Zoekresultaten 4151-4200 van de 4546 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-312/DB/LI

    Klacht over de eigen advocaat. Het stond verweerster vrij zich terug te trekken. Verweerster heeft daarbij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen. Het lag op verweersters weg om duidelijk te communiceren en schriftelijk vast te leggen dat zij de schuldeisers van klaagster nog niet had aangeschreven. Niet gebleken dat verweerster onvoldoende kennis had, haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden of haar dossiers niet op orde had. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-356/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft verzuimd om van het door haar ontvangen verzoekschrift direct een afschrift naar klager (haar cliënt) te sturen. Waarschuwing. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716474 / DW RK 22/151 LvB/WdJ

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Geldboete van € 250,- opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brief van 12 augustus 2020 aan klaagster te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Verder zijn de kosten van het sommatie-exploot ten onrechte aan klaagster doorberekend. Niet gebleken is dat sprake is van een consumentenkoop, zodat een veertiendagen brief zou moeten worden verzonden. Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de Brp te verifiëren alvorens het exploot te betekenen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1826

    Klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de opdracht gekregen om een medisch advies uit te brengen over de vraag of er causaal verband bestaat tussen de klachten en de beperkingen van klaagster en de werkvloer. De verzekeringsarts heeft in zijn rapport geconcludeerd dat hij voor een volledige en zorgvuldige beeld- en besluitvorming meer informatie nodig heeft. Volgens klaagster is het advies frauduleus en had de verzekeringsarts voldoende informatie. Ook verwijt zij de verzekeringsarts dat hij heeft nagelaten om het medisch advies uit te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klaagster is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:219 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-428/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft in een conflict tussen twee bedrijven meermalen mededelingen aan de rechter gedaan over de inhoud van schikkingshandelingen, waarmee zij Gedragsregel 27 heeft overtreden, ook nadat klager haar daarop had gewezen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:120 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-294/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klager verwijt verweerder dat hij zich in de randnummers 4 en 7 van het verweerschrift van 21 september 2022 onnodig grievend over klager heeft uitgelaten en feitelijke informatie heeft verstrekt waarvan hij wist of kon weten dat die onjuist was. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de in de randnummers 4 en 7 geponeerde stellingen gegriefd is en gelet op het van toepassing zijnde toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719202 / DW RK 22/242 LvB/WdJ

    Klacht ongegrond. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren en het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager achter te laten. Onheuse bejegening is niet nader onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-445/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster met de in de randnummers 7 en 9 van het verzoekschrift d.d. 11 september 2020 geponeerde stellingen en gebezigde bewoordingen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de in de randnummers 7 en 9 geponeerde stellingen gegriefd is en gelet op het van toepassing zijnde toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:220 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-516/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft haar cliënte bij de Geschillencommissie Zorg onzorgvuldig en in strijd met de aan haar te stellen zorgvuldigheidseisen gehandeld. Het intern overdragen van de zaak doet er niet aan af dat verweerster verantwoordelijk was voor de zaak van klager. Verweerster heeft de zaak ook niet voldoende onderbouwd. Het indienen van enorme hoeveelheden producties, zonder leeswijzer en door op een aantal punten te verwijzen naar producties is daarvoor niet voldoende. Met haar opstelling door geen bespreking in te willen plannen, is verweerster voorbijgegaan aan de belangen van haar cliënt. Dat zij klager op toevoegingsbasis bijstond en dus efficiënt met haar tijd om moest gaan, vormt daar geen rechtvaardiging voor. Verweerder heeft klager bovendien onjuist geïnformeerd over de mogelijkheid om nadere stukken in te dienen. Schorsing van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:122 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-448/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door namens zijn cliënte het standpunt in te nemen dat deze niet gehouden was tot restitutie van het door klager betaalde bedrag van € 2.591,38 en door daarnaast in zijn brief d.d. 25 januari 2023 oneigenlijke druk uit te oefenen op klager door de betaling van het bedrag van € 1.993,- afhankelijk te stellen van een verklaring van klager dat deze tegen finale kwijting genoegen nam met dit bedrag en afstand deed van de aanspraak op restitutie van het bedrag van € 2.591,38. Verweerder heeft desgevraagd ter zitting van de raad geweigerd toe te lichten waarom het door hem verwoorde standpunt in zijn visie een pleitbaar standpunt was en heeft zich aldus kennelijk niet willen verantwoorden voor zijn optreden. Door een standpunt in te nemen, waarvan niet is gebleken dat het een pleitbaar standpunt was, en zich voor zijn optreden niet te willen verantwoorden, heeft verweerder naar het oordeel van de raad de kernwaarde integriteit geschonden. De raad acht in dezen de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-605/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732187 / DW RK 23/117 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft niet de gevraagde stukken overgelegd en zijn financiële situatie onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:123 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-962/DB/LI

