Zoekresultaten 651-700 van de 3154 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673609 / DW RK 19/551

    Klagers beklagen zich erover dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte de grosse van een notariële akte heeft betekend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672959 / DW RK 19/522

    De overeengekomen betalingsregeling heeft het gelegde beslag gekruist. In de bevestiging van de nieuwe betalingsregeling is foutief aangegeven dat de regeling enkel is getroffen voor één dossier, terwijl uit het verweerschrift volgt en ter zitting is bevestigd dat de regeling voor twee dossiers is getroffen. Klachten vormen tezamen een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing in dit geval passend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670780 / DW RK 19/434

    Betekening exploten aan het bedrijf van klager, terwijl deze aan (het bedrijf van) de bewindvoerder, klagers echtgenote, moeten worden betekend. De gerechtsdeurwaarder dient bij het verrichten van ambtshandelingen vooraf de BRP en/of het handelsregister van de Kamer van Koophandel te raadplegen. Onduidelijk is of dit is gebeurd en zo ja, waarom de gegevens onjuist zijn geïnterpreteerd. Er heeft een correctie in één dossier plaatsgevonden, maar in een ander dossier is het in augustus 2019 wederom fout gegaan. Ook na indienen van de klacht, is in oktober 2020 het bedrijf van klager opnieuw aangeschreven. Hieruit blijkt dat de administratie nog steeds niet op orde is. Anderen kunnen daardoor kennisnemen van privacy gevoelige gegevens. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel van berisping: herhaaldelijk dezelfde fout gemaakt, eerdere correcties hebben geen effect in andere dossiers.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:77 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670778 / DW RK 19/432

    Weigering van terugbetaling van het in beslaggenomen vakantiegeld. De gerechtsdeurwaarder miskent de uitgangspunten van het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2014:3068) en het wettelijk systeem tot vaststelling van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder moet beoordelen of het maandelijkse inkomen van de schuldenaar wel of niet onder de vastgestelde beslagvrije voet valt. Het inkomen van klaagsters partner is daarbij bij die beoordeling niet relevant. Evenmin is relevant of het inkomen van klaagster gemiddeld genomen boven de beslagvrije voet lag. Berisping ivm onjuiste rechtsopvatting bij werkzaamheden die in de dagelijkse praktijk regelmatig voorkomen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670352 / DW RK 19/407

    De onderlinge afspraak tussen gerechtsdeurwaarder en opdrachtgever (VVE) dat vordering binnen twee jaar nadat deze is ontstaan geïind moet zijn, mag er niet toe leiden dat nodeloos beslag wordt gelegd. Beslag op onroerende zaak in opdracht van de VVE: de gerechtsdeurwaarder moet een eigen afweging maken bij het leggen van het beslag en kan de verantwoordelijkheid daarvoor niet afwentelen op de ministerieplicht. Nu klaagster een substantiële betaling heeft gedaan en er opbrengsten zijn uit een ander beslag, is het beslag op de onroerende zaak niet proportioneel en daarom tuchtrechtelijk laakbaar. Het plannen van een veiling van de onroerende zaak, deze annuleren en de kosten doorberekenen aan klaagster is eveneens tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668947 DW RK 19/346

    De gerechtsdeurwaarder had klagers e-mail hoewel niet alleen tot hem gericht toch moeten beantwoorden. Is echter niet tuchtrechtelijk laakbaar. Beslagvrije voet is juist vastgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672501 / DW RK 19/510

    De gerechtsdeurwaarder heeft door onzorgvuldig handelen nagelaten het beslag op de woning van klager door te halen. Klacht is gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/677165 / DW RK 19/670

    Vast is komen te staan dat de benadering van het kantoor van de BLOS-regels – de zuiver taalkundige uitleg die daaraan is gegeven – in dit specifieke geval geleid heeft tot een uitkomst die niet overeenstemt met de beschermingsgedachte artikel 19 Gerechtsdeurwaarderswet. De gedachte dat te allen tijde voldoende middelen op de kwaliteitsrekening moet staan om iedere rechthebbende op derdengelden te kunnen geven wat hem toekomt. Nu daarvan geen sprake was is de klacht gegrond verklaard en is aan alle gerechtsdeurwaarders de maatregel van een schorsing (van één maand) opgelegd

