Zoekresultaten 51-100 van de 185 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3409

    Klacht tegen huisarts m.b.t. nalatig handelen en laks omgaan met achteraf gebleken ernstige situatie. Huisarts had dienst op de hap. Patiënt is overleden. Huisarts heeft gehandeld conform de NHG-standaard ‘Duizeligheid’ en heeft belafspraak gemaakt voor de volgende dag. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3837

    Klacht tegen huisarts. Huisarts ziet kind van twee met oorontsteking. Na onderzoek bespreekt de huisarts met de ouders dat nut antibioticum op dat moment twijfelachtig was omdat het beeld van de oren verbeterde. Ouders akkoord met afwachtend beleid. De huisarts spreekt af dat ouders bij aanhoudende koorts morgen opnieuw contact opnemen voor antibioticum. De alarmsignalen zijn besproken. De volgende dag melden de ouders zich weer. Het kind wordt naar het ziekenhuis verwezen. Bij opname wordt een Hb gehalte geconstateerd van 2.0. Ouders klagen dat de huisarts de dag ervoor alarmsignalen heeft gemist. Het college oordeelt dat de huisarts het kind goed heeft onderzocht, overeenkomstig de NHG-richtlijn Kinderen met koorts. Er zijn geen feitelijke aanwijzingen dat de huisarts alarmsignalen over het hoofd heeft gezien. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4190

    Klacht tegen tandarts over onzorgvuldige voorbereiding en uitvoering van een behandeling (beetverhoging door het aanbrengen van zeven meervlaksvullingen), onvoldoende informatieverstrekking, gebrek aan medewerking bij bemiddelingsprocedure KNMT en onjuiste declaratie. Het college acht de klachtonderdelen over de voorbereiding en uitvoering van de behandeling, informatieverstrekking en declaratie gegrond en legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 177/2020-Z2021/2227

    Klacht tegen GZ-psycholoog ongegrond. De klacht gaat over een rapportage waar de GZ-psycholoog aan meegewerkt heeft. Klager is onderzocht en wilde daar niet aan meewerken. Er is een rapportage uitgebracht. Klager vindt dat de rapportage niet goed is opgesteld en de GZ-psycholoog daarbij niet volgens de richtlijnen heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht ongegrond. De GZ-psycholoog heeft zorgvuldig gehandeld tijden

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4924

    Klacht tegen (destijds) tandarts, inhoudende dat hij misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden om toestemming te krijgen tot het afstaan van de gouden kroon en hij deze zich onrechtmatig heeft toegeëigend. Het college oordeelt dat niet objectief kan worden vastgesteld dat beklaagde al of niet toestemming heeft gevraagd om de kroon aan een goed doel te besteden. Voorts blijkt nergens uit dat beklaagde de kroon zich onrechtmatig heeft toegeëigend. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3760

    Klacht tegen (destijds) kaakchirurg in opleiding, inhoudende dat hij misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden om toestemming te krijgen tot het afstaan van de gouden kroon en hij deze zich onrechtmatig heeft toegeëigend. Het college oordeelt dat niet objectief kan worden vastgesteld dat beklaagde al of niet toestemming heeft gevraagd om de kroon aan een goed doel te besteden. Voorts blijkt nergens uit dat beklaagde de kroon zich onrechtmatig heeft toegeëigend. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0005-Z2021/2231

    Klacht tegen psychiater ongegrond. De klacht gaat over een rapportage waar de psychiater aan meegewerkt heeft. Klager is onderzocht en wilde niet meewerken. Er is een rapportage uitgebracht. Klager vindt dat de rapportage niet goed is opgesteld en de psychiater daarbij niet volgens de richtlijnen heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht ongegrond. De psychiater heeft zorgvuldig gehandeld tijdens het onderzoek en de rapportage voldoet wel aan de eisen die daaraan worden gesteld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3485

    Klacht tegen psychiater. Beklaagde is de behandelend psychiater op de behandelafdeling van de tbs-kliniek waar klager verblijft. Klager klaagt onder meer over de afdeling waar hij verblijft, de gestelde diagnose, zijn therapie, het gebrek aan een (passend) behandeldoel en de medicatie. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3788