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-790/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733829 / DW RK 23/162 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde kostenspecificatie blijkt niet er te hoge kosten zijn berekend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-148/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-983/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster voldoende met haar cliënt gecommuniceerd over haar plotselinge afwezigheid. De raad is van oordeel dat wanneer een advocaat gaandeweg tot het oordeel komt dat een andere insteek noodzakelijk is, het onvermijdelijk is deze koers te kiezen in weerwil van de inhoud van de opdrachtbevestiging. Hier wreekt zich wel dat verweerster haar eerst nogal algemene opdrachtbevestiging op verzoek van klager heeft herschreven tot een wel heel specifieke opdrachtbevestiging. Het had de voorkeur verdiend indien verweerster het doel van klager had verwoord, in plaats van een juridische route die zij nog niet goed doordacht had. Dat het gewijzigd inzicht eerst na zeven maanden is gekomen, verdient ook geen schoonheidsprijs. Dit is echter geen onderdeel van de klacht. Dat klager met de gewijzigde koers niet heeft willen instemmen, zoals hij aan verweerster heeft gemaild, is denkbaar, maar maakt niet dat verweerster van de hiervoor geschetste handelwijze een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Van een kwalitatief onvoldoende processtuk is de raad evenmin gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5524

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft geassisteerd bij een operatie aan een trigger finger. Klaagster heeft meerdere klachten over de behandeling en de rol van de arts daarbij. Het college overweegt dat het op de weg van de plastisch chirurg lag om klaagster te informeren over de door de arts uit te voeren handelingen. Dat dit niet is gebeurd levert geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid ten aanzien van de arts op. Het wel of niet onder bloedleegte opereren is de beslissing van de plastisch chirurg. Nu de plastisch chirurg niet onder bloedleegte opereerde heeft de arts logischerwijs geen manchet bij klaagster omgedaan. De toegepaste plaatselijke verdoving is een gebruikelijke en geschikte wijze van verdoving. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:192 Raad van Discipline Amsterdam 23-288/A/A 23-289/A/A/D

    Raadsbeslissing; klacht en dekenbezwaar. Klacht is grotendeels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding driejaarstermijn en voor het overige ongegrond. Dekenbezwaar is in alle onderdelen gegrond. Het betreft het handelen van de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. De raad is van oordeel dat verweerster de belangen van klaagster op ontoelaatbare wijze heeft geschaad. Verweerster heeft in strijd met de norm van artikel 46 Advocatenwet gehandeld door klaagster een echtscheidingsconvenant te laten ondertekenen, zonder de (laatst bekende) advocaat van klaagster hierover te benaderen of bij die advocaat na te gaan of zij klaagster nog bijstond. Verder is niet gebleken dat verweerster voorafgaand aan het ondertekenen van het echtscheidingsconvenant heeft gecontroleerd of klaagster de Nederlandse taal voldoende machtig was en of zij de inhoud van het echtscheidingsconvenant had begrepen. Daarnaast heeft verweerster een echtscheidingsverzoek bij de rechtbank ingediend zonder de (laatst bekende) advocaat van klaagster hierover te informeren of bij haar te verifiëren of zij klaagster nog bijstond. Tot slot heeft verweerster klaagsters handtekening op de akte van berusting gelegaliseerd, terwijl deze niet in bijzijn van verweerster is gezet en de identiteit aan de hand van een paspoort of ID kaart is gecontroleerd. Met dit laatste handelen heeft verweerster in strijd met de waarheid een verklaring afgelegd en daarmee ook de kernwaarde integriteit ernstig geschaad. Gelet op de ernst en omvang van de verweten gedragingen en rekening houdend met het recente tuchtrechtelijke verleden van verweerster, acht de raad een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van 26 weken noodzakelijk en passend.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:186 Raad van Discipline Amsterdam 23-648/A/DH/W

