ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.498verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0104
Datum uitspraak: 22-01-2008
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2007.498verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Vernietiging beslissing voorzitter in verzet. Bevel tot betaling van een onjuist bedrag. Ministerieplicht laat onverlet de eigen verantwoordelijkheid voor het opstellen van het exploot en de daarin te vermelden gegevens. Het is de gerechtsdeurwaarder die controle dient uit te oefenen op de (juistheid van in dit geval) de bedragen welke in het exploot dienen te worden vermeld en voor welk bedrag bevel tot betaling kan worden gedaan. Dit vergt een nauwkeurige bestudering van de aan hem ter hand gestelde titels, waaronder hier een verbeterbeslissing.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 22 januari 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 498.2007 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 28 augustus 2007 (zaaknummer 312.2007) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 6 september 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 10 september 2007, ingekomen op 13 september 2007, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 december 2007 alwaar

klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 22 januari 2008.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij het niet eens is met het verweer van de gerechtsdeurwaarder dat de beschikking van de rechtbank moeilijk te lezen is. De aanvullende beschikking van de rechter is duidelijk genoeg. Hij vermoedt dat de gerechtsdeurwaarder het dossier nooit heeft gezien en zo heeft laten passeren. Hij heeft tijdens zijn bezoek aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarder afschriften getoond. Klager ontkent dat hij agressief was. Hij heeft slechts gezegd dat de gerechtsdeurwaarder zijn huiswerk beter moet doen. De gerechtsdeurwaarder neemt zonder controle voor waar aan wat zijn ex-vrouw mededeelt.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de

voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

In zijn inleidende klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat hij bevel tot betaling heeft gedaan van het dubbele van waartoe hij is veroordeeld. Hij is op 11 december 2006 naar de gerechtsdeurwaarder gegaan om aan te tonen dat hij terugbetaalt en dat het bedrag dat hij zou moeten betalen niet klopt. Het bedrag ter zake een krediet is niet juist. Hij heeft voor die lening nooit getekend. Nu wordt er geprobeerd beslag te leggen op zijn inkomen voor het verkeerde bedrag. Volgens klager voldoet hij aan alle verplichtingen. Klager heeft schade geleden en hij vraagt zich af of hij de gerechtsdeurwaarder daarvoor aansprakelijk kan stellen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht allereerst overwogen dat op de gerechtsdeurwaarder de wettelijke verplichting rust op grond waarvan hij als hem wordt verzocht ambtshandelingen te verrichten in dit geval de betekening van de beschikkingen, dat verzoek moet uitvoeren. De gerechtsdeurwaarder heeft juist gehandeld door het bezwaar van klager voor commentaar door te sturen naar zijn opdrachtgever.

5.2 De voorzitter heeft voorts overwogen dat niet gebleken is dat het aan de gerechtsdeurwaarder valt te verwijten indien bevel tot betaling is gedaan voor te hoge bedragen. In de aanvullende beschikking is bepaald dat klager aan zijn ex-vrouw dient te vergoeden de bedragen van € 2.271,40 met betrekking tot het krediet bij Postbank en een bedrag van € 2.725,53. Dit is samen het bedrag van de hoofdsom waarvoor de gerechtsdeurwaarder het bevel tot betaling heeft gedaan. De gerechtsdeurwaarder kon niet weten dat klager betalingen had gedaan, omdat hij niet de beschikking had over betalingsbewijzen van klager en de ex-vrouw van klager heeft pas op 12 juni 2007 toegegeven dat zij van klager € 2.074,00 heeft ontvangen. Op 13 juni 2007 heeft klager volgens de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat hij weer rechtstreeks aan zijn ex-vrouw gaat betalen. Uit deze laatste opmerking heeft de gerechtsdeurwaarder afgeleid dat er nog bedragen openstaan. Tuchtrechtelijk heeft de gerechtsdeurwaarder niet laakbaar gehandeld.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet.

Naar het oordeel van de Kamer kan de beslissing van de voorzitter niet in stand blijven en dient deze te worden vernietigd.

7. De beoordeling van de klacht

7.1 Bij de beoordeling van de klacht stelt de Kamer voorop dat op een gerechtsdeurwaarder weliswaar een ministerieplicht rust, maar dat laat zijn eigen verantwoordelijkheid voor het opstellen van het exploot en de daarin te vermelden gegevens onverlet. Het is de gerechtsdeurwaarder die controle dient uit te oefenen op de (juistheid van in dit geval) de bedragen welke in het exploot dienen te worden vermeld en voor welk bedrag bevel tot betaling kan worden gedaan. Dit vergt een nauwkeurige bestudering van de aan hem ter hand gestelde titels.

7.2 Naar het oordeel van de Kamer kan de aanvullende beschikking van de rechter van 8 november 2006 -kort samengevat en voor zover in verzet van belang - niet anders worden gelezen dan dat in die beschikking het dictum van de beschikking van 30 augustus 2006 werd verbeterd en wel aldus dat het te betalen bedrag ad € 434,13 werd gewijzigde in betaling van een bedrag van € 2.725,53. Dit kan slechts leiden tot de conclusie dat door de gerechtsdeurwaarder voor een verkeerd bedrag bevel tot betaling is gedaan.

8. De beslissing van de voorzitter dient te worden vernietigd en de klacht gegrond te worden verklaard. Naar het oordeel van de Kamer zijn er geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege;

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en J. Smit, (plaatsvervangend-) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll. :

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.