Zoekresultaten 701-750 van de 44710 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2422
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:15
Klacht tegen chirurg. Klaagster heeft twee ziekenhuizen, waarin zij een medische behandeling heeft ondergaan, aansprakelijk gesteld. De ziekenhuizen hebben de aansprakelijkheid van de hand gewezen. De aangeklaagde chirurg is in deze beroepsaansprakelijkheidskwestie door partijen aangesteld als onafhankelijke deskundige en heeft een medisch deskundigenrapport uitgebracht. Klaagster verwijt de chirurg dat hij een ondeugdelijk rapport heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het rapport op enkele punten beter had kunnen zijn, maar dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het beroep van klaagster wordt daarom verworpen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743201 / DW RK 23/444 LV/WdJ
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:9
Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de dwangbevelen te executeren. De gerechtsdeurwaarders hebben niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door naar drie adressen een brief over de openstaande vordering aan klaagster te versturen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:16 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2364
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:16
In 2014 was klager betrokken bij een ongeval, waarna hij lichamelijk letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderbeen. In verband met een letselschadezaak van klager werd een expertise-onderzoek uitgevoerd door een orthopedisch chirurg, met als doel het vaststellen van de blijvende gevolgen op orthopedisch gebied. De arts heeft een medisch advies geschreven naar aanleiding van dit onderzoek. Klager verwijt de arts onder andere dat zij ten onrechte uit het rapport van de orthopedisch chirurg heeft overgenomen dat er geen sprake was van botontkalking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/437032 KL RK 24-76
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:1
Klagers verwijten de notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij een akte van levering. Klagers waren geen partij bij de akte en daarom geen belanghebbenden. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:17 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-581/DB/ZWB
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:17
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen ervan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:17 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2365
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:17
In 2014 was klager betrokken bij een ongeval, waarna hij lichamelijk letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderbeen. In gezamenlijke opdracht van de belangenbehartiger van klager en de verzekeraar van de aansprakelijkgestelde partij heeft de orthopedisch chirurg een onafhankelijk expertise-onderzoek uitgevoerd. Klager verwijt de orthopedisch chirurg onder andere dat hij onzorgvuldig heeft gerapporteerd door ten onrechte te stellen dat er geen sprake is van botontkalking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-658/DB/LI
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:18
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij heeft verzuimd de zittingsdatum aan klagers door te geven en een afschrift van de definitieve dagvaarding aan hen toe te sturen. Deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2025:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/24
- Datum publicatie: 27-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TNORSHE:2025:1
De notaris had weliswaar gegronde reden om het aan klaagster toekomende deel van de overwaarde van de woning in depot te houden, maar hij heeft verzuimd klaagster hierover naar behoren uitleg te geven en hij heeft vervolgens onvoldoende regie gevoerd om de ontstane situatie in goede banen te leiden. Daarmee heeft de notaris niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en hij heeft daardoor de belangen van klaagster veronachtzaamd. In zoverre is de klacht gegrond. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:14 Hof van Discipline 's Gravenhage 230348
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:14
