Zoekresultaten 44451-44500 van de 44627 resultaten

  • ECLI:NL:TAKTPA:2008:16 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen WH 08-8

    Overtreding van de verplichting om wilde haverplanten te verwijderen en te vernietigen, voordat het zaad begint uit te vallen en dat voor een bepaalde datum. De bestrijding is niet afdoende gebeurd. Geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2008:YC0111 Kamer van toezicht Roermond KL 6/2008

    Doel wettelijk notarieel tuchtrecht. Ne-bis-in-idem-regel geldt ook in het notarieel tuchtrecht. De notaris handelt zorgvuldig door zich op het standpunt te stellen dat hij een onder hem berustend geldbedrag eerst zal uitbetalen nadat in een tussen de klaagster en haar wederpartij aanhangige civiele procedure is uitgemaakt wie de rechthebbende op dat geldbedrag is.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0109 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-04

    Het had op de weg van de notaris, al dan niet via haar medewerker [notarieel jurist], gelegen om de erven van het begin af aan te waarschuwen dat de verklaring van erfrecht de nodige - lange - tijd zou kosten, gezien het vooralsnog niet te overziene - naar inmiddels is gebleken aanmerkelijk en groeiend - aantal erfgenamen, waarvan een deel bovendien in het buitenland woonplaats heeft. Dit had de notaris in ieder geval eerder kunnen onderkennen en aan klaagster meedelen, temeer nadat klaagster het notariskantoor herhaaldelijk expliciet had gevraagd om inlichtingen over de stand van de afgifte van de verklaring van erfrecht. Anderzijds heeft de notaris en haar medewerker klaagster en de overige erfgenamen - voor zover hun bekend - vervolgens wel adequaat van de voor hen beschikbare informatie hebben voorzien. Gelet op de gecompliceerdheid van het opstellen van de verklaring van erfrecht en de ontwikkelingen vanaf juni 2004 bij een deel van de erfgenamen, welke ontwikkelingen zoals de notaris naar voren heeft gebracht een vertragende invloed hebben gehad op de voortgang van de behandeling, is het begrijpelijk en aanvaardbaar dat de notaris de verklaring van erfrecht tot nu toe niet heeft kunnen opstellen. Bovendien bevindt de opstelling zich zoals blijkt uit het verhandelde ter zitting thans in haar laatste fase. Dit alles wegend is de aanvankelijke hapering in de communicatie vanuit het notariskantoor niet zwaarwegend genoeg is om tot een gehonoreerde klacht te leiden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0110 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-45

    1. Bejegening 2. De notaris heeft op correcte wijze de kwestie van het successierecht en de afwikkeling van de nalatenschap afgehandeld. Hij heeft klaagster in zijn brief van 31 augustus 2007 een concrete toelichting gegeven over de foutieve successieaangifte, klaagster zijn excuses hiervoor aangeboden, klaagster ingelicht over zijn daaropvolgende bezwaarschrift bij de Belastingdienst tot herstel van de fout en bovendien klaagster aangeboden de wettelijke rente te vergoeden. Daarbij heeft hij klaagster tweemaal de gelegenheid gegeven om een en ander in een persoonlijk gesprek te bespreken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0107 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-11

    Omdat de erven niet allemaal een verklaring aflegden omtrent de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap heeft de notaris het saldo van de nalatenschap, behoudens € 644,37, overgemaakt aan de consignatiekas van het Ministerie van Financiën. De notaris heeft het bedrag van € 644,37 wellicht te lang onder zich gehouden. De notaris treft daarvan echter geen enkel verwijt, nu het de Kamer voorkomt dat hij dit - kennelijk met de beste bedoelingen - gedaan heeft in de toen gerechtvaardigde verwachting dat alle erven tot overeenstemming zouden komen over de betaling van dit bedrag aan [het kerkgenootschap] en hem de daartoe benodigde volmachten zouden geven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0108 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-12

