling. De mdl-arts was van september 2017 tot eind april 2018 de supervisor van de AIOS. Klager verwijt de mdl-arts dat hij onzorgvuldig is omgegaan met zijn belangen als patiënt, door geen of onvoldoende supervisie te geven aan de AIOS. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2553
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:58
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager meldde zich begin 2019 ziek bij de werkgever na spanningen op het werk. De bedrijfsarts was de verzuimbegeleider van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij afspraken niet is nagekomen, een discriminerende opmerking heeft gemaakt in het medisch dossier van klager, niet open en eerlijk heeft gecommuniceerd, een diagnose heeft gewijzigd zonder klager te informeren en het beloofde mediationgesprek niet meer heeft georganiseerd. Het RTG verklaart klachtonderdelen 1 en 4 gegrond, legt daarvoor een waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in het geheel ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-835/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:59
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen (voormalige) advocaat. Verweerder heeft in strijd met de AVG een kopie van klaagsters paspoort gemaakt en bewaard. Verweerder had immers geen grondslag voor de verwerking daarvan. Hij had voor het identificeren van de cliënte moeten volstaan met het noteren van het documentnummer van het paspoort. Dat de Raad voor Rechtsbijstand volgens zijn privacyreglement kopieën van legitimatiebewijzen zou mogen verwerken, doet daar niets aan af. Verweerder is verantwoordelijk voor het naleven van de privacyregels op zijn eigen kantoor. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:19 Accountantskamer Zwolle 24/3270 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:19
Ongegronde klacht. In 2022 hebben twee aandelentransactie plaatsgevonden. Betrokkene had in verband daarmee een due diligence opdracht, die in hoofdzaak is uitgevoerd door twee medewerkers van het accountantskantoor. Volgens klaagster is sprake van grove nalatigheid bij de beoordeling van de door de koper van de aandelen verstrekte fundflow en equity bridge en heeft betrokkene klaagster niet of onjuist geïnformeerd over de voorziening niet verdiende provisies, de intercompany schuldverhoudingen en de dividenduitkering. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond, omdat een medewerker van het accountantskantoor klaagster heeft gewaarschuwd voor het opnemen van de voorziening niet verdiende provisies als debt like item. Daarnaast is het niet verwijtbaar dat klaagster niet is gewezen op de openstaande rekening-courantschuld en dat deze niet is verrekend met de dividenduitkering.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748915 / DW RK 24/146 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:30
De vordering betreft een vordering op klager in persoon. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klager aan te schrijven en beslag te leggen op zijn privé onroerende en roerende zaken. De dagvaarding en het vonnis zijn aan klager betekend door achterlating van de exploten aan de huis- en echtgenote van klager. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2505
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:59
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is ontevreden over het advies van de bedrijfsarts, de totstandkoming daarvan en de terugkoppeling naar de werkgever. Daarnaast is klager ontevreden over de aanvraag van een second opinion. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen b), f) en h) gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen b) en h) ongegrond en klachtonderdeel f) gegrond, zonder oplegging van een maatregel en gelast publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:60 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-009/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:60
Tussenbeslissing. Ambtshalve aanvulling van de klacht ten aanzien van bankieren met de derdengeldenrekening. Terugwijzing naar de deken voor nader onderzoek.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/758945 / DW RK 24/379 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:31
Er is sprake geweest van bewaringstekorten. Er is geen sprake van opzet, de gerechtsdeurwaarders hebben gelijk op alle mogelijke manieren meegewerkt en de situatie is inmiddels hersteld. Geen reden voor ontzetting uit het ambt, maar schorsing voor de duur van één week voor alle beklaagde gerechtsdeurwaarders. Tevens veroordeling in de proceskosten.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2501
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:60
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager vindt dat de bedrijfsarts hem niet goed heeft begeleid in het kader van een ziekmelding en/of een arbeidsconflict met zijn toenmalige werkgever. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op. De bedrijfsarts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, verstaat dat de maatregel van berisping gehandhaafd blijft en gelast publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:61 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2438
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:61
Klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds de huisarts van klager zelf en van klagers’ dochter. Een collega van de huisarts heeft in 2012 een melding bij het AMK gedaan vanwege een vermoeden van kindermishandeling. Klager verwijt de huisarts – onder meer – dat de melding onterecht was, dat zij aan klager en de dochter geen of onvoldoende zorg heeft gegeven, dat zij zijn gezag over de dochter heeft geschonden en dat zij de eisen van een goede dossiervoering heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels wegens verjaring niet-ontvankelijk en deels ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:56
