ECLI:NL:TGDKG:2013:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet957.2012

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2013:17
Datum uitspraak: 28-05-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): GDWverzet957.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een notariële akte ten uitvoer tracht te leggen. Nu de besloten vennootschap failliet is verklaard en de curator niet kenbaar heeft gemaakt de onderhavige klachtprocedure te willen voortzetten kan niet meer worden vastgesteld welke eigen belangen klaagster nog heeft om als belanghebbende in de tuchtprocedure te kunnen worden aangemerkt. Evenmin kan de gemachtigde van klaagster de tuchtprocedure op zijn naam voortzetten. Gelet op de feiten richten de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de besloten vennootschap en niet tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap in persoon. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 mei 2013 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 13 november 2012 met zaaknummer 736.2012 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 957.2012 ingesteld door:

[     ],

gevestigd en kantoorhoudende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 5 september 2012 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 9 oktober 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Op 13 november 2012 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij brief van 14 november 2012 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 27 november 2012 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij brief van 12 april 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een beschikking van de rechtbank [     ] d.d. 21 februari 2013 overgelegd.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 16 april 2013 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 28 mei 2013.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Op 9 augustus 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een grosse van een notariële akte aan klaagster betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

Op 14 augustus 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klaagster executoriaal beslag gelegd. Met ingang van 22 maart 2013 is klaagster in staat van faillissement verklaard.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een notariële akte ten uitvoer tracht te leggen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat d e onderhavige klacht betrekking heeft op de executie van een titel, waarover deze Kamer niet kan oordelen. Executiegeschillen dienen aan de voorzieningenrechter in kort geding te worden voorgelegd. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook geen sprake, aldus de voorzitter.

6. De gronden van het verzet

Klaagster heeft in verzet aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder in zijn verweer op de inleidende klacht verwijst naar een proces-verbaal van 26 mei 2011 van een zitting bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. In dat proces-verbaal is gerelateerd hetgeen betrokken partijen ter zitting zijn overeengekomen, onder meer dat alle geschillen die tussen partijen ontstaan over de uitleg en/of uitvoering van de overeenkomst worden beslist door een bindend adviseur. De notariële akte had daarom niet ten uitvoer mogen worden gelegd.

7. De ontvankelijkheid van het verzet

In verzet heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder de vraag opgeworpen of klaagster wel in haar verzet kan worden ontvangen. Klaagster is op 22 maart 2013 failliet verklaard en niet valt in te zien welk belang klaagster nog bij het door haar ingestelde verzet heeft.

8. De beoordeling van de ontvankelijkheid in verzet

8.1 Op grond van een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 13 maart 2008 ( LJN: BC7801 ) moet een klager voldoende eigen belangen hebben om als belanghebbende te kunnen worden aangemerkt en als klager te kunnen worden ontvangen in de tuchtprocedure.

8.2 De Kamer is van oordeel dat nu de besloten vennootschap failliet is verklaard en de curator niet kenbaar heeft gemaakt de onderhavige klachtprocedure te willen voortzetten niet meer kan worden vastgesteld welke eigen belangen klaagster nog heeft om als belanghebbende in de tuchtprocedure te kunnen worden aangemerkt. Evenmin kan de gemachtigde van klaagster de tuchtprocedure op zijn naam voortzetten. Gelet op de feiten richten de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de besloten vennootschap en niet tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap in persoon.

9. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde verzet.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en

M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.