Zoekresultaten 1251-1290 van de 1290 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5855
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:124
Klacht tegen plastisch chirurg deels gegrond. Klaagster is in een kliniek geweest bij een collega-plastisch chirurg van verweerder voor een consult voor een cosmetische operatie aan de hals- en kaaklijn. Verweerder is plastisch chirurg en directeur-eigenaar van de kliniek. Klaagster heeft zich door de collega-plastisch chirurg laten opereren. Klaagster was niet tevreden over het resultaat van deze ingreep en heeft dat kenbaar gemaakt, waarna een tweede operatie is ingepland. Een dag voor die tweede operatie heeft een gesprek tussen klaagster en verweerder plaatsgevonden, waarbij de eerder voorgestelde behandeling is aangepast en de behandelingsovereenkomst is getekend. De volgende dag is de operatie uitgevoerd door de collega-plastisch chirurg. Klaagster maakt verweerder verschillende verwijten. Het klachtonderdeel dat ziet op het niet gunnen van de wettelijke bedenktijd is gegrond. Het college is van oordeel dat verweerder een actieve en inhoudelijke rol heeft gehad bij de behandeling van klaagster, omdat hij betrokken is geweest in het voortraject en bij de totstandkoming van de definitieve behandelingsovereenkomst met klaagster. In de wetenschap dat verweerder tijdens het consult ervan op de hoogte was dat de operatie de volgende dag al zou worden uitgevoerd, had het in deze situatie ook op zijn weg gelegen om de verplichte bedenktijd te bewaken. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6985
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:118
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft onderzoek gedaan naar de geestvermogens van klager en een Pro Justitia rapportage over klager opgesteld. Volgens klager heeft de psychiater in strijd met de geldende wettelijke bepalingen en beroepsnormen gehandeld, door op foutieve en nalatige wijze de Pro Justitia rapportage op te stellen en tot een onjuiste conclusie te komen. Het college is van oordeel dat uit de rapportage blijkt dat de psychiater zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Niet is gebleken dat de psychiater stukken tot haar beschikking had die zij ten onrechte niet of onvoldoende heeft meegewogen in haar overwegingen. Op basis van het uitgevoerde onderzoek heeft de psychiater in redelijkheid tot haar conclusies kunnen komen. Dat de onderzoeksresultaten door de psychiater niet meer met klager zijn besproken omdat klager dit weigerde, doet daar niet aan af.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7042
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:235
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6984
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:119
Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft onderzoek gedaan naar de geestvermogens van klager en een Pro Justitia rapportage over klager opgesteld. Volgens klager heeft de GZ-psycholoog in strijd met de geldende wettelijke bepalingen en beroepsnormen gehandeld, door op foutieve en nalatige wijze de Pro Justitia rapportage op te stellen en tot een onjuiste conclusie te komen. Het college is van oordeel dat uit de rapportage blijkt dat de GZ-psycholoog zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Niet is gebleken dat de GZ-psycholoog stukken tot haar beschikking had die zij ten onrechte niet of onvoldoende heeft meegewogen in haar overwegingen. Op basis van het uitgevoerde onderzoek heeft de GZ-psycholoog in redelijkheid tot haar conclusies kunnen komen.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5585
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:120
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier van klaagster. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven en was de huisarts niet persoonlijk betrokken bij het maken van afspraken en/of de (telefonische) consulten. Voor de mogelijkheid tot vernietiging van het papieren dossier nadat deze digitaal is opgeslagen verwijst het college naar de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, versie 2010.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2300
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:171
Klacht tegen een chirurg. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De chirurg was supervisor van de arts-assistent die tijdens die nachtdienst werkzaam was op de SEH. De chirurg is ’s nachts telefonisch geraadpleegd door de arts-assistent, die na overleg met de SEH‑verpleegkundige tot de conclusie was gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. De chirurg was het hiermee eens. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie, voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de chirurg o.m. het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de communicatie over de mogelijke medische fout. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen b tot en met d, klachtonderdeel a gegrond verklaard en aan de chirurg de maatregel van een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat klager wel ontvankelijk is in de klachtonderdelen b en c over de communicatie en de nazorg jegens de nabestaanden en dat deze klachtonderdelen ook gegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5586
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:121