    De notaris is bij de afwikkeling van de levering tekortgeschoten in zijn regie over de gang van zaken en in zijn plicht tot “Belehrung” van klager (en diens echtgenote) als kopers bij de levering. Het had op de weg van de notaris gelegen om klager bij de BC-transactie te wijzen op de hoedanigheid van particuliere verkoper van [B], daar waar klager erop gerekend had dat het registergoed aanvankelijk aan hem zou worden verkocht door [A]. Bovendien had de notaris klager er uitdrukkelijk op dienen te wijzen dat hiermee [A] ten aanzien van resterende verplichtingen uit de koopovereenkomst (de mandelige weg) niet meer zijn wederpartij was. Ook had de notaris klager dienen te informeren over de risico’s voor klager betreffende de latere levering om niet van de mandelige weg. De notaris heeft aangevoerd dat hij de aanpassingen bij het bespreken van de leveringsakte uitgebreid aan klager en diens echtgenote heeft toegelicht en met hen heeft behandeld. Naar het oordeel van de Kamer is dat te laat en had hij deze omvangrijke en zeer relevante informatie eerder en schriftelijk onder de aandacht van klager dienen te brengen. Berisping.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0105 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 05-35

    Dat er twee executeurs in de nalatenschap waren benoemd, is een acceptabele reden voor de notaris om klager in de procedure voor de rechtbank in vrijwaring op te roepen. Dat de notaris via zijn advocaat getracht heeft met klager tot een minnelijke regeling te komen, is op zich niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het ligt alleszins in de rede dat de notaris stappen daartoe heeft ondernomen in het licht van zijn eerder bereikte minnelijke schikking met [de erven] en hun daarmee samenhangende intrekking van hun klacht bij de Kamer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0106 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-20

    Klager niet-ontvankelijk in zijn klacht, vanwege: 1. verstrijken van de vervaltermijn van driejaren (artikel 99 lid 12 Wet op het notarisambt) 2. ontbreken van belang.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0102 Kamer van toezicht Rotterdam 07-08

    Notaris gaat over tot executieveiling van een registergoed terwijl volgens klager niet voldaan was aan de voorschriften. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0103 Kamer van toezicht Rotterdam 06-08

    De oud-notaris heeft zich als een makelaar opgesteld door -ongevraagd- kort na ontbinding van een koopovereenkomst mogelijke kopers voor verschillende panden aan te dragen. Voorts heeft de notaris klager onheus bejegend, door klagers niet persoonlijk op te roepen voor de levering. Klacht niet-ontvankelijk en in de overige onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0104 Kamer van toezicht Rotterdam 06-06

    De notaris heeft in strijd met de Wet Melding ongebruikelijke transacties een uitbetaling van € 20.000,-- niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0101 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-17

    Verzet 1. Uit de stukken blijkt niet dat de notaris op de een of andere wijze een onjuist gebruik heeft gemaakt van zijn [mogelijke] bekendheid met de lening. 2. De notaris meldt dat zowel de voorbereidende bespreking als ook het passeren van de aanvullende testamenten op 6 december 2001 beide ten huize van de ouders van klager hebben plaatsgevonden, zoals dit ook reeds in eerdere procedures aan de orde is geweest. De enkele verklaring de auditu van de bewindvoerder levert niet het bewijs van het tegendeel. 3. Een tuchtrechtelijke procedure leent zich niet voor beantwoording van een vraag omtrent de rechtsgeldigheid van een testament. Daartoe dient een civielrechtelijke procedure diende te worden geëntameerd.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0027 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2508

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voor het nalaten van hygiëneonderzoek in 2007 wordt een geldboete opgelegd. Betrokkene is in 2006 twee keer tuchtrechtelijk veroordeeld, waarbij deels voorwaardelijke geldboetes zijn opgelegd. Onderhavige overtreding is binnen de proeftijd begaan. Ten uitvoerlegging is niet gevorderd door de voorzitter van het productschap. Nalatigheid van in de arm genomen instanties bij de uitvoering van hygiënevoorschriften komt voor rekening van betrokkene.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0015 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1308