    Wraking kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:236 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5403

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klager is door de plastisch chirurg geopereerd aan de rechterhand vanwege Carpaal Tunnel Syndroom. Volgens klager heeft hij daarbij de midden zenuw gekrabd of beschadigd waardoor Sudeckse-dystrofie is ontstaan. Het college kan niet vaststellen dat de plastisch chirurg tijdens de ingreep onzorgvuldig heeft gehandeld. Uit het dossier volgt dat de klachten van pijn, tintelingen, verminderd gevoel en kracht na de ingreep waren verbeterd, wat niet past bij beschadiging van een zenuw. Het college kan verder niet vaststellen dat de plastisch chirurg een boze indruk maakte tijdens de ingreep. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:193 Raad van Discipline Amsterdam 23-322/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft duidelijk gecommuniceerd onder welke voorwaarden zijn cliënte bereid was over een schikking na te denken. Dat klager de antwoorden van verweerder daarbij te kort vindt of niet begrijpt, is aan hem, maar uit deze correspondentie volgt in ieder geval niet dat verweerder zich niet of onvoldoende constructief zou hebben opgesteld in de schikkingsonderhandelingen. Klachtonderdeel a) is daarom ongegrond. Klager heeft de vermeende grievende uitlatingen onvoldoende geconcretiseerd en hij heeft ook niet onderbouwd waarom de uitlatingen grievend zouden zijn. Klachtonderdeel b) is ongegrond. Het in klachtonderdeel c) aan verweerder gemaakte verwijt is in de procedure reeds door hem rechtgetrokken en dit kan hem nu dan ook niet meer worden verweten. Klachtonderdeel c) is eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:187 Raad van Discipline Amsterdam 23-613/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Met het toezenden van een concept-faillissementsrekest heeft verweerder in het belang van zijn cliënte gehandeld en geen onevenredig nadeel aan klaagster toegebracht. Verweerder heeft toereikend toegelicht dat zijn cliënte een gerechtvaardigd belang had voor het verder druk uitoefenen op klaagster. Klaagster had niet gereageerd op de sommaties van verweerder. Andere pogingen tot contact waren niet gelukt. Het betrof bovendien een substantiële vordering. In die omstandigheden is het toezenden van een concept-faillissementsrekest geen ongebruikelijke handelwijze.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5434

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft klaagster gezien wegens problemen met borstprothesen. Enkele weken daarna wordt tijdens een second opinion kanker geconstateerd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg a) nalatigheid omdat hij de diagnose heeft gemist en b) dat hij haar onheus heeft bejegend. Gelet op de uitkomst van de echo was er op dat moment geen noodzaak verder onderzoek te doen. Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld. Beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:194 Raad van Discipline Amsterdam 23-330/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij ongegrond. De raad concludeert dat is voldaan aan de in gedragsregel 15 cumulatief genoemde uitzonderingsbepalingen en dat verweerder aldus geen instemming aan klaagster hoefde te vragen. Van een overtreding van gedragsregel 15 door verweerder is daarom dan ook geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:188 Raad van Discipline Amsterdam 23-624/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Van het innemen van ongefundeerde stellingen uitsluitend om klaagster in kwaad daglicht te stellen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:115 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-425/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Niet gebleken dat de berekeningen van de legitieme portie incorrect waren, noch dat het aantal gefactureerde uren niet klopte. Het verwijt dat klager de conceptbrief aan de wederpartij volledig heeft moeten herschrijven mist feitelijke grondslag. Verweerster heeft de brief weliswaar in overleg met klager aangepast, maar definitieve versie lag qua structuur en inhoud geheel in lijn met het aanvankelijk door verweerster opgestelde concept, terwijl de door verweerster gemaakte typfouten weliswaar slordig, maar niet van dien aard zijn dat verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Van het feit dat verweerster zelf heeft gefungeerd als klachtenfunctionaris kan haar geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:252 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-575/AL/OB/W