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670648 / DW RK 19/427 LvB/WdJ

    De kamer kan de klacht van klager niet in behandeling nemen nu beklaagde op het moment van het versturen van de brief waarover klager klaagt, geen gerechtsdeurwaarder meer was. Klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:69 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669144 / DW RK 19/356 LvB/WdJ

    Van de gerechtsdeurwaarder had mogen worden verwacht dat hij in ieder geval voor het opmaken van de eindafrekening bij klaagster had geverifieerd of zijn veronderstelling nog steeds juist was, namelijk dat sprake was van een toevoeging. En anders had de zorgvuldigheid met zich meegebracht dat hij duidelijk op de eindafrekening had vermeld dat hij er vanuit is gegaan dat sprake was van een toevoeging. Temeer nu klaagster een particulier is en geen professionele opdrachtgever. Klacht gegrond, maatregel van waarschuwing, geen veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/666703 / DW RK 19/249 LvB/WdJ

    Klager beklaagt zich over de executie van een vonnis en dat de gerechtsdeurwaarder de inhoud van het vonnis niet juist heeft uitgelegd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653709 / DW RK 18/481 LV/WdJ

    Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niets van doen gehad met het dossier van klager. Geen onrechtmatigheden ten aanzien van inbeslagname en openbare verkoop van auto van klager. Gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat gereageerd op de klacht van klager van 25 juli 2018. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd aan gerechtsdeurwaarder sub 2. Geen veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671850 / DW RK 19/478 LvB/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel weliswaar afgaan op informatie die hij van zijn opdrachtgeefster ontvangt, maar in dit geval had het wel op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om nader onderzoek te doen bij zijn opdrachtgeefster, nu de raadsman van klager had aangegeven dat er een arrest door de Hoge Raad was gewezen. Klacht op dit onderdeel gegrond. Voor het overige ongegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669112 / DW RK 19/355 LV/WdJ

    Gelet op ministerieplicht meerdere beslagen gelegd. Er was een concreet en gerechtvaardigd belang om de loonstrook van klager naar de advocaat van de opdrachtgever te sturen. De beslagvrije voet is ten onrechte op nihil vastgesteld, de blote stelling van de opdrachtgever dat sprake zou zijn van meerdere inkomstenbronnen is hiertoe onvoldoende. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671248 / DW RK 19/459 LvB/WdJ

    Weliswaar niet gebleken dat niet binnen een redelijke termijn op berichten van klager is gereageerd, maar wel dat de gerechtsdeurwaarder zeer slordig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Tevens is te lang gewacht met terugstorten vakantiegeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/610963 / DW RK 16/672 LV/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders te hebben meegewerkt aan het creëren dan wel het opeisen van nepleningen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670901 / DW RK 19/444 LvB/WdJ

    Klager beklaagt zich er over dat niet tijdig op zijn klachten is gereageerd, de gerechtsdeurwaarder beslag onder de verkeerde VvE heeft gelegd en hij bij de betekening van het beslag een bedrag aan de gerechtsdeurwaarder heeft overgemaakt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675199 / DW RK 19/603 LV/WdJ

    Beslissing op verzet. Voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk, want hetzelfde feitencomplex als eerdere klacht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672102 DW RK 19/486 MK/SM

    Klacht ongegrond. Ten aanzien van een openstaande vordering heeft klager tegenstrijdige mededelingen ontvangen van het gerechtsdeurwaarderskantoor. Dit betrof een vergissing. De gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat, maakt zich daarmee niet zonder meer ook schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Bovendien was er weinig ruimte voor de gerechtsdeurwaarder om de vergissing aan klager uit te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670812 / DW RK 19/437 MK/SM

    Beslissing op verzet. De door klaagster aangevoerde gronden leiden niet tot herziening van de beslissing van de voorzitter.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668951 DW RK 19/349 MK/SM

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder had beter moeten opletten bij het overmaken van gelden aan de rechthebbende. Hoewel hij hier steken heeft laten vallen, heeft de gerechtsdeurwaarder – zodra hij op de hoogte was geraakt van zijn omissie – het zo goed mogelijk opgelost.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613

    De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661653 / DW RK 19/65 MK/SM

