Zoekresultaten 701-750 van de 1499 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-919/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:34
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-575/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:35
Raadsbeslissing. Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Niet vastleggen van advies met daarin plan van aanpak, opties en gevolgen daarvan is klachtwaardig. Klaagsters mogen van hun advocaat verwachten dat een advies over een kwestie met een dermate grote impact op het voortbestaan van de onderneming, schriftelijk wordt vastgelegd. Ook bij de homologatie van het akkoord heeft verweerster haar advies aan klaagsters over de te volgen koers en de mogelijke risico’s daarvan, onvoldoende schriftelijk vastgelegd. Kernwaarde deskundigheid. Klacht over gebrek aan informeren cliënte is gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2511
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:21
Klacht tegen psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de psychotherapeut het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:30 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-897/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:30
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat in een strafzaak en een familiezaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2502
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:22
Klacht tegen gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de gz-psycholoog het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:31 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-898/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de (kwaliteit van) dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/430826 / KL RK 24-14
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:2
Klagers verwijten de notaris dat zij in strijd heeft gehandeld met de eisen van zorgvuldigheid en met de artikelen 3 lid 2 en artikel 17 lid 1 van de Wna doordat: 1) de notaris erfenisfraude heeft gefaciliteerd door een woonhuis tegen verouderde en onjuiste waarde te laten passeren 2) de notaris onrechtmatig de waardepeildatum voor de verdeling van de nalatenschap heeft verlegd 3) de notaris huurbaten uit het onroerend goed ten onrechte niet tot het privévermogen heeft gerekend en ten onrechte schenkingen van de gemeenschap met de nalatenschap heeft verrekend 4) de akte van verdeling rekenfouten, dubbeltellingen en een anachronisme bevat, wat heeft geresulteerd in onjuist berekende erfdelen 5) de notaris erflaatster bij ophoging van het opvullegaat onvoldoende heeft geïnformeerd over de noodzaak van die ophoging. 6) de notaris een te korte reactietermijn heeft gehanteerd voor de conceptakte en zich in de akte op onjuiste aannames heeft gebaseerd; 7) de klacht bij het kantoor van de notaris niet naar tevredenheid is afgehandeld.De kamer oordeelt dat de notaris heeft voldaan aan haar zorgplicht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-899/AL/MN
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:32
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingskwestie kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:18 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2582
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:18
Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is een thans 58-jarige man die sinds 1999 een WAO-uitkering ontvangt. De verzekeringsarts is in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure gevraagd om, na het initiële rapport van een andere verzekeringsarts, de situatie van klager opnieuw te beoordelen. De verzekeringsarts is tot de conclusie gekomen dat het initiële rapport geen wijziging of aanvulling behoefde. Op grond van deze beoordeling is het bezwaar ongegrond verklaard. Klager verwijt de verzekeringsarts dat haar rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:20 Hof van Discipline 's Gravenhage 240270
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:20
Hoger beroep tegen 60ab-schorsing. De schorsing is inmiddels van rechtswege vervallen doordat de op het onderliggende dekenbezwaar gegeven beslissing van de raad in kracht van gewijsde is gegaan. Desondanks heeft verweerder belang bij een toetsing van de opgelegde schorsing. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:22 Raad van Discipline Amsterdam 24-523/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:22
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:16 Raad van Discipline Amsterdam 24-669/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:16
Klacht tegen eigen advocaat. Klacht gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft zijn declaraties verrekend met voor klager ontvangen derdengelden. Volgens verweerder heeft klager (mondeling) ingestemd met de verrekening tijdens een telefoongesprek, maar klager betwist dit. De raad oordeelt dat verweerder de instemming van klager schriftelijk had moeten vastleggen of bevestigen, om discussie achteraf te vermijden. Dit lag op de weg van verweerder als advocaat. Door dit na te laten, heeft verweerder de onduidelijkheden die nu zijn ontstaan, niet voorkomen en kan niet worden vastgesteld dat klager akkoord is gegaan met de verrekening. Daarmee is verweerder tekortgeschoten en dat kan hem tuchtrechtelijk worden aangerekend. Bovendien had verweerder beter schriftelijk moeten communiceren met klager over zijn declaraties. Volgens verweerder heeft hij klager mondeling steeds op de hoogte gehouden van zijn verrichte werkzaamheden en de bijbehorende declaraties, maar klager betwist dit en verweerder heeft nagelaten een schriftelijke verantwoording bij te houden. Dat had wel van verweerder mogen worden verwacht en door dit niet te doen heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2356