    Wrakingsverzoek. De wrakingskamer van de Raad van Discipline verklaart het wrakingsverzoek ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:189 Raad van Discipline Amsterdam 23-647/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk niet-ontvankelijke klacht vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:116 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-307/DB/LI

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:253 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-177/AL/MN

    Verweerder heeft de jongmeerderjarige dochter bijgestaan in een geschil over levensonderhoud met haar vader (klager). Naar het oordeel van de raad heeft verweerder zich onvoldoende ingespannen om te proberen om met klager tot een regeling te komen. Dit terwijl verweerder wist dat de onderlinge verstandhouding slecht was en ook wist dat de omstandigheden gewijzigd waren, zoals klager ook heeft laten weten. Verweerder heeft aan klager aangekondigd dat hij rechtsmaatregelen zou gaan treffen bij uitblijven van betaling. Klager kan dan ook niet zijn overvallen door de procedure, terwijl de cliënte van klager daar ook belang bij had. Het verdient wellicht niet de schoonheidsprijs dat verweerder niet meteen een afschrift van zijn verzoekschrift aan klager heeft gestuurd, maar dat alleen maakt nog niet dat het verweerder in het belang van zijn cliënte niet vrij stond om die procedure te starten. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:176 Hof van Discipline 's Gravenhage 220317

    Klacht over de eigen advocaat. Hoger beroep klager. Verweerder heeft met klager een afspraak gemaakt dat hij hem in de voorfase zou bijstaan, zonder dat klager was voorgelicht over het feit dat hij ook in die fase mogelijk recht had op gefinancierde rechtsbijstand. Klager heeft geen afstand gedaan of kunnen doen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand. Verweerder heeft met zijn handelen de kernwaarde (financiële) integriteit geschonden. Klacht in zoverre alsnog gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:117 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-663/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij over een drietal openbare betekeningen deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:190 Raad van Discipline Amsterdam 23-139/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over advocaat van de wederpartij. Een VOF moet zich als rechtspersoon kunnen laten vertegenwoordigen door een advocaat, ook als de VOF een vordering meent te hebben op één van haar vennoten. In dit geval was G bevoegd de VOF te vertegenwoordigen en verweerder als advocaat in te schakelen. Wat hier ook van zij, vaststaat dat verweerder zich uiteindelijk heeft teruggetrokken als advocaat van de VOF en dat hij de betreffende facturen aan de VOF heeft gecrediteerd. De raad is van oordeel dat hiermee de door klaagster gestelde (vermeende) bezwaren tegen het optreden van verweerder voor de VOF reeds door verweerder zijn weggenomen. Dat verweerder G hierna is blijven bijstaan als advocaat kan hem daarbij naar het oordeel van de raad evenmin tuchtrechtelijk worden verweten. Dit onderdeel is door klaagster ook niet nader onderbouwd. Uit iets blijkt dat sprake was van een belangenconflict. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:254 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-163/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Schikkingsonderhandelingen. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de e-mails aan de rechter over te leggen en de inhoud daarvan te vermelden in zijn pleitnota en de memorie van grieven, terwijl hij daar geen toestemming voor had van klager 1. Het verweer van verweerder dat de e-mail niet moet worden beschouwd in het kader van klassieke schikkingsonderhandelingen als bedoeld in gedragsregel 27 maar in het kader van een schuldsaneringsaanbod aan de schuldeisers van klager 2 volgt de raad niet. In de bewuste e-mail zitten te veel elementen van de klassieke schikkingsonderhandelingen als bedoeld in gedragsregel 27 om deze slechts als aanbod aan schuldeisers in het kader van schuldsanering te beschouwen. Ook de andere e-mail valt gelet op de inhoud daarvan onder het verbod van gedragsregel 27. Dit klachtwaardige handelen van verweerder raakt aan schending van de kernwaarde integriteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:177 Hof van Discipline 's Gravenhage 220200