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht gaat over handelingen die plaatsvonden in 2000-2005 (verjaring). De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het verhogen van de dosis zonder uitleg, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven. Dat de huisarts zonder uitleg de medicatie heeft verhoogd is onvoldoende onderbouwd/niet komen vast te staan. Huisarts had geen bemoeienis bij of verantwoordelijkheid voor het digitaliseren van het medisch dossier.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2301
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:172
Klacht tegen een verpleegkundige. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De verpleegkundige was tijdens die nachtdienst betrokken bij de zorg voor patiënte. Na onderling overleg zijn de artsen en SEH‑verpleegkundigen tot de conclusie gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de verpleegkundige het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de consultvoering en informatieverwerking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel d en de klachtonderdelen a tot en met c ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5587
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster, over het vernietigen van het medisch dossier en over het te lang moeten wachten in de wachtkamer. Volgens het college heeft de huisarts geen betrokkenheid bij het voorschrijven van tramadol voorafgaand aan de val van klaagster, noch bij het digitaliseren van het medisch dossier. Uit dossier blijkt dat huisarts klaagster heeft onderzocht en beeldvormend materiaal heeft aangevraagd. Onvoldoende onderbouwing van te lange wachttijd
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5770
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:123
Klagers hebben een klacht ingediend tegen de huisarts van de penitentiaire inrichting (PI) waar hun zus/dochter op 32-jarige leeftijd is overleden. Klagers verwijten de huisarts onzorgvuldige verslaglegging over het overlijden. De huisarts heeft aangevoerd dat hij zijn aantekeningen met de beste bedoelingen heeft gemaakt op basis van informatie van derden, zonder opzettelijk onjuiste informatie te verstrekken.Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij heeft aantekeningen gemaakt onder het kopje “S” van subjectief. Dat betreft informatie van anderen en geen uit eigen waarneming (objectief) verkregen informatie. Hoewel de verslaglegging op bepaalde punten beter kon, is het college van mening dat de huisarts binnen de normen van een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts heeft gehandeld. De klacht is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6859
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:124
Klaagster meldt zich met hevige buikpijn bij een huisartsenpost, waar zij wordt gezien door een huisarts in opleiding (aios). De aios, in haar derde jaar, geeft pijnstillers en een vangnetadvies. Op 24 september wordt een appendicitis vastgesteld, wat leidt tot een spoedoperatie. Klaagster verwijt de huisarts, die de regie had en ook opleider was van de aios, dat zij een foutieve diagnose heeft gesteld, klaagster niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis, en haar niet zelf heeft beoordeeld.Het college oordeelt dat een huisarts tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk is voor eventuele fouten van de aios als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Naar het oordeel van het college is aan die voorwaarden voldaan. De huisarts heeft zich ervan vergewist dat de kwaliteit van de organisatie op de huisartsenpost zodanig was dat de aios goede zorg kon leveren. Tevens heeft zij vastgesteld dat het opleidingsniveau en ervaring van de aios voldoende waren om de zorg aan haar te delegeren. De huisarts heeft ook het medisch advies van de aios op goede gronden goedgekeurd. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:269 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-374/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:269
Klacht van een advocaat over andere advocaat, onder meer over het doen van onnodige grievende en onwelwillende uitlatingen, is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:263 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:263
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:230 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6878
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:230
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster die op het spreekuur bij de huisarts kwam in verband met een luchtweginfectie, verwijt de huisarts dat zij tijdens de consulten van 14 en 21 december 2023 een onjuiste diagnose en dat de huisarts gegevens uit het dossier van klaagster heeft verwijderd. De huisarts stelt dat zij klaagster alleen op 14 december 2023 op het spreekuur heeft gezien en er op dat moment geen sprake was van een longontsteking. Tevens betwist de huisarts dat er sprake is geweest van het verwijderen van gegevens uit het dossier en verzoekt het college de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het onderzoek van de huisarts op 14 december 2023 niet onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de verklaring van de huisarts dat zij klaagster niet heeft gezien en onderzocht op 21 december 2023 wordt ondersteund door aantekeningen in het medisch dossier en logginggegevens. Niet is komen vast te staan dat klaagster op 21 december 2023 is beoordeeld door de huisarts. Van verwijderen van delen uit het dossier is niet gebleken. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:264 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-906/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:264
