ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-07

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127
Datum uitspraak: 11-02-2009
Datum publicatie: 23-02-2009
Zaaknummer(s): 08-07
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Verzet ongegrond
Inhoudsindicatie: Verzet. Met de doorzending van een conceptbrief bestemd voor de procureur van klager zou de notaris zich volgens klager onzorgvuldig jegens hem hebben gedragen. De Kamer oordeelt anders. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden. Verzet ongegrond.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing d.d. 11 februari 2009 op het verzet tegen de afwijzende beslissing d.d. 4 juli 2008 van de fungerend voorzitter van de Kamer als bedoeld in artikel 99 lid 2 van de Wet op het Notarisambt inzake de klacht onder nummer 08-07, welk verzet is ingesteld door:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

gemachtigde [...],

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

Op 4 juli 2008 heeft de fungerend voorzitter van de Kamer, mr R.J. Paris, de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij faxbericht van 18 juli 2008 heeft klager verzet tegen deze beslissing ingesteld.

De behandeling van het verzet heeft ter zitting van de Kamer plaatsgevonden op 14 januari 2009.

Aanwezig:

·         klager met zijn gemachtigde,

·         de notaris.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt. De ter zitting overgelegde pleitaantekeningen van klagers gemachtigde zijn in kopie aan het proces­verbaal gehecht.

Het verzet

Klager heeft zijn klacht in het verzetschrift gehandhaafd.

De notaris heeft volgens klager volstrekt onnodig en voortijdig - zonder voorafgaand overleg en zonder klagers uitdrukkelijke toestemming - bij brief van 2 december 2007 een afschrift van een door klager aan diens toenmalige advocaat/procureur opgestelde conceptbrief, gedateerd 30 november 2007, doorgezonden aan laatstgenoemde. Hierdoor heeft de advocaat/procureur zich genoodzaakt gezien om naar aanleiding van het van de notaris ontvangen afschrift van de conceptbrief aan klager een voorschotnota toe te zenden ter zake van te verrichten werkzaamheden, hoewel hij daartoe nog geen opdracht van klager had ontvangen. Met de doorzending van de conceptbrief heeft de notaris zich onzorgvuldig jegens klager gedragen, aldus klager.

Het verzet van klager tegen de beslissing van de fungerend voorzitter richt zich op het volgende.

(Primair) De voorzitter heeft miskend dat het feit dat de conceptbrief nog niet aan klagers procureur was verzonden, logischerwijs meebrengt dat de procureur niet bekend kon zijn met het in de conceptbrief gestelde en dus ook geen antwoorden had kunnen geven op vragen van de notaris. Het oordeel van de voorzitter dat de notaris zich met inhoudelijke vragen rechtstreeks tot de procureur mocht wenden, getuigt van een onjuist inzicht omtrent de status van een conceptbrief.

(Subsidiair) De voorzitter heeft ten onrechte geoordeeld dat de notaris de brief van klager van 21 november 2007 mocht beantwoorden door tussenkomst van de procureur van klager. De aan de beslissing van de voorzitter ten grondslag liggende veronderstelling dat deze procureur als gemachtigde/vertegenwoordiger van klager aangemerkt mocht worden ter beantwoording van de vragen van de notaris, is onjuist. Uit het feit dat het om een conceptbrief gaat, volgt immers dat klager niet aan zijn procureur verzocht had om zijn belangen conform het in de conceptbrief gestelde te behartigen.

De beoordeling van het verzet

Het verzet is tijdig ingesteld.

De Kamer dient thans te beoordelen of de klacht - gezien het verzet - kennelijk ongegrond is.

De Kamer verwijst voor de voorgeschiedenis en de inhoud van de klacht naar hetgeen daarover in de beslissing van de fungerend voorzitter d.d. 4 juli 2008 is overwogen.

De Kamer verwerpt het ter zitting gedane verzoek van de notaris als bedoeld in artikel 101 lid 3 Wet op het notarisambt om te weigeren de gemachtigde van klager, niet zijnde advocaat of procureur, als raadsman van klager toe te laten. De notaris heeft dit verzoek niet gemotiveerd en de Kamer is niet gebleken van enig bezwaar tegen de gemachtigde.

Ter zitting verklaarde klager desgevraagd dat hij de conceptbrief aan de notaris had verzonden om te trachten de procedure op de parkeerrol van de rechtbank te Utrecht weer op gang te brengen en om te bekijken of de notaris in de inhoud van de conceptbrief aanleiding kon vinden om een toenadering dan wel een schikking te realiseren.

Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten of beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de fungerend voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven [...] en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden.

Dit leidt tot de conclusie dat de klacht inderdaad - zoals door de fungerend voorzitter overwogen - kennelijk ongegrond is.

Het verzet zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beslissing in het verzet

De Kamer van Toezicht voormeld:

verklaart het verzet ongegrond.

Deze beslissingen zijn gegeven door mrs. P.A. Koppen, voorzitter, R. van der Galiën, J.Z. Moree, M.G.L. den Os-Brand en J. Smal, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. A. Saab, in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2009.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan klager gezonden en bij gewone brief aan de notaris.