    Klacht voormalig advocaat in hoedanigheid van (voormalig) deken. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:234 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5523

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster heeft meerdere klachten over de operatie aan een trigger finger. Het college overweegt dat het niet noodzakelijk is om een operatie als deze onder bloedleegte uit te voeren. Dat de plastisch chirurg het te opereren gebied niet bloedleeg heeft gemaakt is dan ook niet onzorgvuldig. Hetzelfde geldt voor de verdoving. Het was niet medisch noodzakelijk om een extra verdoving te geven. Op basis van de overgelegde foto’s concludeert het college dat de plastisch chirurg de wond zorgvuldig heeft gehecht en daarbij een gebruikelijke techniek heeft toegepast. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:118 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-678/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken kennelijk ongegrond. De voorzitter is van oordeel dat uit de overlegde stukken niet is gebleken dat verweerster, door de wijze waarop klager door haar en de medewerker(s) van het ordebureau is geïnformeerd en te woord gestaan, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:191 Raad van Discipline Amsterdam 23-221/A/A

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:185 Raad van Discipline Amsterdam 23-616/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij in beide onderdelen niet-ontvankelijk vanwege het overschrijden van de termijn zoals bepaald in artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:178 Hof van Discipline 's Gravenhage 230095

    Klacht over eigen advocaat. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard. Verweerder heeft als ‘dominus litis’ de ruimte klager bij te staan op een wijze die hem goeddunkt. Verweerder is daarom niet verplicht gevolg te geven aan verzoeken van klager om de door hem gewenste standpunten in te nemen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5301

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft op 17 maart 2017 twee verstandskiezen bij klager verwijderd. Nadien heeft klager pijnklachten gekregen. Volgens klager is de tandarts onzorgvuldig geweest, heeft hij zijn informatieplicht geschonden, is de dossiervorming onvolledig en onzorgvuldig en heeft hij zich zowel in de klachtenprocedure als de geschillenprocedure niet toetsbaar opgesteld. De tandarts heeft het klaagschrift gemotiveerd betwist. Voor wat betreft de dossiervoering verklaart het college de klacht gegrond. Voor het overige wordt de klacht ongegrond verklaard. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel, onder andere nu de tandarts heeft verklaard zijn dossiervoering inmiddels te hebben aangepast en de dossiervoering een ondergeschikt onderdeel van de klacht is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5644

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is in bijzijn van klaagster door de verzekeringsarts op het spreekuur gezien in het kader van een WIA-beoordeling. Klaagster was als partner van klager aanwezig bij het spreekuur. Na afloop van het spreekuur en op basis van de beschikbare informatie concludeerde de verzekeringsarts dat een aanvullende psychiatrische/neuropsychologische expertise nodig was om een volledig beeld te kunnen krijgen van klagers gezondheidssituatie. Hierop heeft de verzekeringsarts een verwijzing gestuurd naar een expertisebureau. Ook heeft de verzekeringsarts met het expertisebureau een voorlopig medisch onderzoeksverslag gedeeld. De klacht gaat over het gedrag van de verzekeringsarts tijdens het spreekuur, de verwijzing voor expertise, het delen van het onderzoeksverslag en de inhoud van het onderzoeksverslag. Het college komt tot het oordeel dat de verzekeringsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht van klaagster is deels niet-ontvankelijk en voor het overige is de klacht (van zowel klaagster als klager) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:250 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-505/AL/OV

    Herstelbeslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:251 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-192/AL/NN

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft in een grote en voor haar cliënte belangrijke zaak volstrekt onvoldoende regie gevoerd en heeft haar cliënte niet goed geïnformeerd. Ook heeft zij een inhoudelijke fout gemaakt en heeft zij het dossier niet tijdig aan de opvolgende advocaat verstrekt. Verweerster heeft hiermee artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 16 geschonden. Het handelen van verweerster is ook in strijd met de kernwaarde deskundigheid. De raad rekent dat verweerster zwaar aan. Bij de bepaling van de maatregel weegt ook het uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerster zwaar mee. Verweerster is al vele malen door de tuchtrechter veroordeeld en aan verweerster is meermaals een berisping en een voorwaardelijke schorsing opgelegd. Deze uitspraken hebben er kennelijk niet toe geleid dat verweerster haar handelen heeft verbeterd. Gelet op de ernst van het handelen en het justitiële verleden van verweerster is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere maatregel dan een geheel onvoorwaardelijke schorsing. De raad zal verweerster een schorsing voor de duur van 4 weken opleggen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:114 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-327/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Derdengelden. Wwft. Verweerder heeft meerdere gedragsregels en bepalingen van de Voda en de Wwft geschonden en bovendien financieel niet integer gehandeld in de zin van artikel 10a lid 1 aanhef en sub d van de Advocatenwet. Met het gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen heeft verweerder volstrekt onvoldoende invulling gegeven aan zijn onafhankelijke positie als advocaat en zich onvoldoende dominus litis getoond. Verweerder heeft met zijn handelen, dat gedurende geruime tijd heeft voortgeduurd en in meerdere dossiers heeft plaatsgevonden, het vertrouwen in de advocatuur geschaad. De raad acht de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk passend bij de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten. Daarbij speelt mee dat verweerder, ofschoon hij spijt heeft betuigd, er, zowel voorafgaand aan als op de zitting van de raad, gelet op de wijze waarop hij verweer heeft gevoerd en ingekleed, weinig blijk van heeft gegeven de ernst van zijn handelen werkelijk in te zien. De raad is van oordeel dat verweerder de door hem gevoerde verweren onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl de bevindingen van de Unit FTA en de daaraan verbonden tuchtrechtelijke verwijten van de deken daartoe wel noopten. Het verweer van verweerder, dat bij hem onvoldoende kennis aanwezig was over de regelgeving omtrent het in ontvangst nemen en betalen van derdengelden en de uit de Wwft voortvloeiende verplichtingen, overtuigt niet. De gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten zien op een dermate lange periode en op een zodanig groot aantal mutaties dat de raad het ongeloofwaardig acht dat een advocaat - zeker met de ervaring en de kennis die verweerder inmiddels had opgedaan - zich bij geen van de verrichte transacties bewust is geweest van de geldende wet- en regelgeving. Alles afwegend is de raad van oordeel dat een schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 26 weken passend en geboden is. Daarbij houdt de raad rekening met het feit dat aan verweerder recent een schorsing voor de duur van 6 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk, is opgelegd (zie: Raad van discipline ’s-Hertogenbosch van 21 augustus 2023, ECLI:NL:TADRSHE:2023:100).