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is twee maal met buikklachten bij beklaagde geweest. Beklaagde heeft urineonderzoek, bloedonderzoek en een echografie onderbuik aangevraagd. Er kwamen geen afwijkingen aan het licht. Na enkele weken waren de klachten verminderd en werd besloten tot afwachtend beleid. Bij het tweede consult had klaagster last van de maag en van misselijkheid. Tijdens het tweede consult bleek dat klaagster drie weken ibuprofen had gebruikt. Toen adviseerde beklaagde daarmee te stoppen. Maanden nadien kwam patiënte bij een collega-huisarts op de praktijk met een toegenomen buikomvang. Na onderzoek werd de diagnose peritonitis carcinomatosis gesteld, uitgaande van het ovarium. Klaagster meent dat beklaagde niet zorgvuldig heeft gehandeld. Dit zou klaagster een aanzienlijke tijd hebben gescheeld. Haar kansen op genezing zouden beter zijn geweest. Het college oordeelt echter dat de beklaagde adequaat onderzoek heeft ingesteld en geen alarmsignalen heeft gemist. Het uiteindelijke verloop van klaagsters gezondheidstoestand bewijst niet dat beklaagde fout heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3841

    Klacht tegen psychiatrisch verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij haar bij beide schouders heeft vastgepakt, terwijl zij hem al meerdere keren had gezegd dat zij zijn – goedbedoelde – aanrakingen niet op prijs stelde. Verschillende lezing van de feiten. Het college constateert dat slechts kan worden vastgesteld dat dat beklaagde klaagster kort en met goede bedoelingen heeft aangeraakt toen zij overstuur was. Dit is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3703

    Klacht tegen coördinerend wijkverpleegkundige. De thuiszorginstelling waarvoor beklaagde werkzaam is, heeft de zorg aan klager stopgezet wegens een langdurig verstoorde cliënt-zorgrelatie. Klager verwijt beklaagde dat hij door haar toedoen eenzijdig uit zorg is gezet. Volgens klager heeft beklaagde hem valselijk beschuldigd van bedreiging van zorgmedewerkers. Hij verwijt beklaagde dat zij niet heeft gezorgd voor continuering van de zorg en dat zij niet aan haar wettelijke zorgplicht heeft voldaan. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4234

    Klacht tegen huisarts. Klager, bekend met onder meer een bipolaire stoornis, is in de jaren 2013 en 2014 behandeld door de aangeklaagde huisarts. Hij verwijt de huisarts onder andere – kort samengevat – dat hij klager niet op tijd heeft doorverwezen naar een medisch specialist, niet op tijd de juiste medicatie heeft voorgeschreven, klager onheus heeft bejegend tijdens een of meer spreekuurcontacten en klager onnodig vaak liet langskomen. Het college ziet geen aanknopingspunten voor de verwijten in het dossier en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3701

    Klacht tegen verpleegkundige/manager wijkverpleging. De thuiszorginstelling waarvoor beklaagde werkzaam is, heeft de zorg aan klager stopgezet wegens een langdurig verstoorde cliënt-zorgrelatie. Klager verwijt beklaagde dat hij door haar toedoen eenzijdig uit zorg is gezet. Volgens klager heeft beklaagde hem valselijk beschuldigd van bedreiging van zorgmedewerkers. Hij verwijt beklaagde dat zij niet heeft gezorgd voor continuering van de zorg en dat zij niet aan haar wettelijke zorgplicht heeft voldaan. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3608

    Klacht tegen een huisarts, inhoudende dat de huisarts onjuiste informatie heeft verstrekt aan de Raad voor de kinderbescherming, de richtlijnen van de KNMG heeft overschreden, klaagster onheus heeft bejegend en geen afschrift van het medisch dossier aan klaagster heeft doen toekomen. Het college oordeelt dat van ongeoorloofde feitelijke kwalificaties of ongeoorloofde uitspraken geen sprake is. Ook is er naar het oordeel van het college geen sprake van een schending van de KNMG-richtlijnen en kan het college niet beoordelen of de huisarts klaagster onheus heeft bejegend. De huisarts heeft met betrekking tot klachtonderdeel 4 adequaat gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3486