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:19
Gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een borstvergroting uitgevoerd. Voorafgaand aan de operatie is klaagster geadviseerd door een consulente over de door haar gewenste borstvergroting. Tijdens dit gesprek is klaagster geïnformeerd over de mogelijkheden en zijn door de consulente foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf gemaakt. Na de operatie is klaagster voor nacontroles gezien door de consulente. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij heeft geweigerd haar medisch dossier te verstrekken, dat hij de nacontroles door een ondeskundig persoon heeft laten uitvoeren en dat hij de consulente de gelegenheid heeft gegeven foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf te maken en deze openbaar te maken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht van klaagster over de nacontroles gegrond en legt aan de plastisch chirurg daarvoor de maatregel van berisping op. De plastisch chirurg heeft tegen dit oordeel beroep ingesteld en klaagster heeft incidenteel beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat ook de klacht over het verstrekken van het medisch dossier en de foto’s (gedeeltelijk) gegrond zijn. De maatregel van berisping blijft in stand.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:21 Hof van Discipline 's Gravenhage 230264 230265 230266
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:21
Wederzijdse klachten over advocaat wederpartij. Het gaat om het handelen van twee advocaten die zowel een vennootschap als de directeur-grootaandeelhouder bijstaan - hen wordt een belangenconflict verweten - tegenover het handelen van de advocaat van de minderheidsaandeelhouder die deze advocaten namens zijn cliënte persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld en de cliënte rechtstreeks had aangeschreven. Anders dan de raad overweegt het hof dat de minderheidsaandeelhouder wel degelijk kan klagen over een mogelijk belangenconflict van de advocaat wederpartij, maar de klacht is ongegrond. In zijn algemeenheid mag een advocaat wel de vennootschap en directeur-grootaandeelhouder bijstaan en in deze zaak is onvoldoende concreet gemaakt en onderbouwd dat sprake is van een belangenconflict waar klaagster door is benadeeld. De klacht dat de advocaat van de minderheidsaandeelhouder de andere advocaten persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld is door de raad terecht gegrond verklaard. Er moet een redelijke grond en concrete aanknopingspunten aanwezig zijn voor de stelling dat een advocaat onrechtmatig handelt in zijn rechtsbijstand voordat een zwaar middel als een persoonlijke aansprakelijkstelling gebruikt mag worden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:23 Raad van Discipline Amsterdam 24-564/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:23
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:15 Hof van Discipline 's Gravenhage 240197
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:15
Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft klaagster onvoldoende geïnformeerd over de processtrategie en over de gevolgen van een eisvermeerdering in hoger beroep voor een mogelijke proceskostenveroordeling. Ook heeft verweerster het budget, dat de rechtsbijstandsverzekeraar van klaagster ter beschikking had gesteld, onvoldoende bewaakt. De raad heeft de klacht op deze punten gegrond geoordeeld met oplegging van een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken. Het hof bekrachtigt de beslissing inhoudelijk, maar matigt de maatregel tot een schorsing van 13 weken waarvan 9 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:17 Raad van Discipline Amsterdam 24-742/A/DH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:17
Klacht tegen eigen advocaat. Onder de verantwoordelijkheid van verweerder is door de secretariële ondersteuning een fout gemaakt bij het invoeren van de gegevens van klaagster in het systeem, waardoor de afgegeven toevoeging niet aan het adres van klaagster is gestuurd, maar aan het adres van haar wederpartij. Nu het een eenmalige omissie van administratieve aard betreft, die verweerder bovendien direct nadat deze bekend was geworden heeft rechtgezet en waarvoor hij zijn excuses heeft aangeboden aan klaagster, voert het te ver om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:24 Raad van Discipline Amsterdam 24-504/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:24
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerster heeft binnen de aan haar toekomende vrijheid gehandeld door een kortgedingprocedure te starten over de vakantieregeling. Het was op dat moment nog onzeker of het gerechtshof tijdig uitspraak zou doen. Nadat het gerechtshof bij vervroeging toch arrest heeft gewezen, is het kort geding ingetrokken. Niet gebleken dat verweerster ondoelmatig handelde. Daarnaast heeft verweerster voldoende actief en voortvarend gehandeld nadat zij verzoeken van klagers advocaat ontving over de verblijfplaats van haar cliënt en de zoon. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:16 Hof van Discipline 's Gravenhage 240171
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:16
