ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.265

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135
Datum uitspraak: 24-02-2009
Datum publicatie: 27-02-2009
Zaaknummer(s): 2008.265
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet beantwoorden brieven. Geen inzicht in de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde tarieven en kosten.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 februari 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 265.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 19 juni 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 1 september 2008 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2008 waar klager is verschenen en de gerechtsdeurwaarder niet, omdat hij ziek was. Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De zaak is vervolgens aangehouden teneinde de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid te stellen te reageren op hetgeen op de zitting door klager naar voren is gebracht.

De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 18 november 2008 gereageerd. Klager heeft bij brief van 26 november 2008 nog gereageerd.

De zaak is pro forma geplaatst op de terechtzitting van 13 januari 2009. Aan partijen is bij brief van 2 december 2009 meegedeeld dat zij niet behoeften te verschijnen.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)                  Op naam van klager heeft de gerechtsdeurwaarder een aantal vorderingen in behandeling waarvoor loonbeslag is gelegd. Enkele van die vorderingen zijn inmiddels in zijn geheel voldaan.

b)                 Klager heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 21 mei 2008 verzocht om een overzicht van schulden en betalingen per schuldeiser, zodat hij kan zien wanneer hij weer over zijn volledige inkomen kan beschikken.

c)                  Bij brief van 17 juni 2008 heeft klager zich (ook) bij de gerechtsdeurwaarder beklaagd over de wijze waarop hij is bejegend door een van diens medewerksters tijdens een telefoongesprek. Voorts heeft hij in die brief verzocht om een betalingsregeling van € 50 per maand met ingang van eind juni 2008. Daarnaast heeft hij vragen gesteld over een door de deurwaarder in rekening gebracht tarief van € 78,80.

 

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder – samengevat - dat diens medewerkster een zeer asociale houding tegen hem aannam toen hij belde voor een betalingsregeling. Klager beklaagt zich erover dat hij geen inzicht heeft in de stand van de afbetaling van zijn schulden in de dossiers bij de deurwaarder met nummers 21546 en 29842. Voorts beklaagt hij zich erover dat hij alleen de vermelding op zijn salarisstrook heeft dat t.b.v. de gerechtsdeurwaarder is betaald, maar dat hij geen betalingsbewijzen heeft en dat hij geen inzicht heeft in de door de deurwaarder berekende tarieven en kosten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1. De gerechtsdeurwaarder heeft hiertegen aangevoerd – samengevat - :

a)         In dossier 21546 (gasservice) is € 4138,18 betaald. Dit dossier is gesloten.

b)         In dossier 28203 (verdeelzaak [     ], gerechtsdeurwaarder [     ]) is € 3913,17 betaald. Het dossier is gesloten.

c)         In dossier 29495 (verdeelzaak [     ], gerechtsdeurwaarder [     ]) is betaald tot een bedrag van € 2865,29. Het dossier is in overleg met [     ] gesloten.

d)         Dossier 29810 is gesloten nadat een verdeelzaak van gerechtsdeurwaarder [     ] terzake van een vordering van € 15.540,00 binnenkwam. Gerechtsdeurwaarder [     ] is nu de eerst beslagleggende gerechtsdeurwaarder.

e)         De gerechtsdeurwaarder bestrijdt dat klager niet goed te woord is gestaan. Hij heeft bezwaar tegen de door klager gebruikte terminologie van kenau, e.d.

f)          De beantwoording van de brief van klager van 21 mei 2008 heeft vertraging ondervonden omdat  nagevraagd moest worden tot welk bedrag via loonbeslag geïncasseerd diende te worden in de verdeelzaak van de gerechtsdeurwaarder [     ]. Door een miscommunicatie is de reactie van [     ] niet goed verwerkt waardoor geen overzicht aan klager is gezonden.

g)         De gerechtsdeurwaarder stelt dat een maandelijks overzicht niet gebruikelijk of noodzakelijk is omdat klager alle derdenbeslagen kent en hij op zijn salarisstrook kan zien welke bedragen worden ingehouden.

h)         De gerechtsdeurwaarder verwijst naar de derdenbeslagen voor de gehanteerde tarieven en geeft aan dat hem niet lijkt dat die niet kloppen, en dat hij daarop ook niet kan worden aangesproken.

3.2 In zijn reactie van 18 november 2008 naar aanleiding van de vorige zitting heeft de gerechtsdeurwaarder nog aangevoerd dat hij blijft bij hetgeen hij in zijn verweerschrift naar aanleiding van de klacht heeft gesteld. Ter aanvulling heeft hij nog gesteld dat hij wel degelijk een overzicht aan klager wilde verschaffen, maar daartoe niet in staat was. Pas toen bekend was dat een collega een loonbeslag zou beperken tot de achterstallige termijnen, was op zijn kantoor bekend hoe de verdeling

zou gaan plaatsvinden. Per abuis is dit niet aan klager doorgegeven.

4. Beoordeling van de klacht.

4.1. Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechtsdeurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarder inbegrepen) aan tuchtrechtspraak onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft gerechtsdeurwaarder [     ] zich opgeworpen als beklaagde zodat de klacht wordt geacht tegen hem te zijn gericht. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2. Ter beoordeling staat of de handelswijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert. Daarvan is hier sprake.

4.3 Bij de beoordeling van de klacht dient tot uitgangspunt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat deze, overeenkomstig het verzoek van klager, debiteuren op de hoogte houdt van de werkzaamheden (Hof Amsterdam 9 oktober 2003 323.2003 GDW). Naar het oordeel van de Kamer mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de beantwoording van de brief van 21 mei 2008 is uitgebleven, en ook dat hij klager niet tijdig heeft meegedeeld waarom hij tot beantwoording toen niet in staat was. Op 26 juni 2008 vond volgens punt 11 van het verweerschrift de laatste betaling via de gerechtsdeurwaarder plaats. Dat betekent dat de gerechtsdeurwaarder in ieder geval toen duidelijkheid had kunnen verschaffen aan klager over hoe zijn betalingsverplichting bij hem ervoor stond. Dit onderdeel van de klacht is gegrond.

4.4 Het onderdeel van de klacht met betrekking tot gehanteerde tarieven is ongegrond. Klager heeft dit onderdeel niet onderbouwd. Hij had gespecificeerd dienen mee te delen waarom in rekening gebrachte bedragen niet zouden kloppen.

4.5 De Kamer acht de klacht daarom gedeeltelijk gegrond, maar ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel, omdat de ernst van de gedraging gelet op de omstandigheden te gering is om oplegging van een maatregel te rechtvaardigen.

4.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. Het beroep schorst de beslissing waartegen het is gericht niet.