ECLI:NL:TGDKG:2013:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet859.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:47
Datum uitspraak: 30-07-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet859.2012
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt gegrond verklaard.De klacht ziet op de afspraak dat de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten strijdig zijn met de gemaakte afspraak dat aan klaagster slechts 5% aan afwikkelingskosten in rekening zouden worden gebracht en dat de gerechtsdeurwaarder desgevraagd geen sluitende uitleg heeft verschaft. Uit het dossier blijkt dat klaagster het bepaalde in het vonnis niet terugvond in de afrekening van de gerechtsdeurwaarder en dat klaagster hierover meermalen opheldering heeft verzocht. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop wel gereageerd, maar de gestelde vragen zijn, zoals de gerechtsdeurwaarder ook heeft erkend ter zitting, niet voldoende beantwoord. Klacht gegrond geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 

Beslissing van 30 juli 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 9 oktober 2012 met nummer 636.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 859.2012 ingesteld door:

[     ],

gevestigd en kantoorhoudende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

gemachtigde [     ],

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 15 oktober 2012 aan klager verzonden.

Op 18 oktober 2012 is het tegen de beslissing van de voorzitter gerichte verzetschrift bij de Kamer ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 juni 2013. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter weergegeven feiten aangezien het verzet hiertegen niet is gericht.

4. De gronden van het verzet

Klaagster herhaalt in verzet dat de gerechtsdeurwaarder teveel afwikkelingskosten in rekening brengt.

5. De inleidende klacht

De voorzitter heeft de inleidende klacht als volgt – samengevat – dat:

‘Klager beklaagt zich er samengevat en in hoofdzaak over dat hij een afrekening van de gerechtsdeurwaarder heeft ontvangen waarmee hij het niet eens is. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder teveel heeft ingehouden en dat hij in strijd handelt met zijn algemene voorwaarden. Klager heeft geen onderbouwing ontvangen van de gemaakte kosten en de rente die voor hem controleerbaar is. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder naast de 5% afwikkelingskosten geen salaris in rekening kan brengen. Klager verzoekt de Kamer de gerechtsdeurwaarder te dwingen een door hem controleerbare afrekening te sturen conform de door hem met de gerechtsdeurwaarder gemaakte afspraken.’

6. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen:

‘4.2 Klager verschilt met de gerechtsdeurwaarder van mening over de uitleg van de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde algemene voorwaarden en de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten. Behoudens evidente onjuistheden, waarvan hier op geen enkele wijze is gebleken, is voor de tuchtrechter geen taak weggelegd bij de beoordeling van een dergelijk geschil. In het tuchtrecht dient te worden beoordeeld of de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Dat is hier niet het geval. Uit de brief van 7 oktober 2011 blijkt dat, anders dan klager meent, de opdracht door de gerechtsdeurwaarder is aanvaard onder toepassing van zijn algemene voorwaarden. De enige afwijkende afspraak die met klager is gemaakt is dat de afwikkelingskosten zijn beperkt tot 5% van het geïncasseerde bedrag. Het door de gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt dat de rechter salaris toekent wegens het verrichten van proceshandelingen, is juist. Het salaris gemachtigde staat dan ook los van het in rekening brengen van afwikkelingskosten.’

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1       Op grond van het wat hierna wordt overwogen is de Kamer van oordeel dat de beslissing van de voorzitter niet in stand kan blijven.

7.2       De Kamer begrijpt dat de klacht voornamelijk ziet op de afspraak dat de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten strijdig zijn met de gemaakte afspraak dat aan klaagster slechts 5% aan afwikkelingskosten in rekening zouden worden gebracht en dat de gerechtsdeurwaarder desgevraagd geen sluitende uitleg heeft verschaft.

7.3       Vast staat dat klaagster door de kantonrechter in het gelijk is gesteld en dat de wederpartij is veroordeeld tot vergoeding van het salaris van de gemachtigde. De kantonrechter heeft in het vonnis van 26 april 2012 ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten overwogen: ‘… dat de buitengerechtelijke incassokosten niet voor toewijzing in aanmerking komen nu slechts is gebleken van buitengerechtelijke werkzaamheden van beperkte aard en omvang die niet meer hebben omvat dan enkele herhaalde aanmaningen.’

7.4       Uit het dossier blijkt dat klaagster het bepaalde in het vonnis niet terugvond in de afrekening van de gerechtsdeurwaarder en dat klaagster hierover meermalen opheldering heeft verzocht. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop wel gereageerd, maar de gestelde vragen zijn, zoals de gerechtsdeurwaarder ook heeft erkend ter zitting, niet voldoende beantwoord. Dat had zeker in dit geval waar het een incidentele opdrachtgever betrof, wel gemoeten.

7.5       Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder dusdoende klachtwaardig heeft gehandeld, zodat de klacht gegrond zal worden verklaard. Voor het opleggen van een maatregel ziet de Kamer geen aanleiding.

8.         Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn ,  leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juli 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing  hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.