    Gelijk aan wat de kamer bij beslissing van 22 januari 2019 en het Gerechtshof bij beslissing van 29 oktober 2019 eerder hebben bepaald (in een andere zaak tegen de gerechtsdeurwaarder) heeft de kamer (opnieuw) geoordeeld dat het vermelden van de kosten van het exploot met verwijzing naar het Btag, in de e-Court procedure, als misleidend moet worden aangemerkt. Ondanks de omstandigheid dat in de onderhavige zaak – anders dan in voornoemde zaken – meerdere gevallen van misleiding betrof, ziet de kamer geen aanleiding een zwaardere maatregel dan (opnieuw) een berisping op te leggen. De kamer heeft het nog wel nodig gevonden om het BFT te wijzen op haar verantwoordelijkheid als bestuursorgaan en onafhankelijk toezichthouder door andermaal aan te geven zorgvuldigheid te betrachten in haar treffen met de pers/media.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672486 / DW RK 19/507

    De gerechtsdeurwaarder heeft onder meer een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672483 / DW RK 19/506

    De gerechtsdeurwaarder heeft een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan, die door hem niet is gemeld, en niet is aangezuiverd. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder een ontoereikende administratie gevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in een groot aantal gevallen bij de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag de termijn van acht dagen zoals bepaald in artikel 475i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering overschreden. Ten slotte heeft de gerechtsdeurwaarder in zijn repertoria exploten opgenomen die zijn uitgebracht door een gerechtsdeurwaarder die tijdens het uitbrengen van de exploten niet aan zijn gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden was. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/687220 / DW RK 20/369 C/13/687222 / DW RK 20/370

    Schorsingsverzoek op grond van artikel 38 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw). Faillissement gerechtsdeurwaarderskantoor. Gerechtsdeurwaarder [a] heeft geen toegang tot de dossieradministratie. Koppeling financiële administratie met de dossiers is niet mogelijk. Schorsingsverzoek wordt ten aanzien van [a] toegewezen. Een gedeelte van de dossiers van [a] zijn overgedragen aan gerechtsdeurwaarder [b]. Die heeft ook enige tijd geen koppeling kunnen maken tussen de dossier- en financiële administratie. Omdat die situatie op kort termijn is opgelost en ten aanzien van [b] geen ernstig vermoeden van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is gerezen wordt het schorsingsverzoek ten aanzien van [b] afgewezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667525 / DW RK 19/285 LV/SM

    Tussenbeslissing. Behandeling wordt aangehouden om de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid te stellen om aan te tonen dat de ambtshandelingen tegen klager door een ander kantoor zijn verricht dan het kantoor van de beklaagde gerechtsdeurwaarder.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/680053 / DW RK 20/80 LV/SM

    - laten ontstaan van een bewaringstekort en deze niet onverwijld te hebben aangezuiverd én het niet voldoen aan de minimum ratio voor liquiditeit. Alle klachtonderdelen worden gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder is de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van één maand

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668780 DW RK 19/342 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder heeft een vergissing begaan bij bevraging huwelijksgoederenregister waardoor ten onrechte beslag is gelegd op het inkomen van de echtgenote van de schuldenaar. Gelet op de informatie die voorhanden was, in combinatie met een vertraagde inschrijving van de huwelijkse voorwaarden, was er geen reden voor de gerechtsdeurwaarder om te twijfelen aan de uitkomst van de bevraging. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is op dit punt dan ook niet gebleken. Wel is de gerechtsdeurwaarder onzorgvuldig geweest met de privacy gevoelige informatie van klaagster en diens echtgenoot, terwijl dit eenvoudig anders had gekund. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder, kort nadat bekend is geworden dat Covid-19 een wereldwijde epidemie betrof, de overheid gepaste maatregelen had aangekondigd en de KBvG een dringend advies voor haar leden daarop had afgestemd, kennelijk toch de noodzaak gezien om twee keer bij klaagster langs te gaan om of beslag op de inboedel te leggen, dan wel de staat van de inboedel te bepalen. Hieruit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de reële gezondheidsrisico’s die dergelijke bezoeken met zich mee kunnen brengen. Juist met het oog op die risico’s is het advies van de KBvG aan haar leden gegeven. In het licht van het voorgaande is een dergelijk handelen niet wat, gelet op de gegeven omstandigheden, een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668509 / DW RK 19/332 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder die overgaat tot beslaglegging onder de werkgever van de partner van een schuldenaar, dient daarbij een hoge mate van zorgvuldigheid in acht te nemen. Het beslag wordt immers gelegd op het inkomen van de niet-schuldenaar waarbij diens werkgever komt te beschikken over (privacy)gevoelige informatie. In gevallen als deze is de ondergrens voor het in acht nemen van de zorgvuldigheid, het op voorhand bevragen van het (openbare) huwelijksgoederenregister. Nu niet valt te achterhalen of een dergelijke bevraging heeft plaatsgevonden, moet worden aangenomen dat dit niet is gebeurd, met een ten onrechte beslaglegging als gevolg. De gevolgen van het niet bevragen van het huwelijksgoederenregister trekken zich verder door nu dit geleid heeft tot het opnemen van onjuiste gegevens in het exploot van beslaglegging. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Op de inhoud van een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot moet blindelings kunnen worden vertrouwd. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674980 DW RK 19/594