    Klacht tegen psycholoog. Klager verblijft op een behandelafdeling in een tbs-kliniek. Beklaagde is als regiebehandelaar (bij de kliniek aangeduid als: behandelcoördinator) betrokken bij de behandeling van klager. Klager klaagt onder meer over de afdeling waar hij verblijft, de gestelde diagnose, zijn therapie, het gebrek aan een (passend) behandeldoel en de medicatie. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3475

    Klacht tegen klinisch psycholoog. Beklaagde zou onvoldoende adequaat hebben gehandeld ten aanzien van het verlengen van het verblijf van klager in gemeentelijke crisisopvang. Tevens zou hij niet adequaat hebben gereageerd op e-mail waarin klager meldde dat hij duizenden euro’s had vergokt. Hierdoor is geen passende oplossing geboden voor het acute gokprobleem en heeft klager veel geld verloren. Het college oordeelt dat beklaagde niet verantwoordelijk was voor het regelen en eventueel verlengen van de tijdelijke crisisopvang. Wat betreft het ontstane gokgedrag van klager oordeelt het college dat beklaagde adequaat heeft gehandeld door de woonbegeleiding weer op orde te krijgen. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4067

    Klacht tegen dermatoloog kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet direct betrokken geweest bij de zorg aan klager. De verantwoordelijkheid als voorzitter van een vakgroep gaat niet zo ver dat een beslissing van een arts om iemand niet te verwijzen door beklaagde op eigen initiatief nog een keer had moeten worden beoordeeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022-4066

    Klacht tegen dermatoloog kennelijk ongegrond. Beklaagde heeft een juiste behandeling ingezet en de controleafspraken gemaakt zoals in de geldende richtlijn stond. Er was geen reden om klager eerder te verwijzen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3627

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zich heeft laten chanteren en misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van klaagster. Ook zou de huisarts aangifte hebben gedaan bij de politie en geknoeid hebben met de medicatie van klaagster. Ten aanzien van de vier klachtonderdelen oordeelt het college dat de verwijten niet door klaagster worden onderbouwd en dat de juistheid daarvan evenmin uit het medisch dossier volgt. De klacht is in zijn geheel kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3455

    Klacht naar aanleiding van een door beklaagde bij klager uitgevoerde neuscorrectie waarbij – achteraf gezien – te veel weefsel is verwijderd. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het risico hierop is namelijk inherent aan een neuscorrectie waarbij pas achteraf – na de genezing – blijkt of het gewenste (subjectieve) resultaat is behaald. Beklaagde heeft voldoende onderbouwd dat de neuscorrectie op een zorgvuldige wijze is uitgevoerd conform de geldende medische standaard. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3520

    Klacht tegen radioloog, inhoudende dat beklaagde een onjuiste diagnose heeft gesteld. Het college is van oordeel dat op grond van een conventioneel röntgenonderzoek kraakbeenverlies niet vastgesteld kan worden. Het verwijt van klaagster dat 50% van het kraakbeen was verdwenen en dat beklaagde dit op basis van de röntgenfoto had moeten waarnemen kan dus ook niet slagen. Van een onjuiste diagnose is geen sprake. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0050

    Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager kwam in aanmerking voor resocialisatie, maar is na signalen die op mogelijke risico’s duidden, weer teruggeplaatst van de resocialisatie afdeling naar de behandelafdeling. Het college kan zich voorstellen dat dit voor klager teleurstellend is geweest. Daar staat tegenover dat het de taak van een behandelaar - zoals beklaagde – is om gebleken risico’s die in de weg staan aan resocialisatie bespreekbaar te maken, om cliënten inzicht daarin te bieden en om deze handvatten te geven om met risico’s om te gaan.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0051

    Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager kwam in aanmerking voor resocialisatie, maar is na signalen die op mogelijke risico’s duidden, weer teruggeplaatst van de resocialisatie afdeling naar de behandelafdeling. Dat de terugplaatsing het gevolg is van een verwijtbaar falende behandeling kan het college aan de hand van de feiten en het dossier niet vaststellen. Het college ziet daarin geen grond voor de door klager gemaakte verwijten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3949

