Zoekresultaten 2151-2200 van de 3154 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW136.2013

    Niet reageren op brief. Klachtwaardig handelen door betekening van het proces-verbaal van minnelijke schikking. Ten onrechte in rekening brengen nakosten. Brief is wel beantwoord. Het proces-verbaal laat geen misverstand bestaan onder welk kenmerk de door klager te verrichten betaling zou moeten worden gedaan. Klager heeft bij de betaling een verkeerd kenmerk gebruikt. Dat komt voor zijn rekening. Niet klachtwaardig dat het proces-verbaal is betekend. De nakosten zijn door een fout onterecht in het exploot opgenomen. De fout is onder omstandigheden als in de uitspraak weergegeven niet tuchtrechtelijk laakbaar. Structureel opvoeren van kosten niet onderbouwd. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet126.2013

    Beslissing op verzet. Moet de gerechtsdeurwaarder in het licht van de omstandigheden van de zaak een bankbeslag aankondigen? Het enkele feit dat een brief was ontvangen van de advocaat van klager, mede bezien in het licht van de gegeven opdracht tot verdere executie, noodzaakt de gerechtsdeurwaarder daartoe niet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet924.2012

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet177.2013

    Beslissing op verzet. Beslag. Buitensporige kosten. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:45 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet604.2012

    Beslissing op verzet. Beslag op roerende zaken. Binnentreden woning. Klagers stellen – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarder zowel te snel als lichtvaardig en willekeurig gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot binnentreden. De Kamer is het met de voorzitter eens dat dit niet het geval is. Verzet ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet254.2013

    Beslissing op verzet. Overweging over verrekening. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet202.2013

    Beslissing op verzet. De kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet287.2013

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet880.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er over dat de gerechtsdeurwaarder haar ex-echtgenoot onheus heeft bejegend bij het betekenen van het vonnis en de gerechtsdeurwaarder niet op een e-mail van en brief heeft gereageerd. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW342.2013

    Aan een beslag onder een bank is geen beslagvrije voet verbonden. Het betreft geen beslag op een vordering tot periodieke betaling. Dit betekent echter niet dat een schuldeiser zich in het geheel geen rekenschap hoeft te geven van de gevolgen van het leggen van een dergelijk beslag. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor degene ten laste van wie het beslag is gelegd als gevolg daarvan niet meer in staat zou zijn om in zijn primaire levensonderhoud te voorzien. Een beoordeling daarvan is aan de civiele rechter. Wel kan het zijn dat een beslag zo evident onrechtmatig is, dat de gerechtsdeurwaarder die desondanks het beslag heeft gelegd daarmee de normen van het tuchtrecht heeft overschreden. Dat is hier niet het geval. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet678.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet683.2012

    Beslissing op verzet. Verzet gedaan buiten de daarvoor geldende termijn. Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW937.2012

    Uitgangspunt is dat de regeling van de beslagvrije voet een kwestie van groot maatschappelijk belang is. De wetgever heeft met die regeling willen waarborgen dat de beslagene in staat blijft om de kosten van de primaire levensbehoeften te voldoen. Er bestaat groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van een beslagvrije voet. De Kamer is van oordeel dat er geen tijdige herberekening van de beslagvrije voet heeft plaatsgevonden en er evenmin grote zorgvuldigheid is betracht. De voor een juiste berekening van de beslagvrije voet benodigde informatie is op 28 september 2012 door de gerechtsdeurwaarder ontvangen. Correcte herberekening vindt echter pas op 27 november 2012 plaats. In antwoord op een door klager bij de gerechtsdeurwaarder indiende klacht, wordt hem zelfs een rechtens onjuist standpunt medegedeeld dat eerst nadat klager een klacht bij de Kamer heeft ingediend wordt rechtgezet. Bovendien heeft deze reactie op de klacht niet binnen redelijke termijn plaatsgevonden. De Kamer acht deze gang van zaken tuchtrechtelijk laakbaar en legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet179.2013

    Beslissing op verzet. Tenuitvoerlegging buitenlands vonnis. Verleend verlof tot tenuitvoerlegging van het vonnis in strijd met BW? Bijsluiter bij vonnis. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet844.2012

