Zoekresultaten 1251-1300 van de 1479 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:270 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-312/AL/OV
- Datum publicatie: 12-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:270
Raadsbeslissing. Verweerder houdt zijn voorbereidende bespreking structureel een week voor de zitting, daarmee bewust het risico lopend dat hij geen nadere stukken meer kan indienen. Dat is niet in het belang van zijn cliënten. Verder houdt verweerder onvoldoende regie en is sprake van onvoldoende agendabeheer. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 8 weken met een proeftijd van 2 jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:271 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-341/AL/MN
- Datum publicatie: 12-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:271
Raadsbeslissing. Niet gebleken is dat op enig moment een misverstand kan hebben bestaan over de hoedanigheid van verweerster. Integendeel, dat is op alle momenten helder geweest. Verder is niet duidelijk is geworden welke onjuiste informatie verweerster zou hebben verstrekt of van welke onwaarheden verweerster klager zou hebben beticht. Dienaangaande is onvoldoende gesteld en dit is ook niet onderbouwd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:176 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2324
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:176
Klacht tegen een huisarts. Klaagster is patiënte van de huisarts en is in verband met haar bevalling medio 2022 opgenomen in het ziekenhuis. Een dag later heeft de arts-assistent gynaecologie (AIOS) telefonisch contact gezicht met de huisarts om hem te laten weten hoe de bevalling was verlopen en om te huisarts te verzoeken intensive home treatment voor klaagster in te schakelen. Klaagster verwijt de huisarts dat hij in dit telefoongesprek zonder haar toestemming privégegevens heeft gedeeld met de AIOS. Bovendien kloppen de gegevens niet; klaagster heeft geen borderline persoonlijkheidsproblematiek. Het Regionaal tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-384/DB/LI
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:155
Raadbeslissing. Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris gegrond omdat hij, zonder klager te horen of anderszins in de gelegenheid te stellen om de klacht nader toe te lichten, de klachten heeft geformuleerd, beoordeeld en afgedaan. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 6.28 van de Voda. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze het beginsel van hoor en wederhoor met voeten heeft getreden en daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Het optreden van verweerder is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Waarschuwing
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2467
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:173
Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met autisme en is patiënt van de huisarts. Klager verwijt de huisarts kort gezegd dat 1) hij een gebrek aan kennis heeft over autismestoornissen of onvoldoende heeft gedaan om zich deze kennis eigen te maken, 2) hij het medicijn Bumetanide niet heeft voorgeschreven, 3) het medisch dossier niet op orde is, en 4) hij klager niet al veel eerder heeft doorverwezen naar een internist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:156 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-738/DB/OB
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:156
Raadsbeslissing. 60b verzoek. Op grond van artikel 60b lid 1 Advocatenwet kan de raad op verzoek van de deken een advocaat die tijdelijk of blijvend geen blijk geeft zijn praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen, voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk schorsen dan wel een of meer voorzieningen met betrekking tot de praktijkuitoefening van de betrokken advocaat treffen die de raad geboden acht. Verweerster heeft de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden niet weersproken. Naar het oordeel van de raad is voldoende gebleken dat verweerster tijdelijk of blijvend niet in staat is haar praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen. In de gegeven omstandigheden acht de raad een schorsing van verweerster proportioneel. De raad wijst het verzoek van de deken dan ook toe en schorst verweerster op grond van artikel 60b Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk. Tevens zal de raad de door de deken verzochte voorzieningen toewijzen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2423
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:174
Klacht tegen een verloskundige. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de verloskundige werkt. De verloskundige was betrokken bij de bevalling van klaagster. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij na de bevalling zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken. Daarnaast heeft de verloskundige volgens klaagster meermaals hard op haar buik geduwd en getrokken aan de nageboorte. Verder heeft de verloskundige gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:175 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2339