    Nalaten bloedmonsters te nemen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Overstap naar een kleinschaliger bedrijf, van leghennen in een legbatterij naar scharrelvleeskuikens, met relatief dure productiemethode. Overtreding begaan als gevolg van deze overgang: incident. Geheel voorwaardelijke geldboete.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0022 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2008

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. De oude regelgeving schreef voor dat tenminste twee keer per jaar Campylobacteronderzoek moet worden uitgevoerd. Het nieuwe voorschrift spreekt van tenminste twee keer per twaalf maanden. Betrokkene heeft in controleperiode van ruim veertien maanden geen Campylobacteronderzoek uitgevoerd. Relatief klein bedrijf. Geldboete.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0016 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1408

    Betrokkene heeft twee keer nagelaten bloedmonsters te nemen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Bij werkwijze is betrokkene afgegaan op uitlatingen van zijn voerleverancier. Deze uitlatingen kwamen niet overeen met de geldende voorschriften. Dit komt voor rekening van betrokkene. Twee overtredingen ten gevolge van één verkeerde voorstelling van zaken: één geldboete.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0018 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1608

    Nalaten bloedonderzoek ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Betrokkene is met betrekking tot zijn verplichtingen afgegaan op (onjuiste) verklaring van een medewerker van de Gezondheidsdienst voor Dieren. Dit neemt niet in alle gevallen de schuld bij betrokkene weg. Bij eventuele onduidelijkheid rust op betrokkene de plicht zich goed te informeren.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0019 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1708

    Minder dan het minimum aantal verplichte bloedmonsters genomen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Overtreding mede gevolg van onzorgvuldig handelen dierenarts. Betrokkene is verantwoordelijk. Drie overtredingen worden gelet op omstandigheden van het geval als een doorgevoerde handeling beschouwd: één geldboete.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0100 Kamer van toezicht Amsterdam 375650/NT RK 07-22P

    Ambtshalve inschrijven akte van cessie; adviseren partijen met tegengestelde belangen; voortvarendheid

  • ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0099 Kamer van toezicht Rotterdam 01-08

    Gebrekkige communicatie met klaagster, voortgang bij het afgeven van een verklaring van erfrecht, onjuiste aangifte successierecht ingediend.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0026 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2408

    Voorzittersuitspraak. In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0020 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1808

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voorzittersuitspraak.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0021 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1908

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voorzittersuitspraak.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0023 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2108

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voorzittersuitspraak.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0017 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1508

    Nalaten van bloedonderzoek ter controle van de weerstand tegen NCD bij onder koppels pluimvee na de vaccinatie tegen NCD. Betrokkene heeft een biologisch leghennenbedrijf van zeer kleine omvang, een paar honderd leghennen. De overtreding is gepleegd ten aanzien van 195 leghennen. Dat is een zeer klein aantal in de leghennensector. Betrokkene moet vanwege de aard van zijn bedrijf (biologisch) al relatief veel bloedmonsters nemen, hetgeen een aanzienlijke kostenpost betekent. Tuchtrechtelijke maatregel: berisping. Voorzitterspraak.

