ECLI:NL:TGDKG:2024:151 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748186 / DW RK 24/125 EdV/WdJ
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2024:151 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-12-2024 |
Datum publicatie: | 02-01-2025 |
Zaaknummer(s): | C/13/748186 / DW RK 24/125 EdV/WdJ |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Dat de opdrachtgever laat op het betalingsverzoek van klager heeft gereageerd kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Het had wel op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om zich meer in te spannen om de vordering toe te lichten met het overleggen van informatie waar klager en/of zijn gemachtigden herhaaldelijk om hebben verzocht. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder klager niet gewezen op de mogelijkheid om een executiegeschil te starten. Klacht deels gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 18 december 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/748186 / DW RK 24/125 EdV/WdJ ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
gemachtigde: [ ],
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde: [ ].
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 21 maart 2024, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift met bijlagen, ingekomen op 17 april 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Klager heeft zijn klacht aangevuld bij e-mail met bijlage, ingekomen op 1 november 2024. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van
13 november 2024 alwaar klager met zijn gemachtigde en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 18 december 2024.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Op 9 juni 2020 is aan klager een grosse van een notariële akte betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.
- Bij e-mail van 12 juni 2020 heeft klager de vordering betwist en verzocht om een onderbouwing van de gestelde vordering. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder de executie opgeschort.
- Bij e-mail van 1 september 2020 is, nadat de gerechtsdeurwaarder herhaalde rappellen aan de opdrachtgever heeft verzonden, het inhoudelijke verweer van de opdrachtgever met diverse documenten aan klager doorgezonden.
- Op 5 februari 2021 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente [ ] ten laste van klager.
- Bij e-mail van 26 februari 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder desgevraagd alle stukken die op 1 september 2020 aan klager waren verzonden nogmaals verzonden aan de schuldhulpverlening.
- Op 2 maart 2021 heeft de schuldhulpverlening de gerechtsdeurwaarder gevraagd of hij over de afrekening van de notaris beschikt. Bij brief van
2 maart 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder gemeld dat hij niet over deze afrekening beschikte.
- Bij e-mail van 2 januari 2023 is aan klager een overzicht van het resterende saldo gegeven met het verzoek het verschuldigde bedrag te voldoen.
- Op 19 januari 2023 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank ten laste van klager.
- Op 31 januari 2023 heeft de (toenmalige) gemachtigde van klager aangegeven dat klager een afkoopvoorstel wenst in te dienen.
- Bij e-mail van 1 februari 2023 heeft klager wederom bezwaar tegen de vordering gemaakt en een voorstel tegen finale kwijting gedaan.
- Op 13 februari 2023 heeft klager zijn betalingsvoorstel desgevraagd onderbouwd, waarop de gerechtsdeurwaarder het voorstel van klager op
14 februari 2023 aan de opdrachtgever heeft voorgelegd.
- Bij e-mail van 17 april 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder desgevraagd alle stukken die op 1 september 2020 aan klager en op 26 februari 2021 aan de schuldhulpverlening waren verzonden, nogmaals verzonden aan het Juridisch Loket.
- Bij e-mail van 5 juli 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder desgevraagd alle stukken, die reeds eerder waren verzonden, aan de huidige gemachtigde van klager verzonden.
- Bij e-mail van 25 juli 2023 heeft de gemachtigde van klager verzocht om een specificatie van de vordering, een reactie op het betalingsvoorstel van klager, een toelichting van de berekening van de beslagvrije voet en duidelijkheid omtrent het gedeelte van de aflossing dat inmiddels is doorgestort aan de opdrachtgever.
- Bij e-mail van 22 september 2023 heeft de gemachtigde van klager verzocht om nadere inlichtingen en is tevens de e-mail van 25 juli 2023 gerappelleerd.
- Bij e-mail van 20 oktober 2023 heeft de gemachtigde van klager zijn e-mails van 25 juli 2023 en 22 september 2023 gerappelleerd.
- Bij e-mail van 26 oktober 2023 heeft de gemachtigde van klager aangegeven dat er rechtsmaatregelen tegen de gerechtsdeurwaarders zullen worden getroffen.
- Bij e-mail van 1 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de gemachtigde van klager medegedeeld dat hij nog niets van zijn opdrachtgever heeft vernomen en inmiddels een herinnering heeft gestuurd met het verzoek een reactie te geven.
- Bij e-mail van 17 november 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder de gemachtigde van klager een inhoudelijke reactie gegeven en is tevens aangegeven dat de opdrachtgever niet akkoord is gegaan met het betalingsvoorstel van klager.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:
a: de voortvarendsheidsnorm heeft geschonden;
b: niet zorgvuldig heeft gehandeld en geen sprake is van een nauwgezette dienstverlening.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts deur waar ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts deur waar der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
5.2 De kamer overweegt dat de klacht, voor zover deze ziet op een periode van meer dan drie jaren geleden, op grond van het bepaalde in artikel 37 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet door de kamer niet-ontvankelijk wordt verklaard.
