ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.282

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136
Datum uitspraak: 24-02-2009
Datum publicatie: 27-02-2009
Zaaknummer(s): 2008.282
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: In rekening brengen van kosten. Onjuist hanteren van de beslagvrije voet. Legitimatieplicht.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 24 februari 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 282.2008 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ], [     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen ingekomen op 27 juni 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Bij aangehechte brief met bijlagen ingekomen op 29 juli 2008 hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 januari 2009, alwaar klager en de gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 24 februari 2009.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie van een door de kantonrechter te Rotterdam op 9 juni 2006 gewezen vonnis. Zij hebben onder andere executoriaal derdenbeslag gelegd onder de werkgeefster van klager op zijn loon.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat dat deze:

1)      het vonnis voor onjuiste bedragen hebben geëxecuteerd, in het bijzonder door te veel rente te vorderen en te veel kosten te berekenen;

2)      een te groot gedeelte van zijn loon onder het beslag hebben gebracht en de beslagvrije voet niet juist hebben vastgesteld;

3)      zich niet altijd hebben gelegitimeerd;

4)      in de procedure bij de kantonrechter geen machtiging hebben overgelegd.

3. Het verweer

3.1 De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht gemotiveerd bestreden.

3.2 De executiekosten zijn berekend overeenkomstig het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, zoals ook al aan klager is uitgelegd in de brief van 6 september 2006.

3.3 De beslagvrije voet is geheel conform de wettelijke bepalingen berekend.

3.4 Gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders dienen zich desverlangd te legitimeren op grond van artikel 13 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Klager heeft nimmer om een legitimatiebewijs gevraagd. Alle op het kantoor van de gerechtdeurwaarders werkzame (toegevoegd) kandidaat-gerechtsdeurwaarders beschikken over een legitimatiebewijs.

3.5 Gerechtsdeurwaarders behoeven op grond van artikel 80 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering geen schriftelijke volmacht aan de kantonrechter te overleggen.

3.6 Na ontvangst van de klacht is een fout aan het licht gekomen. Per abuis is het beslag aan klager tweemaal overbetekend. Dat betekent dat een bedrag van € 60,39 ten onrechte is geïncasseerd. Dat zal aan klager worden terugbetaald.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarders betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarders de executiekosten niet hebben berekend in overeenstemming met het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Voor elke handeling bestaan vastgestelde tarieven. Klager kan dat zelf nazien. Dat betekent in dit geval bijvoorbeeld dat voor de betekening van het exploot van beslaglegging onder de werkgeefster van klager een bedrag is verschuldigd maar ook voor het exploot van de overbetekening van dit beslag aan klager.

4.3 De verschuldigde rente is een kostenpost die doorloopt totdat de gehele vordering is voldaan. Klager kan de verschuldigde rente dus niet fixeren tot het bedrag dat verschuldigd was op de dag dat vonnis is gewezen. Niet gebleken is dat te veel rente is berekend.

4.4 Evenmin is gebleken dat extra proceskosten in rekening zijn gebracht. Het bedrag van € 284,69 dat klager heeft genoemd, dat is vermeld in het exploot van betekening van het vonnis, is overgenomen uit het vonnis.

4.5 Dat op 30 augustus 2006 een iets hoger bedrag onder het beslag is gebracht en daarmee de in het vonnis genoemde bedragen zijn verhoogd, houdt verband met de kosten van de beslaglegging, welke bedragen ook betaald moeten worden. Klager kan dit nazien in de brief van de gerechtsdeurwaarders van 6 september 2006.

4.6 Tot slot is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarders de beslagvrije voet indertijd niet juist hebben bepaald. Indien klager het niet eens was met de hoogte van de vastgestelde beslagvrije voet, had hij zich tot de kantonrechter kunnen wenden om de beslagvrije voet te laten bepalen.

4.7 Klager heeft niet gesteld dat hij de gerechtsdeurwaarders om een legitimatie heeft gevraagd. Zij behoeven een legitimatiebewijs inderdaad alleen te tonen indien daarom wordt gevraagd.

4.8 Indien een gerechtsdeurwaarder als gemachtigde optreedt in een procedure voor de kantonrechter, wordt hij geacht te beschikken over een deugdelijke volmacht van zijn opdrachtgever net als bijvoorbeeld een advocaat. Klager kan dit zelf nalezen in de toelichting bij artikel 80 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De gerechtsdeurwaarders hebben dus terecht gesteld dat zij geen schriftelijke volmacht nodig hadden.

4.9 Per abuis hebben de gerechtsdeurwaarders één keer te veel betekend. Een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een rekenfout maakt, maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is echter niet gebleken en bovendien zijn de kosten van de betekening aan klager terugbetaald. De klacht is daarom ongegrond.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-          verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.