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2437
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:62
Klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds de huisarts van klager zelf en van klagers’ dochter. De huisarts heeft in 2012 een melding bij het AMK gedaan vanwege een vermoeden van kindermishandeling. Klager verwijt de huisarts – onder meer – dat de melding onterecht was, dat zij aan klager en de dochter geen of onvoldoende zorg heeft gegeven, dat zij zijn gezag over de dochter heeft geschonden en dat zij de eisen van een goede dossiervoering heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels wegens verjaring niet-ontvankelijk, deels gegrond en deels ongegrond. De huisarts krijgt een waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7019
- Datum publicatie: 04-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:79
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Verweerder was de huisarts van de overleden moeder van klaagster. Klaagster verwijt de huisarts onder andere schending van zijn geheimhoudingsplicht. De huisarts heeft een brief van de advocaat van klaagster meegestuurd bij zijn klacht over deze advocaat bij de deken. In de brief worden de naam en geboorte- en sterfdatum van de moeder genoemd. De huisarts erkent dat hij deze gegevens had moeten weglakken. Het college heeft oog voor de gevoelens van de huisarts gelet op de aannames en de toon van de brief van de advocaat. Het college ziet mede gelet hierop aanleiding om de huisarts geen maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-033/DH/RO 25-034/DH/RO
- Datum publicatie: 04-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:65
Voorzittersbeslissing. Klacht over indienen handhavingsverzoek en daaropvolgende bestuursrechtelijke procedure. Verweerder 1 woont in de nabijheid, verweerder 2 (kantoorgenoot) treedt op als gemachtigde. Een deel van de klachten is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Klachten voor het overige kennelijk niet-ontvankelijk (vanwege ontbreken belang) en kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7418
- Datum publicatie: 04-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:80
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft bij een ongeval letsel opgelopen. Voor de schadeafhandeling is bij de huisartsenpraktijk medische informatie opgevraagd. Klaagster verwijt de huisarts onder andere dat de informatieverstrekking onzorgvuldig en onjuist is geweest. Het college overweegt dat er geen aanwijzingen zijn dat de huisarts onjuiste informatie heeft verstrekt. Bovendien heeft de huisarts direct en adequaat gehandeld toen klaagster haar onvrede uitte. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-127/DB/LI
- Datum publicatie: 04-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:55
Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich op 19 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 19 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Dat sprake zou zijn van de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bedoelde situatie is voorts gesteld noch gebleken. De klacht is niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7385
- Datum publicatie: 04-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:81
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan prostaatkanker. De huisarts wordt verweten dat zij deze diagnose heeft gemist en de patiënt niet tijdig heeft verwezen naar een specialist. De huisarts heeft de patiënt twee keer gezien. In de tussenliggende periode is de patiënt wel enkele malen op consult geweest, maar steeds bij een andere huisarts. Het college kan alleen het handelen van verweerster beoordelen. Over het eerste consult overweegt het college dat voor het stellen van de diagnose prostaatkanker of doorverwijzing naar een specialist op dat moment geen reden bestond. Tijdens het tweede consult, ruim anderhalf jaar later, heeft zij patiënt (terecht) doorverwezen naar de polikliniek urologie. De klacht is ongegrond.Kenmerk: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7103
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42
Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen en verweerster een arts consulteerden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7760
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:43
Klacht tegen internist-oncoloog kennelijk ongegrond. Klager werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek maag-darm-leverziekten in verband met een rectale zwelling en bloedverlies. Na aanvullend onderzoek in het ziekenhuis bleek bij klager sprake te zijn van een T4N2Mx EMVI+ rectumcarcinoom met verdenking van een urotheelcelcarcinoom en lymfekliermetastasen. Het advies van het multidisciplinair overleg was om te starten met een ‘best supportive care beleid’. Klager verwijt de internist-oncoloog dat zij een onjuist/onvolledig advies heeft uitgebracht, waardoor klager essentiële zorg is ontnomen. Verder stelt klager dat de internist-oncoloog ten onrechte de informatieoverdracht heeft overgelaten aan een MDL-arts. Het college oordeelt dat internist-oncoloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:80
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken over zijn betrokkenheid bij de benoeming van een bindend adviseur in een geschil tussen klager en klagers rechtsbijstandsverzekeraar kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:55 Hof van Discipline 's Gravenhage 240130
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 31-03-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:55
Klacht over eigen advocaat in asielrechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad.Klachten over beroepsfouten en samenwerking met IND blijven ongegrond.