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:231 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6793
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:231
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts, geen maatregel. Klager wordt vertegenwoordigd door zijn curator. De curator verwijt de huisarts a) dat hij onvoldoende zorg heeft verleend aan patiënt en b) gebrekkige dossiervoering. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel ongegrond is. Het tweede klachtonderdeel is gedeeltelijk gegrond. Het college moet beoordelen of, en zo ja, welke maatregel passend is bij het feit dat de huisarts niet heeft zorggedragen voor de verwijdering van het patiëntendossier na de overdracht aan de opvolgende huisarts(en). Het college overweegt hierover dat sprake is van een lichte mate van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid: het verwijt heeft betrekking op de technische aspecten van het huisartseninformatiesysteem, waarmee meer huisartsen worstelen. De huisarts heeft op de zitting verklaard dat hij contact heeft opgenomen met zijn HIS-leverancier, maar dat dit niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ook is niet gebleken dat de huisarts misbruik heeft gemaakt van het feit dat hij nog over het dossier beschikte. Gedeeltelijk gegronde klacht (b) zonder oplegging van een maatregel en publicatie.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:265 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-222/AL/MN
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:265
De raad verklaart een klacht van een bedrijf over een curator ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-719/DB/LI
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:154
Afwijzing verzoek tot opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-286/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:266
Klacht over de eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de hoogte van de declaraties en over de inhoud van de juridische bijstand door verweerster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:267 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-299/AL/OV
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:267
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:268 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-371/AL/GLD 24-372/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:268
Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerder niet heeft gehandeld als een behoorlijk advocaat betaamt doordat hij – kort gezegd – de gezamenlijk woning van zijn cliënte en de wederpartij niet heeft verlaten nadat hem dat verzocht was. Gelet op de ernst van dit handelen en gezien de omstandigheid dat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6950
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:229
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij als supervisor onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij de, door de AIOS (achteraf gezien) gemiste, diagnose acute ischemie niet heeft onderkend. De huisarts heeft het college gemotiveerd verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Niet in het geschil is dat op in juni 2022 de diagnose acute ischemie is gemist. De vraag die moet worden beantwoord, is of de huisarts als supervisor de zorg heeft verleend die van hem, in dit geval verwacht mocht worden. De huisarts heeft het consult direct na afloop met de AIOS besproken. De bevindingen van de AIOS en diens afwegingen en conclusie (zweepslag en geen acute ischemie) kwamen de huisarts op dat moment reëel over. Zie ook 5.6 t/m 5.8 van de beslissing. Het college is van oordeel dat de klacht in zijn geheel ongegrond is. In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-338/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:151
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met mr. P en diens schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739215 / DW RK 23/319 LvB/RH
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:115
Na niet voldoen aan een betalingsregeling is beslag op klagers inkomen gelegd. Niet tuchtelijk laakbaar.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-339/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:152
Raadsbeslissing. Klacht over de verweerder in hoedanigheid van procespartij. Vanwege verwevenheid met verweerders advocatenpraktijk wordt het optreden van verweerder getoetst aan het advocatentuchtrecht. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met zijn schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-337/DB/LI/D
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:153
Dekenbezwaar. Eindbeslissing na bewijslevering en voortgezette behandeling. Verweerder is geschorst ex artikel 60ab Advocatenwet. De deken verwijt verweerder dat hij de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd doordat hij (1) zich in een dagvaardingsexploot heeft uitgegeven als advocaat en (2) vervolgens in twee dagvaardingsexploten als gemachtigde is vermeld. De raad volgt verweerder in zijn verweer dat overtreding (1) berust op een vergissing, die hij heeft gepoogd te herstellen. Onder die omstandigheid kan verweerder naar het oordeel van de raad van de overtreding geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad is verder (2) van oordeel dat de op het voorblad van de op 10 en 22 mei 2024 uitgebrachte dagvaardingen vermelde tekst, inhoudend dat verweerder als gemachtigde optreedt, geen aan verweerder tuchtrechtelijk toerekenbare schending van de schorsingsvoorwaarden vormt. Verweerder heeft namelijk