    Beslissing op verzet. Uitleg overeenkomst en verrekening. De Kamer is het met de voorzitter eens voor wat betreft de uitleg van de overeenkomst. Dat is niet ter beoordeling van deze Kamer maar van de burgerlijke rechter. Het verzet wordt met betrekking tot de verrekening gegrond verklaard. De klacht daarover wordt ook gegrond verklaard. Blijkens vaste jurisprudentie (zie beslissing) is het een gerechtsdeurwaarder niet toegestaan om te verrekenen indien het - zoals hier - gaat om ontvangsten in de ene zaak, die worden verrekend met kosten in een andere zaak. Een dergelijke verrekening verdraagt zich immers niet met het karakter en de bedoeling van de zogeheten kwaliteitsrekening aangezien de rechthebbenden op de binnengekomen gelden andere klanten van klaagster zijn dan de klanten waarvoor kosten verschuldigd zijn. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet265.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet388.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet48.2013

    Beslissing op verzet. Beslagvrije voet. De kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. Tot uitgangspunt dient dat als de debiteur wordt verzocht om op te geven hoeveel het inkomen van zijn of haar partner bedraagt en de debiteur doet dat niet, dan koppelt de wet daar de sanctie aan van halvering van de beslagvrije voet. De beslagvrije voet mag dus alleen worden gehalveerd indien het inkomen van de partner niet wordt opgegeven. Als de debiteur zijn of haar eigen inkomsten niet (of niet juist) opgeeft, ontbreekt een sanctie. De wetgever heeft deze sanctie uitdrukkelijk niet in de wet willen opnemen. Van halvering van de beslagvrije voet op grond van dit artikel kan alleen sprake zijn, indien de deurwaarder een redelijk vermoeden heeft dat de debiteur een partner heeft. Indien evident is dat als de debiteur alleenstaand is, mag de beslagvrije voet nooit worden gehalveerd. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde productie 2 bij zijn pleitnota blijkt dat klaagster bij brief van 6 februari 2012 de gerechtsdeurwaarder een ingevuld formulier inkomsten en uitgaven heeft toegezonden. Daarmee heeft klaagster dus voldaan aan het verzoek opgave te doen van haar bronnen van inkomsten. In dat formulier staat vermeld dat klaagster een eenoudergezin met drie kinderen vormde. Bij de inkomsten van de man staat dan ook begrijpelijkerwijze niets ingevuld. Klaagster was gescheiden en had geen partner aan wie samen met haar gezinsbijstand zou kunnen toekomen. Dat de gerechtsdeurwaarder een redelijk vermoeden had dat klaagster een partner had, en waar dat vermoeden op was gebaseerd, is door hem niet gesteld. Er is ook niet gebleken dat klaagster geen informatie wilde verstrekken. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet naar eigen zeggen gehalveerd omdat volgens hem door klaagster het formulier onvolledig en niet juist was ingevuld. Daarop staat geen sanctie en kan dus geen grond opleveren om de beslagvrije voet te halveren. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd en de klacht wordt gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet931.2012

    Beslissing op verzet.De Kamer acht het verzet gegrond en beoordeel de klacht als volgt. Dat de zaak onnodig lang in behandeling is geweest, wordt erkend. Vaste rechtspraak van de Kamer is dat brieven binnen redelijke termijn dienen te worden beantwoord. Dat is hier – met het verstrijken van 10 maanden – niet het geval geweest. Anders dan de voorzitter is de Kamer van oordeel dat met het kwijtschelden van de bijkomende kosten de zaak niet is opgelost. De kosten werden pas kwijtgescholden nadat werd gedreigd met een klacht. Bovendien werd, nadat medegedeeld dat het dossier met betrekking tot de in discussie zijnde factuur was gesloten, voor diezelfde factuur weer een aanmaning verzonden. Het mag zo zijn dat die vordering bij de opdrachtgever nog openstond, het is de verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder dat hij – als vertegenwoordiger van zijn opdrachtgever – aan klaagster had meegedeeld dat dit dossier was gesloten. Inzake de bejegeningsklacht oordeelt de Kamer dat dit onbetamelijk was maar de medewerker heeft dit ingezien en volgens eigen zeggen van klaagster heeft het hoofd zelf contact met haar medewerker opgenomen en heeft haar excuses voor het handelen aangeboden. Naar het oordeel van de Kamer is hiermee voldoende aan de klacht tegemoetgekomen en is het handelen in elk geval niet zodanig dat dit als tuchtrechtelijk laakbaar aan de gerechtsdeurwaarder kan worden toegerekend. De klacht wordt deels gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW385.2013