Klagers zijn de ex-schoonouders van de cliënt van verweerder. De cliënt van verweerder heeft met de dochter van klagers op het erf van klagers gewoond in een verbouwde schuur. Na de echtscheiding maakte de cliënt van verweerder aanspraak op vergoeding van de door hem in de (verbouwing van de) woning gestoken gelden. In een brief van 31 mei 2023 heeft verweerder onder meer aan klagers laten weten dat indien zij van mening zijn dat zij geen vergoeding hoeven te voldoen aan de cliënt van verweerder omdat van een legale woonsituatie geen sprake is, cliënt een verzoek zal indienen bij de gemeente om na te gaan of wel of geen sprake is van een legale woonsituatie. Klagers verwijten verweerder dat hij zich met de inhoud van zijn brief schuldig heeft gemaakt aan chantage. De raad is van oordeel dat verweerder met deze brief de grenzen van de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet heeft overschreden. Er is volgens de raad geen sprake van chantage. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat, indien hij daadwerkelijk een verzoek tot beoordeling van de woonsituatie bij de gemeente zou indienen, klagers onevenredig zouden worden benadeeld terwijl met indiening van een dergelijk verzoek ook geen redelijk doel zou worden gediend. De raad heeft geoordeeld dat de tuchtrechter over mogelijk toekomstig optreden geen tuchtrechtelijk oordeel kan geven en heeft klagers in dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat geen sprake is van chantage, maar oordeelt wel dat de woordkeuze van verweerder ongelukkig is geweest en grenst aan het ontoelaatbare.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:29 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-544/AL/GLD
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:29
Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken van excessieve declaraties. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Verweerder heeft klaagster geïnformeerd over een overschrijding van de eerder door hem ingeschatte urenbesteding. Niet gebleken dat declaraties zodanig onduidelijk zijn ingericht dat klaagster niet kon vaststellen welke bedragen bij haar in rekening worden gebracht. Geen tuchtrechtelijk verwijt ten aanzien overdracht dossier. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:18 Raad van Discipline Amsterdam 24-502/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:18
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2340
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:20
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij patiënte (klaagster) een lipoom aan de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was. Het RTG acht het onwaarschijnlijk dat de plastisch chirurg vergeten is het operatiegebied te ontsmetten en dat hij daar door zijn aanwezige collega’s ook niet op is gewezen. Dat er omstandigheden zijn waarom daarvan toch dient te worden uitgegaan zijn door klaagster niet gesteld en zijn het college ook overigens niet gebleken. Het RTG oordeelt verder dat de lezing van de plastisch chirurg dat hij klaagster heeft geïnformeerd, steun vindt in het medisch dossier en dat in het medisch dossier geen steun kan worden gevonden voor klaagsters stelling dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan haar heeft besteed. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht van klaagster ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:25 Raad van Discipline Amsterdam 24-757/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:25
Raadsbeslissing. Verweerder heeft nagelaten het hoger beroep in te schrijven in het rechtsmiddelenregister. Dat moest hij volgens artikel 3:28 en 3:29 BW wel doen. Verweerder heeft erkend dat hij onvoldoende oog had voor die artikelen. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:17 Hof van Discipline 's Gravenhage 250025
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 23-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:17
De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:19 Raad van Discipline Amsterdam 24-503/A/A
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:19
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:26 Raad van Discipline Amsterdam 24-495/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:26
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:18 Hof van Discipline 's Gravenhage 240376
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 23-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:18
De voorzitter stelt vast dat deze klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. De onderbouwing maakt een en ander niet bepaald inzichtelijker. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. Het hof zal de klacht daarom niet verwijzen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-967/DB/OB
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van voorzitter van een College van Beroep voor de Examens. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad door niet te reageren op klagers e-mail en niet mee te werken aan zijn verzoeken. Dekenonderzoek is niet gefrustreerd. Verweerder mag zelf bepalen door wie hij zich laat bijstaan in een tuchtklacht. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:20 Raad van Discipline Amsterdam 24-526/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:20
Geen verwijzing naar andere Raad van Discipline. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:19 Hof van Discipline 's Gravenhage 240162
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:19
Bekrachtiging gegrond verklaarde klacht van advocaat tegen advocaat wederpartij, die de cliënt van klaagster had benaderd en klaagster had beschuldigd van liegen. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:21 Raad van Discipline Amsterdam 24-614/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:21
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:10 Accountantskamer Zwolle 24/3084 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:10
