ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.289

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089
Datum uitspraak: 16-01-2007
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2006.289
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Integraal ter beschikking stellen gegevens uit de Gemeentelijk Basisadministratie aan een incassobureau.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 16 januari 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 289.2006 van:

KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te Baarn,

klaagster,

gemachtigde mr. J.D. van Vlastuin,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 19 juni 2006 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde.

Bij brief van 4 juli 2006 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 28 november 2006 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 16 januari 2007.

1.      De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Bij brief van 14 september 2005 heeft Incassopraktijk [     ] de gerechtsdeurwaarder verzocht een dagvaarding te betekenen en het adres van de wettelijke vertegenwoordiger van gedaagde te controleren.

b)      Op 23 september 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder een uitgebreid uittreksel uit de GBA verkregen.

c)      Bij brief van 10 oktober 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn opdrachtgever onder meer geschreven:"...In opgemelde aangelegenheid vernamen wij dat de moeder van [     ] mevrouw [     ] is. Zij is sedert 15 juni 2005 woonachtig in de gemeente [      ], aan het adres [      ] te ([      ]) [      ]...."

 

d)      Bij brief van 2 januari 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn opdrachtgever onder meer geschreven:"...Aangezien betrokkenen in [     ] woonachtig is dient u de deurwaarder aldaar in te schakelen. De relevante bescheiden treft U hierbij aan...."

 

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder te hebben gehandeld in strijd met artikel 5 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Klaagster heeft kennisgenomen van stukken van Incassopraktijk [     ] waaruit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder uitgebreide gegevens uit de Gemeentelijk Basisadministratie integraal ter beschikking heeft gesteld aan voormeld incassobureau. De gerechtsdeurwaarder miskent daarmee dat hij door vertrouwelijke gegevens intergraal ter beschikking te stellen aan derden die geen toegang tot deze gegevens hebben, zijn geheimhoudingsplicht schendt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de GBA gegevens ten onrechte zijn doorgezonden aan de Incassopraktijk [     ]. Er is sprake geweest van een menselijke fout waarvoor hij aansprakelijk is. Ten aanzien van het onjuist aanvragen van de uitgebreide gegevens heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat hij geen andere wijze weet om de juiste gegevens van de wettelijke vertegenwoordigers van de gedaagde te achterhalen. Om tot een behoorlijke

uitoefening van zijn ambt te geraken heeft hij die gegevens wel degelijk nodig.

De gerechtsdeurwaarder heeft verder aangevoerd dat hij van juristen in incassobureaus ook GBA-gegevens ontvangt. De rechtbank Utrecht heeft onlangs de gemeente veroordeeld tot afgifte van GBA gegevens aan een juristenbureau. De gemaakte fout is daardoor voor hem verklaarbaar, waardoor zijn handelen overigens niet juist wordt of goedgepraat kan worden.

De gerechtsdeurwaarder verzet zich tegen de door klaagster gewekte indruk als zou door hem of zijn kantoor slordig worden omgegaan met vertrouwelijke gegevens.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Bij de beoordeling van de klacht dient tot uitgangspunt dat ingevolge het bepaalde in artikel 5 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders, hierna: de Verordening, een gerechtsdeurwaarder vertrouwelijk verkregen informatie (waarvan hier sprake is) niet verder verwerkt of anders bekend maakt dan voor de zorgvuldige vervulling van zijn beroep wordt vereist of krachtens de wet is toegestaan. In de toelichting bij dit artikel staat onder meer vermeld dat deze informatie alleen gebruikt mag worden voor het doel waarvoor de gegevens zijn opgevraagd en dat het laatste zinsdeel met name betrekking heeft op de Wet bescherming persoonsgegevens waaraan ook de term "verwerkt" is ontleend.

Krachtens artikel 11 van deze laatste wet mogen persoonsgegevens slechts worden verwerkt voor zover zij, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn.

Ingevolge het bepaalde artikel 7, eerste lid, onder c van de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming van persoonsgegevens (Stcr, 18 februari 2004), hierna: de Gedragscode, mogen gegevens uitsluitend verstrekt worden aan rechterlijke instanties en andere derden voor zover dat noodzakelijk voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte.

4.2  Naar het oordeel van de Kamer staat vast dat de gerechtsdeurwaarder informatie aan derden heeft verstrekt in strijd met het doel waarvoor de gegevens mogen worden opgevraagd. De gerechtsdeurwaarder heeft de informatie heeft opgevraagd teneinde iemand te dagvaarden. Tot zover is juist gehandeld. Omdat een andere gerechtsdeurwaarder moest worden ingeschakeld heeft hij de gegevens verstrekt aan derden die geen toegang tot GBA gegevens hebben. De gerechtsdeurwaarder heeft dit ook erkend. Dat uitgebreide gegevens worden opgevraagd is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Het integraal ter beschikking stellen aan derden van de volledig uitgeprinte versie wel (Gerechtshof Amsterdam, 10 augustus 2006, LJN AY7064). Dat in de praktijk de gerechtsdeurwaarder van incassobureaus ook GBA informatie ontvangt doet hieraan niet af. Naar het oordeel van de Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder dan ook gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 5 van de Verordening en is de klacht dan ook terecht voorgesteld.

5. Op grond van het voorgaande dient de klacht dan ook gegrond te worden verklaard. De Kamer acht geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel over te gaan, zodat wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. M.M. Beins en M.J-M.L. Baudoin, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.