ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.500verzet
ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0106 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-01-2008 |
Datum publicatie: | 17-02-2009 |
Zaaknummer(s): | 2007.500verzet |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Verzet gedaan buiten de daarvoor geldende termijn. |
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Beslissing van 22 januari 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 500.2007 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
1. [ ],
2. [ ],
gerechtsdeurwaarders te [ ],
beklaagden.
1. Verloop van de procedure
Bij beschikking van 28 augustus 2007 (zaaknummer 319.2007) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.
Bij brief van 3 september 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.
Bij brief van 18 september 2007, ingekomen op 18 september 2007, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.
Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 december 2007 alwaar
de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.
Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 22 januari 2008.
2. De gronden van het verzet
In verzet heeft klager aangevoerd dat hij in diverse brieven en telefoongesprekken de gerechtsdeurwaarders kenbaar heeft gemaakt dat zij teveel aan incasso- en informatiekosten in rekening brengen. Telefonisch is hem medegedeeld dat zij ook van mening waren dat de kosten te hoog waren en dat zij deze zullen herzien. De kosten zijn echter niet herzien en zijn volgens de gerechtsdeurwaarders opgelopen omdat klager niet te traceren was, dit terwijl hij nog steeds in Assen woont.
3. De ontvankelijkheid van het verzet
3.1 De Kamer dient allereerst de vraag te beantwoorden of het verzet tijdig is gedaan. Op grond van het bepaalde in artikel 39 van de Gerechtsdeurwaarders dient een tegen een beslissing van de voorzitter ingesteld verzet te worden gedaan binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing. Bij brief van 3 september 2007 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief gedateerd 18 september 2007, welke brief op 18 september 2007 bij de Kamer is ingekomen, heeft klager verzet ingesteld.
3.2. Uit het voorgaande volgt dat -nu de termijn begon te lopen op 4 september 2007 en eindigde op 17 september 2007- klager het verzet heeft ingesteld buiten de hiervoor genoemde termijn van veertien dagen. Nu door klager geen bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd waarom het verzet niet tijdig is gedaan, dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzet.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.
Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en J. Smit, (plaatsvervangend-) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Coll.:
Op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.