Hoger beroep van verweerder. In deze zaak ligt de vraag voor of een advocaat, die een werkgever als verdachte bijstaat, in diezelfde zaak ook de werknemers van die werkgever, die door de politie als getuigen worden opgeroepen, mag bijstaan of dat door de afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever/verdachte en werknemers/getuigen sprake is van tegenstrijdige belangen dan wel een situatie waarin voorzienbaar is dat het op een tegenstrijdig belang kan uitlopen. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerder onder de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zowel de verdachte-werkgever als de getuigen-werknemers bij te staan. Het hof vernietigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7166
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:26
Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts wordt onder meer verweten dat hij haar niet (voldoende) heeft geïnformeerd over de nadelen van de behandeling en de kwalificaties van de (niet BIG-geregistreerde) behandelaar, waardoor informed consent ontbrak. Het college overweegt dat de oogarts klaagster niet, althans onvoldoende, heeft geïnformeerd over het ontbreken van de BIG-registratie bij de behandelaar die de ooglaserbehandeling heeft uitgevoerd en over het bestaan van een verhoogd risico op blijvend droge ogen bij het uitvoeren van de ooglaserbehandeling. Klaagster is daardoor onvoldoende in de gelegenheid gesteld om goed geïnformeerd te kunnen beslissen over het laten uitvoeren van de ingreep. Daarvan valt de oogarts - nu de ooglaserbehandeling onder zijn supervisie plaatsvond - een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het college weegt mee dat de oogarts lering heeft getrokken uit de klacht. Volgt de oplegging van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742696 / DW RK 23/422 LV/RH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:6
De gerechtsdeurwaarder heeft het dwangbevel betekend en beslagmaatregelen aangekondigd. Hoewel klaagster hieruit had kunnen concluderen dat geen uitstel van betaling zou worden verleend, was het wellicht beter geweest indien de gerechtsdeurwaarder klaagster expliciet op de hoogte had gesteld dat het indienen van een klacht niet leidt tot uitstel van betaling. Dit is echter niet tuchtrechtelijk laakbaar.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:10 Raad van Discipline Amsterdam 24-215/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:10
Raadsbeslissing. Belangenconflict. Geen sprake van een situatie waarop gedragsregel 15 van toepassing is. Van belangenverstrengeling als bedoeld in gedragsregel 15 kan alleen sprake zijn als klaagster op enig moment de cliënte van verweerster is geweest, maar dat is niet gebleken. Klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6947
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:20
Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is in behandeling bij een FACT-team. De psychiater was hier tijdelijk voor ongeveer 5 maanden ad interim werkzaam. Klaagster heeft een psychiatrische achtergrond, voornamelijk dwangproblematiek. De psychiater was de regiebehandelaar. Tussen klaagster en de psychiater bestond een visieverschil, maar dat hoefde niet te betekenen dat de psychiater alleen daarom direct overgedragen diende te worden aan een andere instelling. Dat de psychiater eerst de tijd heeft genomen alvorens overdracht aan een andere instelling te overwegen, is niet verwijtbaar. Wel meent het college dat de psychiater op twee momenten tekort is geschoten in de zorgverlening door eenzijdig de behandelrelatie op te zeggen. Hier had juist extra inspanning van de psychiater verwacht mogen worden. Ook heeft hij bij zijn vertrek niet gezorgd voor een deugdelijke overdracht. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:154 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742891 / DW RK 23/432 LV/RH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:154
Verschil in behandeling van twee dossiers wordt veroorzaakt door twee verschillende opdrachtgevers en verschil in het wel of niet beschikken over een executoriale titel door de gerechtsdeurwaarder. Klaagster heeft geen recht op een betaalregeling indien de opdrachtgever daar niet mee akkooord gaat.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:44 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/16
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 05-08-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:44
Hond. Dierenarts wordt verweten nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot de bevalling van een hond. [Ongegrond.]
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:11 Raad van Discipline Amsterdam 24-727/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:11