    Aan een beslag onder een bank is geen beslagvrije voet verbonden. Het betreft geen beslag op een vordering tot periodieke betaling. Dit betekent echter niet dat een schuldeiser zich in het geheel geen rekenschap hoeft te geven van de gevolgen van het leggen van een dergelijk beslag. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor degene ten laste van wie het beslag is gelegd als gevolg daarvan niet meer in staat zou zijn om in zijn primaire levensonderhoud te voorzien. Een beoordeling daarvan is aan de civiele rechter. Wel kan het zijn dat een beslag zo evident onrechtmatig is, dat de gerechtsdeurwaarder die desondanks het beslag heeft gelegd daarmee de normen van het tuchtrecht heeft overschreden. Dat is hier niet het geval. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet325.2013

    Beslissing op verzet. Verzet niet tijdig ingediend. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW341en787.2012

    In twee zaken is beslag gelegd ten laste van klager. De Kamer acht dat niet tuchtrechtelijk laakbaar. De klachten zijn ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:34 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet38.2013

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag roerende zaken op haar adres heeft aangekondigd. Het adres staat op haar naam en niet op naam van de veroordeelde. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Ter zitting heeft klaagster medegedeeld dat degene aan wie de aankondiging van het beslag was gericht haar zoon is en dat hij mede op haar adres stond ingeschreven. Nog afgezien van het feit dat de klacht omtrent het niet informeren van klaagster dat het aangekondigde beslag niet zou worden gelegd, niet in de inleidende klacht staat vermeld, geldt dat er in een geval als het onderhavige geen informatieplicht van de gerechtsdeurwaarder ten opzichte van klaagster bestaat. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW188.2013

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat het te lang heeft geduurd voordat er beslag is gelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij zich in de contacten met LBIO pro-actiever had kunnen opstellen. Dat heeft hij niet gedaan en in die zin acht de Kamer de klacht gegrond. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet859.2012

    Beslissing op verzet. Het verzet wordt gegrond verklaard.De klacht ziet op de afspraak dat de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten strijdig zijn met de gemaakte afspraak dat aan klaagster slechts 5% aan afwikkelingskosten in rekening zouden worden gebracht en dat de gerechtsdeurwaarder desgevraagd geen sluitende uitleg heeft verschaft. Uit het dossier blijkt dat klaagster het bepaalde in het vonnis niet terugvond in de afrekening van de gerechtsdeurwaarder en dat klaagster hierover meermalen opheldering heeft verzocht. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop wel gereageerd, maar de gestelde vragen zijn, zoals de gerechtsdeurwaarder ook heeft erkend ter zitting, niet voldoende beantwoord. Klacht gegrond geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet339.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer verenigt zich met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:32 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW57.2012

    Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij de juridische grenzen van het conservatoir (bewijs)beslag heeft overschreden en dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden. Tussen klaagster en een andere onderneming heeft een samenwerkingsovereenkomst bestaan. Ten behoeve van de financiële afwikkeling van die overeenkomst is verlof gevraagd tot het leggen van beslag op gegevens van de financiële administratie van klaagster. De Kamer gaat alleen in op de klachten die meer omvatten dan alleen bezwaren tegen de tenuitvoerlegging van het beslag. De klachten gericht tegen de executie staan ter beoordeling van de voorzieningenrechter. De gerechtsdeurwaarder is betrokken geweest bij de opstelling van het beslagrekest om de beslaglegging goed te laten verlopen. Die betrokkenheid valt onder het verrichten van de ambtshandeling en het doornemen van de beslagtechnische aspecten van de beslaglegging met de (gemachtigde van de ) opdrachtgever geeft geen blijk van onvoldoende onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder, noch van ontoelaatbare vereenzelviging. De Kamer is voorts van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder geen enkel verwijt te maken valt van de wijze waarop hij de ambtshandeling heeft uitgevoerd. Het maken van een uitgebreide dataselectie was noodzakelijk om te kunnen verifiëren dat de juiste bestanden onder het beslag werden gebracht. Dat hij daarbij eventueel kennis heeft kunnen nemen van gegevens die een andere door klaagster uitgegeven creditkaart betreffen, lijkt onvermijdelijk en valt onder zijn geheimhoudingsplicht en die van zijn medewerkers. Daar komt bij dat voor een bewijsbeslag specifieke regels ontbreken. De gerechtsdeurwaarder heeft noodzakelijkerwijs moeten improviseren, ook omdat in het beslagverlof specifieke instructies ontbraken. De gerechtsdeurwaarder heeft - onbetwist - toegelicht dat queries lijsten met zoekopdrachten (met cliënt- en productcodes) over een bepaald onderwerp zijn en dat die queries cruciaal zijn teneinde de relevante gegevens te (kunnen) verkrijgen. Klaagster heeft volgens de gerechtsdeurwaarder geen medewerking verleend bij de verificatie van queries. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 656.2012

    Klacht gegrond. Berisping. Niet tijdige indiening van de jaarstukken. Omdat het de tweede keer is dat om deze reden een gegronde klacht tegen de gerechtsdeurwaarder is ingediend, wordt een maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 445.2012

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft een in de Duitse taal opgestelde dagvaarding betekend zonder het verplichte bijbehorende formulier erbij te voegen. Deze omissie maakt echter geen onderdeel uit van de klacht. Anders dan klaagster meent, is het wettelijk niet vereist dat de gerechtsdeurwaarder bij de betekening een mondelinge toelichting gaf. Hij heeft overigens wel gezegd dat de in ontvangstneming kon worden geweigerd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:29 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 657.2012

    Klacht gegrond. Geen maatregel. Niet tijdige indiening van de jaarstukken. Omdat het de eerste keer is dat om deze reden een klacht tegen de gerechtsdeurwaarder is ingediend, geen oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 647.2012

    Klacht gegrond. Berisping. De gerechtsdeurwaarder is belast geweest met de ten uitvoerlegging van een tegen klager gewezen vonnis. Omdat klager toentertijd was verhuisd naar België heeft de gerechtsdeurwaarder een collega in België ingeschakeld. Deze heeft het vonnis geëxecuteerd en te veel afgedragen aan de gerechtsdeurwaarder, omdat – naar later is gebleken – hij verzuimd had de eigen kosten in mindering te brengen. De gerechtsdeurwaarder heeft het ontvangen bedrag indertijd geheel doorgestort aan zijn opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder heeft restitutie toegezegd aan klager, maar klager heeft niets ontvangen. De Kamer acht het tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder teveel heeft afgedragen aan de opdrachtgever en dat hij niet uit zichzelf actie heeft ondernomen na ontvangst van de voor hem kenbare apert onjuiste eindnota van de collega uit België. Voorts acht de Kamer het laakbaar dat aan klager is toegezegd dat hij een restitutie zou ontvangen zonder enig onderzoek dan wel zonder dat de gerechtsdeurwaarder in overleg is getreden met de collega.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW8.2013

    Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op zijn voorstel tot afbetaling heeft gereageerd, hij meer dan het verschuldigde heeft voldaan en ten onrechte met extra kosten is belast. De gerechtsdeurwaarder heeft klager medegedeeld dat zijn opdrachtgever niet akkoord ging met het door klager gedane voorstel. Omdat een betalingsregeling slechts kan worden afgesloten met instemming van de schuldeiser, dient deze klacht ongegrond te worden verklaard. Niet is gebleken dat klager teveel heeft voldaan. De gerechtsdeurwaarder heeft klager gespecificeerd uitleg gegeven welke bedragen door klager aan de opdrachtgever dan wel aan de gerechtsdeurwaarder zijn voldaan. Klager heeft zijn zienswijze gegeven op dat overzicht. De gerechtsdeurwaarder heeft klager daarop verzocht betaalbewijzen over te leggen van de beweerdelijk door hem betaalde bedragen. Dat heeft klager niet gedaan. Dat klager ten onrechte met extra kosten is belast is evenmin gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet11.2013