    Klacht tegen arts/sociaal medisch adviseur. Beklaagde heeft op verzoek van de notaris – met het oog op het opmaken van een levenstestament en volmacht - klaagster bezocht en een medische verklaring opgesteld. Deze houdt onder meer in dat klaagster “ten aanzien van het opstellen van de akte” niet in staat is haar wensen naar behoren te bepalen en de reikwijdte van haar beslissingen te overzien. Klaagster, vertegenwoordigd door haar echtgenoot, meent o.m. dat beklaagde ondeskundig heeft gehandeld, op basis van voorinformatie van de notaris heeft toegewerkt naar een bepaalde uitkomst en dat de eindconclusie geen nuance kent in de bekwaamheid van klaagster.Het tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Geen aanwijzingen dat beklaagde deskundigheid miste. De verklaring is voldoende gemotiveerd. Dat klaagster bepaalde andere zaken nog wel kan overzien, betekent niet dat de conclusie van beklaagde onjuist is. Van sturende voorinformatie van de notaris is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/17

    Klacht tegen anios urologie. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat zij in diverse opzichten tekortgeschoten is jegens klaagster tijdens de opname, waardoor klaagster het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2021/23

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat zij in diverse opzichten tekort is geschoten jegens klaagster tijdens de opname waardoor het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2021/22

    Klacht tegen aios chirurgie. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat hij in diverse opzichten tekort is geschoten jegens klaagster tijdens de opname waardoor het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2021/20

    Klacht tegen anios chirurgie. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat zij in diverse opzichten tekort is geschoten jegens klaagster tijdens de opname waardoor het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2021/19

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat hij in diverse opzichten tekortgeschoten is jegens klaagster tijdens de opname waardoor het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2021/18

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is met een gebroken ruggenwervel opgenomen geweest in het ziekenhuis waar beklaagde werkt. Na een paar dagen opname en conservatief beleid bleek dat er toch een operatie nodig was vanwege een complicatie. Beklaagde was tot aan de operatie de hoofdbehandelaar van klaagster. Klaagster verwijt (onder anderen) beklaagde dat hij in diverse opzichten tekortgeschoten is jegens klaagster tijdens de opname, waardoor het onnodig lang heeft geduurd voordat de complicatie werd ontdekt met alle gevolgen van dien. Zo was er volgens klaagster geen sprake van ‘informed consent’ ten aanzien van het conservatieve beleid en was de verslaglegging hier en daar gebrekkig. Deze twee verwijten deelt het college en worden beklaagde als hoofdbehandelaar aangerekend. De overige verwijten deelt het college niet. De klacht is dus gedeeltelijk gegrond. Beklaagde krijgt hiervoor een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3511

    Klacht tegen ambulanceverpleegkundige. Beklaagde heeft klaagster onderzocht na een 112-melding van klaagsters zoon dat zij onwel was geworden. Klaagster verwijt beklaagde een onjuiste en/of onzorgvuldige behandeling, onzorgvuldig onderzoek, een onjuiste diagnose en het ten onrechte niet meenemen en/of doorverwijzen. Naar het oordeel van het college waren er op het moment van onderzoek door beklaagde geen symptomen op basis waarvan nader onderzoek was aangewezen. Beklaagde kan dan ook niet worden verweten dat zijn onderzoek onzorgvuldig is geweest. Ook van een onjuiste diagnose is naar het oordeel van het college geen sprake. Beklaagde heeft kunnen komen tot de door hem gestelde werkhypothese van lichte hvs. Hij heeft daarom ook geen aanleiding hoeven zien om klaagster mee te nemen en/of door te verwijzen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3677

    Klager is de vader van de, ten tijde van de indiening van de klacht, 17-jarige zoon. Klager heeft aangegeven dat de zoon niet op de hoogte was van de inhoud van de klacht, dat hij de inhoud van de klacht niet heeft gelezen en erg beïnvloedbaar is. Eveneens is de zoon niet ter zitting verschenen. Uit artikel 7:447 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek vloeit voort dat de minderjarige patiënt die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, zelf bevoegd is een klacht in te dienen. Hiermee is de bevoegdheid van de wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige om als zodanig te klagen, vervallen. Nu eveneens niet is gebleken dat klager als gemachtigde van de zoon is opgetreden, omdat de zoon niet op de hoogte was van de inhoud van de klacht en het college bovendien niet is gebleken dat de zoon zelf klachten had over het optreden van beklaagde kan klager niet als rechtstreeks belanghebbende, noch als gemachtigde van de zoon worden beschouwd. Op grond hiervan verklaart het college klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3457