5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de kamer dat klager op
1 februari 2023 (wederom) bezwaar heeft gemaakt tegen de vordering en een voorstel tegen finale kwijting heeft gedaan. Nadat klager zijn voorstel bij e-mail van
13 februari 2023 heeft onderbouwd, heeft de gerechtsdeurwaarder het voorstel van klager op 14 februari 2023 aan de opdrachtgever doorgestuurd. De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens herhaaldelijk gerappelleerd bij de opdrachtgever voor een reactie op het betalingsvoorstel van klager. Hiervan is (de gemachtigde van) klager ook op de hoogte gesteld. Dat pas op 17 november 2023 een reactie van de opdrachtgever is gekomen, waarbij de opdrachtgever heeft aangegeven niet akkoord te zullen gaan met het betalingsvoorstel van klager, kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten.
5.4 Ten aanzien van klachtonderdeel b stelt de kamer voorop dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook in beginsel niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag op het inkomen van klager te leggen. Uit de overgelegde producties blijkt dat klager de vordering gemotiveerd heeft betwist en dat meermaals door meerdere gemachtigden van klager is verzocht om een onderbouwing van de vordering. De gerechtsdeurwaarder heeft steeds volstaan met het verwijzen naar de eerder op 1 september 2020 aan klager verzonden stukken, waaronder een brief van de eisende partij van 21 juni 2011. In de brief van 21 juni 2011 is opgenomen dat de restantvordering € 39.706,51 bedraagt. Bij die brief waren echter noch de betreffende notariële hypothecaire akte gevoegd, noch de afrekening van de notaris met betrekking tot de onroerende zaak, waarop het hypotheekrecht was gevestigd, en dat in een situatie dat klager bovendien in de veronderstelling verkeerde dat er wellicht nog een (kleine) uitkering was toegezegd, zoals hij de gerechtsdeurwaarder ook heeft laten weten. De kamer overweegt dat, gelet op de gemotiveerde betwisting van de vordering, de herhaalde verzoeken van/namens klager om nadere informatie en de discrepantie tussen enerzijds het bedrag zoals genoemd in de brief van 21 juni 2011 en anderzijds de aan de gerechtsdeurwaarder uit handen gegeven hoofdsom van € 20.804,97, het op de weg van de gerechtsdeurwaarder had gelegen om zich meer in te spannen om de vordering toe te lichten door middel van (bijvoorbeeld) het overleggen van de afrekening van de notaris, waar door of namens klager ook meermalen om is verzocht, dan wel het overleggen van de verkoopakte. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder klager niet gewezen op de mogelijkheid om een executiegeschil te starten. Dit alles klemt temeer nu de hoogte van de vordering in deze zaak niet rechtstreeks kan worden opgemaakt uit de titel (een notariële akte) en de schuldenaar afhankelijk is van de door de schuldeiser gedane opgave. De schuldenaar heeft er dan ook belang bij om de gevorderde bedragen desgewenst te kunnen (laten) controleren en dat de gerechtsdeurwaarder er zorg voor draagt dat de schuldenaar het bestaan en de hoogte van de vordering kan beoordelen. Ook na herhaaldelijk aandringen heeft de gerechtsdeurwaarder deze informatie niet aan klager en/of zijn gemachtigden overgelegd. Dit klachtonderdeel is terecht voorgesteld.
5.5 De kamer zal de klacht gelet op voorgaande deels gegrond verklaren. De kamer acht de maatregel van berisping in dit geval passend en geboden.
5.6 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klager wordt die begroot op totaal € 350,- (een forfaitair bedrag van € 50,- en kosten van verleende rechtsbijstand van € 300,-:
1 punt voor het klaagschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt € 150,-). Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van
€ 1.500,-.
5.7 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht vergoedt.
5.8 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht voor zover die ziet op een periode van langer dan drie jaren geleden niet-ontvankelijk;
- verklaart klachtonderdeel a ongegrond;
- verklaart klachtonderdeel b gegrond;
- legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
- veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, begroot op
€ 350,-; - veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, begroot op € 1.500,-, met aanzegging dat de ex artikel 43 lid 6 van de Gerechtsdeurwaarderswet te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder het bedrag van de kostenveroordeling moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per brief aan de gerechtsdeurwaarder zal worden medegedeeld;
- bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad
€ 50,- vergoedt.
Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. C.W.D. Bom en M.F.J. Pijnenburg, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 december 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.