Zoekresultaten 44251-44300 van de 44627 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0143 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Ingevolge artikel 3 van de Wet op het centraal testamentenregister (hierna te noemen: WCTR) is de notaris door of ten overstaan van wie een uiterste wil of herroeping ervan is verleden, verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die waarop de akte is verleden aan het testamentenregister opgaaf te doen. Deze regel is in de notariële praktijk van cruciaal belang en dient met grote zorgvuldigheid te worden nageleefd. De veronderstelling van de notaris, dat het CTR een fout heeft gemaakt, is niet onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. De (waarnemend) notaris die het testament heeft gepasseerd, dient te verifiëren dat het testament daadwerkelijk in het CTR ingeschreven wordt. Dat is in dit geval kennelijk niet gebeurd, omdat is komen vast te staan dat het testament van 23 augustus 2005 op 29 oktober 2007 niet was ingeschreven in het CTR. De notaris had daarvoor moeten zorgen, en dat hij dat niet heeft gedaan is een tuchtrechtelijk laakbare omissie. Dat door de notaris niet eerder een dergelijke fout is begaan doet hier niets aan af. Met betrekking tot het verweer van de notaris dat niet hij als waarnemer, maar de waargenomen notaris eindverantwoordelijk is, is oordeelt de Kamer als volgt. De notaris was ten tijde van het passeren van de akte reeds enige tijd werkzaam als kandidaat-notaris bij de waargenomen notaris. Hij kan daarom worden geacht voldoende ervaren te zijn geweest en bekend met de werkprocessen van het kantoor van de waargenomen notaris. De notaris behield ook als waarnemer zijn eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Hij was bovendien niet onervaren. Voorts is de Kamer niet gebleken - sterker nog: het tegendeel is door de notaris betoogd - van enig gebrek in de structuur of de organisatie van het kantoor van de waargenomen notaris met betrekking tot het inschrijven van testamenten. Daarom is de Kamer van oordeel dat de notaris als waarnemer zelf, en niet de waargenomen notaris, tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat strookt ook met het redelijke belang van de burger, die bij een gebleken fout zijn klacht moet kunnen richten tot de notaris, bij wie de desbetreffende akte daadwerkelijk is gepasseerd. In dit geval was dat de notaris die als waarnemer optrad en dus niet de notaris, voor wie de notaris waarnam. Echter: bij de beantwoording van de vraag, of een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd, acht de Kamer relevant dat een notaris, na als waarnemer in het kantoor van de waargenomen notaris aktes te hebben gepasseerd, in de regel daarna weer zal vertrekken en niet in dat kantoor aanwezig zal blijven om feitelijk toezicht uit te oefenen op de administratieve verwerking van de door hem daar verrichte ambtshandelingen. Het ligt voor de hand dat hij dat overlaat aan de juridische administratieve ondersteuning van dat kantoor. Daarom valt de notaris van de onderhavige omissie niet zo'n ernstig verwijt te maken, dat oplegging van een maatregel geïndiceerd is.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0137 Kamer van toezicht Leeuwarden 20-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.275verzet

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.265

    Niet beantwoorden brieven. Geen inzicht in de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde tarieven en kosten.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0144 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in Nord ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Noord verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Zuid ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van CCC in Leeuwarden. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0138 Kamer van toezicht Leeuwarden 21-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn geweest.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.400verzet

    Beslissing op verzet. Het verzet is niet-ontvankelijk omdat het is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.282

    In rekening brengen van kosten. Onjuist hanteren van de beslagvrije voet. Legitimatieplicht.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0145 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2007

    Nu Y bij het passeren van de akte van levering van de door hem verkochte recreatiewoning ondubbelzinnig heeft aangegeven het niet eens te zijn met de courtagenota van klager voor zover dit betrof de extra in rekening gebrachte kosten van € 309,40, en er voorts niet is gebleken van andere aanknopingspunten die betaling van de courtagenota rechtvaardigen, is de notaris terecht niet tot uitbetaling hiervan overgegaan. Sterker nog: indien de notaris zonder instemming van Y tot betaling was overgegaan, dán had zij gehandeld in strijd met de notariële betamelijkheid. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0139 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in xxx ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Aaa verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Bbb ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van xxx in xxx. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.468verzet

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2009:YC0133 Kamer van toezicht Leeuwarden 27-2008

