ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0111 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.18verzet
ECLI: | ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0111 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-05-2008 |
Datum publicatie: | 17-02-2009 |
Zaaknummer(s): | 2008.18verzet |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Verzet gdaan buiten de daarvoor geldende termijn. |
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Beschikking van 27 mei 2008 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 18.2008 ingesteld door:
G.D. LETNOM,
wonende te Amsterdam,
klager,
tegen:
M.W. DE RUIJTER,
gerechtsdeurwaarder te Amsterdam,
beklaagde.
1. Verloop van de procedure
Bij beschikking van 20 november 2007 (zaaknummer 481.2007) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.
Bij brief van 27 november 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.
Bij brief van 9 december 2007, ingekomen op 14 december 2007, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.
Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 april 2008 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.
Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 27 mei 2008.
2. De gronden van het verzet
In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.
3. De ontvankelijkheid van het verzet
3.1 De Kamer dient allereerst de vraag te beantwoorden of het verzet tijdig is gedaan. Op grond van het bepaalde in artikel 39 van de Gerechtsdeurwaarders, dient een tegen een beslissing van de voorzitter ingesteld verzet te worden gedaan binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing. Bij brief van 27 november 2007 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief van 9 december 2007, welke brief op 14 december 2007 bij de Kamer is ingekomen, heeft klager verzet ingesteld.
3.2. Uit het voorgaande volgt dat -nu de termijn begon te lopen op 28 november 2007 en eindigde op 11 december 2006- klager het verzet heeft ingesteld buiten de hiervoor genoemde termijn van veertien dagen zodat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzet. Omstandigheden die maken dat klager wel in zijn verzet kan worden ontvangen zijn gesteld noch gebleken.
3.3. Ten overvloede wordt overwogen dat de gerechtsdeurwaarder heeft gedaan wat in zijn vermogen lag om klager te bereiken. Ook al zou het verzet tijdig zijn gedaan dan zou dat niet hebben geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht.
4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. H.C. Hoogeveen en M.J-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 mei 2008 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Coll.:
Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.