    beslissing op verzet. klaagster heeft in verzetfase nieuwe klachten ingediend, daarin kan zij niet worden ontvangen. Voorzitter heeft juiste maatstaf toegepast in de oorspronkelijke beslissing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/662655 DW RK 19/639

    Verzet is te laat ingediend. Niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673254 DW RK 19/536

    Beslissing op verzet. Ongegrond, de oorspronkelijke beslissing is op juiste grondslag genomen

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659114 DW RK 18/641

    Van de gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven mbt bij hem in behandeling zijnde incasso binnen redelijke termijn beantwoord. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte geen inzicht gegeven in de betaalde rente. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op een deel van de e-mails die klaagster heeft gestuurd. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/663420 DW RK 19/130

    De gerechtsdeurwaarder heeft toegezegd een brief te sturen naar de wederpartij van klager. Dit is niet gebeurd, ondanks toezegging. De klachtenprocedure van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is niet in overeenstemming met artikel 13 KBvG normen voor kwaliteit. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd zonder proceskosten veroordeling, omdat het de lichtste maatregel is die een zakelijke terechtwijzing inhoudt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673162 DW RK 19/530

    Beslissing op bezwaar, aangevoerde gronden leiden niet tot herziening van de beslissing in eerste aanleg.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:45 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/656573 DW RK 18/574

    De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat er een fout is gemaakt bij de behandeling van het dossier. Aan de gerechtsdeurwaarder wordt nu de fout niet opzettelijk is gemaakt en niet gebleken is dat (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder structureel dergelijke fouten maakt, de maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder wordt niet veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671743 DWRK 19/473

    Beslissing op verzet Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder het door klager toegestuurde inkomsten- en uitgavenformulier heeft gebruikt bij het vaststellen van de beslagvrije voet. Evenmin heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven waarom deze door klager toegestuurde informatie niet voldoende was of om nadere bewijsstukken gevraagd. Klager is doordat geen rekening is gehouden met deze gegevens, waardoor de beslagvrije voet te laag werd vastgesteld, in betalingsmoeilijkheden gekomen. Dit wordt gerechtsdeurwaarder sub 2 aangerekend. De kamer ziet aanleiding hem voor deze tuchtrechtelijke fout de maatregel van berisping op te leggen. Twee van de drie gelegde beslagen zijn acht dagen na verloop van de termijn van artikel 475 i Rv aan klager zijn betekend. De gerechtsdeurwaarders hebben erkend dat de overbetekening te laat heeft plaatsgevonden en zij hebben daarom de kosten niet aan klager doorberekend. De gerechtsdeurwaarders hebben echter geen enkele reden gegeven waarom de betekening buiten de termijn heeft plaatsgevonden. Het niet naleven van een wettelijk voorschrift zonder dat daar enige verklaring voor is, is tuchtrechtelijk laakbaar. Aan gerechtsdeurwaarder sub 1 wordt € 500 boete opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/660896 / DW RK 19/29

    het verrichten van ambtshandelingen rond de feestdagen in de maand december is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/660903 DWRK 19/31

    De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op het verzoek van klaagster de hoogte van de vordering te specificeren. Klachtonderdeel is gegrond. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd. Er wordt afgezien van een kostenveroordeling, omdat dit de lichtste maatregel betreft. De gerechtsdeurwaarder wordt in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661637 DWRK 19/62