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:248 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-791/AL/MN

    Raadsbeslissing. Procedures tussen een stichting en de voorzitter L. enerzijds en klager, de voormalig directeur-bestuurder, anderzijds. Verweerder stond de stichting bij en klager klaagt daar over. Met betrekking tot de vraag of verweerder de stichting mocht bijstaan, neemt de raad als uitgangspunt dat het niet aan de tuchtrechter is om een oordeel te geven over de bevoegdheid van L. om de stichting te vertegenwoordigen. Dat zou anders kunnen zijn als er sprake is van een ‘evident onrechtmatige vertegenwoordiging’, zoals door klager is gesteld. Daarvan is op grond van de stukken echter niet gebleken. Integendeel, de stelling van verweerder dat L. die bevoegdheid wel had, wordt bevestigd door het vonnis in kort geding van de rechtbank Amsterdam en het arrest van het hof Amsterdam. De raad is daarom van oordeel dat verweerder er terecht van is uitgegaan dat L. de stichting mocht vertegenwoordigen en bevoegd was om aan verweerder een opdracht te geven om de stichting te vertegenwoordigen. Zelfs in het geval een rechter (in een andere procedure) over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van L. een andere beslissing zal nemen, kan niet de conclusie worden getrokken dat verweerder deze opdracht niet had mogen aannemen. De raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:249 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-039/AL/NN

    Klacht over het handelen van de advocaat van de wederpartij in een procedure bij een klachtencommissie. De raad is van oordeel dat verweerder beter andere, minder stevige en grievende bewoordingen, had kunnen gebruiken. Daarbij acht de raad van belang dat het gebruik van deze woorden niet noodzakelijk was voor zijn gevoerde verweer en deze kwalificaties bovendien niet in de onderliggende stukken voorkomen. De raad is echter van oordeel dat het gebruik van deze woorden desondanks niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Daarbij acht de raad van belang dat de gekozen bewoordingen ongelukkig zijn, maar verweerder in zijn verweerschrift wel heeft beschreven (met verwijzing naar onderliggende stukken) hoe hij tot die kwalificaties is gekomen. Verder neemt de raad in aanmerking dat verweerder heeft erkend dat deze bewoordingen tegen de grens of wellicht over de grens zijn en hij hiervoor zijn excuses aan klager heeft aangeboden. Bovendien heeft klager in zijn reactie op de klacht voorgesteld om - op het moment dat de procedure bij de klachtencommissie nog niet was afgerond en de klachtencommissie nog geen uitspraak had gedaan - de betreffende passage in het verweerschrift bij de klachtencommissie aan te passen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5518

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster dient een klacht in namens haar minderjarige dochter. Klaagster verwijt de huisarts dat er zonder nader onderzoek en zonder haar dochter gezien te hebben een diagnose is gesteld via de telefoon. Het college overweegt dat de triage door de praktijkassistente aan de telefoon is uitgevoerd conform de NHG-triagewijzer. Er is gevraagd naar de aanwezigheid van alarmsymptomen en hiervan was geen sprake. Gelet op de gemelde klachten van enkel hoesten en verhoging, kon de assistente daarom volstaan met een telefonisch consult en een zelfzorgadvies. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:230 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5528

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is tijdens een vakantie in het buitenland gevallen, waarbij letsel aan haar enkel is ontstaan. Terug in Nederland heeft klaagster zich tot haar huisarts gewend. Klaagster is van opvatting dat de huisarts haar (klachten) niet serieus heeft genomen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat zij aanvankelijk geen gehoor heeft gegeven aan haar verzoek om het verslag van de foto door te sturen aan de fysiotherapeut van klaagster. Het college overweegt dat een patiënt recht heeft op inzage in en een afschrift van zijn medisch dossier (art. 7:456 BW). Vanaf het moment dat klaagster liet weten een afschrift van de rapportage van de radioloog te willen ontvangen, lag het op de weg van de huisarts om dit verzoek te honoreren. Het uitblijven van een afspraak voor het herstelgesprek is, zoals de huisarts ter zitting ook desgevraagd heeft erkend, geen reden dan wel excuus om het verslag van de radioloog niet spoedig aan klaagster toe te zenden. Dat de huisarts dit niet heeft gedaan, kan haar worden aangerekend. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. De geconstateerde tekortkoming is naar het oordeel van het college niet zodanig dat een maatregel moet worden opgelegd. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Geen maatregel.