  • ECLI:NL:TVVTPVV:2008:YE0002 Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees Zoetermeer KHV0108

    De classificatie van geslachte runderen is niet uitgevoerd door een classificateur van een door het bestuur van het PVV aangewezen classificatieorganisatie. Geen goede werkverhouding tussen classificateur en betrokkene. Classificatie is door de slachter zelf uitgevoerd. Veroordeling wegens weigeren medewerking te verlenen aan classificateur, en onjuist uitgevoerde classificatie: geldboete.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0024 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2208

    In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voorzittersuitspraak.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0025 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2308

    Voorzittersuitspraak. In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0096 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-24

    1. Vervaltermijn van 3 jaren. 2. De opstelling van het testament is vervolgens niet door de kandidaat­-notaris, maar door ­ destijds ­ kandidaat­-notaris [C], die evenals de kandidaat-notaris als waarnemer van [A] fungeerde, ter hand genomen en het uiteindelijke testament blijkt ­ anders dan de kandidaat­-notaris op grond van haar bespreking met klager verwacht of met hem afgesproken had, maar wel met instemming naderhand van klager ­ door genoemde [C] te zijn uitgebreid met een regeling waarbij bij vroegtijdig overlijden van klagers zoon, de nalatenschap zou worden verkregen door ofwel eventuele nakomelingen van de zoon dan wel door andere ­ door klager in zijn testament te benoemen ­ verwachters van die nalatenschap. Tegen die achtergrond mocht klager er naar het oordeel van de Kamer niet meer op rekenen dat het honorarium voor het testament slechts € 250 zou bedragen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0097 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-28

    1. Een notaris mag – in het algemeen en behoudens uitzonderingen ‑ zijn declaratie niet zonder toestemming van de cliënt aan zich zelf voldoen uit derdengelden die hij onder zijn beheer heeft. Het is daarbij onverschillig of hij zich zou kunnen voldoen met een beroep op verrekening, hetgeen onder de oude Wet op het Notarisambt het geval zou kunnen zijn geweest, dan wel of hij zich als beschikkingsgerechtigde zou kunnen voldoen ten laste van een in artikel 25 van de thans geldende Wna bedoelde kwaliteitsrekening. 2. De notaris heeft bij de afwikkeling van de koop van het onderhavige pand op meerdere momenten verzuimd doortastend en adequaat te handelen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0098 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-36

    Voor alle onderdelen van de klacht geldt dat de notaris binnen de vereisten van het notariële ambt en naar vermogen het nodige heeft gedaan voor de afwikkeling van deze complexe nalatenschap, temeer daar er op onderdelen van de afwikkeling [kennelijk] geen sprake was van algehele overeenstemming tussen de erfgenamen, maar wel van misverstanden [klachtonderdelen 2 en 5] en soms zelfs van onenigheid tussen de erfgenamen [klachtonderdeel 4]. Dit zijn echter zonder uitzondering zaken die de notaris niet tuchtrechtelijk kunnen worden aangerekend. Het is immers niet aan de notaris om zijn visie aan de erfgenamen op te leggen en voor hen te beslissen.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0009 Kamer van toezicht Amsterdam 377061 / NT 07-26 Pee

    Gang van zaken rond een verkoop bij inschrijving. Niet gebleken is dat de notaris het standpunt heeft ingenomen dat het verkoper ná de totstandkoming van de overeenkomst vrij stond om eenzijdig een kwalitatieve verplichting op te leggen.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0094 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-51

    Verzet Klager was geen partij bij de voornoemde transacties. Uit hetgeen hij heeft gesteld valt evenmin af te leiden dat hij bij die transacties op andere wijze zodanig betrokken is dat hij voldoende rechtstreeks belang heeft bij de klacht. Hoewel klager stelt de klacht in te dienen in het een ieder aangaande belang bij het goed functioneren van het notariaat, is de voorzitter van oordeel dat dat belang niet van dien aard is dat klager in het onderhavige geval kan worden gezien als belanghebbende.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0095 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-50

    Vervalterming van drie jaren De Kamer is van oordeel dat in het onderhavige geval de vervaltermijn ten aanzien van de klacht tegen de notaris is gaan lopen vanaf 22 december 1994 , toen klager - in persoon aanwezig bij de partiële verdeling - de door de notaris gepasseerde verdelingsakte heeft medeondertekend. De klacht is op 26 november 2007 bij de Kamer ingediend bij brief van 23 november [lees: 2007], ná het verstreken zijn van de vervaltermijn van drie jaren vanaf 22 december 1994.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0093 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-48

