ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0016 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1408

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0016
Datum uitspraak: 11-11-2008
Datum publicatie: 11-11-2008
Zaaknummer(s): TPPE1408
Onderwerp: Dierengezondheid
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Betrokkene heeft twee keer nagelaten bloedmonsters te nemen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD. Bij werkwijze is betrokkene afgegaan op uitlatingen van zijn voerleverancier. Deze uitlatingen kwamen niet overeen met de geldende voorschriften. Dit komt voor rekening van betrokkene. Twee overtredingen ten gevolge van één verkeerde voorstelling van zaken: één geldboete.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Controlebureau voor de Dierlijke Sector (CBD) heeft opgemaakt naar aanleiding van een op 16 mei 2008 door een controleur van genoemd bureau gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 28 oktober 2008 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Het Tuchtgerecht heeft op 11 november 2008 uitspraak gedaan.

 2. Verweten gedraging

- Van het koppel vleeskuikens dat op 6 november 2007 is opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease dan wel ter controle op de immuniteitswaarde;

- Van het koppel vleeskuikens dat op 5 november 2008 is opgezet, zijn geen bloedmonsters genomen ter controle op het effect van vaccinatie tegen Newcastle Disease dan wel ter controle op de immuniteitswaarde.

3. Verklaring betrokkene

Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: “Ik betwist de in het berechtingsrapport vermelde feiten niet. Ik had van mijn voerleverancier begrepen dat voor koppels onder de 2000 vleeskuikens geen bloedmonsters genomen hoeven te worden. Nu weet ik dat dat niet zo is. Ik heb geen ontheffing aangevraagd. Ik heb vanochtend voor het eerst gehoord dat dat mogelijk is.”

De vertegenwoordiger van de voerleverancier bevestigt ter zitting dat hij een dergelijke mededeling aan betrokkene heeft gedaan. Dat had hij begrepen van een collega, die het had gehoord van iemand van de Gezondheidsdienst voor Dieren.

4. De beoordeling van de feiten

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

“Nalaten bloedmonsters te nemen ter verificatie van het effect van vaccinatie tegen NCD”

Dit levert op:

een overtreding van artikel 2, lid 2 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

 5. Overwegingen Tuchtgerecht

De overtreding wordt aangemerkt als ernstige overtreding.Newcastle Disease (NCD), ook wel pseudo-vogelpest genoemd, is een voor pluimvee zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus. De laatste uitbraak in Nederland dateert van 1992. In het buitenland wordt NCD nog regelmatig vastgesteld. In de moderne pluimveehouderij in Nederland wordt NCD bij pluimvee preventief bestreden door toepassing van daartoe ontwikkelde vaccins. Het preventief vaccineren voorkomt dat de exportpositie van de Nederlandse pluimveesector gevaar loopt vanwege uitbraak van deze ziekte. De ondernemer is voorts verplicht om via bloedonderzoek aan de hand van de Hemagglutinatieremmingstest (HAR) te laten controleren of de uitgevoerde vaccinaties hebben geleid tot een voldoende hoge weerstand tegen NCD. Deze monitoring is een essentieel onderdeel van het beheersbeleid NCD van het Productschap Pluimvee en Eieren. Betrokkene is bij zijn werkwijze afgegaan op uitlatingen van zijn voerleverancier. Omdat deze uitlatingen niet overeenkwamen met de geldende voorschriften had betrokkene zich meer moeten inspannen om de voor hem geldende regels te achterhalen. Dat hij dit niet gedaan heeft komt voor zijn eigen rekening. De overtreding is twee keer begaan, maar omdat ze beide het gevolg zijn van één verkeerde voorstelling van zaken, die in beide gevallen ongewijzigd is gebleven, legt het Tuchtgerecht voor beide overtredingen één geldboete op. Omdat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld is, legt het Tuchtgerecht de helft van de geldboete voorwaardelijk op. Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met de omvang van het bedrijf van betrokkene.

 6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 11 van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 200 (tweehonderd euro), waarvan  € 100 (honderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

 De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en mw. mr. W.N. Everts, en P.J. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.