ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0019 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1708

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0019
Datum uitspraak: 11-11-2008
Datum publicatie: 11-11-2008
Zaaknummer(s): TPPE1708
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Minder dan het minimum aantal verplichte bloedmonsters genomen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Overtreding mede gevolg van onzorgvuldig handelen dierenarts. Betrokkene is verantwoordelijk. Drie overtredingen worden gelet op omstandigheden van het geval als een doorgevoerde handeling beschouwd: één geldboete.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt, naar aanleiding van een op 30 mei 2008 door een controleur van genoemd bureau gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 28 oktober 2008 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Het Tuchtgerecht heeft op 11 november 2008 uitspraak gedaan.

 2. Verweten gedraging

- Van drie koppels vleeskuikens zijn steeds 15 - in plaats van de voorgeschreven 30 - bloedmonsters genomen ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease, dan wel ter controle op de immuniteitswaarde;

- Van één koppel vleeskuikens bleken 3 van de 15 toegezonden bloedmonsters dermate verontreinigd te zijn dat deze ongeschikt waren voor onderzoek naar de NCD-titer. Het betreft een verantwoordelijkheid van de Dierenarts om geschikt monsters te nemen;

- Bij het inzenden van de bloedmonsters is geen gebruik gemaakt van het voorgeschreven formulier. Gebruik is gemaakt van een formulier waarop enkele relevante onderdelen ontbreken, namelijk de concrete reden van inzending van de bloedmonsters en het in te vullen vaccinatieschema.

 3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft  betrokkene verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik ben verantwoordelijk voor de dagelijks gang van zaken op mijn bedrijf. Wij hebben een loonwerk- en akkerbouwbedrijf en houden verder nog vleesstieren en vleeskuikens. Ik heb mijn dierenarts gevraagd de vaccinaties en het bloedtappen bij de vleeskuikens te regelen. Ik ben er vanuit gegaan dat dit allemaal goed ging. Ik ben zelf ook niet op de hoogte van de regelgeving en dus ook niet dat er 30 in plaats van 15 bloedmonsters genomen moeten worden. U kunt hierover beter contact opnemen met mijn dierenarts. Het berechtingsrapport bevat een reactie van dierenarts.

Het Tuchtgerecht heeft kennisgenomen van een faxbericht van betrokkene aan het Tuchtgerecht d.d. 26 oktober 2008. Daarin heeft betrokkene het volgende verklaard, zakelijk weergegeven: “Voor ons is het onmogelijk om de zitting bij te wonen i.v.m. het oogsten, wel willen wij er u nogmaals op wijzen dat door ons alles is gedaan om correcte bloedmonsters in te sturen. Door de dierenarts opdracht te geven voor ons bedrijf de gevraagde gegevens van NCD en bloedtappen bij te houden en te verstrekken aan het PVE, hebben wij als bedrijf alles wat mogelijk was gedaan. De bijlage II bevat een brief van het PVE aan ons gericht, waarin staat dat wij niet voldoende bloedmonsters inzenden en dat er geen goede formulieren worden gebruikt. Het was natuurlijk onze taak om dit door te geen en kort te sluiten met onze dierenarts. Door ons gevarieerde bedrijf (akkerbouw, loonwerk, vleesstieren en vleeskuikens) moeten wij helaas bekennen dat deze brief tussen wal en schip is geraakt.Door deze combinatie van werkzaamheden is het op ons bedrijf altijd het hele jaar door erg druk. Wij zullen in het vervolg zorgdragen voor een correcte afhandeling van de bloedmonstername. Nogmaals onze welgemeende excuses voor het in gebreke blijven.”

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

“Minder dan het minimum aantal verplichte bloedmonsters genomen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD”

Dit levert op:

een overtreding van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

Voorts stelt het Tuchtgerecht vast dat het onder 2. van de schriftelijke verklaring van de voorzitter van het PPE omschreven feit niet als strafbaar feit kan worden gekwalificeerd. Betrokkene wordt ter zake ontslagen van alle rechtsvervolging.

Het onder 3. van de schriftelijke verklaring omschreven feit heeft betrekking op een voorschrift dat zich in de praktijk niet tot betrokkene richt, aangezien de vaccinaties door de dierenarts moeten te worden uitgevoerd. Het Tuchtgerecht spreekt betrokkene daarom vrij van het haar ten laste gelegde.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

De overtreding wordt aangemerkt als ernstige overtreding.Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren. De overtreding is in totaal drie keer begaan. De voorschriften van de verordening richten zich tot betrokkene. Overtredingen komen voor rekening van betrokkene, ook al zijn deze het gevolg van handelen van de dierenarts. In het onderhavige geval zijn de overtredingen mede het gevolg van onzorgvuldig handelen door de dierenarts. Het Tuchtgerecht beschouwt de drie overtredingen als een doorgevoerde handeling, nu ze gelijk van aard zijn en steeds het gevolg zijn van dezelfde afspraak die betrokkene met de dierenarts over het nemen van de bloedmonsters had gemaakt. Het Tuchtgerecht legt daarom voor de drie overtredingen één geldboete op. Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk voor een vergelijkbare overtreding is veroordeeld, wordt de helft van de boete voorwaardelijk opgelegd.

 6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene, gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 500 (vijfhonderd euro), waarvan  € 250 (tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006  dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en mw. mr. W.N. Everts, en P.J. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.