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:175
Klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de gynaecoloog werkt. De gynaecoloog zag klaagster die dag op twee momenten: voorafgaand aan de bevalling om kennis te maken en na de bevalling. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat zij haar baby naakt en alleen heeft achtergelaten op een aankleedkussen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:180 Raad van Discipline Amsterdam 24-298/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:180
Raadsbeslissing; Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gedeeltelijk gegrond. Oplegging waarschuwing. Verweerster heeft namens haar cliënte stukken ingediend, zonder deze gelijktijdig aan klager te sturen. Verweerster wist niet of klager op het moment van het indienen van de stukken een advocaat had. Verweerster heeft getracht dit nog tijdig te achterhalen, door klager een e-mail te sturen met de vraag of hij een advocaat had. Het enkele feit dat verweerster deze e-mail heeft gestuurd is in dat opzicht echter onvoldoende. In een situatie waarin snel gehandeld moet worden, zoals in aanloop naar een zitting, had verweerster meer zorgvuldigheid moeten betrachten. Verweerster had kunnen en moeten beseffen dat het zo kort voor de zitting voor klager méér van belang was om tijdig over de benodigde stukken te beschikken, dan dat zij zelf absolute zekerheid had over de bijstand van een advocaat. Naar het oordeel van de raad kan gezien het voorgaande aan verweerster in de specifieke omstandigheden van het geval een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat zij geen afschrift van de bij de rechtbank ingediende stukken aan klager heeft gezonden. Verweerster heeft verder een aangifte doorgestuurd, waaraan foto’s waren gehecht en waar commentaren aan waren toegevoegd. Uit de aangifte blijkt niet dat deze foto’s en commentaren onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke aangifte. Er moet vanuit worden gegaan dat de aangifte in die zin is bewerkt. Verweerster heeft aangevoerd dat zij de aangifte van haar cliënte heeft ontvangen en deze sec heeft doorgestuurd. Daarmee gaat verweerster echter voorbij aan haar eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Zeker in gevoelige familiezaken zoals de onderhavige waarin emoties hoog oplopen, mag van een advocaat een verhoogde zorgplicht en zorgvuldigheid worden verwacht over hoe met strafrechtelijke aangiftes moet worden omgegaan. Het doorsturen van een bewerkte en van foto’s voorziene aangifte past hier niet bij. Door de aangifte zonder nader onderzoek door te sturen, heeft verweerster haar zorgplicht geschonden. Verweerster had zich bewust moeten zijn van de potentiële impact van het doorsturen van de bewerkte aangifte en zorgvuldiger moeten handelen. Verweerster heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6977
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de arts niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis en de eerste dagen daarna. Over die periode kan haar dan ook geen verwijt worden gemaakt. Het college is van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de geldende richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De arts kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:187 Raad van Discipline Amsterdam 24-418/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:187
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7140
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster is door de huisarts gezien met pijnklachten. Een nader telefonisch consult volgde op dezelfde dag. Later diezelfde dag is klaagster opgenomen in het ziekenhuis met een longontsteking. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar niet serieus heeft genomen en haar ten onrechte niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:181 Raad van Discipline Amsterdam 24-436/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:181
