ECLI:NL:TGDKG:2013:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 656.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:30
Datum uitspraak: 12-03-2013
Datum publicatie: 19-07-2013
Zaaknummer(s): 656.2012
Onderwerp: Beroepsorganisatie
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Klacht gegrond. Berisping. Niet tijdige indiening van de jaarstukken. Omdat het de tweede keer is dat om deze reden een gegronde klacht tegen de gerechtsdeurwaarder is ingediend, wordt een maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 12 maart 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 656.2012 van:

BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT,

gevestigd te Utrecht,

klager,

gemachtigden: […].

en […],

tegen

[…],

gerechtsdeurwaarder te […],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met een bijlage ingekomen op 27 juli 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 25 oktober 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder verweer gevoerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 januari 2013. Namens klager is verschenen

[…]. De gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 12 maart 2013.

1. De feiten

Ingevolge artikel 17 lid 1 jo. artikel 31 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet heeft de gerechtsdeurwaarder de verplichting om binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de stukken over het voorafgaande boekjaar op te stellen en aanstonds na het verstrijken van deze termijn in te dienen bij klager. Bij brief van 9 juli 2012 heeft klager de gerechtsdeurwaarder geconfronteerd met zijn constatering dat per 6 juli 2012 de privé vermogensopstelling over 2011 van de gerechtsdeurwaarder niet was ontvangen.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat hij niet heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting doordat hij de privé vermogensopstelling over 2011 niet tijdig heeft ingediend. Als gevolg daarvan heeft de gerechtsdeurwaarder een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de gerechtsdeurwaarderspraktijk belemmerd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Als gerechtsdeurwaarder in loondienst ervaart hij het volgens zijn zeggen als problematisch dat hij zijn privé vermogensopstelling moet opstellen, terwijl hij van zijn directeur geen inzage krijgt in de boekhouding en de bewaarpositie van het bedrijf. Hij heeft ter zitting alsnog stukken  aan klager overgelegd.   

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Klacht is niet weersproken. De Kamer acht deze gegrond. Klager heeft niet voldaan aan zijn wettelijke verplichting. Gelet op het feit dat het de tweede keer is dat tegen de gerechtsdeurwaarder om deze reden een gegronde klacht is ingediend, ziet de Kamer aanleiding tot het opleggen van na te noemen maatregel.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A. Sissing A.M. Maas (leden) en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.