ECLI:NL:TGDKG:2013:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet924.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:51
Datum uitspraak: 20-08-2013
Datum publicatie: 31-01-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet924.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 augustus 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet  inzake de beslissing van de voorzitter van 23 oktober 2012 met nummer 514.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 924.2012 ingesteld door:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 30 oktober 2012 aan klagers toegezonden. Op 13 november 2012 hebben klagers tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 april 2013, alwaar klagers en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om aanvullend schriftelijk te reageren. De gerechtsdeurwaarder heeft klagers op 19 april 2013 een specificatie gezonden. Klagers hebben bij brief met producties ingekomen op 14 mei 2013 gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief met producties ingekomen op 26 juni 2013 gereageerd op de nadere reactie van klaagsters. De uitspraak is nader bepaald op 20 augustus 2013.

2. De feiten

a)      Wegens huurachterstand zijn klagers bij vonnis van 7 maart 2010 tot betaling veroordeeld. Dit vonnis is ter executie aan de gerechtsdeurwaarder uit handen gegeven.

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 25 oktober 2010 ten laste van klager loonbeslag onder zijn werkgever, de gemeente [     ], gelegd. De zaak is bij de gerechtsdeurwaarder geregistreerd onder nummer 09090365.

c)      Op 7 september 2010 is een klacht van klagers tegen de gerechtsdeurwaarder door de voorzitter van deze Kamer kennelijk ongegrond verklaard (zaaknummer 417.2010). Tegen die beschikking is door klagers geen verzet ingesteld. In die klacht hebben klagers de gerechtsdeurwaarder verweten dat hij het vonnis voor te hoge bedragen heeft geëxecuteerd en dat hij in een te vroeg stadium tot het leggen van loonbeslag is overgegaan, terwijl klagers nog een betalingsvoorstel hadden gedaan. Voorts verweten klagers de gerechtsdeurwaarder dat hij een verkeerde beslagvrije voet had bepaald.

d)     Begin mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verdeelverzoek ontvangen van collega, gerechtsdeurwaarder [     ].

e)      In de maanden mei en juni 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder nog drie verdeelverzoeken van collega’s ontvangen.

f)       In de maand juni 2011 zijn de afdrachten van de werkgever gestopt,  kennelijk omdat men in de veronderstelling verkeerde dat de schuld was afgelost.

g)      Op 9 juni 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder klagers werkgever verzocht om opnieuw af te dragen, omdat nog een bedrag van € 240,36 verschuldigd was.

h)      Vanaf juli 2011 zijn weer afdrachten ontvangen.

i)        In september 2011 is een nieuw dossier aangelegd aangezien een nieuwe huurachterstand was ontstaan van € 1.171,46 te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten van € 178,50. Bij de gerechtsdeurwaarder is deze tweede schuld geregistreerd onder nummer 11090653.

j)        Bij brief van 14 oktober 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klagers een regeling voorgesteld voor beide zaken. In het oude dossier stond nog € 240,99 open, in totaal ging het om een bedrag van € 1.590,95. Het voorstel hield dat naast betaling van de lopende huur, aflossing met € 150,00 per maand zou geschieden vanaf 1 november 2011. De aflossing zou eerst worden aangewend om de oude schuld af te betalen. Het loonbeslag werd niet opgeheven. Na afbetaling van de oude schuld zou de tweede beslaglegger voor de verdere verdeling van afdrachten zorgdragen.

k)      Op 4 november 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een specificatie verstrekt van de schuld in dossier 09090365. Het openstaande saldo bedroeg op dat moment € 89,40, rekening houdend met de eerste aflossing van € 150,00. De gerechtsdeurwaarder heeft aangekondigd dat na ontvangst van de tweede aflossing, het oude dossier zou worden gesloten. Tevens is een specificatie gegeven van de openstaande bedragen in de drie verdeeldossiers.

