ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3730

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92
Datum uitspraak: 28-06-2022
Datum publicatie: 30-06-2022
Zaaknummer(s): Z2021/3730
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Op basis van die informatie heeft beklaagde in het zorgplan over klager de bedoelde passage over agressie mogen opnemen. Dat klager het niet eens is met de zorgmachtigingen en de bewoordingen van beklaagde is voorstelbaar maar daarmee is het nog geen smaad of laster.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 28 juni 2022 naar aanleiding van de op 23 december 2021 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
 

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

C , psychiater, werkzaam te D,

gemachtigden: mr. Demmers-te Vruchte en mw. Ten Brummelhuis, verbonden aan E,

b e k l a a g d e 

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift met de bijlagen;

- het verweerschrift met de bijlagen.

Partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om gehoord te worden in het kader van het vooronderzoek.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager, geboren in 1987, is sinds 2006 bekend bij E. Beklaagde is sinds december 2018 als psychiater verbonden aan het gebiedsteam in de woonplaats van klager.

Vanaf 4 juni 2019 is klager bij E in behandeling bij het gebiedsteam waar beklaagde psychiater is. De zorg vond op verschillende momenten plaats vanuit een gedwongen kader.

Beklaagde bezocht 23 augustus 2019, samen met een collega, klager. Klager verzocht beklaagde te vertrekken en had geen interesse in gesprek. De moeder van klager sprak kort met beklaagde en gaf aan geen verandering te zien in het toestandsbeeld van klager.

Moeder van klager heeft diverse e-mailberichten naar E gestuurd. Daarin stond onder andere dat klager te pas en te onpas in het bedrijf van ouders kwam. Hij stuurde tuinmannen luidruchtig weg waarbij één van beide totaal van de kaart was. Klager kwam ook tijdens het avondeten verhaal halen over een misverstand in een winkel. Hij was boos en verdrietig en het kwam tot fysieke incidenten met klagers vader en klagers broer.

Op 14 januari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een zorgmachtiging verleend ten aanzien van klager. Deze machtiging was geldig tot 15 januari 2022.

Op 9 november 2021 stelde beklaagde als zorgverantwoordelijke een zorgplan op. Daarin staat onder andere:

Sinds zijn verplichte medicatie in zijn situatie redelijk stabiel te noemen.
Betrokkene is bekend met recidiverende psychosen (vaak vanwege medicatie-ontrouw) en is bij herhaling agressief geweest jegens derden, familie en hulpverlening. (…)
Gevaar dat betrokkene een ander letsel toebrengt (Betrokkene is bekend met verschillende vormen van agressie jegens familie, kennissen, klanten en hulpverleners in de vorm van schelden, dreigen, duwen, slaan etc. (…)
Gevaar dat betrokkene door zijn verwarde gedrag agressie over zichzelf afroept: vanuit psychosen kan betrokkene onvoorspelbaar en agressief reageren.

In het informatierapport regionale informatie van het parket Midden-Nederland staat het volgende vermeld:

“09-02-2020 Kregen we de melding dat er op de [straatnaam en plaatsnaam, RTC] een man in de bosje zat. Melder vond dat vreemd en sprak de man aan. Deze man werd meteen agressief in de richting van de melder en partner. Melder is meteen weg gegaan, zij waren bang geworden. TP troffen we hem aan. Het bleek te gaan om [naam klager]. Hij reageerde ook wat argwanend op ons. Hij gaf aan inderdaad te zijn benaderd door iemand.

14-11-2019 Melding van een verdachte situatie op de [straatnaam, RTC] waarbij een persoon om een vrachtwagen liep en er al schreeuwend tegenaan schopte.
tp en bleek te gaan om [naam klager, RTC]. Hij stond zich op te winden over het feit dat er afval op het gras lag.

De rechtbank Midden-Nederland verleende op 24 december 2021 een zorgmachtiging voor de duur van één jaar.

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt beklaagde -zakelijk weergegeven- laster en machtsmisbruik, omdat beklaagde in het zorgplan ten behoeve van de aanvraag van de zorgmachtiging heeft aangegeven dat er een gevaar is dat klager anderen letsel toebrengt en dat klager bekend is met duwen en slaan.

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij met zijn handelen binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

De klacht is kennelijk ongegrond.
Beklaagde heeft als zorgverantwoordelijke de taak om in het zorgplan voor de uitvoering van een aanvraag verplichte zorg de relevante informatie over de psychische stoornis en het ernstig nadeel dat daaruit voortvloeit op te nemen. Uit het medisch dossier blijkt dat klager bekend is met een agressieve en dreigende houding tijdens zijn psychoses, niet alleen richting mensen, maar ook richting voorwerpen. Uit het dossier blijkt ook dat klager in fysieke interacties met onder andere zijn broer, vader en anderen is terechtgekomen. In de informatie van het parket Midden-Nederland wordt gesproken over agressie richting personen en een vrachtwagen. Op basis van die informatie heeft beklaagde in het zorgplan over klager de bedoelde passage over agressie, bestaande uit dreigen, schelden, duwen en slaan, mogen opnemen. Dat klager het niet eens is met de zorgmachtigingen en de bewoordingen van beklaagde is voorstelbaar maar daarmee is het nog geen smaad of laster. Beklaagde is met zijn handelen binnen een redelijk bekwame beroepsuitoefening gebleven.

5.3

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
 

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, en A.A.G. van den Ende en T.S. van der Veer, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
 

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle/Groningen. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.