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerster heeft de belangen van klaagster voldoende behartigd en de zaak met voldoende voortvarendheid behandeld. De omstandigheid dat verweerster niet alle door klaagster aangeleverde informatie heeft gebruikt, is niet klachtwaardig. Het is immers aan verweerster om de juridische noodzaak en relevantie van de door klaagster aangeleverde informatie te beoordelen en daarbij ook af te wegen welke informatie in het belang van klaagster beter wel of niet kan worden overgelegd. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6946
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:21
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is in behandeling bij een FACT-team. De psychiater was hier op invalbasis enkele keren werkzaam geweest en heeft alleen een intakegesprek in april en twee gesprekken in oktober met klaagster gehad. Op deze momenten was er geen aanleiding om klaagster alsnog door te verwijzen naar een ziekenhuis voor een behandeling. Het dossier bevat geen aanknopingspunten op basis waarvan moet worden geconcludeerd dat de psychiater naar aanleiding van beide gesprekken had moeten concluderen tot beëindiging van de behandelrelatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:12 Raad van Discipline Amsterdam 24-532/A/A 24-536/A/A 24-537/A/A 24-538/A/A 24-539/A/A 24-540/A/A 24-541/A/A
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:12
Raadsbeslissing. De klacht is onder meer gericht tegen een advocatenkantoor en heeft daarnaast betrekking op de dienstverlening van enkele (voormalig) eigen advocaten, werkzaam bij dit kantoor. De klacht ziet op de organisatie en administratie van het kantoor en de uitvoering van hun diensten. Ook verwijt klaagster verweerders excessief te hebben gedeclareerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7138
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:22
Gegronde klacht tegen een oogarts. Samenhangende zaak A2024/7139. De oogarts wordt verweten dat hij zonder toestemming bij klager andere lenzen heeft geïmplanteerd dan was afgesproken (a), dat hij klager daarover niet heeft geïnformeerd/dit aanvankelijk voor klager heeft verzwegen (b) en dat hij aan klager adequate nazorg heeft onthouden in de periode tussen de operatie en de controle na drie maanden, terwijl klager veel klachten had (c). Het college overweegt dat de oogarts onzorgvuldig heeft gehandeld door een ander type lens te implanteren dan met klager was afgesproken en door zich er onvoldoende van te vergewissen dat klager op de hoogte en akkoord was met het gewijzigde type lens. Ook is onzorgvuldig gehandeld door dit niet (direct) aan klager te vertellen, hiervan geen aantekening in het dossier te maken, dit niet binnen de kliniek te bespreken en niet met een actieve houding in de gaten te houden of klager klachten zou ontwikkelen. Pas nadat de oogarts op verzoek van klager bij een nacontrole drie maanden na de ingreep aanwezig was, heeft de oogarts klager verteld dat andere lenzen dan afgesproken waren geïmplanteerd. Het besluit tot een nieuwe lenswissel kon daardoor ook pas na drie maanden – in welke periode klager veel klachten had – worden genomen. Het college weegt mee dat de oogarts reflectie heeft getoond op zijn functioneren in deze zaak, onder meer door te melden dat hij klager direct had moeten inlichten en door een afspraak met klager te maken om hem persoonlijk zijn excuses aan te bieden. Ook weegt het college mee dat de oogarts niet eerder met het tuchtrecht in aanraking is geweest. Volgt de oplegging van de maatregel van een berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:6 Accountantskamer Zwolle 24/2415 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:6
Betrokkene heeft voldoende gegevens aan klagers verstrekt en doet geen (onterecht) beroep op zijn retentierecht. Het tweede klachtonderdeel heeft betrekking op de werkzaamheden die betrokkene heeft verricht in het kader van de overname van het bedrijf van klagers door de zoon van klager. De Accountantskamer vindt dat klagers niet aannemelijk hebben gemaakt dat betrokkene de regie had (die lag bij een daarin gespecialiseerd bedrijf, dat door de zoon van klagers was ingeschakeld) of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is geheel ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:13 Raad van Discipline Amsterdam 24-900/A/NH
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:13
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond omdat uit niets blijkt dat verweerster dreigende bewoordingen zou hebben geuit of dat zij niet bereid was om in overleg met de advocaat van klager te treden. Verweerster diende de belangen van haar cliënte en het stond haar in die hoedanigheid vrij om een mogelijke procedure aan te kondigen en te communiceren op de wijze zoals zij heeft gedaan. Dat de rechtbank de zittingsdatum heeft vastgesteld, kan verweerster niet worden verweten. Ook blijkt nergens uit dat verweerster de advocaat van klager niet bij de correspondentie zou hebben betrokken. Het laatste klachtonderdeel is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat dit verwijt ziet op de verhouding tussen verweerster en haar cliënte.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7139