    Klacht is te laat ingediend, nu er meer dan drie jaren zijn verstreken tussen de kennisneming door Klaagster van het handelen van De notaris en het indienen van de klacht. Ten overvloede overweegt de Kamer dat ook bij een inhoudelijke toetsing het optreden van De notaris niet kan leiden tot een gegrondverklaring van de klacht. Immers, De notaris was, anders dan Klaagster stelt, niet verplicht tot publicatie nu hij met instemming van de overgrote meerderheid van de erfgenamen, nota bene ook van Klaagster zelf, de verkoop kon realiseren tegen een koopprijs, die de getaxeerde waarde verre te boven ging. Dat de boerderij enkele maanden na deze verkoop voor een nog veel hoger bedrag werd doorverkocht doet aan dit oordeel niets af.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0131 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-32 en 08-33

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Dat het kantoorbeleid zo is opgesteld dat alleen de notaris een dergelijke melding doet, ontslaat de kandidaat-notaris niet van haar eigen verantwoordelijkheid daarin. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0125 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-39

    Van een boedelnotaris, in een situatie waarbij de verhouding tussen de erven dermate is verstoord als uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken, mag verwacht worden dat hij de erven naar behoren informeert om tot onderlinge overeenstemming tussen de erven te kunnen komen en dat hij de erven daar waar mogelijk oplossingen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap aanreikt. De Kamer stelt vast, gelet op de door de notaris gevoerde correspondentie en het verhandelde ter zitting, dat de notaris met de nodige behoedzaamheid jegens de erven is opgetreden, de erven, met inbegrip van klager en zijn toenmalige raadslieden, telkens uitvoerig heeft ingelicht over de standpunten van een of meer van de erven, zodra die in het verloop van de onderhandelingen over de afwikkeling gewijzigd waren, alsmede over wat hij in dat verband zag als de meest wenselijke oplossing voor de meningsverschillen tussen de erven. Dat de door de notaris aangedragen oplossingen in de gevallen waarin sprake was van enig verschil van mening tussen de erven niet altijd conform de wensen van klager luidden en dat klager zich naar zijn zeggen bij de bespreking op 6 september 2007 door de notaris onder druk gezet voelde, maakt de betreffende handelingen van de notaris niet tuchtrechtelijk laakbaar. Van belang is dat de notaris - het in de eerste alinea van deze beoordeling vermelde uitgangspunt in aanmerking nemend - zich naar het oordeel van de Kamer in voormelde gevallen voldoende terughoudend en niet partijdig heeft opgesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0132 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-15

    1. Eigen verantwoordelijkheid kandidaat-notaris bij afwikkeling leveringsakte. 2. Onjuiste taakopvatting en gebrek aan voortvarendheid bij kandidaat-notaris. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0126 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-34 en 08-35

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De omstandigheid dat het kantoorbeleid, zoals door de kandidaat-notaris geschetst in zijn verweer, een en ander tegenwerkte kan wellicht een verzachtende omstandigheid zijn, maar ontslaat de kandidaat-notaris niet (volledig) van zijn eigen verantwoordelijkheid. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en zijn (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-07

    Verzet. Met de doorzending van een conceptbrief bestemd voor de procureur van klager zou de notaris zich volgens klager onzorgvuldig jegens hem hebben gedragen. De Kamer oordeelt anders. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0128 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-19

    Wat er ook zij van de verschillende betalingsafspraken die klaagster, de notaris en de makelaar hebben gemaakt in het proces van aankoop en levering van het appartement, uiteindelijk had de notaris niet zelf de conclusie mogen trekken dat hij het door klaagster betwiste courtagebedrag aan de makelaar kon doorbetalen. Los daarvan, nu hij klaagster beloofd had om op de terugbetaling van het courtagebedrag toe te zien door deze via zijn kantoor te laten lopen, heeft hij verzuimd om te controleren of de makelaar diens toezegging bij e-mail van 31 maart 2008 om het courtagebedrag terug te storten was nagekomen en vervolgens klaagster hierover te berichten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0129 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-17 en 08-18