    In de oorspronkelijke klacht verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat deze te lang heeft gewacht om haar aan te spreken om de vordering te voldoen en ten onrechte is overgegaan tot het leggen van bankbeslag. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. In verzet voert klaagster aan dat haar postadres (een postbusnummer) bij de gerechtsdeurwaarder bekend was. De gerechtsdeurwaarder heeft met opzet gewacht met de betekening van het arrest zodat er extra kosten in rekening konden worden gebracht. De advocaat van klaagster heeft beloofd de proceskosten te betalen vanwege fouten die door hem zijn gemaakt. De gerechtsdeurwaarder had de advocaat tot betaling van de proceskosten moeten aanschrijven en niet klaagster. Exploten dienen op grond van de wet te worden betekend aan de woonplaats (woning). Betekening van exploten aan een postbusnummer is daarom niet mogelijk. Wat door klaagster is aangevoerd ten aanzien van het handelen van haar advocaat of de advocaat van de woningbouwvereniging kan in de onderhavige tuchtprocedure, die ziet op het handelen van de gerechtsdeurwaarder, geen rol spelen. Niet haar voormalige advocaat is in de proceskosten veroordeeld, maar klaagster zelf. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet47.2013

    In de oorspronkelijke klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat hij onaangekondigd beslag heeft gelegd op zijn salaris. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder voorts dat hij een te lage beslagvrije voet heeft vastgesteld. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. Klager voert in verzet aan dat de rechtbank ten onrechte door klager gedane betalingen niet heeft meegewogen. De gerechtsdeurwaarder is voorts nalatig geweest om onderzoek te doen in de Gemeentelijke Basisadministratie. Klager blijft erbij dat de gerechtsdeurwaarder onterecht loonbeslag heeft gelegd. Nieuwe klachten kunnen niet voor het eerst in verzet naar voren worden gebracht. Wat door klager in verzet is aangevoerd omtrent niet meegenomen betalingen wordt daarom buiten beoordeling gelaten. Dat de gerechtsdeurwaarder nalatig is geweest om onderzoek te doen in de Gemeentelijke Basisadministratie wordt gemotiveerd weerlegd in het verweerschrift op de inleidende klacht en is ter zitting nogmaals weersproken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:22 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1016.2012

    Beslissing op verzet. Het verzet is buiten de daarvoor geldende termijn ingesteld en klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet916.2012

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaard het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet951.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er over dat de gerechtsdeurwaarder zich heeft schuldig gemaakt aan misleiding door aan klager mee te delen dat de buitengerechtelijke verklaring van de bank de verklaring derdenbeslag vervangt. De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen geen nieuw licht op de zaak werpen waarover de voorzitter heeft beslist. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet949.2012

    Beslissing op verzet. Verschil van mening over de uitleg van compensatie van kosten door de rechter. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaard het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:23 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1027.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet dan wel onjuist heeft uitgebracht. De Kamer overweegt dat een exploot van dagvaarding een authentieke akte is waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat totdat tegenbewijs is geleverd. Het afschrift van het exploot van dagvaarding geldt als bewijs van bezorging. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW628.2012

