ECLI:NL:TGZRZWO:2022:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4067

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2022:119
Datum uitspraak: 02-09-2022
Datum publicatie: 08-09-2022
Zaaknummer(s): Z2022/4067
Onderwerp: Niet of te laat verwijzen
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen dermatoloog kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet direct betrokken geweest bij de zorg aan klager. De verantwoordelijkheid als voorzitter van een vakgroep gaat niet zo ver dat een beslissing van een arts om iemand niet te verwijzen door beklaagde op eigen initiatief nog een keer had moeten worden beoordeeld.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer van 2 september 2022 op de klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

E , dermatoloog, werkzaam te D,

gemachtigde: D. Schut-Wolfs, verbonden aan DAS Rechtsbijstand,
 

b e k l a a g d e

1. KERN VAN DE ZAAK EN DE BESLISSING


1.1
De klacht gaat over de duur van de behandeling van klager bij een dermatoloog. Beklaagde was toen de voorzitter van de vakgroep dermatologie in het ziekenhuis. Klager vindt dat de dermatoloog en/of beklaagde hem eerder hadden moeten doorverwijzen naar het F. Het college verklaart de klacht ongegrond. Beklaagde is niet direct betrokken geweest bij de zorg aan klager. De verantwoordelijkheid als voorzitter van een vakgroep gaat niet zo ver dat een beslissing van een arts om iemand niet te verwijzen door beklaagde op eigen initiatief nog een keer had moeten worden beoordeeld.   

1.2

Het college komt tot het oordeel dat de klacht ‘kennelijk ongegrond is’.

Hieronder vermeldt het college eerst hoe de procedure tot nu toe is verlopen. Daarna legt het college de beslissing uit.

2. DE PROCEDURE

2.1
Klager heeft een klaagschrift met bijlagen naar het college gestuurd. Op 17 maart 2022 is het klaagschrift binnengekomen bij het regionaal tuchtcollege in Amsterdam. Deze heeft het doorgestuurd naar het regionaal tuchtcollege in Zwolle. Daar is het op 8 april 2022 binnengekomen. Beklaagde heeft schriftelijk gereageerd op de klacht.

De secretaris van het college heeft klager en beklaagde uitgenodigd om in gesprek te gaan onder leiding van de secretaris (mondeling vooronderzoek). Partijen hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Vervolgens is de zaak naar een college in raadkamer verwezen.

Klager heeft ook een klacht ingediend tegen de dermatoloog die hem behandelde. Die zaak is bekend onder zaaknummer Z2022/4066. In die zaak komt een afzonderlijke beslissing.

3. UITLEG VAN DE BESLISSING  

3.1 Welke normen gelden bij de beoordeling?
Het college moet de vraag beantwoorden of de arts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een ‘redelijk bekwame beroepsuitoefening’. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de arts geldende beroepsnormen (bijvoorbeeld richtlijnen en protocollen) en de stand van de wetenschap op het moment van het handelen door de arts. Dat een zorgverlener het ook beter of anders had kunnen doen, is niet altijd genoeg om een tuchtrechtelijk verwijt vast te stellen. Verder geldt als norm dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk aanspreekbaar zijn op hun eigen handelen.

3.2 De feiten

Klager is van 18 oktober 2018 tot en met 2 augustus 2020 door een andere dermatoloog in het ziekenhuis behandeld in verband met goedaardige wratten. De goedaardige wratten had klager rond zijn penis, anus en balzak. Klager was bovendien bekend met een HIV-besmetting.

Op 2 augustus 2020 is klager door zijn behandelend dermatoloog verwezen naar het F in verband met een onderzoek over de voor- en nadelen van het aanbieden van een hoge resolutie anoscopie (HRA). HRA is een techniek om voorstadia van anuskanker en anuskanker zelf in een vroeg stadium te ontdekken en behandelen.

3.3 De klacht en het verweer

Klager meent dat zijn behandelaar hem eerder had moeten doorverwijzen naar het F. Beklaagde is afdelingshoofd en is hiervoor medeverantwoordelijk.

Beklaagde stelt dat zij geen betrokkenheid heeft gehad bij de casus van klager. Zij kan dus ook niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden.

3.3 De overwegingen van het college

Zoals hiervoor onder 3.1 al is aangegeven, zijn zorgverleners alleen tuchtrechtelijk aanspreekbaar op hun eigen handelen in relatie tot een patiënt. Beklaagde heeft klager niet zelf behandeld en was niet betrokken bij de behandeling van klager. Daarom kan haar over de behandeling geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

4.     DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
 

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, E.J.M. van Leent en M.D. Klein Leugemors, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
 

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle/Groningen. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.