genoegzaam aangetoond dat de deurwaarder niet de van verweerder ontvangen versie van de dagvaarding ongewijzigd heeft uitgebracht en dat de deurwaarder de term “gemachtigde” niet in opdracht van verweerder, maar uit eigen beweging en zonder voorafgaand overleg met verweerder op het voorblad heeft vermeld. Voorts staat vast dat verweerder de uitgebrachte dagvaarding niet heeft aangebracht en dat hij ook niet als gemachtigde (voor zichzelf) heeft opgetreden, hetgeen feitelijk overigens ook niet mogelijk was geweest. De deken verwijt verweerder voorts dat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om zijn advocatenpas in te leveren. Verweerder heeft het verweer gevoerd dat hij niet in staat is geweest om te voldoen aan dit verzoek omdat hij de pas kwijt was geraakt. Verweerder gebruikte voor de schorsing zijn digitale pas. De raad kan niet vaststellen of verweerder de fysieke pas ten tijde van het verzoek om deze in te leveren in zijn bezit had noch dat hij de fysieke pas nog altijd in zijn bezit heeft. Bij die stand van zaken kan het verwijt dat verweerder niet heeft voldaan aan het verzoek om de pas in te leveren niet gegrond worden verklaard. Dekenbezwaar ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-320/DB/OB
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:148
Verzetbeslissing.De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-144/DB/ZWB
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:149
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:178 Raad van Discipline Amsterdam 24-451/A/A
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:178
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; Van schending van gedragsregel 15 is geen sprake. Daarbij kan in het midden blijven of verweerder klaagster en de wederpartij van klaagster tegelijkertijd heeft bijgestaan in een geschil waarbij zij een tegengesteld belang hadden, omdat de in lid vier van de gedragsregel bedoelde uitzondering zich voordoet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-340/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:150
Raadsbeslissing. Klacht over verweerder in hoedanigheid van executeur. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder zich niet gemengd in een bij de Geschillencommissie Advocatuur aanhangig declaratiegeschil tussen klaagsters kantoor en een voormalige cliënte van klaagster. Niet gebleken dat verweerder in zijn hoedanigheid van executeur het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748298 / DW RK 24/132
- Datum publicatie: 04-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:114
volgens vaste jurisprudentie van de kamer voor gerechtsdeurwaarders mag van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij vragen met betrekking tot bij hem in behandeling zijnde dossiers binnen een redelijke termijn op duidelijke wijze beantwoordt. De kamer heeft daarbij bepaald dat een termijn van maximaal veertien dagen redelijk is. Belangrijk in dit criterium is echter de zinsnede “bij hem in behandeling zijnde dossiers”. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat de veertiendagentermijn hier niet rechtstreeks van toepassing is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6790
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:223
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6970
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:224
Klacht tegen verpleegkundige grotendeels gegrond. Klaagster is de voormalig werkgever. Tijdens dit dienstverband is de verpleegkundige een affectieve en seksuele relatie aangegaan met een patiënte. Hij heeft deze relatie niet gemeld en hij heeft de patiënte verzocht de relatie geheim te houden. De verpleegkundige heeft deze grensoverschrijdende relatie erkend. De aard en duur van het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen alsmede de wijze waarop de verpleegkundige zich heeft opgesteld na het bekend worden van dit handelen, ook nog ter zitting, geeft het college niet het vertrouwen dat hij niet langer een risico zou vormen voor de patiëntveiligheid. Onder deze omstandigheden is er onvoldoende zekerheid dat met een tijdelijke of voorwaardelijke beroepsbeperkende maatregel het risico op herhaling voldoende is weggenomen. Het college legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:225 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6791
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:225
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:226 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6794
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:226
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:227 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam a2024/6795
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:227
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:221 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6788
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:221
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:228 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6796
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:228
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:222 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6789
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:222
Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613
- Datum publicatie: 27-11-2020
- Datum uitspraak: 02-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:2
De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 25
- Pagina: 26