ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0104 Kamer van toezicht Rotterdam 06-06

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0104
Datum uitspraak: 18-05-2006
Datum publicatie: 20-11-2008
Zaaknummer(s): 06-06
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris heeft in strijd met de Wet Melding ongebruikelijke transacties een uitbetaling van € 20.000,-- niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

 

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 06/06

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

Bureau Financieel Toezicht,

Gevestigd te Utrecht,

hierna te noemen klaagster,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

  1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 21 december 2005;

-       verweerschrift d.d. 2 februari 2006.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 27 april 2006. Daarbij zijn zowel klaagster, vertegenwoordigd door de heer drs. M.J.V. Freijssen RA en de heer mr. M.F. Beumer, als de notaris verschenen. Partijen hebben hun standpunten ter mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

2.1

Op 11 september 2003 is door kandidaat-notaris mr. [naam], als waarnemer voor de notaris gedurende haar afwezigheid, een akte van levering gepasseerd.

2.2

Op 12 november 2003 is, na ontvangst van de herrecherche, € 20.000,-- in contanten aan verkoopster uitbetaald. Het restant van de verkoopopbrengst is op de bankrekening van verkoopster gestort.

2.3

De uitbetaling in contanten is niet gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

3.    De klacht

3.1

In essentie stelt klaagster dat de Wet Melding ongebruikelijke transacties (Wet Mot) bij onderhavige transactie niet is nageleefd. Op grond van artikel 9 lid 1 van de Wet Mot dient een ongebruikelijke transactie onverwijld te worden gemeld. Nu dit niet is gebeurd, heeft de notaris verwijtbaar gehandeld.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris erkent dat de transactie niet is gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. De transactie heeft plaatsgevonden gedurende de afwezigheid van de notaris en zij was tot november 2005 niet op de hoogte van de bewuste uitbetaling in contanten.

4.2

De uitbetaling is destijds gefiatteerd door de voormalige compagnon van de notaris, [naam]. [naam] en de medewerkers van het notariskantoor waren zich destijds niet bewust dat de uitbetaling in contanten moest worden gemeld bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. De meldingsplicht voor dergelijke transacties was ten tijde van de transactie namelijk pas sinds korte tijd ingevoerd.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Op grond artikel 9 lid 1 van de Wet Mot jo artikel IIF van de Regeling indicatoren ongebruikelijke transacties 2003, dient de notaris een transactie van meer dan € 15.000,-- in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen, onverwijld te melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Vast staat dat de thans in geding zijnde transactie van uitbetaling van € 20.000,-- in contanten niet op de voorgeschreven wijze is gemeld. Mitsdien heeft de notaris verwijtbaar gehandeld en is de onderhavige klacht gegrond.

 

5.3

Alle omstandigheden in acht genomen acht de Kamer evenwel geen gronden aanwezig om een maatregel op te leggen. Dit temeer daar klaagster heeft aangegeven de klacht te hebben ingediend om de bewustwording ten aanzien van de Wet Mot te vergroten en de notaris heeft aangegeven dat zij zich thans terdege bewust is van de meldingsplicht bij contante uitbetaling.

6.  De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven op 18 mei 2006 door mrs. H.C. Naves, A.G. Scheele-Mülder, R. van der Galiën, J.H.J. Preller en R.G.M. Gores in tegenwoor­digheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 18 mei 2006.

De secretaris,                                                      De (plaatsvervangend) voorzitter,

W. Blokland                                                       H.C. Naves

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.