ECLI:NL:TADRAMS:2024:224 Raad van Discipline Amsterdam 24-475/A/NH
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2024:224 |
---|---|
Datum uitspraak: | 30-12-2024 |
Datum publicatie: | 07-01-2025 |
Zaaknummer(s): | 24-475/A/NH |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 30 december 2024
in de zaak 24-475/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 26 augustus 2024 op de klacht van:
klager
over:
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 5 mei 2024 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Op 24 juni 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk mm/ks/2341707
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 26 augustus 2024 heeft de plaatsvervangend voorzitter
van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze
beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 24 september 2024 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van
de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 27 september 2024 ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 18 november 2024. Daarbij
waren klager en verweerster aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen
het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd
en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de nagezonden stukken
van verweerster van 24 oktober 2024.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich
met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust niet kan verenigen.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van
een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet
slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft
rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft
de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De
raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. C.C. Horrevorts en D.V.A. Brouwer,
leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken ter openbare
zitting van 30 december 2024.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 30 december 2024