ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0109 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 07-04

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0109
Datum uitspraak: 16-01-2008
Datum publicatie: 24-11-2008
Zaaknummer(s): 07-04
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Het had op de weg van de notaris, al dan niet via haar medewerker [notarieel jurist], gelegen om de erven van het begin af aan te waarschuwen dat de verklaring van erfrecht de nodige - lange - tijd zou kosten, gezien het vooralsnog niet te overziene - naar inmiddels is gebleken aanmerkelijk en groeiend - aantal erfgenamen, waarvan een deel bovendien in het buitenland woonplaats heeft. Dit had de notaris in ieder geval eerder kunnen onderkennen en aan klaagster meedelen, temeer nadat klaagster het notariskantoor herhaaldelijk expliciet had gevraagd om inlichtingen over de stand van de afgifte van de verklaring van erfrecht. Anderzijds heeft de notaris en haar medewerker klaagster en de overige erfgenamen - voor zover hun bekend - vervolgens wel adequaat van de voor hen beschikbare informatie hebben voorzien. Gelet op de gecompliceerdheid van het opstellen van de verklaring van erfrecht en de ontwikkelingen vanaf juni 2004 bij een deel van de erfgenamen, welke ontwikkelingen zoals de notaris naar voren heeft gebracht een vertragende invloed hebben gehad op de voortgang van de behandeling, is het begrijpelijk en aanvaardbaar dat de notaris de verklaring van erfrecht tot nu toe niet heeft kunnen opstellen. Bovendien bevindt de opstelling zich zoals blijkt uit het verhandelde ter zitting thans in haar laatste fase. Dit alles wegend is de aanvankelijke hapering in de communicatie vanuit het notariskantoor niet zwaarwegend genoeg is om tot een gehonoreerde klacht te leiden. Klacht ongegrond.  

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’s­Gravenhage

Beslissing d.d. 16 januari 2008 inzake de klacht onder nummer 07-04 van:

[...],

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

[...],

notaris te [...],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, bij brief van 22 oktober 2006, ingekomen op 1 november 2006 bij de Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat­-Notarissen te [...], en aangevuld bij brief van 16 november 2006, met bijlagen;

·         de beslissing ex artikel 98 lid 3 Wet op het notarisambt van 18 januari 2007 van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de Kamer van Toezicht te ’s­Gravenhage is belast met de behandeling van deze klacht;

·         het antwoord van de notaris;

·         de repliek van klaagster;

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 december 2007.

Daarbij waren aanwezig:

·         klaagster,

·         de notaris met [...], notarieel jurist in dienst bij de notaris.

Ter zitting heeft de notaris kopie van een conceptverklaring van erfrecht d.d. 11 december 2007 overgelegd.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 14 augustus 2000 is in Nieuw-Zeeland overleden [...] [hierna: de erflater], van Nieuw-Zeelandse nationaliteit.

De erflater is overleden zonder dat hij bij testament over zijn nalatenschap heeft beschikt. Hij heeft geen echtgenote, geen afstammelingen, geen ouders en geen broers of zusters of afstammelingen van hen achtergelaten. Volgens het Nieuw-Zeelandse recht vererft de nalatenschap in dit geval naar de familie van vaderszijde en naar de familie van moederszijde, aldus de notaris in haar brief van 4 juli 2006 aan de KNB. De opdracht voor het opstellen van een verklaring van erfrecht is in juni 2004 door The New Zealand Guardian Trust Company Limited te Nieuw-Zeeland aan de notaris gegeven, zo blijkt uit de overgelegde correspondentie. Dat dossier is volgens dezelfde brief sinds augustus 2004 bij haar medewerker, [notarieel jurist], in behandeling.

Volgens de in de procedure overgelegde conceptverklaring van erfrecht van 11 december 2007 zijn inmiddels 108 personen uit genoemde families gerechtigd in de nalatenschap.

Bij brief van 10 november 2006 van het kantoor van de notaris zijn de erfgenamen ingelicht over de toenmalige stand van zaken. Daarbij is de erfgenamen meegedeeld dat besloten is om alvast een groot deel van de erfgenamen aan te schrijven zodat ook de persoonlijke gegevens gecontroleerd kunnen worden. Naar aanleiding van deze brief heeft het merendeel van de erfgenamen gereageerd.