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:23
Kennelijk ongegronde klacht tegen een oogarts. Samenhangende zaak met zaak A2024/7138. De oogarts wordt gebrek aan nazorg en het stellen van het bedrijfsbelang boven het belang van de patiënt verweten. Het college kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de nazorg onvoldoende adequaat is geweest. Dat zij niet uit eigen beweging contact met klager heeft opgenomen, kan haar evenmin worden verweten, nu klager had aangegeven dat hij zelf het initiatief daartoe wilde nemen. Het college heeft evenmin aanwijzingen dat verweerster op enig moment het bedrijfsbelang van de kliniek boven het belang van (de gezondheid van) klager heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:7 Accountantskamer Zwolle 24/2884 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:7
Gedeeltelijk gronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager is betrokken in een civielrechtelijk geschil. Hij is in de procedure bij de rechtbank met zijn tegenpartij overeengekomen dat een bindend advies zal worden gevraagd. Daartoe is een opdracht aan betrokkene verstrekt. Betrokkene heeft een bindend advies in de vorm van een memo uitgebracht. De verwijten van klager gaan over de totstandkoming en de inhoud van het memo. Vanwege de aard van het memo, een bindend advies, vindt een terughoudende toetsing door de Accountantskamer plaats. De klacht is gedeeltelijk gegrond want betrokkene is op twee punten tekortgeschoten en heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6997
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:24
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij geen psychologische hulp heeft geboden dan wel geen second opinion mogelijk heeft gemaakt (a) en dat hij niet heeft gereageerd op de brieven van klager en zijn gemachtigde (b). Het college overweegt dat klager heeft niet toegelicht of onderbouwd op welke momenten hij de psychiater heeft gezien en welke specifieke verwijten hij de psychiater maakt. Daarnaast is het college van oordeel dat de psychiater correct heeft gehandeld door de brieven door te sturen aan de regiebehandelaar ter verdere afhandeling. De psychiater had slechts zijdelings en incidenteel een rol in de behandeling van klager, waardoor hij niet de juiste persoon was om te reageren op de hulpvragen van klager.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:8 Accountantskamer Zwolle 24/2621 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:8
Ongegronde klacht. Betrokkene is als CFO werkzaam bij een vennootschap waarvan de aandelen door een derde van klaagster zijn gekocht. Tussen deze derde als koper en klaagster als verkoper van de aandelen is een meningsverschil ontstaan. Dat gaat onder meer over de voorraad grondstoffen bij de vennootschap waarvan de aandelen zijn verkocht. Volgens de koper is de werkelijke voorraad grondstoffen aanzienlijk lager dan de geadministreerde voorraad. De verschillen lopen volgens de koper in de miljoenen. Betrokkene heeft een (voortgezet) onderzoek gedaan naar de verschillen en heeft daarover een memorandum geschreven. Tussen de koper en de vennootschap als eisers en klaagster als gedaagde is een gerechtelijke procedure gestart die mede is gebaseerd op het memorandum van betrokkene. Dit memorandum schiet volgens klaagster in meerdere opzichten tekort. De Accountantskamer wijst de klacht af, vooral omdat klaagster haar klacht niet op het correcte toetsingskader heeft gebaseerd. Bij toepassing van het wel correcte toetsingskader (kort gezegd: het memorandum is een standpunt in een civielrechtelijk geschil) heeft betrokkene niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld of nagelaten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:13 Hof van Discipline 's Gravenhage 230261
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:13