    1. De kandidaat-notaris heeft klager op grond van de voor haar beschikbare informatie adequaat en volledig geïnformeerd over diens status van erfgenaam, zomede over haar eigen positie en die van het notariskantoor met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Hetzelfde geldt voor de door de kandidaat- notaris verstrekte informatie over de consequenties van de koopovereenkomst en de in de koopovereenkomst vastgestelde eigendomsoverdracht van meergenoemde panden. 2. Het per fax beschikbaar stellen van een kopie van een testament aan een collega-notaris is in de notariële wereld geenszins ongebruikelijk; onder omstandigheden behoeft daartegen ook in het geheel geen bezwaar te bestaan. De kandidaat-notaris is niet tekortgeschoten in haar zorg- en geheimhoudingsplicht door de testamenten van erflater op te vragen bij de betreffende notaris, zulks te minder waar kopieën van de testamenten vervolgens uitsluitend zijn verzonden aan klager en diens zuster en niet aan derden. Evenmin kan worden gezegd dat klager door deze gang van zaken enig nadeel heeft ondervonden. 3. De kandidaat-notaris heeft terecht ervoor gekozen ter vermijding van een mogelijke belangenverstrengeling om geen bemoeienis te zullen hebben met de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klager, en haar werkzaamheden te zullen beperken tot de eigendomsoverdracht van meergenoemde panden, gelet op het optreden van een kantoorgenoot als advocaat in een door klager aangespannen tuchtprocedure tegen de notaris, betrokken bij het testament van klagers vader. Klacht op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0091 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-34

    1. Gesteld noch gebleken is dat de notaris de identiteit en de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [… junior] heeft vastgesteld voor het ondertekenen van de depotovereenkomst, een en ander zoals voorgeschreven in de Wet identificatie dienstverlening. 2. In het algemeen en behoudens uitzonderingen geldt dat een notaris zijn declaratie niet zonder toestemming van de cliënt aan zich zelf voldoet uit derdengelden die hij onder zijn beheer heeft. Het is daarbij onverschillig of hij zich zou kunnen voldoen met een beroep op verrekening, hetgeen onder de oude Wet op het Notarisambt het geval zou kunnen zijn geweest, dan wel of hij zich als beschikkingsgerechtigde zou kunnen voldoen ten laste van een in artikel 25 van de Wet op het notarisambt bedoelde kwaliteitsrekening.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0092 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-40

    1. De Kamer is van oordeel dat de notaris heeft mogen uitgaan van de verdeelsleutel zoals door hem voorgesteld in zijn brief van 12 januari 2004, gelet op hetgeen hierover blijkt uit de twee verslagen van diens gesprek op 18 maart 2004 met klagers en notaris [D]. Uit beide verslagen blijkt immers dat klagers met de verdeelsleutel instemden. Daaraan doet niet af dat de verslagen op overige punten van inhoud verschillen. Vervolgens is de notaris bij de afwikkeling te werk gegaan overeenkomstig de hem bij het proces­verbaal van 18 april 2005 door de erfgenamen bij onherroepelijke volmacht verleende bevoegdheid. Dat klagers bezwaren bleven houden betreffende genoemde verdeelsleutel kan, gezien de vermelde instemming, niet tot een tuchtrechtelijk verwijt leiden. Met de notaris is de Kamer van oordeel dat klaagster de gegrondheid van deze bezwaren aan het oordeel van de civiele rechter dient voor te leggen. 2. Bij de comparitie op 18 april 2005 zijn de zes erfgenamen onder meer overeengekomen, dat vanaf 1 januari 2004 een rente van 4% per jaar zou worden vergoed op de schulden van klaagster en erfgename [zuster van klaagster] aan de boedel tot het moment van feitelijke voldoening aan de notaris. De notaris heeft onweersproken gesteld dat hij ingevolge voormelde overeenstemming op 1 september 2005 aan alle erfgenamen hun netto vordering van het vaderlijk erfdeel uitgekeerd heeft en dit verrekend heeft met de hypothecaire vordering van de boedel op klaagster, alsmede met de rente tot de datum van verrekening. Het restant van de hypothecaire schuld van klaagster heeft hij bij de afrekening op 12 juni 2006 verrekend, wederom inclusief de rente over het restant van de hypothecaire vordering. Hiermee heeft de notaris naar het oordeel van de Kamer gehandeld conform voormelde minnelijke regeling tussen de erfgenamen. Dat en waarom de notaris anders had moeten handelen, namelijk op de wijze zoals door klagers aangevoerd, hebben zij onvoldoende onderbouwd. 3. De Kamer is van oordeel dat de notaris de erfgenamen in het algemeen - en klaagster in het bijzonder, naar aanleiding van haar vragen - blijkens de overgelegde correspondentie telkens naar behoren toelichting heeft gegeven over de door hem gedane uitgaven.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0088 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-30

