ECLI:NL:TGZRZWO:2022:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3520

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2022:114
Datum uitspraak: 22-08-2022
Datum publicatie: 25-08-2022
Zaaknummer(s): Z2021/3520
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen radioloog, inhoudende dat beklaagde een onjuiste diagnose heeft gesteld. Het college is van oordeel dat op grond van een conventioneel röntgenonderzoek kraakbeenverlies niet vastgesteld kan worden. Het verwijt van klaagster dat 50% van het kraakbeen was verdwenen en dat beklaagde dit op basis van de röntgenfoto had moeten waarnemen kan dus ook niet slagen. Van een onjuiste diagnose is geen sprake. De klacht is kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 22 augustus 2022 naar aanleiding van de op 1 oktober 2021 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
 

A , te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , radioloog, (destijds) werkzaam te D,
 

b e k l a a g d e

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift met de bijlage;

- het aanvullende klaagschrift;

- het verweerschrift.

Partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om gehoord te worden in het kader van het vooronderzoek.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan. Eventuele typefouten zijn in het citaat overgenomen.

Als gevolg van aanhoudende klachten aan de rechterknie is klaagster (geboren in 1968) door de huisarts verwezen naar beklaagde voor het maken van een röntgenfoto van de rechterknie.

Het röntgenonderzoek is op 5 oktober 2020 verricht en het medisch dossier vermeldt met betrekking tot dit onderzoek als volgt:

“Aangevraagd onderzoek:

X-Knie rechts

Klinische gegevens:

Zwelling in het rechter bovenbeen sinds weken, zou verplaatst zijn en is erg pijnlijk bij aanraking. Wat blauw aspect.  14-08-2020, Knie rechts; Spoor hydrops. Wel FROM, drukpijn diffuus; Meniscustesten gb.

Vraagstelling:

Aard? Graag ook x-knie rechts ivm veel pijnklachten. Artrose? Andere afwijkingen?

Datum onderzoek: 05-10-2020

Geachte collega

Normaal wijde gewrichtsspleet. Normale patellofemorale  relatie. Geen degeneratieve botuitbouw. Geen hydrops of haemarthros.

Conclusie:

Geen afwijkingen.”

Beklaagde heeft op grond van de door haar gemaakte röntgenbeelden geen afwijkingen geconstateerd aan de rechterknie.

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt beklaagde - zakelijk weergegeven – dat beklaagde op basis van een door haar gemaakte röntgenfoto geen afwijkingen heeft geconstateerd, terwijl uit de foto bleek dat reeds 50% van het kraakbeen was verdwenen. Beklaagde heeft daarmee een onjuiste diagnose gesteld.  

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde voert - zakelijk weergegeven en op gronden genoemd in het verweerschrift - aan dat zij binnen de grenzen van een redelijk bekwame en behoorlijke beroepsuitoefening heeft gehandeld. Beklaagde betwist hetgeen haar door klaagster wordt verweten en stelt dat de klacht als ongegrond dient te worden afgewezen. Voor zover nodig wordt hierna meer specifiek op het verweer ingegaan.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Naar het oordeel van het college is de beoordeling van het röntgenonderzoek toereikend. De gewrichtsspleten zijn niet noemenswaardig versmald en secundaire degeneratieve veranderingen, zoals passend bij artrose, zijn niet aanwezig. Voorts merkt het college op dat kraakbeen niet zichtbaar is op een röntgenfoto. Om uitspraak te doen over de mate van kraakbeenverlies is aanvullend onderzoek noodzakelijk door middel van een MRI of een arthroscopie. Deze aanvullende onderzoeken vielen echter niet onder de onderzoekvraag welke beklaagde diende te beantwoorden. Het college is van oordeel dat middels een conventioneel röntgenonderzoek - welke in onderhavige casus is uitgevoerd door beklaagde – het niet mogelijk is om te constateren dat 50% van het kraakbeen zou zijn verdwenen en dat op grond daarvan sprake zou zijn van artrose. Derhalve kan het verwijt van klaagster dat beklaagde een onjuiste diagnose heeft gesteld naar het oordeel van het college niet slagen, nu er op grond van het voorgaande geen afwijkingen zijn gemist. De klacht is daarmee kennelijk ongegrond.

5.3

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart dat de klacht kennelijk ongegrond is.

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, M. Kraai en S.C.J. van Hoof, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van V.R. Knopper, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
 

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle/Groningen. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.