De klacht en het verweer van de notaris

De klacht bestaat - kort samengevat - uit de volgende onderdelen:

1.        De opdracht die sinds medio 2004 aan de notaris gegeven is tot het opstellen van een verklaring van erfrecht, is nog steeds niet afgehandeld. De toezegging van de notaris nadat klaagster op 7 november 2006 telefonisch contact met haar had opgenomen om in dezelfde week een groot deel van de erfgenamen aan te schrijven, hetgeen op 10 november 2006 gebeurd is, toont voor klaagster afdoende aan dat zij door de notaris en haar kantoor tot dan toe aan het lijntje is gehouden.

2.        Ondanks toezeggingen van de medewerker van de notaris, [notarieel jurist], voor het laatst eind oktober 2006, om contact te houden, met name dat hij spoedig contact zou opnemen met de erfgenamen, heeft klaagster niets meer van hem vernomen.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Kort samengevat komt het op het volgende neer.

De opdrachtgever voor het opstellen van een verklaring van erfrecht, The New Zealand Guardian Trust Company Limited, heeft bij de opdracht een overzicht van de toen bekende erfgenamen aangeleverd. Dit overzicht moest gecontroleerd worden bij de daarvoor geëigende instellingen, zoals gemeenten, archieven en het Centraal Bureau voor Genealogie. Deze controle bleek zeer veel tijd te kosten. De officiële gegevens kwamen niet altijd overeen met de aangeleverde informatie. Huwelijken bleken intussen ontbonden te zijn en diverse erfgenamen waren intussen overleden. Gezien de hoge leeftijd van veel erfgenamen valt er nog steeds regelmatig een overlijden te betreuren met gevolg dat de nalatenschap van de overleden erfgenaam of de nalatenschap van diens erfgenamen moet worden uitgezocht. Er moeten daarom meer verklaringen van erfrecht worden opgemaakt. Het aantal erfgenamen blijkt zich uit te breiden. [notarieel jurist] heeft geprobeerd de afwikkeling te bespoedigen door bij de ING Bank telefonisch na te vragen of een verklaring van bevoegdheid voldoende zou zijn om de gelden die deels bij deze bank staan, vrij te maken. Dit werd toen telefonisch bevestigd door een medewerker van de bank. Pas na ontvangst van een inmiddels door het kantoor van de notaris opgestelde conceptverklaring van bevoegdheid reageerde de bank met de mededeling dat toch een verklaring van erfrecht noodzakelijk was. Ook dit heeft bij nader inzien vertragend gewerkt voor de afwikkeling van de nalatenschap.

De verklaring van erfrecht voor de 108 erfgenamen is echter inmiddels - zij het nog in concept - gereed. Van de ook gevraagde boedelvolmachten zijn er 102 ontvangen. Het wachten is nu alleen nog op de zes volmachten van de rechtsopvolgers van één erfgenaam die recentelijk is overleden.

De beoordeling van de klacht

Naar het oordeel van de Kamer had het op zijn minst op de weg van de notaris, al dan niet via haar medewerker [notarieel jurist], gelegen om de erven van het begin af aan te waarschuwen dat de verklaring van erfrecht de nodige - lange - tijd zou kosten, gezien het vooralsnog niet te overziene - naar inmiddels is gebleken aanmerkelijk en groeiend - aantal erfgenamen, waarvan een deel bovendien in het buitenland woonplaats heeft. Dit had de notaris in ieder geval eerder kunnen onderkennen en aan klaagster meedelen, temeer nadat klaagster het notariskantoor herhaaldelijk expliciet had gevraagd om inlichtingen over de stand van de afgifte van de verklaring van erfrecht.

De Kamer neemt anderzijds in aanmerking dat de notaris en haar medewerker klaagster en de overige erfgenamen - voor zover hun bekend - vervolgens wel adequaat van de voor hen beschikbare informatie hebben voorzien.

Gelet op voormelde gecompliceerdheid van het opstellen van de verklaring van erfrecht en de ontwikkelingen vanaf juni 2004 bij een deel van de erfgenamen, welke ontwikkelingen zoals de notaris naar voren heeft gebracht een vertragende invloed hebben gehad op de voortgang van de behandeling, acht de Kamer het echter begrijpelijk en aanvaardbaar dat de notaris de verklaring van erfrecht tot nu toe niet heeft kunnen opstellen. Bovendien bevindt de opstelling zich zoals blijkt uit het verhandelde ter zitting thans in haar laatste fase. Dit alles wegend is de Kamer van oordeel dat de aanvankelijke hapering in de communicatie vanuit het notariskantoor niet zwaarwegend genoeg is om tot een gehonoreerde klacht te leiden.

De klacht is daarom in beide onderdelen ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht ongegrond in beide onderdelen.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, J.Z. Moree, M.G.L. den Os­-Brand, J. Smal en L.G. Vollebregt, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. A. Saab, in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2008.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.