    De Kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris in alle opzichten de kwesties met betrekking tot de sanering en de overige problemen rond de benedenwoning correct en voortvarend heeft afgehandeld. De vertragingen van de sanering die zich op diverse momenten hebben voorgedaan, kunnen de kandidaat-notaris niet worden aangerekend. Het is begrijpelijk dat met de bodemsanering gewacht is, totdat de kandidaat-notaris bevoegd was, hetgeen eerst krachtens de op 28 maart 2007 opgemaakte verklaring van erfrecht het geval was. Ter zitting heeft de kandidaat-notaris nog toegelicht dat zij klaagster hierover geïnformeerd heeft. Voor de renovatie was de toestemming van de eigenaren van alle woningen nodig, onder wie die van [eigenaar tweede etagewoning]. De kosten van de muizenlokdozen zijn vergoed en notaris [D] heeft aangeboden eventuele schade aan de woning van klaagster, veroorzaakt door de klimopbegroeiing te vergoeden. De interne toegangsdeur tot de benedenwoning is door klaagster op eigen initiatief vervangen binnen enkele maanden nadat zij het ontbreken daarvan had geconstateerd, en de kosten daarvan zijn vervolgens door de kandidaat-notaris uit de boedel vergoed. Weliswaar had de kandidaat-notaris eerder kunnen ingrijpen bij het vervangen van de interne toegangsdeur tot de benedenwoning, maar dat zij dit niet heeft gedaan is in het licht van de omstandigheden niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0089 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-31

    Verzet Betreffende het derde klachtonderdeel tenslotte, de nakoming van de honoreringsafspraken, heeft de notaris betoogd niet gehouden te zijn afspraken tussen klager en [oud-notaris] na te komen, nu zij althans haar kantoorgenoot, zich daartoe niet verplicht heeft. Het is de voorzitter ambtshalve bekend dat [notaris A] het vacante protocol voor eigen rekening en risico waarneemt. De voorzitter is van oordeel dat dit geschilpunt zich niet leent voor behandeling door deze kamer doch een civiele rechtsvraag betreft en dan ook aan de civiele rechter dient te worden voorgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0090 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-04

    Ministerieplicht en geheimhoudingsplicht 1. Vast staat dat de tekst van het anti-speculatiebeding uiteindelijk met instemming van klaagster is opgesteld. Het ligt dan naar het oordeel van de Kamer aan klaagster om bij het beding een clausule op te nemen, volgens welke een volgende levering niet zonder voorafgaande toestemming of raadpleging van klaagster zou dienen te geschieden. Klaagster mag als professionele instelling immers worden geacht bekend te zijn met het risico dat een koper zich niet aan het beding zou houden. Daarom berust de eerste verantwoordelijkheid om zich hiertegen in te dekken dan wel de nodige maatregelen te treffen niet bij de notaris, maar bij klaagster. 2. Wellicht had de notaris er verstandiger aan gedaan om voorafgaand aan de levering [A] - ondanks het door deze ingenomen standpunt - toch naar een toestemmingsverklaring van klaagster te vragen. Dat hij dit niet heeft gedaan, is naar het oordeel van de Kamer echter - gelet op het vorenoverwogene - niet tuchtrechtelijk laakbaar. De Kamer is van oordeel dat de notaris voormelde afweging - mede gelet op zijn geheimhoudingsplicht - zorgvuldig en juist heeft gemaakt.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0087 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-19