Raadsbeslissing; Klacht tegen de (voormalig) eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Schorsing voor de duur van zes weken. Verweerder heeft willens en wetens met klagers een op grond van artikel 7.7 Verordening op de Advocatuur (Voda) verboden prijsafspraak (no cure no pay) gemaakt en heeft op grond van deze afspraak getracht conservatoir beslag te leggen. De raad gaat voorbij aan de rechtvaardiging die verweerder tracht te geven aan de door hem gemaakte verboden prijsafspraak. De raad is verder van oordeel dat verweerder ernstig tekort is geschoten in de communicatie met klagers op de wijze hoe hij onderhandelingen namens hen heeft gevoerd. Verweerder heeft overleg gevoerd over een schikking met de advocaat van de wederpartij zonder klagers daarbij te betrekken. Uiteindelijk heeft verweerder ingestemd met een (veel) lager schikkingsbedrag dan klagers wenselijk vonden. Verweerder heeft klagers daarbij onder zodanige druk gezet om de schikking te accepteren dat hij ook op dit punt de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare heeft overschreden. Verweerder heeft ten slotte geen deugdelijke tijdregistratie bijgehouden. Dat verweerder achteraf alsnog een urenverantwoording heeft opgemaakt, maakt het voorheen niet bijhouden van de uren niet minder verwijtbaar. Bovendien blijkt verweerder in de achteraf opgemaakte urenverantwoording ook niet zorgvuldig te werk te zijn gegaan, zo blijkt onder meer uit de tussen partijen gevoerde procedures.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7112
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de neuroloog niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis. Van de behandeling in die periode kan de neuroloog dan ook geen verwijt worden gemaakt. Met de neuroloog is het college wel van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De neuroloog kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:188 Raad van Discipline Amsterdam 24-667/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:188
Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk van onvoldoende gewicht. De stelling van klaagster dat er tussen klaagster en verweerder (mondeling) zou zijn afgesproken dat het eerste gesprek gratis was, wordt door haar niet nader onderbouwd en door verweerder uitdrukkelijk betwist. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust een onjuist kantooradres aan klaagster heeft verstrekt en evenmin is gebleken dat klaagster door het handelen van verweerder is geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7105
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij klaagster heeft bejegend en onderzoek heeft gedaan tijdens een visite aan huis via de huisartsenpost. De huisarts concludeerde na onderzoek dat de klachten van klaagster niet dusdanig waren dat zij op dat moment ingestuurd moest worden en dat zij na het weekend naar haar eigen huisarts moest gaan. De volgende dag is klaagster op de spoedeisende hulp beland en opgenomen in het ziekenhuis. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7030
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster had last van hoofdpijnklachten en visusklachten. Zij werd door haar huisarts doorgestuurd naar de neuroloog voor onderzoek. De neuroloog vond geen neurologische afwijkingen die de klachten konden verklaren. Klaagster verwijt de neuroloog onder andere dat hij het onderzoek niet zorgvuldig heeft verricht en dat hij niet goed naar haar heeft geluisterd.Het college kan de wijze volgen waarop de neuroloog het onderzoek heeft verricht, en dat geldt ook voor de wijze waarop het beleid tot stand is gekomen. Hij heeft een standaardonderzoek uitgevoerd dat op basis van de verwijzing en het beeld waarmee klaagster kwam gebruikelijk is. Hij heeft klaagster een stukje laten lopen vanwege de voornamelijk lichamelijke klachten, zoals moeizaam lopen en pijn. Uit de stukken van beide partijen is gebleken dat er tijdens het consult ook ruimte was voor klaagster om vragen te stellen. Zo heeft de neuroloog - zowel op basis van de vraag van klaagster of hij naar haar ogen wilde kijken als vanwege een eerder geconstateerde (maar niet in de verwijzing genoemde) pseudotumor cerebri - naar de oogzenuw gekeken; mede in verband met mogelijke visusklachten. Bij het onderzoek van de neuroloog zijn geen neurologische afwijkingen gevonden die de klachten konden verklaren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:189 Raad van Discipline Amsterdam 24-688/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:189
Voorzittersbeslissing; Klacht is niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn neergelegd in artikel 46g, lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7038
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7211
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122
Klacht tegen een longarts kennelijk ongegrond. Klager kwam bij de longarts om uitslagen van diverse onderzoeken te bespreken. In de artsenbrief aan de huisarts schreef de longarts onder andere dat hij lichamelijk onderzoek had verricht. Klager verwijt de longarts dat hij, anders dan in deze brief staat, geen lichamelijk onderzoek had verricht en dat het daarnaast niet tot de competenties van de longarts behoort een gebit te beoordelen. De longarts heeft de klacht gemotiveerd weersproken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:183 Raad van Discipline Amsterdam 24-063/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:183