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Tijdens een kantoortoetsing heeft klaagster vastgesteld dat in het NOW1-dossier de verplichte opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling niet was uitgevoerd. Klaagster heeft betrokkene in een periode van 15 maanden in de gelegenheid gesteld de stukken van de OKB te overleggen, maar ondanks toezeggingen van betrokkene heeft klaagster deze niet ontvangen. Klaagster is daarom van mening dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan de kantoortoetsing, als gevolg waarvan klaagster niet kan beoordelen of de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet. De klacht is gegrond. Betrokkene heeft wisselend verklaard over het overleggen van de stukken van de OKB en is vrijwel ieder contact uit de weg gegaan. Daarmee heeft hij onvoldoende medewerking verleend aan het afronden van de kantoortoetsing. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:11 Accountantskamer Zwolle 24/3024 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:11
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Klaagster heeft in 2020 een kantoortoetsing uitgevoerd. Zij heeft vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het is in de drie jaren daarna niet gelukt om een hertoetsing uit te voeren, omdat betrokkene volgens klaagster daaraan weigert mee te werken. Verder heeft klaagster vastgesteld dat betrokkene de verplichte Kennistoets 2022 niet met succes heeft afgerond. De klacht is geheel gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw kan worden ingeschreven op vijf jaar.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:12 Accountantskamer Zwolle 23/1890 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:12
De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van twee maanden opgelegd. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en integriteit. Betrokkene heeft niet op gepaste en zakelijke wijze met klaagster gecommuniceerd en heeft daarnaast met het oog op zijn eigen belangen geprobeerd de waarheid geweld aan te doen. Hij heeft bij klaagster aangedrongen op het ondertekenen van een verklaring die, naar hij wist, niet (langer) strookte met de waarheid. Het feit dat betrokkene de intentie had om daarmee de voorzieningenrechter verkeerd voor te lichten wordt hem zwaar aangerekend. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6686
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager verwijt haar een mogelijke fout tijdens een operatie van klager, alsmede onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek. Het college oordeelt dat het de chirurg niet te verwijten valt dat klager (die lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn) enkele maanden na de operatie weer last heeft gekregen van een fistel. Ook overigens is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6687
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn. Hij verwijt de chirurg onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek en meent dat nadere diagnostiek vereist is voordat over een behandelbeleid kan worden beslist. Het college oordeelt dat de chirurg redelijkerwijs alles heeft gedaan om de fistel te lokaliseren. Dat dit niet is gelukt en dat daardoor ook geen behandelbeleid kon worden afgesproken waar klager achter stond, valt de chirurg niet tuchtrechtelijk te verwijten. Niet gebleken is welke nadere diagnostiek dan nog verricht had moeten worden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6688
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30
Kennelijk ongegronde klacht tegen MDL-arts. Klager verwijt de MDL-arts dat een brief aan de huisarts van klager feitelijke onjuistheden bevat alsmede dat zij ten onrechte niet actief heeft uitgezocht waarom geen resultaten uit diverse onderzoeken kwamen. De brief aan de huisarts bevat een kennelijke vergissing, die derden echter niet op het verkeerde been kon zetten. Klager is het weliswaar oneens met de mogelijke diagnose Crohn maar de verwijzing naar de mogelijke aanwezigheid van Crohn in de brief is daarmee geen feitelijke onjuistheid. De verrichte onderzoeken en het te volgen beleid betrof een chirurgische kwestie, die de MDL-arts terecht aan de chirurgen heeft overgelaten.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:14 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:14
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond nu niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:15 Raad van Discipline Amsterdam 24-929/A/A 24-930/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:15
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:21 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-944/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:21
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bindend adviseur in een geschil tussen klagers en de rechtsbijstandsverzekeraar. Verweerder heeft zijn onafhankelijke rol zo mogen uitleggen dat hij het niet passend achtte om klagers uitleg te geven over zijn tussenbeslissing. Evenmin was verweerder ertoe gehouden om in te gaan op de opmerkingen die klagers hadden op de tussenbeslissing. In zijn beslissingen is verweerder gegaan op de punten die klagers naar voren hebben gebracht. Verweerder is vervolgens tot andere conclusies gekomen dan klagers. Daarmee is het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:22 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-943/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:22
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerster de in de beschikking van 2 april 2024 aan de man opgelegde verplichting, om binnen zes weken aan te tonen dat hij de overname van de woning kan financieren, niet is nagekomen, althans heeft haar cliënt niet heeft aangespoord om deze verplichting na te komen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/5925
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd, dat hij de uitslag van de MRI heeft genegeerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: de arts die een MRI aanvraagt, moet ervoor zorgen dat hij op de hoogte is van de uitslag, ook als de aanvraag enkel gericht is op geruststelling van de patiënt. Er was sprake van onvoldoende aandacht voor de presentatie van de klachten en van onvoldoende opvolging van ingezette stappen. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5928