    Onoorbare ABC-transacties bij notaris. Aantal normschendingen in 17 casus gegrond. 1 casus ongegrond. De aan de notaris gegrond bevonden verwijten zijn, tezamen en in onderling verband bezien, dusdanig ernstig dat zij een maatregel rechtvaardigen. Ten aanzien van de aard van de op te leggen maatregel overweegt de Kamer het volgende. Het notarisambt brengt mee dat een notaris de regelgeving ten aanzien van zijn praktijkvoering nauwgezet naleeft. Het notariaat ontleent zijn bijzondere plaats in het rechtsverkeer aan het vertrouwen dat de betrokken partijen en de samenleving als geheel moeten hebben in de naleving van dwingende voorschriften die de praktijkvoering betreffen. De bij de notaris waargenomen nalatigheden verdragen zich hiermee niet. De aard en het aantal van de gegrond verklaarde klachten brengen de Kamer tot het oordeel dat niet met een berisping kan worden volstaan, maar dat een schorsing in de ambtsuitoefening geboden is. Bij de duur van de op te leggen schorsing houdt de Kamer rekening met het onder 6.13 vermelde gegeven dat niet is gebleken van klachten van derden over het optreden van de notaris in een van de hier besproken gevallen. Daarnaast houdt de Kamer rekening met de omstandigheid dat de notaris zich ter zitting bewust heeft getoond van zijn falende praktijkvoering en de Kamer ervan heeft weten te overtuigen dat hij de nodige maatregelen op zijn kantoor heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Schorsing voor 1 week.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0130 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-36 en 08-37

    In zijn algemeenheid is het mogelijk dat de gedragingen van een notaris, als werkgever, afbreuk doen aan de eer en het aanzien van het ambt dat de notaris bekleedt. In deze zaak raakt het optreden van de notaris als werkgever van de kandidaat-notaris diens functioneren als notaris zodanig dat dit handelen tuchtrechtelijk kan worden beoordeeld. De notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Wet arbeid vreemdelingen door de kandidaat-notaris in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De kandidaat-notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Vreemdelingenwet 2000 door arbeid te verrichten buiten hetgeen haar volgens haar toenmalige vergunning - met beperking tot studiedoeleinden - was toegestaan. Van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag verwacht worden, gelet op zijn kennis van het recht, dat hij ook de voor hem als werkgever geldende regels in acht neemt. Zijn verweer dat hij de onderhavige regels niet bewust heeft geschonden, gaat dan ook niet op. Dit geldt evenzeer voor de kandidaat-notaris. Berisping ieder.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0124 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/878

    Verzetzaak. De oud-notaris wordt verweten als bewindvoerder onrechtmatig en ondeskundig te hebben gehandeld. De Kamer van Toezicht is niet de instantie die een uitspraak doet over de vraag of een bewindvoerder goed heeft gefunctioneerd. De klachten hebben geen betrekking op het handelen van de betrokkene als notaris. Verzet gegrond. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.435verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0097 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.521verzet

    Ontvankelijkheid van een op het zelfde feitencomplex berustende eerder aan het oordeel van de Kamer onderworpen klacht

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.497verzet

    De beslagvrije voet heeft kort gezegd tot doel te voorkomen dat de schuldenaar wegens een beslag op al zijn inkomen een beroep op een bijstandsuitkering moet doen. De beslaglegger dient onverwijl rekening te houden met wijziging in omstandigheden (art. 475 d lid 7 Rv). Uit een onderzoeksrapport blijkt dat klager geen andere inkomsten had dan het AOW-pensioen van klagers echtgenote. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen actiever op te treden naar aanleiding van de door klager verzonden brieven. In elk geval had het op zijn weg gelegen om direct na het bekend worden van de resultaten van het onderzoeksrapport contact op te nemen met zijn opdrachtgever. Op grond van de resultaten van het onderzoeksrapport had de beslagvrije voet onverwijld moeten worden aangepast. Het gaat er niet om wat klager had kunnen doen, maar wat de gerechtsdeurwaarder had moeten doen.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.360verzet

    Verzet niet-ontvankelijk wegens nalaten indienen gronden van verzet.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.289

    Integraal ter beschikking stellen gegevens uit de Gemeentelijk Basisadministratie aan een incassobureau.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.479verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer vernietigt de beslissing deels omdat de gerechtsdeurwaarder de kosten die deels vallen onder de toevoeging heeft verrekend met door hem geincasseerde gelden en daarom tweemaal een vergoeding heeft ontvangen voor (een deel van) dezelfde kosten.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.419verzet

    Incasso van een vordering. Opnieuw vordering van een bedrag. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.553verzet

    Beslissing in verzet. Vonnis werkt van rechtswege vanaf datum uitspraak. De tenuitvoerlegging van een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis wordt eerst dan geschorst indien daadwerkelijk hoger beroep is ingesteld door middel van het uitbrengen van een dagvaarding. De voorzitter ach de klacht kenneljk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0110 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.511

