ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0110 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-45

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0110
Datum uitspraak: 11-06-2008
Datum publicatie: 24-11-2008
Zaaknummer(s): 07-45
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   1.        Bejegening 2.        De notaris heeft op correcte wijze de kwestie van het successierecht en de afwikkeling van de nalatenschap afgehandeld. Hij heeft klaagster in zijn brief van 31 augustus 2007 een concrete toelichting gegeven over de foutieve successieaangifte, klaagster zijn excuses hiervoor aangeboden, klaagster ingelicht over zijn daaropvolgende bezwaarschrift bij de Belastingdienst tot herstel van de fout en bovendien klaagster aangeboden de wettelijke rente te vergoeden. Daarbij heeft hij klaagster tweemaal de gelegenheid gegeven om een en ander in een persoonlijk gesprek te bespreken. Klacht ongegrond.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’s­Gravenhage

Beslissing d.d. 11 juni 2008 inzake de klacht onder nummer 07-45 van:

[...],

hierna ook te noemen: klaagster,

advocaat mr. J.W.G. van der Wallen,

tegen

[...],

oud-notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris,

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 26 september 2007, aangevuld bij brieven van 14 oktober, 21 november [met bijlagen] en 20 december 2007;

·         het antwoord, met bijlagen, van de notaris;

·         de repliek van klaagster;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 mei 2008.

Daarbij waren aanwezig:

·         klaagster met haar advocaat,

·         de notaris.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan in kopie gehecht de ter zitting overgelegde pleitaantekeningen van de advocaat van klaagster.

De feiten

Op 17 september 2006 is te [...] overleden [...] [hierna te noemen: erflater], echtgenoot van klaagster. In zijn testament, op 4 augustus 2006 verleden voor de notaris, heeft erflater klaagster tot enige erfgename benoemd. De nalatenschap bestaat uit de helft van de door het overlijden ontbonden huwelijksgemeenschap. De notaris heeft voor de afwikkeling van de nalatenschap een aangifte voor het recht van successie bij de Belastingdienst ingediend. Teneinde een achteraf gebleken fout in de aangifte te herstellen heeft de notaris een bezwaarschrift bij de Belastingdienst ingediend. De Belastingdienst heeft hierop bij uitspraak van 28 augustus 2007 de fout hersteld, het saldo van de nalatenschap vastgesteld op € 316.558 en het teveel betaalde ad € 6.369 aan klaagster gerestitueerd.

De klacht en het verweer van de notaris

De klacht valt ­ zakelijk en verkort weergegeven ­ uiteen in de volgende onderdelen.

1.        De notaris heeft klaagster onheus bejegend.

Klaagster voert hiertoe aan dat de notaris haar feitelijk de mond heeft gesnoerd door haar steeds mee te delen dat haar man haar niet onbemiddeld heeft achterlaten. De notaris heeft haar geen antwoord gegeven op haar vragen met betrekking tot de door de notaris gedane aangifte voor het recht van successie en het bedrag van de totale nalatenschap. Een telefoongesprek medio augustus 2007 met klaagster werd door de notaris beëindigd met: “Ik ben klaar met u; ik ben het zat”, waarna hij de telefoon op de haak gooide.

2.        De notaris heeft een foutieve aangifte voor het recht van successie gedaan.

Aanvankelijk had de notaris aan klaagster kenbaar gemaakt dat de totale nalatenschap van erflater 50% van circa € 1.200.000 bedroeg en dat het successierecht nagenoeg nihil zou zijn. Voor de aangifte had klaagster alle financiële papieren in een AH-tas afgegeven aan een medewerker van de notaris. Nadat in augustus 2007 gebleken was dat de aangifte voor het recht van successie niet juist was, bleek uit de gecorrigeerde aangifte dat de notaris van een veel lagere nalatenschap was uitgegaan, namelijk van 50% van € 633.116,58. Het aanbod van de notaris om wettelijke rente te vergoeden heeft zij afgewezen.

Hoewel klaagster daarom had gevraagd, heeft de notaris tot op heden geen toelichting en schriftelijke onderbouwing van de totale nalatenschap gegeven.

Daarnaast heeft klaagster op 4 september 2007 een kwitantie moeten ondertekenen voor ontvangst van alle bescheiden inzake het nalatenschapsdossier van erflater. Na bestudering van de terugontvangen documenten heeft klaagster moeten vaststellen dat zij niet alle financiële documenten van erflater heeft terugontvangen. Dit heeft zij aan de notaris kenbaar gemaakt. Omdat de notaris geen openheid van zaken geeft, gaat klaagster nog steeds uit van het feit dat het vermogen van erflater circa 1 miljoen bedroeg en dat haar daaruit circa de helft toekomt, terwijl zij uit de nalatenschap een bedrag van € 316.558 heeft ontvangen. Klaagster vraagt zich af waar het verschil gebleven is.