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: het handelen van de huisarts tijdens het huisbezoek was zeer zorgvuldig. Om tot het oordeel te komen dat een arts een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de onjuiste diagnose, voor zover daarvan sprake was, moet komen vast te staan dat de wijze waarop de arts tot de onjuiste diagnose is gekomen in strijd is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende beroepsgenoot mag worden verwacht. Dit is niet het geval. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5929
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:15
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd, dat hij de uitslag van de MRI heeft genegeerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: de huisarts had actie moeten ondernemen naar aanleiding van de uitslag van de MRI aangezien hij de uitslag had bekeken en hierover contact met klager heeft gehad, ook al heeft hij niet de aanvraag voor de MRI gedaan. Er was sprake van een situatie waarin de huisarts de urgentie onvoldoende heeft onderkend en waarop door hem niet is gehandeld. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-517/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:27
Klacht van een advocaat over een andere advocaat. De raad verklaart de klacht wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-465/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:28
Klacht van een advocaat. De raad heeft één klachtonderdeel gegrond verklaard. De raad heeft hierover overwogen dat verweerster in strijd met gedragsregel 21 heeft gehandeld omdat zij tweemaal een bericht aan de rechtbank heeft gestuurd, zonder een afschrift van die berichten gelijktijdig aan klager (de advocaat van de wederpartij) te sturen. Hoewel de raad hierover heeft geoordeeld dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is, is bij de beoordeling van de ernst van dit handelen ook van belang dat verweerster zeer kort na het versturen van deze berichten klager alsnog een afschrift van deze berichten heeft gestuurd. Verder is van belang dat verweerster dit handelen heeft erkend. Gelet op alle feiten en omstandigheden ziet de raad aanleiding om te volstaan met een gegrondverklaring, zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6305
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 28-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:27
Klaagster niet ontvankelijk in klachtonderdeel c in een voor het overige ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster heeft in het kader van verzuimbegeleiding contact gehad met een praktijk ondersteuner bedrijfsarts (POB’er). Naar aanleiding van dit contact had klaagster veel vragen over voor welke organisatie en onder wiens supervisie deze POB’er werkzaam was. Klaagster heeft zich met deze vragen uiteindelijk ook tot de bedrijfsarts gewend. De klacht houdt – kort gezegd – in dat de bedrijfsarts (a) geen antwoord heeft gegeven op de vragen van klaagster, (b) onvoldoende contact met haar heeft opgenomen en (c) nalatig heeft gehandeld inzake haar professie. Het college is van oordeel dat het verwijt van klaagster onder c) onvoldoende gedefinieerd en onvoldoende bepaald is. Dit klachtonderdeel ziet niet op een concrete gedraging van de bedrijfsarts, maar heeft kennelijk betrekking op het mogelijke gevolg van de klachtonderdelen a) en b). Het college zal dit klachtonderdeel daarom niet inhoudelijk bespreken en klaagster in zoverre niet-ontvankelijk verklaren. Vervolgens overweegt het college dat de bedrijfsarts op geen enkele manier persoonlijk betrokken is geweest bij (de bedrijfsgeneeskundige begeleiding van) klaagster. Dat zij wel tweemaal kort heeft gereageerd op de mails van klaagster maakt dat niet anders. Dat de bedrijfsarts geen contact heeft opgenomen met klaagster dan wel niet inhoudelijk heeft gereageerd op de vragen van klaagster over het gesprek met de POB’er maakt dan ook niet dat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijt. Het college verklaart klaagster niet ontvankelijk in klachtonderdeel c en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-863/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:24 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-885/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:24
Voorzittersbeslissing. Klager - een advocaat- beklaagt zich over de wijze van klachtbehandeling door de toenmalige deken. Naar het oordeel heeft verweerder met zijn handelen als deken niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Naast de interne klachtenregeling en de procedure bij de Geschillencommissie Advocatuur kan ook een tuchtprocedure lopen. Verweerder was gebonden aan en beperkt door zijn wettelijke taak. Verweerder heeft zijn keuzes helder toegelicht. De daarbij door hem gebruikte bewoordingen richting klager worden niet als escalerend gekwalificeerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:25 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-886/AL/GLD
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:25
voorzittersbeslissing. Klaagster - advocaat - beklaagt zich over de wijze van klachtonderzoek door een deken. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder met zijn optreden niet het vertrouwen in de advocatuur geschaad. De door een deken ingenomen dekenvisie kan door de tuchtrechter terzijde worden geschoven. De tuchtrechter toetst zelfstandig. De tuchtprocedure kan naast een interne klachtbehandeling en procedure bij de Geschillencommissie Advocatuur lopen. Klacht kennelijk ongegrond.