    Verzet Ten aanzien van de motivering van het verzet door klaagster overweegt de Kamer, dat de Wet op het notarisambt noch de lagere voor de [kandidaat-]notarissen of de Kamers van Toezicht geldende regelgeving voorziet in een voorlichtingsplicht voor genoemde functionarissen dan wel instanties over in de wet geregelde klachtmogelijkheden. Hoe onbevredigend dit voor klaagster ook mag zijn, het ligt in de eerste plaats op de weg van betrokkene om naar eigen kennis en inzicht al dan niet te kiezen voor het aanspannen van een klachtprocedure.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0086 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-52

    1. Met klaagster en de KNB is de Kamer van oordeel dat artikel 24 lid 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels [VBG] geen ruimte laat voor een andere interpretatie dan dat een notaris de aanduiding van zijn kantoor in verband met zijn naar buiten optreden met de werkelijkheid moet doen overeenstemmen. Zolang het notariskantoor het enige is in de plaats van vestiging, is vermelding van die plaatsnaam in de kantoornaam geen enkel probleem: het betreft de werkelijke situatie en er is geen verwarring mogelijk bij het publiek, want er is maar één notariskantoor in die plaats. Zodra zich echter een ander notariskantoor in dezelfde plaats vestigt, verandert deze situatie. Voortzetting van de naamvoering door een notaris zou dan de suggestie kunnen wekken dat dit kantoor het enige notariskantoor is in die plaats, hetgeen immers niet meer het geval is. Dit strookt niet met de kennelijke bedoeling van artikel 24 lid 1 VBG, met welke bepaling in belang van het publiek een duidelijke presentatie - waarover dus geen misverstand moet kunnen bestaan - van het notariaat wordt beoogd. Dat er elders in het land ook notariskantoren - als hiervoor genoemd - zijn die in dezelfde situatie verkeren als dat van de notaris en klaagster, doet hieraan niet af. 2. De klacht is gegrond, maar de handelwijze van de notaris is tuchtrechtelijk niet zwaarwegend genoeg om haar een maatregel op te leggen. Daartoe neemt de Kamer in aanmerking dat de KNB, als orgaan dat tot taak onder meer heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door haar leden, in de naamvoering van voormelde vier notariskantoren tot nu toe kennelijk geen reden heeft gezien om handhavend op te treden.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0083 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-22

    Bewaringstekort op derdengeldenrekening. De notaris heeft in strijd gehandeld met zijn plicht om eventuele bewaringstekorten op zijn derdengeldenrekening terstond aan te zuiveren. Vast staat dat de notaris in het afdoende bewaken van zijn bewaringspositie in gebreke is gebleven, waardoor voormelde tekorten zijn ontstaan. Daarmee heeft de notaris gehandeld in strijd met zijn wettelijke verplichting. De Kamer rekent een tekort op de derdengeldenrekening de notaris zwaar aan. Immers de derdengeldenrekening dient ertoe om aan het publiek zoveel mogelijk zeker te stellen dat dergelijke gelden zonder meer aanwezig zijn en niet onderhevig zijn aan de bedrijfsvoering van de notaris. Door onderhavig handelen van de notaris is deze zekerstelling ernstig in gevaar gekomen en is bovendien het in een notaris te stellen vertrouwen ernstig beschaamd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0084 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-53

    null

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0085 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-26