Tegen deze beslissing staat ingevolge artikel 99, lid 10, van de Wet op het notarisambt geen rechtsmiddel open.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’s­Gravenhage

Beslissing d.d. 4 juli 2008 van de voorzitter van de Kamer als bedoeld in artikel 99 lid 2 van de Wet op het notarisambt inzake de klacht onder nummer 08-07 van:

[...],

hierna ook te noemen: klager,

gemachtigde [...],

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De voorzitter heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 15 februari 2008, met bijlagen;

·         het antwoord van de notaris, ingekomen op 10 maart 2008;

·         de repliek van klager, ingekomen op 15 april 2008;

·         de dupliek van de notaris, ingekomen op 9 mei 2008;

·         aanvullende bijlagen van de notaris, ingekomen op 27 mei 2008.

De feiten

Klager was als advocaat en procureur bij de rechtbank [...] ingeschreven in de periode 1992 tot 2003 en oefende zijn praktijk uit te [...].

In 1996 werd klager benaderd door de heer [...], overleden in mei 2002. De heer [...] had zich in 1994 op eigen verzoek onder bewind laten stellen wegens verkwisting van vermogen.

De heer [...] verzocht bijstand in diverse procedures, waaronder een hoger beroepsprocedure tot ontslag van zijn toenmalig bewindvoerder, de heer [bewindvoerder] daar [...] van mening was dat de bewindvoerder niet naar behoren functioneerde en malversaties pleegde terzake verzekeringspremies en de onder zijn bewind gestelde gelden. Klager heeft van de heer [...] schriftelijk de verzekering gekregen te zullen instaan voor betaling van al zijn kosten. De erfgenamen en de bewindvoerder hebben geweigerd de declaraties van klager te voldoen.

Klager heeft in februari 2004 een incassoprocedure tegen de drie erfgenamen van de heer [...] opgestart bij de rechtbank Utrecht ter voldoening van zijn honorarium. Deze procedure staat momenteel op de slaaprol.

In een latere fase heeft klager bij de rechtbank te ’s­Gravenhage een procedure opgestart tot benoeming van een boedelvereffenaar, nu de door de drie erfgenamen aangestelde boedelnotaris [de notaris] zich “klachtwaardig opstelde”.

Tijdens de mondelinge behandeling van de procedure bleek dat de boedel inmiddels was afgewikkeld: de drie erfgenamen van wijlen de heer [...] was ruim € 500.000,-- uitbetaald en alle boedelcrediteuren waren – op klager na – betaald. Ondanks een initiatief van de behandelend rechter de zaak in der minne te regelen is dit tot op heden niet gelukt.

Op 3 augustus 2006 heeft klager bij deze Kamer van Toezicht een klacht ingediend tegen de notaris. Deze klacht [met nr. 06-25] zag met name op uitlatingen van de notaris in een brief gedateerd 13 april 2006, gericht aan de procureur van klager, [...]. Deze klacht is bij voorzitterbeslissing d.d. 11 oktober 2006 kennelijk ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing is klager in verzet gekomen bij verzetschrift d.d. 24 oktober 2006. De Kamer heeft bij beslissing d.d. 14 maart 2007 het verzet ontvankelijk verklaard en de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

Tenslotte is door klager een begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden opgestart. Bij beslissing d.d. 25 oktober 2007 heeft de Raad aan klager een totaalbedrag van € 6.465,54 toegewezen en zich onbevoegd verklaard ten aanzien van begroting van de eveneens gevorderde wettelijke rente.

De klacht en het verweer van de notaris

Klager verwijt de notaris dat deze bij brief d.d. 2 december 2007 de procureur van klager heeft benaderd terzake van een verzoek om juridisch advies. De notaris heeft – aldus klager – zonder toestemming diverse vertrouwelijke stukken aan de procureur overgelegd. Voorts heeft de notaris, door zijn ”verzoek om juridisch advies” aan de procureur/advocaat van klager, zodanig gehandeld dat zijn onpartijdigheid niet kan worden gewaarborgd.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna ­ voor zover nodig ­zal worden besproken.

De beoordeling

Ter beoordeling ligt de vraag of de brief van de notaris d.d. 2 december 2007 aan de procureur/advocaat van klager, [...], als een verwijtbaar handelen van de notaris moet worden gezien.

De voorzitter is van oordeel dat geenszins gezegd kan worden dat beantwoording van de brief van klager die kennelijk aan de notaris gericht is in zijn hoedanigheid van gemachtigde van de erven, via klagers procureur/advocaat onjuist is. Deze immers is de vertegenwoordiger van klager, die zelf geen advocaat meer is, in de procedure tegen de erven over de door klager in rekening gebrachte advocaatkosten. De brief van klager betreft dat onderwerp, waarop de notaris reageert. Niet kan in de brief van de notaris d.d. 2 december 2007 gelezen worden dat deze om een juridisch advies vraagt; hij vraagt om een uitleg van een ingestelde vordering.

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht als kennelijk ongegrond moet worden aangemerkt en mitsdien zal worden afgewezen.

De beslissing

De voorzitter van genoemde Kamer van Toezicht:

wijst de klacht af als kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. R.J. Paris, voorzitter, op 4 juli 2008.

Kopie van deze beslissing wordt aan partijen gezonden, aan klager bij aangetekende brief.

Klager kan, indien hij daartoe aanleiding vindt, binnen veertien dagen na de dag van verzending van de kopie van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Kamer van Toezicht. In geval van verzet dient klager gemotiveerd aan te geven met welke overwegingen van de voorzitter hij zich niet kan verenigen en kan klager daarbij vragen over zijn verzet te worden gehoord.