ECLI:NL:TGDKG:2013:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW81en316.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:1
Datum uitspraak: 07-05-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): GDW81en316.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De Kamer is van oordeel dat ten aanzien van gerechtsdeurwaarders sub 1 vast staat dat de brieven van klager in eerste instantie niet zijn beantwoord. De klacht is voor wat betreft deze gerechtsdeurwaarders terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd. De klacht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2 acht de Kamer ongegrond. Uit de stukken blijkt dat klager in eerste instantie weliswaar beperkt maar naderhand voldoende is ingelicht over de vorderingen welke bij de gerechtsdeurwaarders in behandeling zijn. Ook is klager inzicht verschaft op welke wijze de gelden worden verdeeld en welke kosten zijn gemaakt. Dat het klager nog steeds niet duidelijk is, doet hieraan niet af.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 mei 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met nummers 81 en 316.2012 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ]

klager,

tegen:

1. [     ] EN [     ],

gerechtsdeurwaarders te [    ],

beklaagden sub 1,

gemachtigde [     ].

en

2. [     ] en [     ],

(waarnemend) gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden sub 2,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 25 januari 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Die klacht is geregistreerd onder zaaknummer 81.2012.

Bij brief van 6 april 2012 heeft klager een aanvullende klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarders. Die klacht is geregistreerd onder zaaknummer 316.2012.

Beide zaken worden gevoegd behandeld.

Bij brieven van 29 februari 2012 (gerechtsdeurwaarders sub 1) en 22 maart 2012 (gerechtsdeurwaarders sub 2) hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 19 maart 2013 alwaar klager en de gemachtigden van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 mei 2013.

1. De feiten

Ten nadele van klager zijn vonnissen gewezen en dwangbevelen uitgevaardigd. Op grond van deze titels zijn een aantal beslagen gelegd waaronder een beslag onder de werkgever van klager. Tot 1 juli 2010 was het kantoor van de gerechtsdeurwaarders sub1eerste beslaglegger en was op die grond belast met de verdeling van de uit de executie ontvangen gelden. Nadat de vorderingen die in behandeling waren bij deze gerechtsdeurwaarders waren voldaan, is per 1 juli 2010 het kantoor van gerechtsdeurwaarders sub 2 eerste beslaglegger geworden en belast met de verdeling van de gelden.

2. De klacht

Klager heeft diverse brieven naar de gerechtsdeurwaarders verzonden. Klager heeft echter nog steeds geen duidelijk antwoord gekregen op zijn vragen wat er met het geïnde geld is gebeurd en op welke wijze dit over de verschillende in behandeling zijnde dossiers is verdeeld. Gerechtsdeurwaarders sub 1 reageerden helemaal niet. Gerechtsdeurwaarders sub 2 hebben wel gereageerd maar zijn onvoldoende duidelijk geweest in hun reactie. Klager blijft maar betalen en de kosten en de rente lopen verder op.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

3.1 Gerechtsdeurwaarders sub 1 erkennen dat zij niet op de brieven van klager hebben gereageerd. Na onderzoek bleek dat het systeem van de interne procedures betreffende ingekomen post in gearchiveerde dossier niet waterdicht was. Brieven kwamen daardoor niet bij de zaakbehandelaar terecht. De gerechtsdeurwaarders hebben hierop hun procedures aangepast. Klager heeft bij brief van 29 februari 2012 antwoord gekregen op zijn vragen en hem zijn excuses aangeboden.

3.2 Gerechtsdeurwaarders sub 2 voeren aan dat zij na onderzoek hebben moeten vaststellen dat door de betrokken medewerkster die de correspondentie van klager heeft behandeld, te beperkt is ingegaan op de door klager gestelde vragen. Excuses aan klager zijn hier op zijn plaats. Richting deze medewerkster zijn de nodige acties uitgezet en maatregelen genomen. Klager is bij brief van 8 maart 2012 verder inzicht gegeven in de vorderingen, de betalingen en de in rekening gebrachte kosten. Een door klager gemaakt bezwaar tegen de nakosten die in rekening waren gebracht, zijn conform de richtlijn van de Beroepsorganisatie gecrediteerd. De gerechtsdeurwaarders stellen uitdrukkelijk dat de behandeling van de vorderingen en de verdeling van de gelden correct is verlopen.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Het is vaste jurisprudentie van de Kamer dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven binnen een redelijke termijn beantwoordt. Dat is hier niet gebeurd. Ten aanzien van gerechtsdeurwaarders sub 1 staat vast dat de brieven van klager in eerste instantie niet zijn beantwoord. De klacht is voor wat betreft deze gerechtsdeurwaarders terecht voorgesteld.

4.3 De klacht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2 acht de Kamer ongegrond. Uit de stukken blijkt dat klager in eerste instantie weliswaar beperkt maar naderhand voldoende is ingelicht over de vorderingen welke bij de gerechtsdeurwaarders in behandeling zijn. Ook is klager inzicht verschaft op welke wijze de gelden worden verdeeld en welke kosten zijn gemaakt. Dat het klager nog steeds niet duidelijk is, doet hieraan niet af. Een verkeerde opgave van [namen] kan niet aan de gerechtsdeurwaarders worden verweten en bovendien is die vergissing hersteld. Niet is gebleken dat er te veel of onterechte kosten zijn gemaakt. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook niet gebleken.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De klacht tegen gerechtsdeurwaarders sub 1 dient gegrond te worden verklaard. De gerechtsdeurwaarders hebben klager excuses aangeboden en hun procedures aangepast. Omdat het ging om dossiers die al gesloten waren ziet de Kamer daarom af van het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gericht tegen gerechtsdeurwaarders sub 1 gegrond;

-                     laat het opleggen van een maatregel achterwege;

-                     wijst de klacht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2 als zijnde ongegrond af.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 mei 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.