    Beslag op roerende zaken die toebehoren aan een besloten vennootschap.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0098 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.522verzet

    Werkwijze bij incasso. Als een schuldenaar na een aanmaning inhoudelijk bezwaar maakt tegen de vordering, dient de gerechtsdeurwaarder het bezwaar voor een inhoudelijke beoordeling daarvan door te sturen naar zijn opdrachtgever. Zodra de gerechtsdeurwaarder het standpunt van zijn opdrachtgever heeft ontvangen, dient hij het standpunt mede te delen aan de schuldenaar. Een verdere behartiging van de belangen van klager kan van de gerechtsdeurwaarder niet worden verlangd.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.498verzet

    Vernietiging beslissing voorzitter in verzet. Bevel tot betaling van een onjuist bedrag. Ministerieplicht laat onverlet de eigen verantwoordelijkheid voor het opstellen van het exploot en de daarin te vermelden gegevens. Het is de gerechtsdeurwaarder die controle dient uit te oefenen op de (juistheid van in dit geval) de bedragen welke in het exploot dienen te worden vermeld en voor welk bedrag bevel tot betaling kan worden gedaan. Dit vergt een nauwkeurige bestudering van de aan hem ter hand gestelde titels, waaronder hier een verbeterbeslissing.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0083 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.173

    Uitvoeren opdracht tot betekening van een dagvaarding. De gerechtsdeurwaarders hadden moeten begrijpen dat snel actie diende te worden ondernomen. In elk geval had het op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen klager in kennis te stellen van het feit dat zij slechts één maal per week in de plaats waar de dagvaarding moest worden betekend kwamen.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0121 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.425verzet

    Toepassen beslagvrije voet. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer verklaart het verzet onder verbetering van de gronden ongegrond. Klager verwijst naar stukken die behoren tot een dossier van een eerder door hem ingetrokken klacht.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.420verzet

    Alimentatievordering in opdracht LBIO. Ministerieplicht. Nieuwe klachten kunnen niet voor het eerst in verzet worden gedaan. Voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.446verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0111 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.18verzet

    Verzet gdaan buiten de daarvoor geldende termijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0099 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.524verzet

    Ministerieplicht.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0090 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.238

    Betekenen proces-verbaal van beslag op een onroerende zaak. Betalen van een bedrag ter finale kwijting. Veroorzaken van nodeloze kosten. Toepassen verkeerde beslagvrije voet en ondanks directe toezending van gegevens niet direct aanpassen van de beslagvrije voet. Doen van toezeggingen met betrekking tot opschorting van het beslag en een betalingsregeling. Onheuse bejegening.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.499verzet

    Onduidelijkheid over wat de klacht is

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0084 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.174

    Termijn waarbinnen klacht kan worden ingediend. Door gerechtsdeurwaarder ingenomen standpunt ten aanzien van het aangekondigde beslag. Wijze van communiceren van (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder. Opgeven instantie waar kan worden geklaagd.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0122 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.426verzet

    Verzet niet-ontvankelijk in verband met overschrijding van de termijn waarbinnen verzet kan worden gedaan. Overweging ten overvloede. Uitleg taak voorzitter. Hoor en wederhoor.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0116 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.559verzet

    Incassovordering van VVE. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer is het met de voorziter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.448verzet

    Beslagvrije voet. Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamr is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0112 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.608verzet

    Nodeloze kosten. Uitleg taak voorzitter.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0091 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.359

    Verantwoordelijkheid gerechtsdeurwaarder voor handelingen van een door hem ingeschakelde collega gerechtsdeurwaarder. Informatieplicht. Maken van onnodige kosten door het inschakelen van een collega gerechtsdeurwaarder. Trugkomen op eerdere toezegging

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.500verzet

    Verzet gedaan buiten de daarvoor geldende termijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0085 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.199

    Aanpassen van de hoogte van de beslagvrije voet

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0123 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.427verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0094 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 149.2008verzet

    Beslissing voorzitter in verzet vernietigd. Gelet op de tijdspanne tussen de ontvangst van het bedrag en de datum waarop door de gerechtsdeurwaarders met het incassobureau is gecommuniceerd om de door klager gedane betalingen mee te delen, kan niet anders worden geoordeeld dan dat de klacht –dat de gerechtsdeurwaarders het incassobureau niet (tijdig) hebben gemeld dat zij betalingen van klager hadden ontvangen- terecht is voorgesteld. Systhematiek van verrekenen (uitsplitsen)