    Schending indieningsverplichting jaarstukken 2007. Op grond van artikel 24 lid 4 van de Wet op het notarisambt [Wna] moet een notaris zijn jaarstukken binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, dus in dit geval vóór 1 mei 2008, op schrift gereed hebben. Die termijn kan op verzoek van de notaris door het BFT op grond van bijzondere omstandigheden met ten hoogste twee maanden worden verlengd. De notaris heeft niet aan genoemde verplichting voldaan, ondanks de herinneringsbrief van het BFT.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2007:YC0082 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 06-35

    1. Uit de stukken blijkt niet van enige verbouwing door de verkoper van het appartement, hetgeen volgens notaris B het prijsverschil zou hebben gerechtvaardigd. Daar komt nog bij dat hij nagelaten heeft om klaagster uitdrukkelijk op het prijsverschil tussen de twee transacties te wijzen. Zijn ambtsgeheim stond hieraan niet in de weg. 2. De verklaring van notaris B ter zitting dat hij drie kwartier de tijd heeft genomen om met klaagster te praten, wordt gelogenstraft door de notariële verklaring omtrent de tijdstippen van het passeren van de beide transportakten [vijf minuten tijdsverschil tussen akten met deels verschillende partijen]. Voor zover de notaris aanvoert dat die tijdstippen vooraf door het kantoor ingevuld en dan ook niet reëel zijn, moet geconstateerd worden dat hij een niet op de realiteit gebaseerde notariële verklaring heeft afgegeven. 3. Door zonder meer voor een groot deel niet door haar verschuldigde overdrachtsbelasting aan klaagster in rekening te brengen heeft notaris B een norm geschonden. 4. De tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van notaris A eindigt niet steeds zodra voor haar een waarnemer optreedt. Deze verantwoordelijkheid blijft bestaan ingeval de waarnemer op verzoek van de notaris is benoemd teneinde de notaris in de in artikel 28, onderdelen a en b, Wet op het notarisambt bedoelde gevallen te vervangen. Het feit dat de notaris gedurende laatstgenoemde waarneming niet bevoegd is haar eigen waarneming over het vacante protocol uit te oefenen, ontslaat haar niet van de verplichting haar waarnemer voor zover mogelijk en nodig te voorzien van informatie en instructies ten aanzien van de praktijkvoering gedurende haar afwezigheid. Evenmin ontslaat het haar van haar tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor de structuur, de organisatie en het reilen en zeilen van het notariskantoor, zelfs al betrof het in dit geval niet haar eigen kantoor. Daarbij komt dat zij haar waarnemer, toentertijd een kandidaat­notaris, diende te begeleiden, zeker nu het een ander kantoor betrof. Notaris A heeft in dat opzicht niet gehandeld als een behoorlijk notaris betaamt, ook al had zij geen directe betrokkenheid bij het dossier waarover thans geklaagd wordt.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0081 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-05

    Klagers verwijt dat de notaris onvoldoende [voor]onderzoek naar het door klager gestelde dementeren van erflaatster heeft gedaan naar aanleiding van de hem door klager aangereikte informatie, is naar het oordeel van de Kamer van geen belang voor de wel relevante vraag of de notaris ten tijde van het opmaken van het testament voldoende heeft nagegaan of erflaatster compos mentis was.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0079 Kamer van toezicht Amsterdam 362736 / NT 07-4 AB

    Ontvankelijkheid BFT in klachtzaak naar aanleiding van Wid/Wet Mot onderzoek.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2007:YC0080 Kamer van toezicht Amsterdam 332434 / NT 05-82 AB

    Geheimhoudingsplicht van notaris jegens BFT bij onderzoek Wid/Wet Mot

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0068 Kamer van toezicht Amsterdam 377061 / NT 07-26 Pee

    Gang van zaken bij verkoop bij inschrijving.