    De gerechtsdeurwaarder heeft in een brief wederom aangekondigd beslag te komen leggen op de roerende zaken van klager, nadat eerder al was geoordeeld dat beslag op roerende zaken geen zin had. Volgens de gerechtsdeurwaarder is deze brief verzonden met het primaire doel om klager te spreken te krijgen over betalingsmogelijkheden en daarnaast te bezien of er alsnog goederen aanwezig zouden zijn waarop beslag gelegd zou kunnen worden. De kamer oordeelt dat het primaire doel van deze brief, namelijk contact leggen met klager om te bezien of er nog mogelijkheden waren de vordering te voldoen, niet door de inhoud van de brief wordt gedekt. Nu het bezoek van de gerechtsdeurwaarder echter ook diende om de inventaris van de woning nogmaals te bekijken, oordeelt de kamer dat het versturen van deze brief niet tuchtrechtelijk laakbaar is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/645880/ DW RK 18/520

    Beslag op een UWV uitkering terwijl het onduidelijk is dat beslagene nog in Nederland verblijft. Klaagster stelt dat haar aanspraak op de uitkering is vervallen op het moment dat zij geen adres in Nederland meer had, en dat de gerechtsdeurwaarders deze gelden heeft verduisterd door ze te innen. De kamer behandelt ook de vraag of de gerechtsdeurwaarder terecht geen beslagvrije voet heeft toegepast in het kader van artikel 475e Rv. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:36 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668455 / DW RK 19/328

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Nu uit artikel 479i lid 2 Rv volgt dat de bepalingen omtrent de beslagvrije voet uit het derdenbeslag (475b-475g Rv) van overeenkomstige toepassing moeten worden verklaard, had de gerechtsdeurwaarder ook bij het eigenbeslag de beslagvrije voet moeten toepassen. Het vaststellen van de beslagvrije is een kerntaak van de gerechtsdeurwaarder. De onbekendheid met betrekking tot de materie van het eigenbeslag ontslaat de gerechtsdeurwaarder niet van zijn verplichtingen uit de wet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661747 DW RK 19/68

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarders hebben een dagvaarding aan klager betekend die inhoudelijk dubbelzinnig voorkomt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667945 DW RK 19/307

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft niet binnen een redelijke termijn geantwoord op e-mails van klager.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661652 DW RK 19/64

    Klacht gegrond. Maatregel: geldboete. Het enkele gegeven dat een omissie (in de dagvaarding) later in de procedure herstelt kan worden, maakt niet dat de gerechtsdeurwaarder lichtvaardig mag omgaan met de wettelijke eisen die gesteld worden aan de dagvaarding. Daarbij speelt een rol dat de gerechtsdeurwaarder nergens heeft verklaard hoe de situatie als zodanig is komen te ontstaan.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667449 / DW RK 19/281

    Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich erover dat de dagvaarding niet op de juiste wijze aan haar adres is betekend, nu de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding buiten heeft achtergelaten. Bij afwezigheid van de geëxploiteerde, in samenhang met de onmogelijkheid om gebruik te maken van de (te kleine) brievenbus, dient de gerechtsdeurwaarder de best mogelijke manier te zoeken om de dagvaarding niettemin op de juiste plaats te bezorgen. De gekozen methode was naar het oordeel van de kamer in de gegeven omstandigheden juist.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:32 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661454 / DW RK 19/53

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. In de situatie dat de gerechtsdeurwaarder helderheid probeert te verkrijgen over de vordering bij zijn opdrachtgever, kan het niet zo zijn dat hij klager daar gedurende het proces niet over informeert. Deze manier van opereren wordt echter tuchtrechtelijk laakbaar als de gerechtsdeurwaarder bewust niet reageert op schrijven van klager, die al die tijd in het ongewis wordt gelaten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/674848 / DW RK 19/591

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagleggingen niet goed ten uitvoer heeft gebracht, hierdoor heeft klaagster diverse goederen, waaronder bepaalde voor haar zeer belangrijke foto’s, niet teruggekregen. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/663829 / DW RK 19/143

    Beslissing op verzet. Klager heeft zich er over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder het exploot niet binnen de gestelde termijn heeft betekend. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.