3. De oorspronkelijke klacht

3.1 Blijkens specificaties bij de brief van 4 november 2011 van de gerechtsdeurwaarder zou hij een bedrag van € 168,20 hebben afgedragen ten behoeve van een schuld die in behandeling was bij gerechtsdeurwaarder [     ]. Navraag bij deze gerechtsdeurwaarders heeft klagers echter geleerd dat dit niet klopt en dat de gerechtsdeurwaarder dit bedrag niet aan hem heeft afgedragen. De gerechtsdeurwaarder heeft dit bedrag ten onrechte ook niet in het dossier met nummer 09090365 afgeboekt. Dit dient alsnog te gebeuren. Tevens zijn in dit dossier te veel kosten in rekening gebracht, namelijk een bedrag van € 72,40 aan verdeelkosten, € 100,00 aan nasalaris en te veel rente.

3.2 Bij de tweede schuld is € 150,00 te veel betaald. Klagers waren € 660,78 verschuldigd en hebben € 810,78 betaald.

3.4 Tot slot is geweigerd om specificaties te geven, ondanks verzoeken daartoe.

4. Het oorspronkelijke verweer

4.1 Klagers hebben diverse malen specificaties gekregen. Het is derhalve niet juist dat zij geen inzage in de omvang van de vorderingen hebben gekregen.

4.2 Het bedrag van € 168,20 is inderdaad niet aan gerechtsdeurwaarder [     ] afgedragen. Dit bedrag is in de maand mei 2011 in mindering geboekt op het dossier met nummer 09090365. [     ] had verzuimd om door te geven dat klagers hun schuld bij hem al hadden afbetaald.

4.3 Er zijn niet te veel kosten in rekening gebracht.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft beslist dat het onderdeel van de klacht, dat het vonnis voor te hoge bedragen is geëxecuteerd, kennelijk niet-ontvankelijk is. Het klachtonderdeel met betrekking tot de weigering om inzage in dossiers te verschaffen, is kennelijk ongegrond verklaard.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in hun verzet kunnen worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers aangevoerd dat de beslissing van de voorzitter niet juist is, omdat de gerechtsdeurwaarder wel degelijk inzake beide vorderingen te veel geld heeft geïncasseerd. Dat betreft een bedrag van € 176,44 in dossier 09090365 en

€ 150,00 in het tweede dossier.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd betwist dat hij te veel bedragen heeft geïncasseerd onder verwijzing naar zijn specificaties.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

9.2 Wel had de voorzitter in zijn beslissing wat meer op alle afzonderlijke klachtonderdelen moeten ingaan. De voorzitter heeft niet onderscheiden dat een deel van de klacht ook betrekking had op de tweede schuld, waar de eerste klacht geen betrekking op had. Dat deel van de klacht was dus wel ontvankelijk.

9.3 Dit leidt echter niet tot gegrondverklaring van het verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft uitgebreid en gemotiveerd verweer gevoerd. Alle voor deze zaak relevante stukken zijn overgelegd alsmede duidelijke specificaties, waaruit niet kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder fouten heeft gemaakt. Tegenover dat verweer zijn de enkele stellingen van klagers niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen.

9.4  Naar aanleiding van de zeer gedetailleerde specificatie van 19 april 2013 hebben klagers aangevoerd, dat de verdeelkosten met € 175,30 zijn verhoogd in het dossier met nummer 09090365 om het kloppend te maken. De gerechtsdeurwaarder heeft daartegen aangevoerd dat het in de brief van 4 november 2011 genoemde bedrag van € 72,40 aan verdeelkosten, uitsluitend de verdeelkosten in dat dossier betreft. De totale verdeelkosten waren inderdaad € 175,30 hoger. Dat betrof de verdeelkosten ter zake van de dossiers van de vorderingen van de andere drie gerechtsdeurwaarders. De Kamer ziet hierin geen onregelmatigheden.

9.5. Klagers hebben voorts aangevoerd dat in het tweede dossier ten onrechte

€ 178,50 aan incassokosten is gerekend. De juistheid van die stelling is de Kamer echter niet gebleken.

 10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. A. Sissing en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 augustus 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.