Raadsbeslissing;. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Dat verweerder niet aan alle wensen en verzoeken van klager heeft voldaan, betekent niet dat verweerders bijstand daarmee ondermaats is geweest. Verweerder heeft toegelicht welke keuzes hij bij de behandeling van de zaak van klager heeft gemaakt en het is de raad niet gebleken dat verweerder in verband daarmee op enige wijze tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7039
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7292
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123
De voormalig werkgever van een verpleegkundige verwijt hem dat hij de professionele grenzen heeft overschreden door eenmalig intiem seksueel contact te hebben met een psychisch kwetsbare patiënte die al jaren in behandeling was bij de instelling. Verweerder heeft dit (eenmalige) seksuele contact een dag na het gebeuren gemeld bij zijn manager en is daarop op non-actief gesteld en vervolgens op staande voet ontslagen. Verweerder heeft in het verweer aangegeven dat hij zich onder behandeling heeft laten stellen. Verweerder heeft aangegeven niet meer werkzaam te willen zijn in de zorg of hulpverlening. Hij heeft zijn BIG-registratie laten verlopen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en ontzegt de verpleegkundige het recht wederom in het register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7104
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:117
Klager verwijt een verpleegkundige in de penitentiaire inrichting die zij de ziekmelding van klager heeft gewijzigd. De verpleegkundige heeft aangegeven dat zij klager niet beter heeft gemeld en conform beleid in de inrichting naar de psycholoog heeft verwezen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:184 Raad van Discipline Amsterdam 24-305/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:184
Raadsbeslissing. De stellingen van partijen staan lijnrecht tegenover elkaar en hun verklaringen lopen zeer uiteen. Of er tussen hen een telefonische afspraak is gemaakt of verweerder in zijn klacht onwaarheden zou hebben verkondigd, kan de raad daarom niet vaststellen. Het is de raad niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Ten aanzien van het verwijt van klaagster dat verweerder met twee petten op zou hebben gehandeld door als advocaat zowel voor de moeder als voor B op te treden, overweegt de raad dat dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk is nu niet valt in te zien op welke wijze klaagster hierdoor rechtstreeks in haar belang zou zijn getroffen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:234 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7040
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:234
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5855
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:124
Klacht tegen plastisch chirurg deels gegrond. Klaagster is in een kliniek geweest bij een collega-plastisch chirurg van verweerder voor een consult voor een cosmetische operatie aan de hals- en kaaklijn. Verweerder is plastisch chirurg en directeur-eigenaar van de kliniek. Klaagster heeft zich door de collega-plastisch chirurg laten opereren. Klaagster was niet tevreden over het resultaat van deze ingreep en heeft dat kenbaar gemaakt, waarna een tweede operatie is ingepland. Een dag voor die tweede operatie heeft een gesprek tussen klaagster en verweerder plaatsgevonden, waarbij de eerder voorgestelde behandeling is aangepast en de behandelingsovereenkomst is getekend. De volgende dag is de operatie uitgevoerd door de collega-plastisch chirurg. Klaagster maakt verweerder verschillende verwijten. Het klachtonderdeel dat ziet op het niet gunnen van de wettelijke bedenktijd is gegrond. Het college is van oordeel dat verweerder een actieve en inhoudelijke rol heeft gehad bij de behandeling van klaagster, omdat hij betrokken is geweest in het voortraject en bij de totstandkoming van de definitieve behandelingsovereenkomst met klaagster. In de wetenschap dat verweerder tijdens het consult ervan op de hoogte was dat de operatie de volgende dag al zou worden uitgevoerd, had het in deze situatie ook op zijn weg gelegen om de verplichte bedenktijd te bewaken. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6985
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:118
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft onderzoek gedaan naar de geestvermogens van klager en een Pro Justitia rapportage over klager opgesteld. Volgens klager heeft de psychiater in strijd met de geldende wettelijke bepalingen en beroepsnormen gehandeld, door op foutieve en nalatige wijze de Pro Justitia rapportage op te stellen en tot een onjuiste conclusie te komen. Het college is van oordeel dat uit de rapportage blijkt dat de psychiater zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Niet is gebleken dat de psychiater stukken tot haar beschikking had die zij ten onrechte niet of onvoldoende heeft meegewogen in haar overwegingen. Op basis van het uitgevoerde onderzoek heeft de psychiater in redelijkheid tot haar conclusies kunnen komen. Dat de onderzoeksresultaten door de psychiater niet meer met klager zijn besproken omdat klager dit weigerde, doet daar niet aan af.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:185 Raad van Discipline Amsterdam 24-306/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:185