Klacht over advocaat van de wederpartij. Het betreft hier een wederzijds appel. De beroepsgronden van klaagster falen: het hof is met de raad van oordeel dat het verwijt dat verweerder op 27 mei en 7 juni 2022 in opdracht van zijn cliënt de heer S vanuit de derdengeldenrekening van zijn kantoor twee donaties heeft overgemaakt van (beide keren) een bedrag van € 50.000,-- aan de beheerder van de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl, die als doelstelling had om publiekelijk de goede naam en reputatie van klaagster zwart te maken, ongegrond is omdat niet is gebleken dat verweerder ten tijde van die overboekingen wist of behoorde te weten dat de donaties waren bestemd voor het genereren van negatieve publicaties over klaagster op de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl. Ook de beroepsgronden van verweerder falen: het hof is met de raad van oordeel dat het verwijt dat verweerder tussen 26 en 28 juni 2022 in opdracht van zijn cliënt de heer S een bedrag van € 50.000,-- heeft overgemaakt naar (de onderneming van) zijn voormalig cliënt de heer M, die op zijn beurt dit bedrag heeft overgemaakt aan de beheerder van de websites Onrecht.nl en Omrecht.nl, die als doelstelling had om publiekelijk de goede naam en reputatie van klaagster zwart te maken, gegrond is, omdat verweerder, anders dan ten tijde van het verrichten van de eerste twee overboekingen eind mei/begin juni, ten tijde van de betaling van de derde donatie bekend moet worden verondersteld met een verband tussen de donaties en de negatieve publicaties over klaagster. Het had op de weg van verweerder gelegen nader onderzoek te doen naar de juistheid van de stelling van de heer S dat hij geen enkele betrokkenheid had bij de negatieve publicaties over klaagster en geen genoegen te nemen met diens stellige ontkenning. Het stond verweerder dan ook niet vrij om op 24 juni 2022 ter zitting ten overstaan van de voorzieningenrechter iedere betrokkenheid van de heer S te betwisten. Het hof is van oordeel dat verweerder binnen de context waarin hij in opdracht voor zijn cliënt handelde de kernwaarden onafhankelijkheid en (financiële) integriteit ernstig heeft geschonden en onvoldoende de grenzen heeft bewaakt die gelden bij het dienen van het belang van zijn cliënt. Vernietiging raadsbeslissing voor wat betreft de maatregel, in die zin dat het hof tot een langere schorsing komt. Proceskostenveroordeling. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7092
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:25
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij geen zorgvuldig en deskundig onderzoek heeft gedaan (a), klaagster iets heeft laten tekenen waarvan zij niet wist wat het was tijdens een ‘enge ontmoeting’ (b) en in de rapportages dingen heeft opgeschreven die niet waar of onjuist zijn zodat sprake is van machtsmisbruik en valsheid in geschrifte. Door zijn rapport zijn verkeerde conclusies getrokken en heeft klaagster onterecht TBS opgelegd gekregen (c). Het college is van oordeel dat de psychiater het onderzoek in 2017 deskundig en zorgvuldig heeft verricht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:9 Accountantskamer Zwolle 24/2571 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-01-2025
- Datum uitspraak: 24-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:9
Klaagster heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De drie gecontroleerde dossiers zijn onvoldoende bevonden. Deze tekortkomingen zijn nauwelijks weersproken. Daaruit blijkt volgens de Accountantskamer dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd onvoldoende is. Ook de verplichte jaarlijkse evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop gewaarborgd is dat accountantsopdrachten conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd is met onvoldoende diepgang en deskundigheid verricht. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:42 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/79
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 04-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:42
Hond. Dierenarts wordt verweten de hond van klaagster onvoldoende te hebben onderzocht en niet te hebben aangeboden om nader onderzoek te verrichten. [Gegrond] Er volgt een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:43 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/6
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:43
Rund. Dierenarts levert antibiotica (in de vorm van ‘droogzetters) aan een rundveehouder, zonder te voldoen aan de daarvoor geldende voorwaarden van bijlage 9 van de Regeling diergeneesmiddelen. [Gegrond] Er volgt geldboete van € 4.000, waarvan € 2.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/68
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:37
Rund. Klacht van een dierenwelzijnsorganisatie die ten doel heeft dierenleed in de Oostvaardersplassen te voorkomen. Beklaagde wordt verweten, samengevat, dat hij als verantwoordelijk dierenarts ten aanzien van met name Heckrunderen in het gebied en de beoordeling van hun conditie en het adviseren tot bijvoeren verwijtbaar nalatig handelt. [Ongegrond.]
