ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0027 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE2508

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2008:YD0027
Datum uitspraak: 11-11-2008
Datum publicatie: 11-11-2008
Zaaknummer(s): TPPE2508
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: In controleperiode is de oude verordening ingetrokken en een nieuwe verordening in werking getreden. Geen overgangsrecht. Niet bewezen dat onder de oude verordening dan wel onder de nieuwe verordening het voorschrift om tenminste twee keer per jaar resp. twaalf maanden Campylobacteronderzoek te laten uitvoeren, is overtreden. Vrijspraak. Voor het nalaten van hygiëneonderzoek in 2007 wordt een geldboete opgelegd. Betrokkene is in 2006 twee keer tuchtrechtelijk veroordeeld, waarbij deels voorwaardelijke geldboetes zijn opgelegd. Onderhavige overtreding is binnen de proeftijd begaan. Ten uitvoerlegging is niet gevorderd door de voorzitter van het productschap. Nalatigheid van in de arm genomen instanties bij de uitvoering van hygiënevoorschriften komt voor rekening van betrokkene.

1. Procedure

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt naar aanleiding van een inspectie op het bedrijf van betrokkene. Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet  tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 28 oktober 2008 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Het Tuchtgerecht heeft op 11 november 2008 uitspraak gedaan.

2. Verweten gedragingen:

I. Niet kon worden aangetoond dat gedurende 2007 twee maal onderzoek naar de aanwezigheid van Campylobacter is uitgevoerd bij vleeskuikens van bedoeld bedrijf;

II. Niet kon worden aangetoond dat in de periode van 19 januari 2007 tot en met het bezoek van de toezichthouder op 23 april 2008 voldaan is aan de verplichting om iedere twaalf maanden twee maal onderzoek uit te laten voeren naar de aanwezigheid van Campylobacter bij vleeskuikens van bedoeld bedrijf;

III. Niet kon worden aangetoond dat in het jaar 2007 ten minste eenmaal een hygiëneonderzoek was uitgevoerd, nadat de stal gereinigd en ontsmet was.

 3. Verklaring betrokkene

In zijn verklaring, opgenomen in bovenvermeld berechtingsrapport, heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven; “Wij houden tussen de 60.000 en 75.000 vleeskuikens op dit bedrijf. Het is juist dat ik in 2007 geen hygiëneonderzoek en maar één maal Campylobacteronderzoek heb laten uitvoeren. (...) zou monsters komen nemen voor het Campylobacteronderzoek, maar kwam te laat. Het betreffende koppel waar ik het tweede Campylobacteronderzoek bij wilde laten uitvoeren was al weg waardoor (...) de monsters niet meer kon nemen. Het hygiëneonderzoek zou op vrijdag of zaterdag nadat de vleeskuikens waren afgevoerd, worden uitgevoerd. (...) kwam echter pas de dinsdag daarna. Toen zaten er al weer krullen in de stallen en was het niet meer mogelijk om een hygiëneonderzoek uit te voeren. Omdat het huidige koppel vleeskuikens het laatste koppel is dat ik mest, heb ik er verder vanaf gezien. Ik doe namelijk mee aan de “rood voor roodregeling”. Dit houdt in dat ik de stallen ga slopen en vervolgens bouwvergunningen krijg voor de bouw van vier woningen.”

4. De beoordeling van de feiten

De onderscheidenlijke verwijten I. en II., in de schriftelijke verklaring onder nummer 3) en 4) zijn gericht op dezelfde gedraging, namelijk het nalaten van Campylobacteronderzoek in de controleperiode. Op 26 augustus 2007 is de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 1999 ingetrokken. Artikel 4, tweede lid van deze verordening schreef voor dat twee maal per jaar een koppel vleeskuikens bij afvoer dient te worden onderzocht op onder andere Campylobacter. De controleperiode vangt aan op 19 januari 2007. Op 8 augustus 2007 is een Campylobacteronderzoek uitgevoerd. Op 26 augustus 2007 kan, gezien het moment van aanvang van de controleperiode, niet worden gesteld dat dit voorschrift is overtreden, omdat op dat moment nog geen jaar is verstreken sinds de aanvang van de controleperiode. De nieuwe Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 is op 26 augustus 2007 in werking getreden. Artikel 4, derde lid, van deze verordening schrijft voor dat twee maal per 12 maanden een koppel vleeskuikens bij afvoer op aanwezigheid van Campylobacter moet worden onderzocht. De verordening voorziet niet in een overgangsbepaling ter zake van dit voorschrift. Uit het berechtingsrapport blijkt dat betrokkene op 21 maart 2008 weer een Campylobacteronderzoek heeft laten uitvoeren. Op 23 april 2008 kan nog niet worden gesteld dat het op 26 augustus 2007 inwerking getreden voorschrift om twee maal per 12 maanden een Campylobacteronderzoek uit te voeren bij afvoer van een koppel vleeskuikens, is overtreden.

Naar het oordeel van het Tuchtgerecht is niet komen vast te staan dat betrokkene een overtreding van artikel 4, lid 2, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE)1999, dan wel artikel 4, lid 3, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 heeft begaan. Betrokkene wordt derhalve van de hem verweten gedraging vrij gesproken.

Het Tuchtgerecht oordeelt voorts dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, het volgende strafbare feit heeft  plaatsgevonden:

“Nalaten hygiëneonderzoek”

Dit levert op:

een overtreding van artikel 3, lid 7 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

5. Overwegingen Tuchtgerecht

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 1999. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Betrokkene is in 2006 reeds twee keer tuchtrechtelijk veroordeeld wegens overtreding van voorschriften van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 1999. Daarbij is een deel van de respectieve geldboetes voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van twee jaar. Het Tuchtgerecht stelt vast dat de onderhavige overtreding is begaan binnen de proeftijd, maar dat ter zake geen ten uitvoerlegging is gevorderd zijdens het PPE. Nalatigheid van in de arm genomen instanties bij de uitvoering van hygiënevoorschriften komt ook voor rekening van betrokkene. Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met de omvang van het bedrijf van betrokkene.

 6. Beslissing

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 750 (zevenhonderd vijftig euro).

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.J.A. van Daal, voorzitter, en mw. mr. W.N. Everts, en P.J. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.