ECLI:NL:TGDKG:2013:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW396.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:2
Datum uitspraak: 07-05-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): GDW396.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De brieven van klager zijn eerst beantwoord na het indienen van de klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft ook erkend dat de brieven niet eerder zijn beantwoord. De klacht is dan ook terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 mei 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 396.2012 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 7 mei 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 12 juni (lees: juli) 2012 heeft klager aanvullende informatie verstrekt.

Bij brief van 13 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 19 maart 2013 alwaar klager en zijn gemachtigde en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 7 mei 2013.

1. De feiten

  1. Op 6 januari 2006 is een verstekvonnis ten laste van klager gewezen.
  2. Het dossier was in behandeling bij een collega van de gerechtsdeurwaarder die het vonnis op 9 februari 2006 aan klager heeft betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.
  3. Nadat het dossier door de collega van de gerechtsdeurwaarder was gesloten is het dossier op verzoek van de opdrachtgever in juli 2009 door de gerechtsdeurwaarder heropend. Dit is bij brief van 30 juli 2009 aan klager kenbaar gemaakt.
  4. Na een aantal brieven aan klager te hebben verzonden heeft de gerechtsdeurwaarder op 27 november 2010 beslag ten laste van klager gelegd.
  5. Bij brief van 15 november 2011 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht de vordering op te heffen.
  6. Bij brieven van 20 januari 2012 en 13 maart 2012 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om op zijn brief van 15 november 2011 te reageren.
  1. Op 13 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder inhoudelijk op de brieven van klager gereageerd.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op zijn brieven heeft gereageerd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend niet op de brieven van klager te hebben gereageerd. De oorzaak daarvan is gelegen in interne omissies. De gerechtsdeurwaarder is zich ervan bewust dat dit niet had mogen gebeuren en heeft zijn dossierbehandeling aangepast.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De klacht is gericht tegen het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] te [     ]. De aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder [     ] wordt als beklaagde gerechtsdeurwaarder aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beslissing al rekening gehouden.

4.3 Het is vaste rechtspraak van de Kamer dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven binnen een redelijke termijn beantwoordt. Vast staat dat de brieven van klager eerst zijn beantwoord na het indienen van de klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft ook erkend dat de brieven niet eerder zijn beantwoord. De klacht is dan ook terecht voorgesteld.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De gerechtsdeurwaarder is zich ervan bewust dat dit niet had mogen gebeuren en heeft zijn dossierbehandeling aangepast. De Kamer ziet daarom af van het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. E.C.Smits, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 mei 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.