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5501
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:11
Verweerder (medisch adviseur) wordt verweten een onjuist rapport te hebben opgesteld omdat er een onjuistheden in staan over een huisbezoek en over lichamelijk onderzoek. Ook wordt verweerder verweten dat hij de stukken en de jurisprudentie in zijn rapport niet goed heeft geïnterpreteerd. Gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:38 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/38
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:38
Hond. Dierenarts wordt verweten dat hij niet voortvarend heeft gehandeld als spoedarts tijdens een avond-/nachtdienst met betrekking tot een hond met een epileptische aanval, met als gevolg dat de gezondheidssituatie van de hond gedurende de nacht verder verslechterde en de volgende ochtend bij een andere dierenartsenpraktijk is besloten tot euthanasie. [Gegrond] Er volgt een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/52
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:39
Rund. Dierenarts wordt verweten een noodslachtverklaring onjuist, althans lichtvaardig te hebben ingevuld en dat hij de noodslachting heeft uitgevoerd, terwijl het betrokken rund zich nog in de wachttijd van een diergeneesmiddel bevond. [Gegrond] Het college ziet af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/63
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 11-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:40
Dierverloskundige heeft veterinaire handelingen verricht waartoe hij niet bevoegd was, te weten keizersneden en de toepassing c.q. afgifte van UDD-gekanaliseerde diergeneesmiddelen. [Gegrond] De dierverloskundige wordt voorwaardelijk geschorst voor de duur van één jaar met daaraan gekoppeld een bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:41 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/75
- Datum publicatie: 23-01-2025
- Datum uitspraak: 17-12-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:41
Konijn. Dierenarts wordt verweten tijdens een consult verwijtbaar nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot het onderzoek en het vaccineren van een konijn. [Deels gegrond.] Volgt waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:12 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2500
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:12
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager is door zijn huisarts in 2022 verwezen naar een neuroloog in verband met al jaren bestaande invaliderende klachten van de linkerbil, met uitstraling naar het hele lichaam en naar het linkerbeen. De neuroloog heeft klager op zijn verzoek verwezen naar de orthopedisch chirurg. Klager heeft tijdens het consult het vermoeden geuit dat de klachten werden veroorzaakt door de piriformis (diep gelegen bilspier). Hij verwijt de orthopedisch chirurg dat (a) hij geen lichamelijk onderzoek heeft verricht tijdens het consult, (b) hij zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en (c) niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Klager handhaaft in hoger beroep alleen de klachtonderdelen a en c. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager over de klachtonderdelen a en c.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-802/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:7
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij en lid dagelijks bestuur. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht is gericht tegen het dagelijks bestuur en voor zover wordt geklaagd over gedragsregels waar de wederpartij geen beroep op kan doen. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-803/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:8
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in andere hoedanigheid: bestuurder en klachtenfunctionaris. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen het dagelijks bestuur en voor zover wordt geklaagd over deskundigheid. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond vanwege onvoldoende onderbouwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6952
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:12
Klager verwijt verweerder dat hij: in strijd met de GBL heeft gehandeld door als internist n.p. een oordeel te geven over het handelen van een neurochirurg die bij klaagster een operatie aan de nek/hals heeft verricht; het niet onmiddellijk toezenden van het medisch dossier; het een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar heeft ingeschakeld die een standpunt heeft ingenomen zonder medisch advies dan wel op advies van verweerder; indien de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder een standpunt heeft ingenomen op basis van het advies van verweerder: het onbekwaam vertrekken van een advies.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-804/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:9
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke kwestie. Klacht deels niet-ontvankelijk, want te laat. Klacht over deskundigheid kennelijk niet-ontvankelijk, vanwege gebrek aan rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2360
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:8
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is scoliose-patiënte. Zij is in verband met daaraan gerelateerde problematiek in 2013 op tienerleeftijd door de orthopedisch chirurg geopereerd. Na de operatie ging het aanvankelijk goed, maar na enige tijd kreeg klaagster pijnklachten en is uiteindelijk het osteosynthesemateriaal in 2015 verwijderd. Na het verwijderen van dit materiaal is de scoliose teruggekomen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg met klachtonderdeel b dat hij de in 2014 en 2015 gemaakte röntgenfoto’s en de in 2015 gemaakte CT-scan onjuist heeft beoordeeld en er eind 2015 ten onrechte van uit is gegaan dat sprake was van een goed gefuseerde spondylodese. Volgens klaagster heeft de orthopedisch chirurg dan ook niet kunnen besluiten om het osteosynthesemateriaal te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg ook dat zij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie waarbij het osteosynthesemateriaal is verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:9 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2371
