ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0024 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2208

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0024
Datum uitspraak: 30-10-2008
Datum publicatie: 30-10-2008
Zaaknummer(s): TPPE2208
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Vrijspraak
Inhoudsindicatie: In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voorzittersuitspraak.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten heeft opgemaakt naar aanleiding van een inspectie op het bedrijf van  betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven. De voorzitter heeft de zaak zonder zitting afgedaan conform artikel 28 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.

2. Verweten gedraging

Niet kon worden aangetoond dat gedurende 2007 twee maal onderzoek is uitgevoerd, naar de aanwezigheid van Campylobacter bij vleeskuikens van het bedrijf van betrokkene;Niet kon worden aangetoond dat in de periode van 27 februari 2007 tot en moet het bezoek van de toezichthouder op 23 april 2008 voldaan is aan de verplichting om iedere twaalf maanden twee maal onderzoek uit te laten voeren naar de aanwezigheid van Campylobacter bij vleeskuikens van bedoeld bedrijf.

3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft betrokkene het volgende verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik houd circa 12.000 vleeskuikens op mijn bedrijf. Ik heb in 2007 één maal een Campylobacteronderzoek laten uitvoeren. De reden dat dit in 2007 maar één keer is uitgevoerd is dat de leverancier van de eendagskuikens, , deze buisjes maar één maal in dat jaar heeft opgestuurd. Ik krijg namelijk de voor een Campylobacteronderzoek benodigde buisjes van deze leverancier. Ik heb er verder ook niet aan gedacht. Het is dus geen onwil geweest. Ik heb in 2006 wel twee keer een Campylobacteronderzoek laten uitvoeren. Het laatste Campylobacteronderzoek is op 20 februari 2008 uitgevoerd.”

4. De beoordeling van de feiten

De voorzitter van het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, niet is komen vast te staan dat op het bedrijf van betrokkene,  een strafbaar feit heeft plaatsgevonden. Betrokkene wordt van de hem verweten gedragingen vrij gesproken.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op 26 augustus 2007 is de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 1999 ingetrokken. Artikel 4, tweede lid, van deze verordening schreef voor dat twee maal per jaar een koppel vleeskuikens bij afvoer dient te worden onderzocht op onder andere Campylobacter. De controleperiode vangt aan op 23 januari 2007. Op 26 februari 2007 is een Campylobacteronderzoek uitgevoerd. Op 26 augustus 2007 kan, gezien het moment van aanvang van de controleperiode, niet worden gesteld dat dit voorschrift is overtreden, omdat op dat moment nog geen jaar is verstreken sinds de aanvang van de controleperiode.De nieuwe Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 is op 26 augustus 2007 in werking getreden. Artikel 4, derde lid, van deze verordening schrijft voor dat twee maal per 12 maanden een koppel vleeskuikens bij afvoer op aanwezigheid van Campylobacter moet worden onderzocht. De verordening voorziet niet in een overgangsbepaling ter zake van dit voorschrift. In de schriftelijke verklaring wordt betrokkene verweten dat hij in 2007 niet twee maal Campylobacteronderzoek heeft laten uitvoeren. Deze verweten gedraging kan naar het oordeel van de voorzitter, gezien de intrekking van het oude voorschrift en de inwerkingtreding van het nieuwe voorschrift op 26 augustus 2007 en het ontbreken van een overgangsbepaling, niet worden bewezen. Het nieuwe voorschrift is nog niet lang genoeg van kracht om op 31 december 2007 overtreden te kunnen zijn. Ook op 23 april 2008 kan niet worden gesteld dat het voorschrift is overtreden, want ook op dat moment heeft betrokkene nog de mogelijkheid om binnen 12 maanden twee maal een Campylobacteronderzoek uit te laten voeren.Voorts wordt betrokkene in de schriftelijke verklaring verweten dat in de periode van 27 februari 2007 tot en met het bezoek van de toezichthouder op 23 april 2008 niet aan de verplichting is voldaan om twee maal in twaalf maanden Campylobacteronderzoek uit te laten voeren. Ook dit verwijt kan niet worden volgehouden nu het oude voorschrift tot 26 augustus 2007 van toepassing was en het nieuwe voorschrift vanaf 26 augustus 2007 van toepassing was.

6. Beslissing

Naar het oordeel van de voorzitter van het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren is niet komen vast te staan dat betrokkene een overtreding van artikel 4, lid 2, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE)1999, dan wel artikel 4, lid 3, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 heeft begaan. Betrokkene wordt derhalve van de hem verweten gedraging vrij gesproken.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal  (voorzitter) in aanwezigheid van mr. K. Feenstra (secretaris).