Raadsbeslissing. Voor de verwijten van klager dat verweerster de piketmelding onrechtmatig onder zich heeft gehouden én dat zij zich (met haar bezoek aan B) jegens B en zijn familie heeft gedragen alsof zij nog steeds de advocaat van B was, geldt dat het aan verweerster verweten handelen niet kan worden vastgesteld. Hiervoor lopen de stellingen en verklaringen van partijen te zeer uiteen en ter zitting is hierover evenmin duidelijkheid verkregen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster is de raad daarom niet gebleken. Gelet daarop wordt de klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:179 Raad van Discipline Amsterdam 24-248/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:179
Raadsbeslissing; Klacht tegen de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerder heeft een tijdslijn gehanteerd met data en tijden die aantoonbaar niet kloppen. Verweerder heeft zijn stellingen niet gecorrigeerd. Verweerder heeft daarmee feitelijke onjuistheden verkondigd. Dit betekent echter niet per definitie dat verweerder ook meteen een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. De raad weegt daarin mee dat verweerder de feitelijke onjuistheden slechts heeft verkondigd in onderlinge correspondentie tussen hem en klager, en dat deze stellingen niet als zodanig in een procedure zijn gebruikt of ten overstaan van een rechter zijn verkondigd. Het gedrag van verweerder acht de raad slordig en niet correct, maar niet van zodanig gewicht dat dit tot het niveau komt van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7042
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:235
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6984
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 01-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:119
Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft onderzoek gedaan naar de geestvermogens van klager en een Pro Justitia rapportage over klager opgesteld. Volgens klager heeft de GZ-psycholoog in strijd met de geldende wettelijke bepalingen en beroepsnormen gehandeld, door op foutieve en nalatige wijze de Pro Justitia rapportage op te stellen en tot een onjuiste conclusie te komen. Het college is van oordeel dat uit de rapportage blijkt dat de GZ-psycholoog zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Niet is gebleken dat de GZ-psycholoog stukken tot haar beschikking had die zij ten onrechte niet of onvoldoende heeft meegewogen in haar overwegingen. Op basis van het uitgevoerde onderzoek heeft de GZ-psycholoog in redelijkheid tot haar conclusies kunnen komen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:186 Raad van Discipline Amsterdam 24-279/A/NH
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:186
Verzet. De raad verklaart het verzet niet-ontvankelijk gelet op de overschrijding van de in artikel 46 lid 1 Advocatenwet genoemde termijn. De raad ziet geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5585
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:120
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier van klaagster. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven en was de huisarts niet persoonlijk betrokken bij het maken van afspraken en/of de (telefonische) consulten. Voor de mogelijkheid tot vernietiging van het papieren dossier nadat deze digitaal is opgeslagen verwijst het college naar de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, versie 2010.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2300
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:171
Klacht tegen een chirurg. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De chirurg was supervisor van de arts-assistent die tijdens die nachtdienst werkzaam was op de SEH. De chirurg is ’s nachts telefonisch geraadpleegd door de arts-assistent, die na overleg met de SEH‑verpleegkundige tot de conclusie was gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. De chirurg was het hiermee eens. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie, voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de chirurg o.m. het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de communicatie over de mogelijke medische fout. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen b tot en met d, klachtonderdeel a gegrond verklaard en aan de chirurg de maatregel van een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat klager wel ontvankelijk is in de klachtonderdelen b en c over de communicatie en de nazorg jegens de nabestaanden en dat deze klachtonderdelen ook gegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5586
