ECLI:NL:TGDKG:2013:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW8.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:25
Datum uitspraak: 09-07-2013
Datum publicatie: 12-07-2013
Zaaknummer(s): GDW8.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op zijn voorstel tot afbetaling heeft gereageerd, hij meer dan het verschuldigde heeft voldaan en ten onrechte met extra kosten is belast. De gerechtsdeurwaarder heeft klager medegedeeld dat zijn opdrachtgever niet akkoord ging met het door klager gedane voorstel. Omdat een betalingsregeling slechts kan worden afgesloten met instemming van de schuldeiser, dient deze klacht ongegrond te worden verklaard. Niet is gebleken dat klager teveel heeft voldaan. De gerechtsdeurwaarder heeft klager gespecificeerd uitleg gegeven welke bedragen door klager aan de opdrachtgever dan wel aan de gerechtsdeurwaarder zijn voldaan. Klager heeft zijn zienswijze gegeven op dat overzicht. De gerechtsdeurwaarder heeft klager daarop verzocht betaalbewijzen over te leggen van de beweerdelijk door hem betaalde bedragen. Dat heeft klager niet gedaan. Dat klager ten onrechte met extra kosten is belast is evenmin gebleken. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechts-deurwaarderswet inzake de klacht met nummer 8.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 23 december 2012, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 28 januari 2013, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 mei 2013 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 9 juli 2013.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  1. Op 21 mei 2012 is een vonnis ten nadele van klager gewezen.
  2. Bij brief van 6 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder opgave gedaan van hetgeen klager op grond van het vonnis zou moeten voldoen en heeft hij klager namens zijn opdrachtgever een betalingsregeling aangeboden van

    € 300,00 per maand.

  3. Op 10 juni 2012 heeft klager de gerechtsdeurwaarder per email bericht dat hij niet in staat is een aflossing van € 300,00 per maand te voldoen.
  4. Op 11 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder klager verzocht een voorstel te doen welk bedrag hij wel maandelijks kan betalen.
  5. Op 12 juni 2012 heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld in staat te zijn een bedrag ad € 75,00 per maand te voldoen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager dezelfde dag geantwoord dat de opdrachtgever niet met zijn voorstel akkoord kan gaan omdat de vordering binnen 6 maanden dient te zijn voldaan. Klager heeft diezelfde dag laten weten dat het voor hem niet mogelijk is binnen 6 maanden de vordering te kunnen voldoen.
  6. Op 13 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.
  7. Nadat klager op 14 juni 2012 een bedrag ad € 300,00 had voldaan heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 18 juni 2012 medegedeeld dat akkoord werd gegaan met een betalingsregeling ad € 300,00 per maand.
  8. Bij brief van 30 oktober 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder klager opgave gedaan van het per die dag verschuldigde bedrag.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:

a: de gerechtsdeurwaarder niet op zijn voorstel als gedaan per email van 12 juni 2012 heeft gereageerd;

b: hij meer dan het verschuldigde heeft voldaan;

c: hij ten onrechte met extra kosten is belast.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in voormelde zin oplevert.

4.2 Klachten kunnen slechts worden ingediend tegen gerechtsdeurwaarders. De klacht is gericht tegen het kantoor van [     ] te [     ] terwijl het dossier volgens klager en de gerechtsdeurwaarder in behandeling is op het kantoor te [     ]. Nu uit niets blijkt dat een aan het kantoor te [     ] verbonden gerechtsdeurwaarder een handeling in het dossier van klager heeft verricht, wordt de aan het kantoor te [     ]verbonden gerechtsdeurwaarder [     ] aangemerkt als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beschikking al rekening gehouden.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft in reactie op het afbetalingsvoorstel van klager bij email van 12 juni 2012 medegedeeld dat zijn opdrachtgever niet akkoord ging met het door klager gedane voorstel (productie 5 verweer gerechtsdeurwaarder). Omdat een betalingsregeling slechts kan worden afgesloten met instemming van de schuldeiser, dient klachtonderdeel 2 a ongegrond te worden verklaard.

4.4 Dat geldt ook voor klachtonderdeel 2.b. Niet is gebleken dat klager teveel heeft voldaan. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn brief van 30 oktober 2012 gespecificeerd uitleg gegeven welke bedragen door klager aan de opdrachtgever dan wel aan de gerechtsdeurwaarder zijn voldaan. Bij brief van 19 november 2012 heeft klager zijn zienswijze gegeven op dat overzicht. De gerechtsdeurwaarder heeft klager daarop bij brief van 5 december 2012 verzocht betaalbewijzen over te leggen van de beweerdelijk door hem betaalde bedragen. Dat heeft klager niet gedaan. Op grond hiervan kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

4.5 Dat klager ten onrechte met extra kosten is belast is evenmin gebleken. De gerechtsdeurwaarder is tot betekening van het vonnis overgegaan nadat klager zelf had medegedeeld niet aan de voorgestelde afbetalingsregeling te kunnen of willen voldoen. Naar het oordeel van de Kamer kan het de gerechtsdeurwaarder dan ook niet worden verweten dat hij het vonnis heeft betekend. Ook dit klachtonderdeel faalt.

4.6 In zijn brief aan klager van 6 juni 2012 meldt de gerechtsdeurwaarder dat ook bij het tot stand komen van een betalingsregeling het vonnis zal worden betekend. Een dergelijke gang van zaken acht de Kamer ongewenst omdat dan sprake is van het maken van onnodige kosten. In de onderhavige zaak doet deze laatste situatie zich niet voor omdat het vonnis is betekend op een datum dat er nog geen regeling tot stand was gekomen.

4.7 Nu geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klachten ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2013, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.