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:9
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De zus van klager (patiënte) is na een herseninfarct opgenomen bij de zorgorganisatie waar de specialist ouderengeneeskunde werkt. Klager heeft ten behoeve van patiënte een klacht ingediend tegen de specialist ouderengeneeskunde. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in de vijf klachtonderdelen over de behandeling van patiënte, omdat patiënte een mentor had die niet instemde met de klacht. De twee resterende klachtonderdelen, die het handelen van de specialist ouderengeneeskunde ten opzichte van klager zelf betreffen, zijn ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat een patiënt die een mentor heeft ook zonder toestemming van die mentor een klacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat de patiënt ter zake van het indienen van die klacht wilsonbekwaam is. Als een patiënt met een mentor ter zake van het indienen van een klacht wilsonbekwaam is, kan een klacht over de behandeling van de patiënt alleen worden ingediend door de mentor zelf, als wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt, of door een ander met instemming van de mentor. Het Centraal Tuchtcollege acht patiënte in dit geval ter zake niet wilsbekwaam en stelt vast dat de mentor niet instemde met de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2372
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:10
Klacht tegen een gynaecoloog. Klagers zijn met een zwangerschapstermijn van 41 weken en 3 dagen doorverwezen naar het ziekenhuis in verband met een stuitligging. De ontsluiting volgt vlot, maar de uitdrijving verloopt zeer moeizaam. Daardoor loopt het zoontje hersenschade op en overlijdt na 6 dagen. Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij a) te sturend is geweest tijdens de counseling, b) de bevalling niet goed heeft begeleid en de CTG-registratie onvoldoende aandacht heeft gegeven, c) in de nagesprekken niet eerlijk is geweest en d) geen calamiteitenmelding heeft gedaan bij IGJ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel b) gegrond verklaard en de gynaecoloog de maatregel op van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gynaecoloog tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:10 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-820/DH/RO 24-821/DH/RO 24-822/DH/RO 24-824/DH/RO 24-825/DH/RO
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:10
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaten in hun hoedanigheid van respectievelijk medewerker en leden van de CBE van een universiteit. Klager meent dat hij van de opleiding en campus wordt geweigerd omdat sprake zou zijn van institutioneel racisme en een complot om hem ervan te weerhouden een opleiding te volgen. Daarvoor kan hij zich wenden tot de civiele rechter in een procedure tegen de universiteit. Klager maakt zijn klachten tegen verweerders verder weinig concreet en heeft nog geen begin van een onderbouwing daarvan gegeven. Niet gebleken dat verweerders het vertrouwen in de advocatuur hebben geschaad. Klachten alle vijf kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6993
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:19
Gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft klager gezien in het kader van zijn ziekmelding. Zij heeft een Inzetbaarheidsprofiel (IZP) opgesteld. Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere dat zij een onjuist IZP heeft opgemaakt en dat zij geen goede uitleg heeft gegeven over het IZP. Naar het oordeel van het college heeft de bedrijfsarts bij het vaststellen van de beperkingen in het IZP te lang en te zwaar geleund op autisme als –medisch en psychologisch verder niet geverifieerde – werkdiagnose. Om tot dermate verregaande en structurele beperkingen in het persoonlijke en sociale functioneren van klager te kunnen concluderen, had de bedrijfsarts ter onderbouwing nader onderzoek hebben moeten laten doen (psychiatrische dan wel psychologische expertise). Het college verklaart de klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:11 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2383
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:11
Klacht tegen een gynaecoloog. Bij klaagster is in 2016 de baarmoeder operatief verwijderd. De ingreep begint als kijkoperatie, maar vanwege opgetreden bloeding bij de introductie van de trocar wordt het een open buikoperatie. De bloeding wordt gestopt en de ingreep is succesvol, maar kort na de operatie krijgt klaagster last van darmproblemen die in ernst toenemen en leiden tot arbeidsongeschiktheid en het aanbrengen van een stoma. Klaagster is van opvatting dat deze problemen zijn veroorzaakt door een verkeerd uitgevoerde operatie door de gynaecoloog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:6
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij/curator. Deels niet-ontvankelijk, want te laat. Deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem en gebrek aan rechtstreeks belang. Voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing en omdat van onjuist gebruik van de derdengeldenrekening niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:20 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-689/AL/MN
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:20
voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder als partijdige belangenbehartiger voldoende oog gehad voor de belangen van klager als wederpartij van zijn client. Verweerder mocht afgaan op de juistheid van de feiten zoals door zijn cliënt gemeld. Dat verweerder onnodige druk op klager heeft uitgeoefend of misbruik van procesrecht heeft gemaakt is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Deels is klager niet ontvankelijk wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel. Over klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:23 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/7
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:23
Koe. Dierenarts wordt verweten een koe ten onrechte niet te hebben behandeld tegen melkziekte, dat op een verkeerde wijze een infuusbehandeling is toegepast en dat ten onrechte pijnstillende medicatie (Rimadyl) aan de koe is toegediend. Ongegrond.