    Naar het oordeel van de Kamer had de gerechtsdeurwaarder wel sneller kunnen reageren, maar de termijn gelegen tussen 16 juni 2012 en 3 juli 2012 is niet dermate lang dat kan worden geoordeeld dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Dat klaagster niet op de hoogte is gesteld van het onder de belastingdienst gelegde beslag staat op grond van de inhoud van de brief van 3 juli 2012 vast. In die brief neemt de gerechtsdeurwaarder het standpunt in dat hij in verband met het vermijden van onnodige kosten na een beslaglegging pleegt te wachten met de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag tot hij weet of het beslag effect heeft gehad. Bij beslissing van de Kamer van 8 mei 2012, gegeven naar aanleiding van een eerdere tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht, is deze werkwijze als tuchtrechtelijk laakbaar aangemerkt. Dit klachtonderdeel is gegrond. Geen maatregel omdat de gerechtsdeurwaarder zijn werkwijze heeft aangepast en in deze zaak het beslag is gelegd vóór de uitspraak van de Kamer.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet957.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een notariële akte ten uitvoer tracht te leggen. Nu de besloten vennootschap failliet is verklaard en de curator niet kenbaar heeft gemaakt de onderhavige klachtprocedure te willen voortzetten kan niet meer worden vastgesteld welke eigen belangen klaagster nog heeft om als belanghebbende in de tuchtprocedure te kunnen worden aangemerkt. Evenmin kan de gemachtigde van klaagster de tuchtprocedure op zijn naam voortzetten. Gelet op de feiten richten de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de besloten vennootschap en niet tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap in persoon. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW849.2012

    Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op haar e-mail heeft gereageerd; b: de gerechtsdeurwaarder de verkeerde beslagvrije voet heeft toegepast en de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten niet in verhouding staan tot de hoofdsom. Het feit dat de gerechtsdeurwaarder per abuis niet op een enkele e-mail heeft gereageerd is in het algemeen niet zonder meer tuchtrechtelijk laakbaar. Ten aanzien van de beslagvrije voet geldt dat de gerechtsdeurwaarder, zodra klaagster de gevraagde gegevens had verstrekt, binnen een redelijke termijn op haar verzoek tot aanpassing heeft gereageerd en de beslagvrije voet met terugwerkende kracht heeft aangepast. Met betrekking tot de verhouding tussen de kosten geldt dat het niet gaat om de vraag of de gemaakte kosten in verhouding staan tot de hoofdsom. Immers, de executiekosten zijn vaste, op het Besluit ambtshandelingen tarieven gerechtsdeurwaarders, berustende bedragen en bij kleine vorderingen al snel hoger dan de oorspronkelijke hoofdsom. Deze kosten worden niet hoger of lager wanneer de hoofdsom hoger of lager is. Het gaat om de beoordeling van de vraag of de kosten onnodig zijn gemaakt. Dat kan uit de klacht en de overgelegde producties niet worden opgemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1028.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager beklaagt zich er samengevat over dat er geen rechtsgrond aanwezig is voor het leggen van beslag roerende zaken en er sprake is van ongeoorloofde intimidatie van de zijde van de gerechtsdeurwaarder. Klager stelt zich op het standpunt dat het pand en de roerende goederen zijn eigendom zijn en niet in eigendom aan zijn zoon toebehoren. Daarop mag geen beslag worden gelegd, aldus klager. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De Kamer overweegt dat anders dan klager heeft aangevoerd er een geldige titel aanwezig was voor het aangekondigde beslag, namelijk een ten nadele van de zoon van klager gewezen vonnis. Wanneer een gerechtsdeurwaarder aankondigt beslag te komen leggen op zaken waarvan een derde stelt eigenaar te zijn, noopt die enkele aanspraak de gerechtsdeurwaarder niet om op voorhand van het beslag af te zien. In dit geval was daarvoor des te minder reden, omdat - zoals klager ter zitting heeft erkend - roerende zaken van de zoon van klager op zijn adres aanwezig waren. Het verzet wordt, met aanvulling van de motivering, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW658.2012

    De gerechtsdeurwaarder heeft voorafgaande aan het EK-2012 een brief verzonden aan diverse debiteuren voorafgaande aan het EK met een tekst die volgens klager, de KBVG, klachtwaardig is. De Kamer is van oordeel dat de gewraakte brief overduidelijk bedoeld was om bij de geadresseerde debiteuren de indruk te wekken – en in vele gevallen ongetwijfeld ook de indruk gewekt heeft – dat zij de EK-wedstrijden niet op hun televisie zouden kunnen volgen, als zij de bij de gerechtsdeurwaarder in behandeling zijnde vordering niet op korte termijn zouden voldoen. Dat is een onjuiste indruk en de gewraakte brief dient als een vorm van oneigenlijke drukuitoefening worden aangemerkt. Om die reden is de EK-beslagcampagne van de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig. Daar komt bij dat de actie en de bedoelde brief getuigen van een slechte smaak welke voor een gerechtsdeurwaarder in zijn ambtsuitoefening niet gepast is. Dat wordt er niet beter op nu de gerechtsdeurwaarder de actie heeft willen rechtvaardigen met de kwalificatie van “een licht creatieve aanpak”. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet23.2013

