ECLI:NL:TGDKG:2013:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW977.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:12
Datum uitspraak: 28-05-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): GDW977.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder hem bewust op een oud adres heeft gedagvaard terwijl bij de gerechtsdeurwaarder de wetenschap bestond dat klager elders woonachtig was. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder voorts dat ondanks uitdrukkelijke verzoeken daartoe hij heeft geweigerd om het proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen, althans uitleg te geven over de door de gerechtsdeurwaarder uitgevoerde ontruiming en niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie. De Kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder door een omissie de verkeerde adresgegevens in de dagvaarding heeft vermeld. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder klager bewust op zijn oude adres heeft gedagvaard. Hoewel niet elke door een gerechtsdeurwaarder gemaakte fout zonder meer aanleiding is voor een tuchtrechtelijke maatregel, geldt dit wel voor de aan de orde zijnde fout waardoor immers in de dagvaarding verkeerde adresgegevens zijn vermeld. Dat heeft er onder meer toe geleid dat klager niet ter zitting is verschenen en bij verstek is veroordeeld. Dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd een proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen is niet vast komen te staan. Wel kan worden vastgesteld dat het proces-verbaal, ondanks vele eerdere verzoeken daartoe, eerst op 6 december 2012 is toegezonden. Dat is niet binnen een redelijke termijn. Vast staat ook dat de brieven van de gemachtigde van klager niet tijdig zijn beantwoord. De klachten worden gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 mei 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 977.2012 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 4 december 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 17 januari 2013, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij email van 28 maart 2013 heeft klager medegedeeld niet ter zitting te kunnen verschijnen en de mailwisseling tussen hem en de gerechtsdeurwaarder overgelegd.

De klacht is behandeld ter zitting van 16 april 2013 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 28 mei 2013.

1. De feiten

  1. Op 21 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder in het kader van een opdracht tot het uitbrengen van een dagvaarding het adres van klager geverifieerd bij de GBA. Volgens de gegevens stond klager sinds 28 februari 2012 ingeschreven op een (post)adres in [     ].
  2. Ondanks de verificatie van de adresgegevens heeft de gerechtsdeurwaarder klager bij exploot van 27 juni 2012 gedagvaard op een (oud) adres in [     ].
  3. Voor de betekening van het op 11 juli 2012 gewezen verstekvonnis, waarbij klager is veroordeeld tot ontruiming van een garagebox, is het juiste postadres van klager gebruikt.
  4. Op 29 augustus 2012 is de garagebox ontruimd.
  5. Ondanks schriftelijke verzoeken daartoe van 18 september, 17 oktober en    27 november 2012, is het van de ontruiming opgemaakte proces-verbaal pas op 6 december 2012 aan klager toegezonden.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:

a. klager bewust op een oud adres heeft gedagvaard terwijl bij de gerechtsdeurwaarder de wetenschap bestond dat klager elders woonachtig was;

b. ondanks uitdrukkelijke verzoeken daartoe heeft geweigerd om het proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen, althans uitleg te geven over de door de gerechtsdeurwaarder uitgevoerde ontruiming;

c. niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht deels erkend en deels gemotiveerd bestreden. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.3 De gerechtsdeurwaarder erkent dat weliswaar de Gemeentelijke Basis Administratie is gecontroleerd voordat de dagvaarding werd uitgebracht maar dat door een omissie de verkeerde adresgegevens in de dagvaarding zijn vermeld. Uit hetgeen door klager en de gerechtsdeurwaarder is aangevoerd, is onvoldoende aannemelijk geworden dat de gerechtsdeurwaarder klager bewust op zijn oude adres heeft gedagvaard. Hoewel niet elke door een gerechtsdeurwaarder gemaakte fout zonder meer aanleiding is voor een tuchtrechtelijke maatregel, geldt dit wel voor de aan de orde zijnde fout waardoor immers in de dagvaarding verkeerde adresgegevens zijn vermeld. Dat heeft er onder meer toe geleid dat klager niet ter zitting is verschenen en bij verstek is veroordeeld. De Kamer hecht er nogmaals aan te benadrukken dat de gerechtsdeurwaarder erop dient toe te zien dat juist de essentiƫle onderdelen van een dagvaarding, waaronder de adresgegevens, goed zijn vermeld. Het is aan de gerechtsdeurwaarder om de door hem uit te reiken exploten te controleren. Klachtonderdeel 2 a. dient dan ook gegrond te worden verklaard.

4. 3 Dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd een proces-verbaal van ontruiming ter hand te stellen is niet aannemelijk geworden. Wel kan worden vastgesteld dat het proces-verbaal, ondanks vele eerdere verzoeken daartoe, eerst op 6 december 2012 is toegezonden. Ook klachtonderdeel 2 b. dient daarom gegrond te worden verklaard.

4.4 Het is vaste rechtspraak van de Kamer dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven binnen een redelijke termijn beantwoordt. Dat is hier niet gebeurd. Vast staat dat de brieven van de gemachtigde van klager niet tijdig zijn beantwoord. Ook dit klachtonderdeel is terecht voorgesteld.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. Alle omstandigheden bij elkaar genomen acht de Kamer termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder na te melden maatregel op te leggen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht in al zijn onderdelen gegrond;

-                     legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.