De notaris verweert zich als volgt.

1.        Ter zitting heeft de notaris erkend dat hij op een gegeven moment - na iedere dag telefoontjes van klaagster te hebben ontvangen - zijn geduld verloren had en door de telefoon aan haar iets heeft gezegd in termen van “Het is nu genoeg, mevrouw [...]” en “Dag mevrouw [...], ik ben er klaar mee”. Hij geeft toe dat hij dat niet had moeten zeggen.

2.        Ten tijde van het opmaken van het testament van erflater was diens vermogen door de notaris - ruw - geschat op circa 1 miljoen. Zoals toen door de notaris aan klaagster en erflater in zijn advisering gesteld, zou klaagster gezien de vrijstelling voor de langstlevende geen successierecht verschuldigd zijn na het overlijden van erflater.

Bij het indienen door de notaris van de successieaangifte was abusievelijk als activapost een rekening bij ABN AMRO opgenomen, waarvan het saldo achteraf niet een creditpost bleek te zijn maar een debetpost. Het betrof een voorfinanciering/overbrugging voor de aankoop indertijd van één van de registergoederen uit de nalatenschap. Naar aanleiding van het door de notaris ingediend bezwaarschrift heeft de Belastingdienst bij uitspraak van 28 augustus 2007 de fout hersteld, het saldo van de nalatenschap vastgesteld op € 316.558 en het teveel betaalde ad € 6.369 aan klaagster gerestitueerd. In zijn brief van 31 augustus 2007 aan klaagster heeft de notaris haar toegelicht wat er fout was gegaan en haar hiervoor zijn excuses aangeboden. Op zijn aanbod bij dezelfde brief om haar de wettelijke rente te vergoeden had en heeft klaagster tot nu toe niet gereageerd. Voor het overige heeft klaagster geen schade geleden.

In de loop van de behandeling van de klacht heeft de notaris tijdens twee lunchontmoetingen buiten het kantoor geprobeerd tot overeenstemming te komen met klaagster. Het was toen niet zijn bedoeling om klaagster onder druk te zetten. Hij had toen ook de indruk dat de gehele kwestie tot beider genoegen was afgesloten en dat klaagster instemde met een minnelijke schikking over deze kwestie.

De notaris ontkent andere stukken van klaagster te hebben ontvangen, dan de stukken waarvan hij is uitgegaan en die hij inmiddels aan klaagster heeft teruggegeven, samen met alle documenten inzake de aangifte inkomstenbelasting 2006 en zijn decalratie. Voor zover hem bekend zijn er geen andere vermogensbestanddelen.

De beoordeling van de klacht
Klachtonderdeel 1

Wat er ook zij van de precieze bewoordingen waarin de notaris klaagster heeft toegesproken, de Kamer is het met klaagster eens dat het in principe geen pas geeft voor een notaris om op de wijze als door de notaris zelf aangegeven een cliënt te woord te staan en de communicatie te beëindigen. Gelet op de omstandigheden waarin een en ander is geschied en op het feit dat de notaris ter zitting heeft getoond het cliëntonvriendelijke van zijn uitlatingen zelf ook in te zien, is de Kamer echter van oordeel dat de handelwijze van de notaris niet van dusdanig zwaarwegende aard is geweest dat hem hiervoor een tuchtrechtelijk verwijt mag treffen.

De klacht is daarom in dit onderdeel ongegrond.

Klachtonderdeel 2

De Kamer is van oordeel dat de notaris op correcte wijze de kwestie van het successierecht en de afwikkeling van de nalatenschap heeft afgehandeld. Hij heeft klaagster in zijn brief van 31 augustus 2007 een concrete toelichting gegeven over de foutieve successieaangifte, klaagster zijn excuses hiervoor aangeboden, klaagster ingelicht over zijn daaropvolgende bezwaarschrift bij de Belastingdienst tot herstel van de fout en bovendien klaagster aangeboden de wettelijke rente te vergoeden. Daarbij heeft hij klaagster tweemaal de gelegenheid gegeven om een en ander in een persoonlijk gesprek [de lunchontmoetingen] te bespreken.

Ter zitting hiernaar gevraagd heeft klaagster niet aan de Kamer kunnen aangeven welke van de door haar aan de notaris afgegeven financiële stukken thans blijken te ontbreken bij de stukken die zij van hem heeft teruggekregen. Evenmin heeft zij desgevraagd aan de Kamer kunnen aangeven uit welke al dan niet ontbrekende stukken zou kunnen blijken dat het gemeenschappelijk vermogen 1 miljoen bedroeg in plaats van de vastgestelde € 633.116.

De Kamer komt gelet op het voorstaande tot de conclusie dat de klacht ook in dit onderdeel ongegrond is.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, M.G.L. den Os-Brand, J. Smal en E.D. Smit, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. A. Saab, in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2008.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.