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder het betreffende exploot niet zonder meer in de brievenbus achter had mogen deponeren. Het pand waarin klaagster is gevestigd onderging een grote verbouwing. De gerechtsdeurwaarder had door een raampje in de deur kunnen constateren dat de trap en het portaal waren bezaaid met kabels en puin. Op grond daarvan had de gerechtsdeurwaarder meer moeten doen dan alleen aanbellen. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De Kamer overweegt dat zelfs al zou de gerechtsdeurwaarder de door klaagster beschreven toestand via het raampje in de voordeur hebben waargenomen, dan nog zou dat voor hem naar het oordeel van de Kamer geen reden hebben hoeven zijn om het afschrift van het exploot daar niet te laten. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW81en316.2012

    De Kamer is van oordeel dat ten aanzien van gerechtsdeurwaarders sub 1 vast staat dat de brieven van klager in eerste instantie niet zijn beantwoord. De klacht is voor wat betreft deze gerechtsdeurwaarders terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd. De klacht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2 acht de Kamer ongegrond. Uit de stukken blijkt dat klager in eerste instantie weliswaar beperkt maar naderhand voldoende is ingelicht over de vorderingen welke bij de gerechtsdeurwaarders in behandeling zijn. Ook is klager inzicht verschaft op welke wijze de gelden worden verdeeld en welke kosten zijn gemaakt. Dat het klager nog steeds niet duidelijk is, doet hieraan niet af.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW977.2012

    Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder hem bewust op een oud adres heeft gedagvaard terwijl bij de gerechtsdeurwaarder de wetenschap bestond dat klager elders woonachtig was. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder voorts dat ondanks uitdrukkelijke verzoeken daartoe hij heeft geweigerd om het proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen, althans uitleg te geven over de door de gerechtsdeurwaarder uitgevoerde ontruiming en niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie. De Kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder door een omissie de verkeerde adresgegevens in de dagvaarding heeft vermeld. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder klager bewust op zijn oude adres heeft gedagvaard. Hoewel niet elke door een gerechtsdeurwaarder gemaakte fout zonder meer aanleiding is voor een tuchtrechtelijke maatregel, geldt dit wel voor de aan de orde zijnde fout waardoor immers in de dagvaarding verkeerde adresgegevens zijn vermeld. Dat heeft er onder meer toe geleid dat klager niet ter zitting is verschenen en bij verstek is veroordeeld. Dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd een proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen is niet vast komen te staan. Wel kan worden vastgesteld dat het proces-verbaal, ondanks vele eerdere verzoeken daartoe, eerst op 6 december 2012 is toegezonden. Dat is niet binnen een redelijke termijn. Vast staat ook dat de brieven van de gemachtigde van klager niet tijdig zijn beantwoord. De klachten worden gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:8 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet753.2012

    Beslissing op verzet. Klager en de gerechtsdeurwaarder hebben zaken met elkaar gedaan. Klager beschuldigt de gerechtsdeurwaarder van bedreigingen en belediging. De door klager gestelde bedreigingen en belediging zijn niet vast komen te staan. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet726.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klaagster zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de procedure niet heeft willen aanhouden om haar gelegenheid te geven de schuld zonder verder kosten af te lossen. Voorts meent zij dat de comparitie van partijen niet correct verlopen is. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De Kamer overweegt dat de door de voorzitter terecht is overwogen dat klaagster in een tuchtprocedure niet kan terugkomen op een overeengekomen schikking. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW396.2012

    De brieven van klager zijn eerst beantwoord na het indienen van de klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft ook erkend dat de brieven niet eerder zijn beantwoord. De klacht is dan ook terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd.