ECLI:NL:TGDKG:2013:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet11.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:26
Datum uitspraak: 09-07-2013
Datum publicatie: 12-07-2013
Zaaknummer(s): GDWverzet11.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   In de oorspronkelijke klacht verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat deze te lang heeft gewacht om haar aan te spreken om de vordering te voldoen en ten onrechte is overgegaan tot het leggen van bankbeslag. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. In verzet voert klaagster aan dat haar postadres (een postbusnummer) bij de gerechtsdeurwaarder bekend was. De gerechtsdeurwaarder heeft met opzet gewacht met de betekening van het arrest zodat er extra kosten in rekening konden worden gebracht. De advocaat van klaagster heeft beloofd de proceskosten te betalen vanwege fouten die door hem zijn gemaakt. De gerechtsdeurwaarder had de advocaat tot betaling van de proceskosten moeten aanschrijven en niet klaagster. Exploten dienen op grond van de wet te worden betekend aan de woonplaats (woning). Betekening van exploten aan een postbusnummer is daarom niet mogelijk. Wat door klaagster is aangevoerd ten aanzien van het handelen van haar advocaat of de advocaat van de woningbouwvereniging kan in de onderhavige tuchtprocedure, die ziet op het handelen van de gerechtsdeurwaarder, geen rol spelen. Niet haar voormalige advocaat is in de proceskosten veroordeeld, maar klaagster zelf. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 18 december 2012 met zaaknummer 902.2012 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 11.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 2 november 2012 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Op 3 december 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 18 december 2012 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 20 december 2012.

Bij brief van 30 december 2012 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 mei 2013 alwaar klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 9 juli 2013.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Klaagster heeft op 18 februari 2010 hoger beroep ingesteld tegen een door de kantonrechter te Amsterdam op 21 januari 2010 ten nadele van haar gewezen vonnis Op 4 oktober 2011 heeft het Gerechtshof [     ] arrest gewezen waarbij het vonnis van de kantonrechter is bekrachtigd en klaagster is veroordeeld in de proceskosten. Op 2 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder het arrest openbaar betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen. Op 24 juli 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder het adres van klaagster achterhaald en haar gesommeerd om de vordering te voldoen. Diezelfde dag heeft klaagster op dit schrijven gereageerd en op 12 en 23 oktober 2012 heeft klaagster bezwaren geuit. De gerechtsdeurwaarder heeft op 1 augustus 2012 en 23 oktober 2012 op de bezwaren gereageerd. Op 25 september 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klaagster bankbeslag gelegd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder te lang heeft gewacht om haar aan te spreken om de vordering te voldoen en ten onrechte is overgegaan tot het leggen van bankbeslag.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat u it het verweerschrift kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder het arrest openbaar heeft betekend, omdat klaagster geen bekende woon- of verblijfplaats had. Het is daarom niet aan de gerechtsdeurwaarder te wijten dat klaagster niet eerder dan 24 juli 2012 is aangeschreven. Het is namelijk aan klaagster om er zorg voor te dragen dat haar woon- of verblijfplaats aan de Gemeentelijke Basisadministratie wordt doorgegeven.

5.2 De voorzitter heeft voorts overwogen dat de gerechtsdeurwaarder op grond van het arrest van 4 oktober 2011 gerechtigd was om ten laste van klaagster bankbeslag te leggen. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gerechtsdeurwaarder dan wel diens opdrachtgever heeft toegezegd dat de tenuitvoerlegging van het vonnis aangehouden zou worden tot het moment dat er uitspraak in de bodemprocedure zou zijn gedaan. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook geen sprake.

5.3 Verder heeft de voorzitter overwogen dat anders dan waar klaagster vanuit gaat, een tuchtprocedure als deze - nog daargelaten de vraag of hiervoor aanleiding zou bestaan - geen ruimte biedt voor een veroordeling tot betaling van een schadevergoeding. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook niet gebleken, aldus de voorzitter.

6. De gronden van het verzet

Klaagster heeft in verzet aangevoerd dat haar postadres (een postbusnummer) bij de gerechtsdeurwaarder bekend was. De gerechtsdeurwaarder heeft met opzet gewacht met de betekening van het arrest zodat er extra kosten in rekening konden worden gebracht. De voorzitter heeft onvoldoende uitleg gegeven waarom de klacht is aangemerkt als zijnde gericht tegen gerechtsdeurwaarder [     ]. Meer aannemelijk is dat een toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk is voor het handelen waarover wordt geklaagd. De advocaat van klaagster heeft beloofd de proceskosten te betalen vanwege fouten die door hem zijn gemaakt. De gerechtsdeurwaarder had de advocaat tot betaling van de proceskosten moeten aanschrijven en niet klaagster.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het dossier van klaagster valt onder de verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder die het arrest heeft betekend en het beslag heeft gelegd is toegevoegd aan de beklaagde gerechtsdeurwaarder. Klaagster heeft onvoldoende aangevoerd waarom de klacht moet worden geacht te zijn gericht tegen de kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Het enkele feit dat de kandidaat de ambtshandelingen heeft verricht is daartoe onvoldoende.

7.2 Dat de advocaat van klaagster en de advocaat van de wederpartij van klaagster de beschikking hadden over haar postbusnummer kan klaagster niet baten. Exploten (in het onderhavige geval het exploot van betekening van een arrest) dienen op grond van de wet te worden betekend aan de woonplaats (woning). Betekening van exploten aan een postbusnummer is daarom niet mogelijk. Wat door klaagster is aangevoerd ten aanzien van het handelen van haar advocaat of de advocaat van de woningbouwvereniging kan in de onderhavige tuchtprocedure, die ziet op het handelen van de gerechtsdeurwaarder, geen rol spelen. Niet haar voormalige advocaat is in de proceskosten veroordeeld, maar klaagster zelf.

7.3 De door klaagster in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer daarom geen nieuw licht op de klacht waarop door de voorzitter is beslist. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist, zodat het verzet, ongegrond dient te worden verklaard.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.