    Klager, geboren in 1985, neemt op zondag (18 juli 2021) telefonisch contact op met de huisartsenpost vanwege pijn in de linkerarm en een drukkend gevoel op de borst. Hij geeft aan de telefoniste aan dat hij rookt en dat zijn vader hartpatiënt is en dat hij het aan hem voorgeschreven medicijn Crestor sinds lange tijd niet meer gebruikt. Klager wordt binnen een uur op de huisartsenpost gezien door beklaagde. Tijdens dit consult geeft klager desgevraagd aan dat hij geen last meer heeft van een drukkend gevoel op zijn borst, benauwdheid of hartkloppingen. Beklaagde heeft klager vervolgens een anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek verricht. Op basis hiervan heeft beklaagde, mede gelet op de relatief jonge leeftijd van klager, de klachten geduid als laterale epicondylitis (tennisarm).Omdat beklaagde had begrepen dat klager geen eigen huisarts had heeft ze hem geadviseerd om de volgende dag via de Dagwaarneming een huisarts te zoeken in verband met zijn voorgeschiedenis en het feit dat hij rookt. Deze huisarts zou dan eveneens het medicijn Crestor weer kunnen voorschrijven.Op dinsdag 20 juli 2021 is klager naar zijn eigen huisarts gegaan die hij wel bleek te hebben. Er is onderzoek verricht en naar aanleiding van de uitslagen van deze onderzoeken is klager op donderdag 22 juli 2021 met spoed in het ziekenhuis opgenomen. Er is een stent geplaatst in de linker kransslagader.Klager verwijt beklaagde dat zij zijn klachten niet serieus heeft genomen, een verkeerde diagnose heeft gesteld, het medicijn Crestor niet heeft voorgeschreven en hem niet direct heeft doorverwezen naar de cardioloog. Het college verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3823

    Klacht tegen verzekeringsarts kennelijk ongegrond. Beklaagde heeft toetsing/beoordeling in kader van Ziektewet voldoende inzichtelijk gemaakt en situatie klager voldoende onderzocht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3668

    Klacht tegen tandarts. Klaagster heeft door de aangeklaagde tandarts een paar facings laten zetten waar klaagster ontevreden over was. Zij vond de kleur niet mooi. De facings zijn vervangen waarbij de geprepareerde tanden niet goed schoongemaakt zijn en er geen nieuwe afdrukken zijn gemaakt. De nieuwe facings pasten daardoor niet naadloos, met als gevolg dat er op de behandelde elementen nog een streep tand zichtbaar was met cementresten erop. Ook had klaagsters pijnklachten als gevolg van de niet juist geplaatste facings. Klaagster heeft zich bij een nieuwe tandartsenpraktijk laten inschrijven waar een en ander is hersteld. Klaagster verwijt de tandarts dat hij de facings niet goed heeft geplaatst. Dat verwijt verklaart het college gegrond. De overige verwijten, onder andere dat het behandeldossier onvolledig zou zijn en valse aantekeningen zou bevatten en dat de assistente van de praktijk zich negatief zou hebben uitgelaten over de nieuwe tandartsenpraktijk, zijn ongegrond. De tandarts krijgt voor het gegronde deel van de klacht een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3647

    Klaagster en haar ex-partner zijn verwikkeld in een lastige echtscheidingsprocedure. De ex-partner wordt begeleid door de POG-GGZ verpleegkundige, werkzaam in de praktijk van beklaagde. Er hebben bemiddelingsgesprekken plaatsgevonden tussen de POH-GGZ verpleegkundige, klaagster en de ex-partner van klaagster. Naar aanleiding van deze gesprekken geeft de POH-GGZ verpleegkundige aan dat zij een melding gaat doen bij Veilig Thuis. De POH-GGZ verpleegkundige heeft de melding vervolgens online gedaan. Vanwege een hectische dag in de huisartsenpraktijk en de aankomende vakantie van de POH-GGZ verpleegkundige heeft beklaagde de melding niet gezien. Ook klaagster zelf was niet op de hoogte van de inhoud van de melding.Klaagster wordt op de hoogte gesteld van de inhoud van de melding door de inhoud hiervan op te vragen bij Veilig Thuis. Omdat er naar haar mening irrelevante, onjuiste medische en persoonlijke informatie is gedeeld met Veilig Thuis stelt klaagster dat beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht gegrond en legt beklaagde een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3731

    Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Doorhaling. Tweede tuchtnorm. De verpleegkundige heeft patiënte, die wilsonbekwaam was gelet op de vergevorderde dementie, opgelicht voor een enorm bedrag en zichzelf laten betalen voor de uren die zij met haar doorbracht. Dat is volstrekt geen handelen dat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Met dit handelen is de individuele gezondheidszorg ermee gediend dat zij de titel van verpleegkundige niet langer voert.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3588

    Klager verwijt psychiater dat zij ten onrechte Abilify heeft voorgeschreven en contact heeft afgehouden. Deze klachtenonderdelen zijn kennelijk ongegrond. Het klachtonderdeel dat de psychiater onvoldoende uitleg heeft gegeven over het fenomeen achterwacht en het klachtonderdeel dat rapportages ontbreken zijn kennelijk niet-ontvankelijk. Ook na een verzoek om aanvulling is onduidelijk gebleven op welke feiten en omstandigheden deze klachtonderdelen berusten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3821

    Klacht tegen verzekeringsarts over verricht onderzoek in bezwaar in het kader van een WIA-procedure. Naar het oordeel van het college voldoen de uitgebrachte rapportages aan de daaraan gestelde criteria en is sprake van zorgvuldig onderzoek. Op basis van de op dat moment beschikbare informatie heeft beklaagde in redelijkheid kunnen concluderen dat er geen aanleiding bestond om meer beperkingen aan te nemen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3355

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klaagster en de specialist ouderengeneeskunde verschillen (fundamenteel) van mening over wat er is gezegd en gedaan door beklaagde op een moment tijdens de laatste levensfase van de moeder van klaagster.De verwijten die klaagster beklaagde op grond daarvan maakt kunnen niet (objectief) worden vastgesteld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3163

    Klacht tegen een ouderengeneeskundige. Klagers zijn de broer en zus van de patiënte over wie de klacht gaat. De ouderengeneeskundige wordt diverse verwijten gemaakt over hoe zij patiënte en klagers zou hebben behandeld. Het is tijdens deze procedure niet duidelijk geworden hoe patiënte zelf over de klacht denkt en in hoeverre zij wel of niet bekwaam is ter zake van het (laten) indienen van een klacht. Daarnaast geldt dat er een professionele curator is aangesteld voor patiënte en (ook) niet is gebleken dat deze de klacht ondersteunt. De betreffende curator is aangesteld, nadat een van de klagers als curator werd ontslagen door de kantonrechter wegens onvoldoende functioneren. Al met al is niet gebleken dat klagers klachtgerechtigd zijn. Het college verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3007

    Beklaagde, chirurg, heeft een low anterior resectie uitgevoerd bij klager. Zes maanden na deze operatie is geconstateerd dat bij deze operatie waarschijnlijk ureterletsel is ontstaan. De klacht gaat in de kern over de vraag of klager (als regiebehandelaar) kan worden verweten dat dit niet eerder is ontdekt. De dag na de operatie bleek de nierfunctie fors gedaald. Interne geneeskunde werd in consult geroepen. Deze ging uit van een prerenale oorzaak van ondervulling waarop het infuusbeleid werd aangepast. In de opvolgende dagen werd een geringe verbetering van de nierfunctie geconstateerd en geïnterpreteerd als een goede reactie op de ingestelde therapie. De internist adviseerde om de nog niet geheel herstelde nierfunctie door de huisarts te laten controleren. Het kan beklaagde niet worden verweten dat hij de conclusies en aanbevelingen van de internist heeft gevolgd en dat hij klager met ontslag heeft laten gaan zonder nader onderzoek in de vorm van - bijvoorbeeld - een echo. Beklaagde heeft echter vervolgens onvoldoende uitvoering gegeven aan de op zich genomen monitoring van de nierfunctie. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3558