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:121
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht gaat over handelingen die plaatsvonden in 2000-2005 (verjaring). De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het verhogen van de dosis zonder uitleg, over het niet goed handelen na een val van klaagster en over het vernietigen van het medisch dossier. Volgens het college is tramadol volgens de richtlijnen voorgeschreven. Dat de huisarts zonder uitleg de medicatie heeft verhoogd is onvoldoende onderbouwd/niet komen vast te staan. Huisarts had geen bemoeienis bij of verantwoordelijkheid voor het digitaliseren van het medisch dossier.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2301
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:172
Klacht tegen een verpleegkundige. De klacht gaat over de moeder van klager die in de nacht van zaterdag op zondag naar de SEH van een ziekenhuis is gegaan wegens een pijnlijk en opgezwollen been. De verpleegkundige was tijdens die nachtdienst betrokken bij de zorg voor patiënte. Na onderling overleg zijn de artsen en SEH‑verpleegkundigen tot de conclusie gekomen dat er waarschijnlijk sprake was van veneuze insufficiëntie. Patiënte is verwezen naar de poli vaatchirurgie voor een spoedafspraak op maandag. Na de behandeling op de SEH is patiënte terug naar huis gegaan. Daar is zij die zondagochtend onverwachts overleden, mogelijk als gevolg van een ruiterembolus bij een diep veneuze trombose. Klager verwijt de verpleegkundige het stellen van een onjuiste diagnose en het tekortschieten in de consultvoering en informatieverwerking. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet‑ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel d en de klachtonderdelen a tot en met c ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5587
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:122
Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De klacht gaat over het voorschrijven van een te hoge dosis tramadol, over het niet goed handelen na een val van klaagster, over het vernietigen van het medisch dossier en over het te lang moeten wachten in de wachtkamer. Volgens het college heeft de huisarts geen betrokkenheid bij het voorschrijven van tramadol voorafgaand aan de val van klaagster, noch bij het digitaliseren van het medisch dossier. Uit dossier blijkt dat huisarts klaagster heeft onderzocht en beeldvormend materiaal heeft aangevraagd. Onvoldoende onderbouwing van te lange wachttijd
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5770
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:123
Klagers hebben een klacht ingediend tegen de huisarts van de penitentiaire inrichting (PI) waar hun zus/dochter op 32-jarige leeftijd is overleden. Klagers verwijten de huisarts onzorgvuldige verslaglegging over het overlijden. De huisarts heeft aangevoerd dat hij zijn aantekeningen met de beste bedoelingen heeft gemaakt op basis van informatie van derden, zonder opzettelijk onjuiste informatie te verstrekken.Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij heeft aantekeningen gemaakt onder het kopje “S” van subjectief. Dat betreft informatie van anderen en geen uit eigen waarneming (objectief) verkregen informatie. Hoewel de verslaglegging op bepaalde punten beter kon, is het college van mening dat de huisarts binnen de normen van een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts heeft gehandeld. De klacht is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6859
- Datum publicatie: 06-11-2024
- Datum uitspraak: 06-11-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:124
Klaagster meldt zich met hevige buikpijn bij een huisartsenpost, waar zij wordt gezien door een huisarts in opleiding (aios). De aios, in haar derde jaar, geeft pijnstillers en een vangnetadvies. Op 24 september wordt een appendicitis vastgesteld, wat leidt tot een spoedoperatie. Klaagster verwijt de huisarts, die de regie had en ook opleider was van de aios, dat zij een foutieve diagnose heeft gesteld, klaagster niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis, en haar niet zelf heeft beoordeeld.Het college oordeelt dat een huisarts tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk is voor eventuele fouten van de aios als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Naar het oordeel van het college is aan die voorwaarden voldaan. De huisarts heeft zich ervan vergewist dat de kwaliteit van de organisatie op de huisartsenpost zodanig was dat de aios goede zorg kon leveren. Tevens heeft zij vastgesteld dat het opleidingsniveau en ervaring van de aios voldoende waren om de zorg aan haar te delegeren. De huisarts heeft ook het medisch advies van de aios op goede gronden goedgekeurd. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:269 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-374/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:269
Klacht van een advocaat over andere advocaat, onder meer over het doen van onnodige grievende en onwelwillende uitlatingen, is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-633/DH/DH
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:187
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een vaderschapsprocedure. Verweerder heeft niet hoeven signaleren bij de rechtbank dat het originele DNA-rapport was opgehaald, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het rapport was opgehaald. Verweerster heeft zorgvuldig gehandeld bij het doorsturen van de brief van de rechtbank. Ook heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld bij het aanleveren van een conceptreactie. Verweerster heeft klaagster steeds op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de zaak en heeft duidelijk gecommuniceerd naar klaagster. Dat het uiteindelijke concept dan wat later naar klaagster wordt gestuurd dan in eerste instantie was toegezegd, is overkomelijk. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:263 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-651/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:263
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:230 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6878
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:230
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster die op het spreekuur bij de huisarts kwam in verband met een luchtweginfectie, verwijt de huisarts dat zij tijdens de consulten van 14 en 21 december 2023 een onjuiste diagnose en dat de huisarts gegevens uit het dossier van klaagster heeft verwijderd. De huisarts stelt dat zij klaagster alleen op 14 december 2023 op het spreekuur heeft gezien en er op dat moment geen sprake was van een longontsteking. Tevens betwist de huisarts dat er sprake is geweest van het verwijderen van gegevens uit het dossier en verzoekt het college de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het onderzoek van de huisarts op 14 december 2023 niet onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de verklaring van de huisarts dat zij klaagster niet heeft gezien en onderzocht op 21 december 2023 wordt ondersteund door aantekeningen in het medisch dossier en logginggegevens. Niet is komen vast te staan dat klaagster op 21 december 2023 is beoordeeld door de huisarts. Van verwijderen van delen uit het dossier is niet gebleken. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:264 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-906/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:264
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:231 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6793
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:231
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts, geen maatregel. Klager wordt vertegenwoordigd door zijn curator. De curator verwijt de huisarts a) dat hij onvoldoende zorg heeft verleend aan patiënt en b) gebrekkige dossiervoering. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel ongegrond is. Het tweede klachtonderdeel is gedeeltelijk gegrond. Het college moet beoordelen of, en zo ja, welke maatregel passend is bij het feit dat de huisarts niet heeft zorggedragen voor de verwijdering van het patiëntendossier na de overdracht aan de opvolgende huisarts(en). Het college overweegt hierover dat sprake is van een lichte mate van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid: het verwijt heeft betrekking op de technische aspecten van het huisartseninformatiesysteem, waarmee meer huisartsen worstelen. De huisarts heeft op de zitting verklaard dat hij contact heeft opgenomen met zijn HIS-leverancier, maar dat dit niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ook is niet gebleken dat de huisarts misbruik heeft gemaakt van het feit dat hij nog over het dossier beschikte. Gedeeltelijk gegronde klacht (b) zonder oplegging van een maatregel en publicatie.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:265 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-222/AL/MN
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:265
De raad verklaart een klacht van een bedrijf over een curator ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-719/DB/LI
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:154
Afwijzing verzoek tot opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-286/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:266
Klacht over de eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de hoogte van de declaraties en over de inhoud van de juridische bijstand door verweerster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:267 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-299/AL/OV
- Datum publicatie: 05-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:267
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.