    Klager, verblijvende in een TBS-kliniek, verwijt verpleegkundige (Zorgmanager medische dienst) dat deze niet tegemoet wil komen aan de wens van klager niet langer behandeld te worden door de tandarts die eens per maand op de locatie aanwezig is, maar door een tandarts op een andere locatie. Beklaagde kon in de gegeven omstandigheden vasthouden aan het uitgangspunt dat klager voor mondzorg naar de tandarts op de locatie kon gaan en dat als hij een andere tandarts wilde raadplegen, klager de kosten daarvan zelf zou moeten betalen. Dat klager ontevreden was over de eerder door de betrokken tandarts verleende zorg leidt niet tot een ander oordeel. Dat de bus waarin de zorg kennelijk wordt verleend daartoe niet geschikt is, is niet gebleken. Er was ook geen andere reden voor afwijking van eerdergenoemd uitgangspunt. Klager had wel pijnklachten, maar deze waren draaglijk en op het moment dat klager deze voor het eerst naar voren bracht (8 oktober) zou hij op korte termijn bij de tandarts op locatie terecht hebben gekund. Op het moment dat klager met beklaagde sprak kon hij zelfs dezelfde dag nog terecht bij genoemde tandarts.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/58

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is in 2018 geopereerd aan het carpaal tunnelsyndroom in haar linkerhand. De operatie vond plaats door een AIOS onder supervisie van de plastisch chirurg. Volgens klaagster is de operatie niet goed gegaan, waardoor zij later opnieuw geopereerd moest worden. Zij verwijt de plastisch chirurg 1) dat deze de operatie door een AIOS heeft laten uitvoeren, zonder dat klaagster daarmee zou hebben ingestemd en 2) dat de operatie uitgevoerd zou zijn met een botte schaar en de plastisch chirurg dat wist. Het college deelt deze verwijten niet en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3730

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Op basis van die informatie heeft beklaagde in het zorgplan over klager de bedoelde passage over agressie mogen opnemen. Dat klager het niet eens is met de zorgmachtigingen en de bewoordingen van beklaagde is voorstelbaar maar daarmee is het nog geen smaad of laster.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4115 en Z2022/4187

    Voorzittersbeslissing. Ne bis in idem; art. 51 Wet BIG. Klaagster heeft eerder geklaagd tegen dezelfde gynaecoloog. De klacht werd door het RTG ongegrond verklaard. Het hiertegen door klaagster ingediende hoger beroeps werd door het CTG wegens onvoldoende duidelijk omschreven gronden niet-ontvankelijk verklaard.De voorzitter oordeelt dat er nu over hetzelfde handelen wordt geklaagd als in de eerdere procedures, ook al wordt dit enigszins anders verwoord. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3053

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager is eenmaal bij de betreffende bedrijfsarts op consult geweest. Over beklaagdes handelen met betrekking tot dit consult heeft klager eerder een klacht ingediend bij het regionaal tuchtcollege. Deze klacht is ongegrond verklaard, waarna klager beroep heeft ingesteld. Hangende deze beroepsprocedure heeft hij bij het regionaal tuchtcollege opnieuw een klacht ingediend. Vanwege de verwevenheid van beide procedures heeft het tuchtcollege de behandeling van de nieuwe klacht aangehouden in afwachting van de beslissing van het CTG in de lopende beroepsprocedure. Het CTG heeft vervolgens beslist en in de beoordeling ook het nieuwe klachtonderdeel betrokken. Naar het oordeel van het college betreft de onderhavige klacht hetzelfde handelen als het handelen waarover het CTG onherroepelijk heeft beslist. Klacht niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/53

    Klacht tegen psychiater. Klager verblijft in een tbs-kliniek. Hij verwijt de psychiater dat deze ten aanzien van klager zou hebben geadviseerd hem dwangmedicatie te geven. Het college is van oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/39

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde, inhoudende dat zij een patiënte die met Covid-19 verbleef op een revalidatieafdeling van een zorgcentrum - ondanks meerdere verzoeken van de familie - niet heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Uiteindelijk is patiënte wel doorgestuurd naar het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat er voordat patiënte daadwerkelijk werd doorgestuurd geen medische indicatie was om haar op te laten nemen in het ziekenhuis. Het college acht het handelen van beklaagde verdedigbaar en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle gp2020/26

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De gezondheidszorgpsycholoog is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog dat zij klager zou hebben gedwongen een document te ondertekenen om gedwongen therapie te volgen en dat zij klager onheus zou hebben bejegend door te zeggen dat hij een drugsdealer is. De klacht wordt in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.